ECLI:NL:RBGEL:2021:7288

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
10 december 2021
Publicatiedatum
26 januari 2022
Zaaknummer
05-218151-21
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gevangenisstraf voor oplichting van vijf slachtoffers op hogere leeftijd

Op 10 december 2021 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan oplichting van vijf oudere slachtoffers. De verdachte, geboren in 1995 en op dat moment gedetineerd in de P.I. Arnhem, werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. H.E. Berman. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, samen met mededaders, op verschillende data in augustus 2021 en juli 2021, ouderen heeft opgelicht door zich voor te doen als medewerkers van banken. De slachtoffers werden telefonisch benaderd en onder valse voorwendselen verleid tot het afgeven van hun bankpassen en pincodes. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte met opzet en op een listige manier te werk ging, waarbij hij gebruik maakte van de kwetsbaarheid van zijn slachtoffers.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. De rechtbank weegt hierbij de ernst van de feiten zwaar, vooral omdat de slachtoffers, vaak op hogere leeftijd, bijzonder kwetsbaar waren. De verdachte heeft geen verantwoordelijkheid genomen voor zijn daden en heeft enkel gehandeld uit financieel gewin. De rechtbank heeft ook de vorderingen van de benadeelde partijen toegewezen, die schadevergoeding hebben geëist voor de geleden materiële en immateriële schade. De rechtbank heeft de schadevergoedingsmaatregel opgelegd, zodat de slachtoffers hun schade vergoed krijgen. De uitspraak benadrukt de ernst van oplichting en de impact die dit heeft op de slachtoffers en de maatschappij.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer: 05/218151-21
Datum uitspraak : 10 december 2021
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1995 in [geboorteplaats] , wonende aan de [adres] ,
op dit moment gedetineerd in de P.I. Arnhem in Arnhem,
raadsvrouw: mr. H.E. Berman, advocaat in Purmerend.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na toewijzing van een vordering tot wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij op één of meer tijdstippen op of omstreeks 10 augustus 2021 te Heerde, althans
(in ieder geval) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten
- de afgifte van één of meerdere bankpassen en/of
- het ter beschikking stellen van gegevens, namelijk bij die één of meerdere bankpassen behorende pincodes, door (telkens)
- te bellen naar de huistelefoon van bovengenoemde slachtoffers en/of
- zich voor te doen als ware hij, verdachte en/of zijn medeverdachte, een medewerker van de Rabobank en/of
- in een telefoongesprek te zeggen dat dat er in België geldbedragen worden afgeschreven van de rekening van bovengenoemde slachtoffers en/of
- aan te geven dat de bankpas geblokkeerd moet worden en/of
- aan te geven dat de bankpas vervangen moet worden en/of
- aan te geven dat de bankpas zou worden opgehaald door iemand en/of
- aan te geven dat de bankpas met pincode in een envelop moet worden gedaan en/of
- af te spreken dat de envelop wordt opgehangen aan de brievenbus aan de buitenkant van het gebouw waar slachtoffer verblijft en/of
- de bankpas met pincode fysiek op te halen en/of
- ( vervolgens) contact te hebben met genoemde slachtoffers en te vragen of zij nog meer rekeningen bij de Rabobank hebben en/of
- aan te geven dat de bankpas met pincode van die rekening opgehaald moet worden en/of
- deze bankpas met pincode fysiek op te halen,
waardoor voornoemde slachtoffers (telkens) zijn bewogen tot de bovenomschreven afgifte en/of het ter beschikking stellen van gegevens;
2.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 10 augustus 2021 tot en met 12 augustus 2021 te Heerde en/of te 's-Gravenhage en/of te Rotterdam, althans (in ieder geval) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) geld (in totaal 3081,69 euro), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich (telkens) de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat weg te nemen goed onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben
gebracht door middel van een valse sleutel, door (telkens) (onbevoegd) gebruik te maken van een of meerdere pinpassen en/of van de daarbij behorende pincodes, toebehorende aan voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] ;
3.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 juli 2021 tot en met 24 juli 2021 te Zwolle, althans (in ieder geval) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of
door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 3] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten
- de afgifte van een bankpas en/of
- het ter beschikking stellen van gegevens, namelijk een bij die bankpas behorende pincode,
door (telkens)
- te bellen naar het telefoonnummer van voornoemd slachtoffer en/of
- zich voor te doen als ware hij, verdachte en/of zijn medeverdachte, een medewerker van de Rabobank en/of
- ( vervolgens) te zeggen dat er iets aan de hand is met de Rabobank rekening van voornoemd slachtoffer en dat hij, slachtoffer, zijn computersoftware moet updaten en/of
- ( vervolgens) te vragen of het slachtoffer wil inloggen op zijn bankrekening en/of
- aan te geven dat het geld op de rekeningen is veiliggesteld en/of
- aan te geven dat de huidige bankpas van het slachtoffer wordt vervangen en/of
- aan te geven dat de bankpas in envelop moet worden gedaan welke geadresseerd
is aan Rabobank Utrecht en/of
- af te spreken dat de envelop uit de brievenbus van het slachtoffer moet steken en/of
- af te spreken dat de envelop met bankpas wordt opgehaald (door een koerier) en/of
- deze envelop met bankpas op te halen,
waardoor voornoemd slachtoffer (telkens) is bewogen tot de bovenomschreven afgifte en/of het ter beschikking stellen van gegevens;
4.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 juli 2021 tot en met
24 juli 2021 te Zwolle en/of te Amsterdam, althans (in ieder geval) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) geld (in totaal 13.798 euro), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich (telkens) de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat weg te nemen goed onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel,
door (telkens)(onbevoegd) gebruik te maken van een pinpas en/of van de daarbij behorende pincode, toebehorende aan voornoemde [slachtoffer 3] ;
5.
hij op of omstreeks 9 augustus 2021 te Oosterwolde, gemeente Oldebroek, althans
(in ieder geval) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 4] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten
- de afgifte van een geldbedrag van (in totaal) 2.717 euro door
- te bellen naar het telefoonnummer van voornoemd slachtoffer en/of
- zich voor te doen als ware hij, verdachte en/of zijn medeverdachte, een medewerker van/bij de Fraudehelpdesk van de ABN-AMRO bank en/of
- ( vervolgens) te zeggen dat er (zojuist) getracht was om geld van de rekening van het slachtoffer te halen en/of
- te zeggen dat ze samen naar de rekening van het slachtoffer willen kijken om te bekijken wat er met de rekening van het slachtoffer aan de hand is en/of
- ( vervolgens) te vragen of het slachtoffer wil inloggen op haar bankrekening en/of (daarbij) (het programma) Teamviewer te downloaden, zodat verdachte en/of zijn medeverdachte (live) kan/kunnen meekijken en/of de computer/laptop van het slachtoffer kan/kunnen overnemen en/of
- aan te geven dat een of meer geldbedragen van het slachtoffer moeten worden veiliggesteld voor onderzoek, door deze (door middel van het gebruik van haar bankpas en de e.dentifier) over te maken naar een/de (door verdachte en/of zijn medeverdachte opgegeven) speciale bankrekening, welke op naam van het slachtoffer staat/zou staan (te weten van de BUNQ bank),
waardoor voornoemd slachtoffer is bewogen tot de bovenomschreven afgifte;
6.
hij op of omstreeks 10 augustus 2021 te ‘s-Gravenhage, althans (in ieder geval) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 5] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten
- de afgifte van een geldbedrag van 4.200 euro
door
- te bellen naar het telefoonnummer van voornoemd slachtoffer en/of
- zich voor te doen als ware hij, verdachte en/of zijn medeverdachte, een medewerker van/bij de Fraudehelpdesk/Fraudebestrijding van de ABN-AMRO bank en/of
- ( vervolgens) te zeggen dat er (zojuist) (mogelijk) getracht was om geld van de rekening van het slachtoffer te halen en/of dat verdachte en/of zijn medeverdachte een (mogelijk) dubieuze transactie had(den) tegengehouden en/of
- te zeggen dat er wat nadere dingen geregeld moeten worden om het geld van het slachtoffer veilig te stellen en/of
- ( vervolgens) te vragen of het slachtoffer wil inloggen op zijn bankrekening en/of (daarbij) (het programma) AnyDesk te downloaden, zodat verdachte en/of zijn medeverdachte (live) kan/kunnen meekijken en/of de computer van het slachtoffer kan/kunnen overnemen en/of
-(vervolgens) te vragen of het slachtoffer (door middel van het gebruik van zijn bankpas en de e.dentifier) (een) geld(bedrag) wil overmaken naar een andere (door verdachte en/of zijn medeverdachte opgegeven) (vertrouwde) bankrekening (te weten van de BUNQ bank),
waardoor voornoemd slachtoffer is bewogen tot de bovenomschreven afgifte.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat verdachte van alle ten laste gelegde feiten moet worden vrijgesproken. Ten aanzien van de feiten 1, 3, 5 en 6 is aangevoerd dat niet vastgesteld kan worden welke rol verdachte zou hebben vervuld en dat dus niet blijkt dat sprake is geweest van medeplegen. Bij de feiten 2 en 4 is verweer gevoerd dat het opzet ontbrak, ook in voorwaardelijke zin.
Beoordeling door de rechtbank
Verdachte wordt in de kern verweten meerdere mensen te hebben opgelicht en vervolgens bestolen. In het dossier bevinden zich aangiften van de volgende aangevers.
Aangiften
[slachtoffer 1] (leeftijd 81) heeft aangifte gedaan van oplichting. Hij heeft verklaard dat hij en zijn echtgenote [slachtoffer 2] zijn bewogen tot afgifte van hun Rabobank pinpassen met de bijbehorende pincodes. Zij zijn woonachtig in Heerde en zijn op 10 augustus 2021 gebeld door een vrouw die zich voorstelde als medewerkster van de bank. De vrouw gaf aan dat er gefraudeerd werd met de bankrekening en dat er geldbedragen in België werden afgeschreven. Zij stelde zich voor als mevrouw [naam 1] en belde met het telefoonnummer [telefoonnummer] . Aangever moest zijn bankpas met de pincode in een enveloppe doen en uit zijn brievenbus laten steken, zodat een bankmedewerker de pas kon ophalen. Aangever heeft zijn bankpas en zijn pincode in een enveloppe gedaan. De enveloppe is rond 21:30 uur door een man opgehaald. Hierop heeft aangever nogmaals contact gehad met de vrouw. Rond 22:00 uur kwam dezelfde man, die eerder de pinpas had opgehaald, en aangever heeft hem de pas en pincode van zijn vrouw gegeven. Uiteindelijk bleek dat er met de passen is gepind voor een totaalbedrag van € 3.081,69 op drie locaties, te weten dezelfde avond nog twee keer in Heerde en de volgende dag meerdere keren in Den Haag en Rotterdam. [2]
Aangever [slachtoffer 3] (leeftijd 84) heeft aangifte gedaan van oplichting. Hij is woonachtig in Zwolle. In die aangifte heeft hij verklaard dat hij op 23 juli 2021 werd gebeld door een vrouw. De vrouw gaf aan van de Rabobank te zijn. De vrouw zei dat er iets met de bankrekening aan de hand was en dat aangever zijn software moest updaten. De vrouw zou hem hiermee helpen. Aangever moest de computer opstarten en inloggen bij zijn bank. Vanaf het moment dat hij inlogde op zijn computer en bankrekening ging het beeld op zwart. De vrouw gaf hem aan dat ze net op tijd waren met het veiligstellen van het geld op de bankrekeningen. Aangever moest vervolgens zijn bankpas in een enveloppe doen en uit zijn brievenbus laten steken, zodat een bankmedewerker de pas zou kunnen ophalen. In totaal is een bedrag van € 13.798,00 van de rekening opgenomen, via geldopnames en pinbetalingen. De eerste pinopname was dezelfde avond in Zwolle. Een dag later is er opnieuw gepind in Amsterdam en zijn aldaar diverse betalingen verricht. [3]
[slachtoffer 4] (leeftijd 63) heeft aangifte gedaan van oplichting. Aangeefster [slachtoffer 4] is op 9 augustus 2021 gebeld door een vrouw met de naam [naam 1] die zich voorstelde als medewerkster van de fraudehelpdesk van de ABN-AMRO bank. Zij gaf aan dat er geprobeerd werd geld van haar rekening af te boeken en dat zij hier samen met aangeefster naar wilde kijken. Zij moest teamviewer op haar computer downloaden en inloggen bij de bank om haar rekening veilig te stellen. Op aanwijzingen van de vrouw heeft aangeefster in totaal is een bedrag van € 2.717,- overgemaakt naar een Bunq bankrekeningnummer. De vrouw zei dat dat het geld veilig was en dat er onderzoek gedaan zou worden. Binnen twee uur zou het geld weer terug gestort worden. Het telefoonnummer waarmee aangeefster werd gebeld is [telefoonnummer] . Aangeefster heeft contact gezocht met dat nummer. Toen ze werd teruggebeld, sprak ze met een man die zich voorstelde als [naam 2] . Op de vraag van aangeefster of ze net met mevrouw [naam 1] had gesproken, bevestigde de man dat en zei dat ze nu een onderzoek aan het doen waren en terug zouden bellen. [4]
[slachtoffer 5] (leeftijd 69) heeft aangifte gedaan van oplichting [5] . Hij heeft verklaard dat hij op 10 augustus 2021 gebeld is door [naam 1] die zich voorstelde als medewerkster van de ABN-AMRO bank. Zij belde met het telefoonnummer [telefoonnummer] . Er zou sprake zijn van een dubieuze transactie op de bankrekening van aangever. Op aangeven van de vrouw heeft aangever “Anydesk” gedownload waarna zij zijn computer op afstand overnam. De vrouw gaf aan dat het geld van aangever veilig gesteld moest worden door dit over te boeken naar een andere bankrekening. Dit betrof een bankrekening van de Bunq bank. Tijdens het gesprek hoorde aangever dat er een man bij de vrouw was. Volgens de vrouw was dit haar teamleider. Op aandringen van de vrouw heeft aangever in totaal een bedrag van € 8.000,- overgemaakt. [6]
Conclusie
De rechtbank is van oordeel dat uit de bewijsmiddelen in het dossier blijkt dat aangevers zijn opgelicht en dat uit het dossier blijkt dat verdachte met een mededader zich schuldig heeft gemaakt aan die oplichting. Daarvoor zijn, naast de aangiften, de volgende bewijsmiddelen van belang.
Telefoonnummer [telefoonnummer]
Aangevers [slachtoffer 1] , [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] noemen dit nummer als het nummer waarmee ze zijn gebeld. In de auto van verdachte is (onder andere) een Samsung Galaxy J4 gevonden. [7] Op die telefoon is een foto (selfie) aangetroffen die is verzonden via Snapchat naar een ander. Verbalisanten herkennen verdachte op de foto. Verder is in een chatgesprek via Snapchat gezien dat de gebruiker van de telefoon schrijft dat “Roffa” zijn stad is. Volgens de verbalisant is “Roffa” straattaal voor Rotterdam. Verdachte woont in Rotterdam. [8] Op basis van het aantreffen van de telefoon in zijn auto, de herkenning van verdachte op genoemde selfie en de verwijzing naar Rotterdam stelt de rechtbank vast dat deze telefoon bij verdachte in gebruik is. Dat in de huidige feiten telkens een vrouw belde, doet daaraan niets af. Teminder nu een aantal aangevers ook een mannenstem heeft waargenomen tijdens de telefoongesprekken. Uit de verwijzing van de man (in de zaak van aangeefster [slachtoffer 4] ) naar ‘het onderzoek’ blijkt dat deze man op de hoogte was van het gebruikte oplichtingsverhaal.
Met deze telefoon is meerdere keren gebeld met aangeefster [slachtoffer 4] op 9 augustus 2021 op tijdstippen die passen bij de tijdstippen waarop aangeefster [slachtoffer 4] contact had met het telefoonnummer [telefoonnummer] . [9]
Verder is met deze telefoon meerdere keren gebeld met aangever [slachtoffer 5] op 10 augustus 2021 op tijdstippen die passen bij de tijdstippen waarop aangever [slachtoffer 5] contact had met genoemd telefoonnummer. [10]
Hieruit leidt de rechtbank af dat het telefoonnummer [telefoonnummer] hoort bij de Samsung Galaxy J4.
Deze bij verdachte in gebruik zijnde telefoon is dus gebruikt bij de oplichtingszaken.
Pintransacties
Bij zijn aanhouding droeg verdachte een zwart nektasje. In het nektasje trof de verbalisant een ander tasje aan met daarin twee pinpassen met de naam [slachtoffer 1] er op. [11] Met die pinpassen is op 10 augustus 2021 om 21:46 uur en om 22:09 uur gepind bij een geldautomaat in Heerde. Verbalisanten herkennen verdachte op de camerabeelden als degene die beide keren pint. [12] Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij in Heerde heeft gepind met een pas van aangever [slachtoffer 1] . [13]
Op 23 juli 2021 is tussen 22.50 uur en 22.55 uur gepind bij een geldautomaat in Zwolle, op dezelfde avond als de bankpas van [slachtoffer 3] werd weggenomen. [14] Verbalisanten herkennen verdachte op de camerabeelden als degene die pint. [15] Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij in Zwolle heeft gepind met de pas van [slachtoffer 3] . [16]
Met de pinpas van aangever [slachtoffer 3] is op 24 juli 2021 een geldbedrag van € 5.000,- gepind bij een geldautomaat in de Beethovenstraat in Amsterdam. Een verbalisant heeft op de camerabeelden van die pintransactie de pinnende man aan de hand van concrete uiterlijke kenmerken herkend als dezelfde man die in Zwolle heeft gepind met de pas van aangever [slachtoffer 3] . [17]
De rechtbank ziet geen reden om te twijfelen aan de genoemde herkenning door de verbalisant.
Met de pinpas van [slachtoffer 3] is verder op 24 juli 2021 een donkerblauwe jas van het merk Moncler gekocht bij de Bijenkorf in Amsterdam. [18] In de fouillering van verdachte is een donkerblauwe jas van het merk Moncler aangetroffen. Deze jas kwam, volgens een verbalisant, overeen met afbeeldingen van een soortgelijke jas (met hetzelfde artikelnummer). [19]
Met de pinpas van aangever [slachtoffer 3] is ook gepind bij winkel “the Four” in Amsterdam, waar verdachte samen met een vrouw winkelde. Verdachte is door de verbalisant aan de hand van concrete uiterlijke kenmerken herkend op de screenshots van camerabeelden. [20] De rechtbank ziet geen aanleiding om te twijfelen aan die herkenning.
Plaatsbepaling auto verdachte
Zijn auto is door de ANPR-camera op 23 juli 2021 geregistreerd op de A28 te Amersfoort. De pinpas van aangever Munster werd op diezelfde dag in Zwolle opgehaald, waarna er vrijwel direct met de pinpas in Zwolle werd gepind. De auto van verdachte is vervolgens door de ANPR-camera geregistreerd aan de A28 te Zwolle. [21]
De auto van verdachte is door de ANPR camera op 10 augustus om 20.55 uur geregistreerd op de A28 bij Amersfoort in de richting van Heerde en om 22.47 uur op de A28 bij Amersfoort in tegengestelde richting. [22] De pinpassen van aangever [slachtoffer 1] zijn diezelfde avond in Heerde opgehaald, waarna er vrijwel direct in Heerde bij een geldautomaat mee werd gepind.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij op die dagen in de woonplaatsen van aangevers is geweest. [23]
De auto van verdachte is op camerabeelden te zien bij het BP tankstation in Rotterdam op 11 augustus 2021, terwijl een vrouw als bijrijder instapt. Met de pinpas van [slachtoffer 1] is door de vrouw net daarvoor een pintransactie verricht bij de kassa van het tankstation. [24]
Tijdsbestek
De oplichtingen zoals ten laste gelegd onder feit 1, 3, 5 en 6 hebben plaatsgevonden binnen een kort tijdsbestek: namelijk tussen 23 juli 2021 en 10 augustus 2021. Voor de feiten 2 en 4 komt nog daarbij dat op dezelfde avond dat de passen zijn weggenomen, daarmee in de woonplaatsen van aangevers is gepind.
Samenvattend stelt de rechtbank het volgende vast.
Verdachte was bij zijn aanhouding in het bezit van de pinpassen van aangevers [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] . Op dezelfde dag van de oplichtingen heeft verdachte hiermee in hun woonplaatsen Heerde en Zwolle gepind. Ook heeft hij een dag na de oplichting van [slachtoffer 3] met diens pas in Amsterdam een groot geldbedrag opgenomen en er, winkelend met een vrouw, onder meer een dure jas mee gekocht die bij hem ook is aangetroffen. Met de pas van [slachtoffer 2] is een dag na de oplichting door een vrouw betaald bij een tankstation, waarna ze als bijrijder in de auto van verdachte stapte. In de zaken van aangevers [slachtoffer 1] , [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] is gebeld met telefoonnummer [telefoonnummer] en heeft een vrouw zich als ‘mevrouw [naam 1] ’ voorgesteld. Dit telefoonnummer behoorde bij de telefoon van verdachte. Tijdens de gesprekken is ook een man gehoord die op de hoogte moet zijn geweest van de oplichting.
Gelet op de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen in onderlinge samenhang bezien, is de rechtbank van oordeel dat verdachte tezamen met een of meerdere vrouwen de tenlastegelegde feiten heeft gepleegd en dat daarbij aldus sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking, niet alleen voor wat betreft de oplichting maar ook ten aanzien van de diefstal met valse sleutel. Duidelijk is aan het oplichten en bestelen van deze slachtoffers het bedenken van een doelgericht plan vooraf is gegaan, dat gevolgd is door een vlotte uitvoering voor wat betreft het bellen, het overnemen van computerbesturing, het regelen van vervoer en het ophalen van passen, alsmede het leeghalen van rekeningen door pinopnames en pinbetalingen, dit alles in een zeer kort tijdsbestek.
Alternatief scenario
Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij werkzaam was als snorder en twee keer heeft gepind, in Heerde en in Zwolle. De pinpassen zou hij hebben gekregen van een vrouwelijke klant, die deze weer had gekregen van een zogenaamde sugardaddy. Hij pinde de geldbedragen voor deze vrouwelijke klant en had geen wetenschap van een mogelijke criminele herkomst van de pinpassen. Dit, grotendeels pas ter terechtzitting naar voren gebrachte, alternatieve scenario is niet concreet en verifieerbaar en wordt gezien de hiervoor besproken bewijsmiddelen, zoals met betrekking tot de telefoon van verdachte, als kennelijk ongeloofwaardig terzijde geschoven.
Conclusie
De rechtbank acht de ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de tenlastegelegde feiten heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op
één ofmeer tijdstippen op
of omstreeks10 augustus 2021 te Heerde
, althans
(in ieder geval) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen,
(telkens) met het oogmerk om zich
en/of een anderwederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en
/of vaneen valse hoedanigheid en
/of
door listige kunstgrepen en
/ofdoor een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed
, het
verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens,
het aangaan van
een schuld en/of het teniet doen van een inschuld,te weten
- de afgifte van
één ofmeerdere bankpassen en
/of
- het ter beschikking stellen van gegevens, namelijk bij die
één of meerderebankpassen behorende pincodes,
door (telkens)
- te bellen naar de huistelefoon van bovengenoemde slachtoffers en
/of
- zich voor te doen als ware
hij, verdachte en/ofzijn medeverdachte, een medewerker van de Rabobank en
/of
- in een telefoongesprek te zeggen dat dat er in België geldbedragen worden afgeschreven van de rekening van bovengenoemde slachtoffers en
/of
- aan te geven dat de bankpas geblokkeerd moet worden en/
of
- aan te geven dat de bankpas vervangen moet worden en
/of
- aan te geven dat de bankpas zou worden opgehaald door iemand en
/of
- aan te geven dat de bankpas met pincode in een envelop moet worden gedaan en
/of
- af te spreken dat de envelop wordt opgehangen aan de brievenbus aan de buitenkant van het gebouw waar slachtoffer verblijft en
/of
- de bankpas met pincode fysiek op te halen en
/of
- ( vervolgens) contact te hebben met genoemde slachtoffers en te vragen of zij nog meer rekeningen bij de Rabobank hebben en
/of
- aan te geven dat de bankpas met pincode van die rekening opgehaald moet worden en
/of
- deze bankpas met pincode fysiek op te halen,
waardoor voornoemde slachtoffers (telkens) zijn bewogen tot de bovenomschreven
afgifte en
/ofhet ter beschikking stellen van gegevens;
2
hij op
een ofmeer tijdstippen in
of omstreeksde periode van 10 augustus 2021 tot en met 12 augustus 2021 te Heerde en
/ofte 's-Gravenhage en
/ofte Rotterdam,
althans (in ieder geval) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen,
(telkens) geld (in totaal 3081,69 euro),
in elk geval enig goed,dat
/diegeheel
of ten deleaan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] ,
in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en
/ofzijn mededader
(s) zich (telkens)
de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/ofdat weg te nemen goed onder
zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door (telkens) (onbevoegd) gebruik te maken van
een ofmeerdere pinpassen en
/ofvan de daarbij behorende pincodes, toebehorende aan voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] ;
3
hij op
één ofmeer tijdstippen in
of omstreeks de periodevan 23 juli 2021 tot en met
24 juli 2021 te Zwolle,
althans (in ieder geval) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen,
(telkens) met het oogmerk om zich
en/of een anderwederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en
/ofvan een valse hoedanigheid en/
ofdoor listige kunstgrepen en
/ofdoor een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 3] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed,
het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens
, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten
- de afgifte van een bankpas en
/of
- het ter beschikking stellen van gegevens, namelijk een bij die bankpas behorende pincode, door (telkens)
- te bellen naar het telefoonnummer van voornoemd slachtoffer en
/of
- zich voor te doen als ware hij, verdachte en/of zijn medeverdachte, een medewerker van de Rabobank en/of
- ( vervolgens) te zeggen dat er iets aan de hand is met de Rabobank rekening van voornoemd slachtoffer en dat hij, slachtoffer, zijn computersoftware moet updaten en
/of
- ( vervolgens) te vragen of het slachtoffer wil inloggen op zijn bankrekening en
/of
- aan te geven dat het geld op de rekeningen is veiliggesteld en
/of
- aan te geven dat de huidige bankpas van het slachtoffer wordt vervangen en
/of
- aan te geven dat de bankpas in envelop moet worden gedaan welke geadresseerd is aan Rabobank Utrecht en
/of
- af te spreken dat de envelop uit de brievenbus van het slachtoffer moet steken en
/of
- af te spreken dat de envelop met bankpas wordt opgehaald (door een koerier) en
/of
- deze envelop met bankpas op te halen,
waardoor voornoemd slachtoffer (telkens) is bewogen tot de bovenomschreven afgifte en
/ofhet ter beschikking stellen van gegevens;
4
hij op
een ofmeer tijdstippen in
of omstreeksde periode van 23 juli 2021 tot en met 24 juli 2021 te Zwolle en
/ofte Amsterdam,
althans (in ieder geval) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen, (telkens) geld (in totaal 13.798 euro),
in elk geval enig goed, dat/
diegeheel
of ten deleaan [slachtoffer 3]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)toebehoorde
(n)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en
/ofzijn mededader(s) zich (telkens) de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft
/hebbenverschaft en
/ofdat weg te nemen goed onder
zijn/haar/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door (telkens)(onbevoegd) gebruik te maken van een pinpas en
/ofvan de daarbij behorende pincode, toebehorende aan voornoemde [slachtoffer 3] ;
5
hij op of omstreeks 9 augustus 2021 te Oosterwolde, gemeente Oldebroek
, althans (in ieder geval) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen
, althans alleen,met het oogmerk om zich
en/of een anderwederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/
ofvan een valse hoedanigheid en
/ofdoor listige kunstgrepen en
/ofdoor een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 4] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed,
het verlenen van een
dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld
en/of het teniet doen van een inschuld, te weten
- de afgifte van een geldbedrag van (in totaal) 2.717 euro,
door
- te bellen naar het telefoonnummer van voornoemd slachtoffer en
/of
- zich voor te doen als ware hij, verdachte en
/ofzijn medeverdachte, een medewerker van/bij de Fraudehelpdesk van de ABN-AMRO bank en
/of
- ( vervolgens) te zeggen dat er (zojuist) getracht was om geld van de rekening van het slachtoffer te halen en
/of
- te zeggen dat ze samen naar de rekening van het slachtoffer willen kijken om te bekijken wat er met de rekening van het slachtoffer aan de hand is en
/of
- ( vervolgens) te vragen of het slachtoffer wil inloggen op haar bankrekening en
/of(daarbij) (het programma) Teamviewer te downloaden, zodat verdachte en/of zijn medeverdachte (live) kan/kunnen meekijken en
/ofde computer/laptop van het slachtoffer kan/kunnen overnemen en
/of
- aan te geven dat een of meer geldbedragen van het slachtoffer moeten worden veiliggesteld voor onderzoek, door deze (door middel van het gebruik van haar bankpas en de e.dentifier) over te maken naar
een/de (door verdachte
en/ofzijn medeverdachte opgegeven) speciale bankrekening, welke op naam van het slachtoffer
staat/zou staan (te weten van de BUNQ bank),
waardoor voornoemd slachtoffer is bewogen tot de bovenomschreven afgifte;
6
hij op
of omstreeks10 augustus 2021 te ‘s-Gravenhage, althans (in ieder geval) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen
, althans alleen,met het oogmerk om zich
en/of een anderwederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en
/ofvan een valse hoedanigheid en
/ofdoor listige kunstgrepen en
/ofdoor een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 5] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed,
het verlenen van een dienst,
het ter beschikking stellen van gegevens,
het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten
- de afgifte van een geldbedrag van 4.200 euro,
door
- te bellen naar het telefoonnummer van voornoemd slachtoffer en
/of
- zich voor te doen als ware hij, verdachte en/of zijn medeverdachte, een medewerker van/bij de Fraudehelpdesk/Fraudebestrijding van de ABN-AMRO bank en
/of
- ( vervolgens) te zeggen dat er (zojuist) (mogelijk) getracht was om geld van de rekening van het slachtoffer te halen en/of dat verdachte en/of zijn medeverdachte een (mogelijk) dubieuze transactie had(den) tegengehouden en/
of
- te zeggen dat er wat nadere dingen geregeld moeten worden om het geld van het slachtoffer veilig te stellen en
/of
- ( vervolgens) te vragen of het slachtoffer wil inloggen op zijn bankrekening en
/of(daarbij) (het programma) AnyDesk te downloaden, zodat verdachte en/of zijn medeverdachte (live) kan/kunnen meekijken en
/ofde computer van het slachtoffer kan/kunnen overnemen en
/of
-(vervolgens) te vragen of het slachtoffer (door middel van het gebruik van zijn bankpas en de e.dentifier) (een) geld(bedrag) wil overmaken naar een andere (door verdachte en/of zijn medeverdachte opgegeven) (vertrouwde) bankrekening (te weten van de BUNQ bank),
waardoor voornoemd slachtoffer is bewogen tot de bovenomschreven afgifte.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
ten aanzien van de feiten 1, 3, 5 en 6, telkens:
medeplegen van oplichting
ten aanzien van de feiten 2 en 4, telkens:
medeplegen van diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft primair vrijspraak bepleit en subsidiair verzocht om bij bewezenverklaring een gevangenisstraf op te leggen voor de duur van 9 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich, met een of meer onbekend gebleven mededaders, schuldig gemaakt aan oplichting, waarvan een aantal door hun hogere leeftijd doorgaans meer kwetsbare personen het slachtoffer is geworden. Verdachte heeft dit op doordachte en doortrapte wijze gedaan door kennelijk doelbewust zijn slachtoffers uit te kiezen. Door in de contactmomenten in te (laten) spelen op hun gemoed en stress te veroorzaken door verhalen over geld dat van hun rekeningen verdween, heeft verdachte met zijn mededader(s) de slachtoffers pinpassen afhandig gemaakt, waarmee vervolgens veel geld is opgenomen en grote uitgaven zijn gedaan, en zijn zij verleid hun bankgegevens prijs te geven zodat verdachte met zijn mededader(s) over hun saldo kon beschikken.
Dit zijn ernstige feiten. Verdachte heeft slechts uit financieel gewin gehandeld. Hij heeft met zijn optreden het vertrouwen van de slachtoffers in de medemens en in het betalingsverkeer ernstig geschaad. Feiten als deze leiden bovendien tot grote onrust in de maatschappij. Ter terechtzitting heeft verdachte geen blijk gegeven van enig verantwoordelijkheidsbesef.
De rechtbank heeft bij de strafoplegging ook gelet op straffen die in vergelijkbare zaken worden opgelegd.
Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 18 maanden acht de rechtbank daarom passend en geboden. Deze straf is hoger dan de eis van de officier van justitie omdat de rechtbank de ernst van de feiten zwaarder weegt. De rechtbank ziet geen reden voor oplegging van een voorwaardelijk strafdeel omdat verdachte niet echt een hulpvraag heeft en omdat uit zijn procesopstelling blijkt dat hij geen verantwoordelijkheid neemt voor zijn daden.
Voor zover de reclassering in de uitgebrachte rapportage naar voren heeft gebracht dat interventies op verschillende leefgebieden nodig zijn om verdachte stappen naar een stabielere toekomst te laten zetten, kan dit te zijner tijd vorm krijgen in het kader van de voorwaardelijke invrijheidstelling.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8.De beoordeling van de civiele vorderingen

De benadeelde partij [slachtoffer 2] heeft in verband met feit 2 een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 1.162,00 aan materiële schade vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
De benadeelde partij [slachtoffer 1] heeft in verband met feit 2 een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 1.920,00 aan materiële schade vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
De benadeelde partij [slachtoffer 3] heeft in verband met feit 3 en 4 een vordering tot schadevergoeding ingediend. Omdat de materiële schade al is vergoed, heeft de benadeelde partij dat deel van de vordering niet gehandhaafd.
De benadeelde partij [slachtoffer 3] vordert tevens € 500,00 aan immateriële schade vermeerderd met de wettelijke rente. Het weggenomen geld betrof zijn spaargeld waarmee hij zijn achterkleinkinderen in Australië wilde bezoeken. Tevens is benadeelde partij bang dat de daders terug zullen komen, nu zijn adres bij hen bekend is. Bij hem heerst een groot onveiligheidsgevoel. Daarnaast is verzocht reiskosten voor het bijwonen van de zitting te vergoeden tot een bedrag van € 20,72. Er is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
De benadeelde partij [slachtoffer 5] heeft in verband met feit 6 een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 3.116,16 aan materiële schade vermeerderd met de wettelijke rente. De benadeelde partij vordert tevens vergoeding van zijn reiskosten voor het bijwonen van de zitting tot een bedrag van € 100,00. Verzocht wordt de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen van de benadeelde partijen kunnen worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partijen niet-ontvankelijk in de vordering moeten worden verklaard, omdat verdachte moet worden vrijgesproken. Subsidiair heeft de verdediging ten aanzien van de vordering van benadeelde partij [slachtoffer 5] verzocht de reiskosten af te wijzen, omdat deze kosten niet zijn gespecificeerd.
Overweging van de rechtbank
Benadeelde partijen [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1]
Ten aanzien van de vorderingen van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] overweegt de rechtbank dat de schade het rechtstreekse gevolg is van het handelen van verdachte, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De gevorderde schadevergoeding bestaat uit de door verdachte weggenomen bedragen van € 1.162,00 respectievelijk € 1.920,00. Deze vorderingen zijn dan ook voor toewijzing vatbaar. De rechtbank wijst de vorderingen toe, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 augustus 2021. Tevens legt de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel op.
Benadeelde partij [slachtoffer 3]
De rechtbank acht de door [slachtoffer 3] gevorderde immateriële schade het rechtstreekse gevolg van het handelen van verdachte, waarvoor deze naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De benadeelde heeft ter terechtzitting onderbouwd dat door het handelen van verdachte zijn levensvreugde is verminderd en er sprake is van sterke angstgevoelens. Die gevolgen zijn redelijkerwijs ook het te verwachten gevolg van verdachtes bedrieglijke handelen. Gelet op art. 6:106 lid 1 sub b, Burgerlijk Wetboek wijst de rechtbank de vordering van € 500,00 toe, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 juli 2021. De gevorderde reiskosten ten behoeve van het bijwonen van de zitting van € 20,72 worden eveneens toegewezen als proceskosten. De rechtbank legt de schadevergoedingsmaatregel op.
Benadeelde partij [slachtoffer 5]
De vordering van benadeelde partij [slachtoffer 5] betreft vergoeding van het door verdachte weggenomen geldbedrag, voor zover dit door de bank niet is vergoed. Deze schade is het rechtstreekse gevolg van het handelen van verdachte, waarvoor hij naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De vordering van € 3.116,16 is dan ook voor toewijzing vatbaar, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 augustus 2021. Ten aanzien van de gevorderde reiskosten zal de rechtbank de gebruikelijke € 0,18 per gereden kilometer hanteren. Nu de benadeelde partij woonachtig is in Den Haag, wijst de rechtbank een bedrag van € 54,60 toe. Het in zoverre meer of anders gevorderde wordt afgewezen. De rechtbank legt de schadevergoedingsmaatregel op.
Hoofdelijkheid
De rechtbank overweegt dat verdachte en zijn medeverdachte(n), zoals de benadeelden blijkens het voegingsformulier ook hebben gevorderd, ieder voor het hele schadebedrag (hoofdelijk) kunnen worden aangesproken. Verdachte hoeft niet meer te betalen indien en voor zover zijn medeverdachte(n) de schade heeft/hebben vergoed.
In de omstandigheid dat sprake is van meerdere daders ziet de rechtbank aanleiding de gijzeling op een lager aantal dagen te stellen.

9.De beoordeling van het beslag

De rechtbank zal de aan verdachte toebehoorde jas, merk Moncler Blesle, nummer g2581145 die geheel door middel van feit 4 is verkregen, verbeurd verklaren.

10.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en maatregel is gegrond op de artikelen 36f, 47, 57, 310, 311 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.

11.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstraf van 18 (achttien) maanden;
 beveelt dat de tijd die veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden;
 verklaart verbeurd de onder verdachte in beslag genomen jas (g2581145, blauw, merk: Moncler Blesle);
De benadeelde partijen:
 veroordeelt verdachte in verband met het feit onder 2, 3, 4 en 6 tot hoofdelijke betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partijen van de volgende bedragen aan materiële schade/smartengeld, telkens vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de genoemde datum tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
Benadeelde partij Feit Bedrag Wettelijke rente
1. [slachtoffer 2] 1, 2 € 1.162,00 10 augustus 2021
2. [slachtoffer 1] 1, 2 € 1.920,00 10 augustus 2021
3. [slachtoffer 3] 3, 4 € 500,00 23 juli 2021
4. [slachtoffer 5] 6 € 3.116,16 10 augustus 2021
 veroordeelt verdachte hoofdelijk in de kosten die de benadeelde partijen hebben gemaakt en de kosten die de benadeelde partijen mogelijk nog moeten maken om de te noemen bedragen betaald te krijgen, tot vandaag begroot op:
Benadeelde partij
1. [slachtoffer 2] € 0
2. [slachtoffer 1] € 0
3. [slachtoffer 3] € 20,72
4. [slachtoffer 5] € 54,60
 wijst af wat door de benadeelde partij [slachtoffer 5] meer of anders is gevorderd ten aanzien van de proceskosten (reiskosten);
 legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat ten behoeve van de volgende benadeelde partijen de hier na te noemen bedragen aan materiële schade/smartengeld te betalen. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf genoemde datum tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als het bedrag niet wordt betaald, kan gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
Benadeelde partij Bedrag Dagen gijzeling
1. [slachtoffer 2] € 1.162,00 10
2. [slachtoffer 1] € 1.920,00 14
3. [slachtoffer 3] € 500,00 5
4. [slachtoffer 5] € 3.216,16 21
 bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partijen in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
 bepaalt dat als de medeverdachte(n) (een deel van) het schadebedrag betaalt/betalen dat bedrag op de betalingsverplichting van verdachte in mindering wordt gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. van der Mei (voorzitter), mr. P.J.C. Cremers en mr. W. Oosterbaan, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C. Aalders, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 10 december 2021.
mr. W. Oosterbaan is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de politie Oost-Nederland, district Noord-en Oost Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2021378653 gesloten op 15 oktober 2021 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1] , p. 74 t/m 76 en rekeningafschriften Rabobank Basisrekening, p.78 en 79.
3.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 3] , p. 185 en 186 en schermafdrukken van bankrekeningen, p. 188 t/m 199.
4.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 4] , p. 242 t/m 244.
5.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 5] , p. 260.
6.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 5] , p. 260 t/m 261.
7.Proces-verbaal van bevindingen, p. 126.
8.Proces-verbaal van bevindingen, p. 126.
9.Proces-verbaal van bevindingen, p. 250.
10.Proces-verbaal van bevindingen, p. 265.
11.Proces-verbaal van bevindingen, p. 112.
12.Proces-verbaal van bevindingen, p.92.
13.Verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting d.d. 26 november 2021.
14.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 3] , p. 186.
15.Proces-verbaal van bevindingen, p. 200.
16.Verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting d.d. 26 november 2021
17.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 3] , p. 186 en PV bevindingen p. 208-209.
18.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 3] , p. 186.
19.Proces-verbaal van bevindingen, p. 231.
20.Proces-verbaal van bevindingen, p. 220.
21.Proces-verbaal van bevinding, p. 104.
22.Proces-verbaal van bevindingen, p.104.
23.Verklaring van verdachte ter terechtzitting.
24.Proces-verbaal van bevindingen, p. 81.