ECLI:NL:RBGEL:2021:7220

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
21 december 2021
Publicatiedatum
2 januari 2022
Zaaknummer
05.270301.20
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van drie verdachten voor de productie van crystal meth in Emst

Op 21 december 2021 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen drie verdachten die betrokken waren bij de productie van crystal meth in Emst. De rechtbank heeft de verdachten veroordeeld tot gevangenisstraffen van 18 maanden en 3 jaar. De verdachten werden beschuldigd van het vervaardigen en verwerken van methamfetamine, een middel dat onder de Opiumwet valt. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was dat de verdachten opzettelijk handelingen hebben verricht die gericht waren op de productie van deze drugs. Tijdens de inval op 27 oktober 2020 werd een in werking zijnd crystal methlab aangetroffen, waar diverse chemicaliën en apparatuur aanwezig waren die gebruikt werden voor de productie van methamfetamine. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachten, ondanks hun ontkenning, actief betrokken waren bij de productie en dat zij wisten dat de materialen bestemd waren voor de vervaardiging van drugs. De verdediging voerde aan dat er sprake was van onrechtmatig binnentreden en dat het bewijs uitgesloten moest worden, maar de rechtbank verwierp dit verweer. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 3 jaar aan de hoofdverdachte, waarbij rekening werd gehouden met de ernst van de feiten en de rol van de verdachte in de georganiseerde drugscriminaliteit.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer: 05/270301-20
Datum uitspraak : 21 december 2021
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [verdachte] 1982 in [geboorteplaats]
op dit moment gedetineerd in de P.I. Ter Apel, HvB in Ter Apel.
Raadsman: mr. C.N.G.M. Starmans, advocaat in Utrecht.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is , na toewijzing van een vordering tot wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 25 mei 2020 tot en met 27 oktober 2020, althans (in ieder geval) in of omstreeks de periode van 1 oktober 2020 tot en met 27 oktober 2020 te Emst, gemeente Epe, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk (in een pand, gelegen aan de [adres] ) heeft vervaardigd en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, ongeveer 100 (honderd) liter Methamfetamine-olie en/of een (grote) hoeveelheid Methamfetaminetartraat, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende Methamfetamine, zijnde Methamfetamine en/of Methamfetaminetartraat, (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
2.
hij in of omstreeks de periode van 25 mei 2020 tot en met 27 oktober 2020, althans (in ieder geval) in of omstreeks de periode van 1 oktober 2020 tot en met 27 oktober 2020 te Emst, gemeente Epe, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren van (Meth)amfetamine, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende (Meth)amfetamine, zijnde (Meth)amfetamine een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen:
- productie apparatuur (te weten (4) inductie kookplaten en/of lepels en/of pannen en/of een
(werkende) diepvrieskist en/of (een) (gebruikte) centrifuges en/of een vacuümpomp en/of een
kuip met (30) (gebruikte) filterdoeken en/of (digitale) thermometers en/of meerdere ijsemmers
(met verschillende volumes)) en/of dozen met latex handschoenen en/of
-tenten met daarin een afzuiginstallatie (bestaande uit koolstoffilters en/of (zogenaamde)
slakkenhuizen) en/of
- ongeveer 375 kilogram wijnsteenzuur en/of ongeveer 800 liter aceton en/of ongeveer 480
kilogram Caustic Soda en/of ongeveer 160 liter zoutzuur en/of ongeveer 1,5 liter BMK, voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden, dat dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en).
3.
hij op of omstreeks 27 oktober 2020, te Emst, gemeente Epe, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 100 (honderd) liter
Methamfetamine-olie en/of een (grote) hoeveelheid Methamfetaminetartraat, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende Methamfetamine, zijnde Methamfetamine en/of Methamfetaminetartraat (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
4.
hij in of omstreeks de periode van 8 oktober 2020 tot en met 27 oktober 2020 te Emst, gemeente Epe, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een hoeveelheid stroom/elektriciteit, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan Liander N.V., heeft weggenomen,
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming (door een of meer (ijk)zegel(s) en/of het deksel van de elektriciteitsmeter te verbreken en/of verwijderen en/of (vervolgens) een elektriciteitsaansluiting aan de boven- en/of buitenzijde, in elk geval buiten de meter om, te maken).
2a. Bewijsuitsluiting
De raadsman van verdachte heeft zich op het standpunt gesteld dat sprake is van onrechtmatig binnentreden. Om binnen te treden op basis van artikel 9 van de Opiumwet is een redelijk vermoeden van schuld nodig en op het moment van binnentreden waren er onvoldoende feiten of omstandigheden om hiervan te spreken. De raadsman heeft daartoe aangevoerd dat er enkel sprake was van een azijnlucht op 17 september 2020 op 10 meter afstand van het pand terwijl juist een zogenaamde anijsachtige/zoete lucht zou wijzen op een synthetisch lab, dat pas na binnenkomst door verbalisanten is opgemerkt dat de kleding van verdachte zou ruiken naar een zoete en sterk chemische lucht en dat er verder geen, althans onvoldoende, bijzonderheden, aanwezig waren die een redelijk vermoeden van schuld opleveren. Bovendien, zo stelt de raadsman, betrof het pand een woning en is er binnengetreden in strijd met de Algemene wet op binnentreden (nader: AWBI) nu er door verdachte geen toestemming is gegeven voor doorzoeking van het pand. Verder is de machtiging doorzoeking van de rechter-commissaris te laat afgegeven, waardoor sprake is van een schending van artikel 8 van het EVRM. Gelet op de ernst van het verzuim en het belang van het geschonden vormvoorschrift zal het bewijs dat door het binnentreden is verkregen moeten worden uitgesloten dan wel moet het verzuim worden verdisconteerd in de strafmaat, aldus de raadsman.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat rechtmatig is binnengetreden en dat gezien de feiten en omstandigheden sprake is van een redelijk vermoeden van schuld. Bovendien is er geen sprake van een schending van de AWBI aangezien het pand een bedrijf betreft en is er geen sprake van schending van artikel 8 EVRM gelet op de door de rechter-commissaris na bevriezing verleende machtiging doorzoeking.
De rechtbank overweegt als volgt. Op basis van de constatering van de politie dat twee verdachten in een henneponderzoek rechtstreeks naar het pand in Emst zijn gegaan, de ruiten van het pand waren afgeplakt, men bouwwerkzaamheden hoorde en op 17 september 2020 rondom het pand een azijngeur is geroken, welke een indicatie is voor de aanwezigheid van een lab voor synthetische drugs, acht de rechtbank op het moment van binnentreden een redelijk vermoeden van schuld aanwezig. Op het moment van binnentreden was de informatie dat het hier een bedrijfspand betrof en op basis van die informatie was de wijze van binnentreden correct en niet in strijd met de AWBI. Zodra duidelijk werd dat er verdachten in het pand “woonden” is de situatie bevroren en is aan de rechter-commissaris een machtiging tot doorzoeking gevraagd en door deze verleend. Dit is geschied volgens de regelen der kunst. Er is dus geen sprake van een vormverzuim. Het verweer met betrekking tot het onrechtmatig binnentreden en het onrechtmatig verkregen bewijs wordt dan ook verworpen.
2b. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onder 4 tenlastegelegde feit en dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde feiten.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft, onder verwijzing naar zijn pleitaantekeningen, bepleit dat verdachte moet worden vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. De raadsman heeft hiertoe – kort gezegd – ten aanzien van feit 1, 2 en 3 aangevoerd dat niet bewezen kan worden dat verdachte handelingen heeft verricht ten behoeve van de productie van methamfetamine of dat verdachte in de betreffende ruimten is geweest of van de aanwezigheid van specifieke stoffen op de hoogte was of had moeten zijn. Ten aanzien van de onder 4 tenlastegelegde diefstal van de stroom heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat verdachte eveneens van dit feit moet worden vrijgesproken aangezien niet kan worden vastgesteld dat verdachte een illegale stroomvoorziening heeft aangelegd of dat hij hiervan wist.
Beoordeling door de rechtbank
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende vastgesteld.
Aantreffen crystal methlab
Op 27 oktober 2020 is er in een voormalig restaurant aan de [adres] in Emst een in werking zijnd crystal methlab aangetroffen in de voormalige feestzaal. [2]
Door de Landelijke Faciliteit Ondersteuning Ontmantelen (LFO) werd op 27 oktober 2020 een onderzoek ingesteld op het perceel aan de [adres] in Emst.
Aan de voorzijde van het pand gaf, links naast de voormalige hoofdingang, een dubbele deur
toegang tot het pand. Via deze dubbele deur kwam men in een hal. Deze ruimte wordt aangeduid als ‘ruimte A’. Vanuit ruimte A komt men, wederom via een dubbele deur, in een zaal. Deze zaal wordt aangeduid als ‘ruimte B’. Vanuit ruimte B was een keukenruimte te betreden. Deze ruimte wordt aangeduid als ‘ruimte C’. Vanuit ruimte B was ook een
tussenhal te betreden. Deze tussenhal wordt aangeduid als ‘ruimte D’. In ruimte B was een tent gesitueerd. Deze tent wordt aangeduid als ‘ruimte E’. In ruimte B stond een
tweede tent. Deze tweede tent wordt aangeduid als ‘ruimte F”.
In alle genoemde ruimtes waren goederen aanwezig die gebruikt kunnen worden bij het vervaardigen en/of bewerken van verdovende middelen.
Ruimte C was voorzien van een bedrijfsmatige keukenafzuiging met afvoer via het dak. Verbalisanten zagen dat er luchtafvoerslangen uit de ruimtes E en F waren aangesloten op deze afvoer richting het dak. In ruimtes A, D en F waren chemicaliën aanwezig. Ruimte F was vermoedelijk in gebruik voor het bewerken dan wel verwerken van methamfetamine. In ruimte E lagen goederen die gebruikt kunnen worden bij het kristalliseren van methamfetamine.
In het pand werd het volgende aangetroffen:
Ruimte A:
- 19 ongeopende zakken Caustic soda a 25kg per stuk, in totaal 475kg. Caustic
soda is een algemene hulpstof die bij veel drugsprocessen wordt gebruikt.
Ruimte B:
- 15 ongeopende zakken wijnsteenzuur a 25kg per stuk, in totaal 375kg en 5
lege zakken wijnsteenzuur. Wijnsteenzuur is een stof die gebruikt wordt voor
het bewerken van methamfetamine;
- plastic fles met ongeveer 1,5 liter lichtbruine vloeistof. Deze vloeistof bevatte
methamfetamine (indicatief);
- een aangebroken zak met nog ongeveer 6,1kg Caustic soda;
- een gebruikte centrifuge en vacuümpomp;
- een jerrycan met 20 liter aceton. Aceton is een stof die gebruikt wordt bij de
bewerking van onder andere methamfetamine.
Ruimte D:
- 39 jerrycans van 20 liter met aceton, in totaal 780 liter;
- 8 jerrycans van 20 liter met zoutzuur, in totaal 160 liter. Zoutzuur is een stof die gebruikt
wordt bij de bewerking van onder andere methamfetamine.
Ruimte F:
- 3 grijze kuipen gevuld met vloeistof met daarop een drijflaag. Deze drijflaag
bevatte methamfetamine (indicatief);
- gebruikte centrifuge;
- een kuip met 30 gebruikte filterdoeken met restant poeder en een witte emulsie;
- vijf jerrycans en een maatbeker met samen ongeveer 100 liter olieachtige
vloeistof. Deze vloeistof bevatte methamfetamine (indicatief);
- een maatbeker met ongeveer 1,5 liter olieachtige vloeistof. Deze vloeistof bevatte
BMK (indicatief). BMK is een essentiële grondstof voor de vervaardiging van
onder andere methamfetamine.
Ruimte E:
- dozen met latex handschoenen;
- diverse lepels;
- 2 digitale thermometers;
- een werkende diepvrieskist;
- meerdere ijsemmers met verschillende volumes;
- 4 inductie kookplaten met 2 pannen.
De tenten (ruimtes E en F) waren voorzien van een afzuiginstallatie bestaande uit
koolstoffilters en zogenaamde slakkenhuizen. In ruimte F is ongeveer 100 liter methamfetamine-olie (indicatief) aangetroffen. [3]
Door het LFO zijn onderstaande goederen bemonsterd [4] en overgebracht naar het Nederlands Forensisch Instituut (NFI), afdeling verdovende middelen, voor nadere analyse [5] :
- AANK7026NL/B16-A: wit poeder, volgens opgave “
Monster uit de emmer”;
NFI: bevat

wijnsteenzuur;

- AANK7025NL/B19-A: kleurloze vloeistof , volgens opgave “
Monster uit jerrycan met
etiket Aceton”:NFI: bevat aceton;
- AANK7024NL/F1-A: gele olieachtige vloeistof op een kleurloze vloeistof, volgens opgave
“Monster van beige lagen uit grijze kuip A”:NFI: bevat methamfetamine en BMK op een
sterk alcalische vloeistof;
- AANK7023NL/F5-A: bruine olieachtige vloeistof op een kleurloze vloeistof , volgens
opgave
“Monster van restant bruine vloeistof uit witte emmer onder zeef”:NFI: de
bovenlaag bevat voornamelijk BMK; de onderlaag bevat methamfetamine in een zwak zure
waterige vloeistof;
- AANK7022NL/F7-A: crémekleurige substantie, volgens opgave
“Monster van beige
emulsie uit grijze kuip”:
NFI: bevat methamfetamine (vermoedelijk tartraat en BMK;
- AANK7021NL/F7-B: crémekleurige substantie, volgens opgave
“Monster van restant
poeder in zeefdoek”:NFI: bevat methamfetamine (vermoedelijk als tartraat) en BMK
- AANK7020NL/F8-A: bruine olieachtige vloeistof met zwarte substantie, volgens opgave
“Monster uit jerrycan met opschrift *25*”:
NFI: bevat methamfetamine en BMK;
- AANK7019NL/F9-A: crémekleurige substantie, volgens opgave
“Monster van beige
emulsie uit zwart vat”:
NFI: bevat methamfetamine (vermoedelijk als tartraat) en BMK;
- AANK7018NL/F10-A: oranje olieachtige vloeistof, volgens opgave
“Monster van bruine
vloeistof uit jerrycan”:
NFI: bevat methamfetamine, BMK en een aanwijzing voor een lage
concentratie MDMA;
- AANK7017NL/F12-A: bruine olieachtige vloeistof, volgens opgave
“Monster uit
maatbeker, FD – BMK”:NFI: bevat voornamelijk BMK;
- AANK7016NL/F15-A: oranje olieachtige vloeistof , volgens opgave
“Monster uit jerrycan
met rode dop, FD – methamfetamine (scan 190)”:NFI: bevat methamfetamine en BMK;
- AANK7015NL/F16-A: samengeklonterd wit poeder en brokjes, volgens opgave
“Monster
van wit gedroogd poeder uit rood vat”:NFI: bevat mehtamfetamine (vermoedelijk als
tartraat) en BMK.
De deskundigen van het NFI hebben de volgende conclusies getrokken uit bovengenoemd onderzoeksmateriaal. In het onderzoeksmateriaal is methamfetamine, benzylmethylketon;
1-fenyl-2propanon (BMK) en aceton aangetroffen. Verder is door de deskundigen geconcludeerd dat bepaalde vormen van wijnsteenzuur (Engelse naam: tartaric acid) gebruikt kunnen worden bij de bewerking van methamfetamine, namelijk de scheiding van d- en l-methamfetamine en dat BMK een grondstof is voor amfetamine of methamfetamine. [6]
Op basis van de aangetroffen en geanalyseerde materialen is de rechtbank van oordeel dat in voormeld pand goederen en stoffen zijn aangetroffen die bestemd waren voor de productie van crystal meth.
De betrokkenheid van verdachte
Met betrekking tot de betrokkenheid van verdachte bij de tenlastegelegde feiten overweegt de rechtbank het volgende. Verdachte is op 27 oktober 2020, samen met de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] aangehouden in het pand. [7] Voorts is rondom het zitgedeelte in de productiezaal, tussen de grondstoffen, tenten en afzuigbuizen DNA dat matcht met het DNA van verdachte aangetroffen [8] op een blikje Heineken, een pak Vitamin Water, een pak Bar le Duc en is er DNA dat matcht met het DNA van verdachte aangetroffen op een telefoon die in de tent naast de productieruimte lag. [9] Verder is DNA dat matcht met DNA van zowel verdachte als medeverdachte [medeverdachte 2] aangetroffen op de handpalm binnenzijde van een gebruikte latex wegwerphandschoen en is DNA van verdachte aangetroffen op de binnenkant van drie vervuilde volgelaatsmaskers, allen aangetroffen op de vloer bij de jerrycans in de productieruimte. [10]
Tijdens de doorzoeking werd in de slaaptent naast de productieruimte een Huawei telefoon aangetroffen. [11] Op deze telefoon is DNA dat matcht met het DNA van verdachte aangetroffen. [12] Gebleken is dat medeverdachte [medeverdachte 2] ook aan deze telefoon te koppelen is aangezien de laptop, die hij op zijn schoot had tijdens zijn aanhouding [13] , gebruik maakte van het wifisignaal van de Huawei telefoon. [14]
Uit onderzoek is gebleken dat er in de Huawei telefoon veel Mexicaanse telefoonnummers (landcode 0052) en Spaanstalige berichten staan. Ook is er op de telefoon een videobestand aangetroffen, gedateerd 25 oktober 2020, waarin een persoon te zien is in een blauwe overall met een volgelaatsmasker op, die bezig is met een jerrycan, een oranje slang, een emmer en een blauwe compressor. [15] Op foto’s gemaakt door verbalisanten bij het forensisch onderzoek, zijn nagenoeg zowel dezelfde goederen te zien, inclusief de grijze paal die zichtbaar is op de video. [16] Daarnaast is er op de Huawei telefoon een Spaanstalige WhatsApp conversatie (vertaald door een beëdigde tolk) van 26 en 27 oktober 2020 aangetroffen waarin de gebruiker van de telefoon aangeeft dat ‘de ontvanger “daar” nodig is, dat de ontvanger niet moet doen dat hij/zij heel druk is en dat het ongeveer 7000 euro per maand gaat opbrengen.’ [17]
Op de loggegevens van de applicatie Google Translate is verder te zien dat er Engelstalige berichten zijn vertaald naar het Spaans en andersom. In deze berichten wordt onder andere geschreven over vaten, maskers en pompen. [18] Ook wordt er in deze berichten gesproken over (vertaald) het feit ‘dat er spullen nodig zijn, 200 liter vaten, een goede centrifuge want de aanwezige is stuk, een luchtaanzuigpomp met filters, (volgelaats)maskers, olie en dat een centrifuge nodig is omdat de “tartaric” anders hard wordt.’
Verder gaat het er in de berichten over dat er hard gewerkt wordt, dat er al materiaal af is en dat men dan wel pieces wil zien en dat je van hard werken gaat stinken en dat ze daarom graag willen douchen. Als reactie hierop is te lezen dat gezegd wordt dat het douchen van de harde werkers afhangt van de owner en dat men het aan hem moet vragen, anders doet die eigenaar die kant van het gebouw op slot. Ook wordt gevraagd om twee matrassen en een satelliet tv. [19]
Verder is uit onderzoek gebleken dat er door de keuken grote afzuigingsbuizen van het drugslab liepen [20] en dat er in het zaalgedeelte en in de productieruimte een penetrante chemische lucht hing die kenmerkend is voor de productie van synthetische drugs. [21] Verbalisant herkende bij onderzoek naar de kleding van verdachte dezelfde zoetige sterk chemische lucht die hij herkent van synthetische drugs en drugslaboratoria. [22]
Conclusie
Gelet op vorenstaande, in onderling verband en samenhang bezien, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met de medeverdachte [medeverdachte 2] actief betrokken is geweest bij de productie van crystal meth in het pand in Emst.
De rechtbank acht gelet op vorenstaande, in onderling verband en samenhang bezien, eveneens wettig en overtuigend bewezen dat verdachte tezamen en in vereniging met anderen voorbereidingshandelingen heeft gepleegd en methamfetamine aanwezig heeft gehad op 27 oktober 2020, zoals tenlastegelegd onder de feiten 2 en 3. De rechtbank overweegt daartoe dat gebleken is dat verdachte en de medeverdachten als enige aanwezigen op 27 oktober 2020 in het pand zijn aangetroffen en dat zij, gelet op de DNA-matches en de op de Huawei-telefoon aangetroffen WhatsApp-gesprekken toegang hadden tot de goederen en de grondstoffen waarvan ze wisten dat deze voor drugsproductie bestemd waren. Vorenstaande leidt naar het oordeel van de rechtbank tot de conclusie dat het niet anders kan dan dat verdachte tezamen met de medeverdachte [medeverdachte 2] wetenschap heeft gehad
van de aanwezige methamfetamine, alsmede dat zij de beschikkingsmacht hadden ten aanzien van die methamfetamine. De rechtbank is daarbij van oordeel dat uit voorgaande gebleken is van een zodanige nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de medeverdachten, dat sprake is van medeplegen.
Periode
Gelet op de getuigenverklaring van [getuige 1] [23] , dat ze twee á drie weken voor de inval op 27 oktober 2020 door vrijwel het gehele pand heeft gelopen en niets bijzonders heeft gezien en de getuigenverklaring van [getuige 2] [24] , dat hij ergens na 30 september 2020 nog in het pand is geweest en hem ook niets bijzonders in het pand is opgevallen, is de rechtbank van oordeel dat ten aanzien van de bewezenverklaarde feiten de periode van 1 oktober 2020 tot en met 27 oktober 2020 wettig en overtuigend bewezen kan worden.
Vrijspraak feit 4
De rechtbank is van oordeel dat er zich in het dossier geen aanwijzingen bevinden die wijzen op betrokkenheid van verdachte bij de manipulatie van de elektriciteitsvoorziening in het pand. Nu niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte enige rol heeft gehad bij de diefstal van de elektriciteit in het pand, zal verdachte van dit feit worden vrijgesproken.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op
een of meertijdstip(pen) in
of omstreeksde periode van
25 mei 2020 tot en met 27 oktober 2020, althans (in ieder geval) in of omstreeks de periode van1 oktober 2020 tot en met 27 oktober 2020 te Emst, gemeente Epe, tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen, opzettelijk (in een pand, gelegen aan de [adres] ) heeft vervaardigd en
/ofbereid en
/ofbewerkt en
/ofverwerkt, ongeveer 100 (honderd) liter Methamfetamine-olie en
/ofeen (grote) hoeveelheid Methamfetaminetartraat, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende Methamfetamine, zijnde Methamfetamine en/
ofMethamfetaminetartraat,
(een)middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,
dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
2.
hij in
of omstreeks de periode van
25 mei 2020 tot en met 27 oktober 2020, althans (in ieder geval) in of omstreeks de periode van1 oktober 2020 tot en met 27 oktober 2020 te Emst, gemeente Epe, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren van (Meth)amfetamine, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende (Meth)amfetamine
,zijnde (Meth)amfetamine een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen:
- productie apparatuur (te weten (4) inductie kookplaten en
/oflepels en
/ofpannen en
/ofeen
(werkende) diepvrieskist en
/of (een)(gebruikte) centrifuges en
/ofeen vacuümpomp en
/ofeen
kuip met (30) (gebruikte) filterdoeken en
/of(digitale) thermometers en
/ofmeerdere ijsemmers
(met verschillende volumes)) en
/ofdozen met latex handschoenen en
/of
- tenten met daarin een afzuiginstallatie (bestaande uit koolstoffilters en/of (zogenaamde)
slakkenhuizen) en
/of
- ongeveer 375 kilogram wijnsteenzuur en
/ofongeveer 800 liter aceton en
/ofongeveer 480
kilogram Caustic Soda en
/ofongeveer 160 liter zoutzuur en
/ofongeveer 1,5 liter BMK, voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte en
/ofverdachtes mededader(s) wist(en) of ernstige
redenen had(den) te vermoeden, dat
dat/die bestemd
was/waren tot het plegen van
dat/die
feit(en).
3.
hij op
of omstreeks27 oktober 2020, te Emst, gemeente Epe, tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 100 (honderd) liter
Methamfetamine-olie en/
ofeen (grote) hoeveelheid Methamfetaminetartraat, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende Methamfetamine, zijnde Methamfetamine en
/ofMethamfetaminetartraat
(een)middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,
dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1
Het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder D van de Opiumwet gegeven verbod.
Ten aanzien van feit 2
Het medeplegen van, een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voorbereiden of bevorderen, door voorwerpen en stoffen voorhanden te hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit.
Ten aanzien van feit 3
Het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaar met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte moet worden vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. Mocht de rechtbank tot een veroordeling komen, heeft de raadsman verzocht in de strafmaat rekening te houden met het feit dat verdachte ver van zijn familie zijn detentie ondergaat en dat hij daardoor ook zijn gezin niet meer financieel kan ondersteunen. Verder heeft de raadsman naar voren gebracht dat verdachte geen justitiële documentatie heeft, dat er enkel sprake is van voorbereidingshandelingen, dat er maar een beperkte hoeveelheid relevant materiaal/stoffen is aangetroffen en dat er sprake is van een beperkte duur van de betrokkenheid. Verder had verdachte geen relevante rol in het geheel en er kan verondersteld worden dat sprake is van uitbuiting, aldus de raadsman.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan het produceren en het aanwezig hebben van een grote hoeveelheid synthetische drugs. In het pand zijn vele chemicaliën en apparaten aangetroffen, waarvan verdachte wist dat die bestemd waren voor de productie van chrystal meth.
Daarmee heeft verdachte de producenten van synthetische drugs gefaciliteerd en was hij een essentiële schakel in het geheel. Verdachte heeft door zijn handelen bijgedragen aan de productie van synthetische drugs. De (chemische processen bij de) vervaardiging van synthetische drugs, de ongecontroleerde opslag van chemicaliën ten behoeve van deze vervaardiging en de dumpingen van drugsafval brengen grote veiligheidsrisico’s en risico’s voor de volksgezondheid met zich.
Het is ook algemeen bekend dat chrystal meth extreem verslavend is en dat het gebruik ervan de gezondheid van de gebruikers enorm aantast. Daarbij komt dat verslaafde gebruikers vaak misdrijven plegen om in hun verslaving te kunnen voorzien. Het is tot slot ook een feit van algemene bekendheid dat de vervaardiging van en handel in synthetische drugs in handen is van grote, georganiseerde criminele verbanden die daarmee grote winsten maken en hun belangen in deze handel en productie beschermen met (grof) geweld en bedreiging met geweld. Verdachte heeft door zijn handelen bijgedragen aan een georganiseerde vorm van drugscriminaliteit die de laatste jaren in ons land grote vormen heeft aangenomen, die gepaard gaat met zwarte geldstromen en ondermijning van de Nederlandse samenleving. Verdachte heeft zich ingelaten met deze illegale activiteiten kennelijk om extra inkomsten te verwerven, zonder rekening te houden met voornoemde negatieve effecten.
De rechtbank rekent het verdachte zwaar aan dat hij kennelijk slechts zijn eigen financiële gewin voor ogen heeft gehad en daarbij geen acht heeft geslagen op de hierboven beschreven negatieve gevolgen. Verdachte heeft bovendien geen openheid van zaken gegeven en geen verantwoordelijkheid genomen voor zijn handelen.
De rechtbank heeft er bij het bepalen van de straf rekening mee gehouden dat het een professioneel opgezet drugslab betrof, bedoeld om grote hoeveelheden crystal meth te maken. Verdachte was degene die zich als zogeheten ‘kok’ bezighield met de daadwerkelijke productie van crystal meth. Verdachte heeft een significante rol gespeeld in het geheel en moet dan ook worden aangemerkt als uitvoerder. Voor het standpunt van de verdediging dat verdachte waarschijnlijk is uitgebuit, bevat het dossier geen enkel aanknopingspunt.
Op de gepleegde strafbare feiten kan naar het oordeel van de rechtbank niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van lange duur. Oplegging van een dergelijke straf is ook noodzakelijk om een voldoende afschrikwekkend effect te bewerkstelligen en recidive te voorkomen. Mede gelet op de recente oriëntatiepunten voor straftoemeting acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 jaar, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft gezeten, passend en geboden. Gezien de professionele aard van het drugslab, de rol die verdachte daarin heeft gespeeld en de persoon van verdachte, ziet de rechtbank geen reden voor een lagere gevangenisstraf of een deels voorwaardelijke gevangenisstraf.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen:
- 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht;
- 2, 10 en 10a van de Opiumwet.

9.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van het onder 4 ten laste gelegde feit;
 verklaart bewezen dat verdachte de overige ten laste gelegde feiten, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstraf voor de duur van 3 jaar;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.J.M. van Apeldoorn, voorzitter, mr. W.L.F. Prisse en mr. C.H.M. Pastoors, rechters, in tegenwoordigheid van E.T. Vriezekolk, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 21 december 2021.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant(en) van de Districtsrecherche Noord- en Oost-Nederland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer 2910201130.REL, gesloten op 10 april 2021 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van bevindingen, pag. 348.
3.Proces-verbaal van bevindingen van het LFO, pag. 781-786.
4.Proces-verbaal van bevindingen van het LFO, pag. 789.
5.Rapport van het NFI, pag. 830-832.
6.Rapport NFI, pag. 832.
7.Proces-verbaal van aanhouding, pag. 180.
8.Proces-verbaal van bevindingen fotomap, pag. 484, 486, 488.
9.Proces-verbaal van bevindingen forensisch onderzoek plaats delict, pag. 114-121, het rapport van het NFI, pag. 757-761, met bijlagen, pag. 777-780.
10.Proces-verbaal van vooronderzoek, pag. 739a-d, proces-verbaal biologisch vooronderzoek, pag. 740-746, Rapport NFI, pag. 757-761, met bijlagen, pag. 762-771.
11.Proces-verbaal van bevindingen, pag. 443-446.
12.NFI-rapport, pag. 774.
13.Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagname, pag. 653.
14.Proces-verbaal, pag. 370.
15.Proces-verbaal van onderzoek Huawei telefoon, pag. 444.
16.Proces-verbaal forensisch onderzoek plaats delict, pag. 730 en 735.
17.Proces-verbaal van onderzoek Huawei telefoon, pag. 445, met bijlagen, pag. 446 e.v., bijlage 5-7 en
18.Proces-verbaal van onderzoek Huawei telefoon, pag. 445, met bijlagen, pag. 446 e.v., bijlage 8 t/m 18.
19.Proces-verbaal van onderzoek Huawei telefoon, pag. 445, met bijlagen, pag. 446 e.v., bijlage 1 t/m 18.
20.Fotomap, pag. 804.
21.Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagname, pag. 654.
22.Proces-verbaal van bevindingen, pag. 357.
23.Proces-verbaal van getuigenverhoor van [getuige 1] , ongenummerd.
24.Proces-verbaal van verhoor van [getuige 2] , pag. 619-620.