ECLI:NL:RBGEL:2021:7218

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
21 september 2021
Publicatiedatum
2 januari 2022
Zaaknummer
05.270283.20
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van drie verdachten voor de productie van crystal meth in Emst

Op 21 december 2021 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen drie verdachten die betrokken waren bij de productie van crystal meth in Emst. De rechtbank heeft vastgesteld dat op 27 oktober 2020 in een voormalig restaurant een in werking zijnd drugslaboratorium werd aangetroffen. De verdachten, waaronder de hoofdverdachte, werden beschuldigd van het opzettelijk vervaardigen en voorhanden hebben van methamfetamine en de daarbij behorende voorbereidingshandelingen. De rechtbank oordeelde dat de hoofdverdachte, als huurder van het pand, feitelijke macht had over de ruimtes waar de drugsproductie plaatsvond. Ondanks zijn verklaring dat hij dacht dat het om een hennepkwekerij ging, oordeelde de rechtbank dat hij op zijn minst voorwaardelijk opzet had op het faciliteren van de productie van crystal meth. De rechtbank achtte de betrokkenheid van de medeverdachten bewezen op basis van DNA-bewijs en andere forensische gegevens. Uiteindelijk werd de hoofdverdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, terwijl de medeverdachten ook zware straffen kregen voor hun rol in de drugshandel.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer: 05/270283-20
Datum uitspraak : 21 december 2021
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1986 in [geboorteplaats] ,
op dit moment gedetineerd in de P.I. Ter Apel, HvB in Ter Apel.
Raadsvrouw: mr. F.A.G.M. Landerloo, advocaat in Maastricht.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na toewijzing van een vordering tot wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 25 mei 2020 tot en met 27 oktober 2020, althans (in ieder geval) in of omstreeks de periode van 1 oktober 2020 tot en met 27 oktober 2020 te Emst, gemeente Epe, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk (in een pand, gelegen aan de [adres] ) heeft
vervaardigd en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, ongeveer 100 (honderd) liter Methamfetamine-olie en/of een (grote) hoeveelheid Methamfetaminetartraat, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende Methamfetamine, zijnde Methamfetamine en/of Methamfetaminetartraat, (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of een of meer andere (onbekend gebleven) personen, op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 25 mei 2020 tot en met 27 oktober 2020, althans (in ieder geval) in of omstreeks de periode van 1 oktober 2020 tot en met 27 oktober 2020 te Emst, gemeente Epe, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk (in een pand, gelegen aan de [adres] ) heeft
vervaardigd en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, ongeveer 100 (honderd) liter Methamfetamine-olie en/of een (grote) hoeveelheid Methamfetaminetartraat, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende Methamfetamine, zijnde Methamfetamine
en/of Methamfetaminetartraat, (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, in of omstreeks de periode van 25 mei 2020 tot en met 27 oktober 2020, althans (in ieder geval) in of omstreeks de periode van 1 oktober 2020 tot en met 27 oktober 2020 te Emst, gemeente Epe, (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door:
- aan die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of (een) andere (onbekend gebleven)
persoon/personen een (door hem, verdachte, gehuurd) pand, gelegen aan de [adres]
, ter beschikking te stellen en/of
- aanpassingen/verbouwingen aan/in het genoemde pand, ten behoeve van de productie van
(Meth)amfetamine, te (laten) maken en/of toe te staan.
2.
hij in of omstreeks de periode van 25 mei 2020 tot en met 27 oktober 2020, althans (in ieder geval) in of omstreeks de periode van 1 oktober 2020 tot en met 27 oktober 2020 te Emst, gemeente Epe, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren van (Meth)amfetamine, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende (Meth)amfetamine, zijnde (Meth)amfetamine een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen:
-productie apparatuur (te weten (4) inductie kookplaten en/of lepels en/of pannen en/of een
(werkende) diepvrieskist en/of (een) (gebruikte) centrifuges en/of een vacuümpomp en/of
een kuip met (30) (gebruikte) filterdoeken en/of (digitale) thermometers en/of meerdere
ijsemmers (met verschillende volumes)) en/of dozen met latex handschoenen en/of
-tenten met daarin een afzuiginstallatie (bestaande uit koolstoffilters en/of (zogenaamde)
slakkenhuizen) en/of
-ongeveer 375 kilogram wijnsteenzuur en/of ongeveer 800 liter aceton en/of ongeveer 480
kilogram Caustic Soda en/of ongeveer 160 liter zoutzuur en/of ongeveer 1,5 liter BMK,
voorhanden heeft gehad,
waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden, dat dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en);
Subsidiair althans, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of een of meer andere (onbekend gebleven) personen, in of omstreeks de periode van 25 mei 2020 tot en met 27 oktober 2020, althans (in ieder geval) in of omstreeks de periode van 1 oktober 2020 tot en met 27 oktober 2020 te Emst, gemeente Epe, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren van (Meth)amfetamine, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende
(Meth)amfetamine, zijnde (Meth)amfetamine een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen:
-productie apparatuur (te weten (4) inductie kookplaten en/of lepels en/of pannen en/of een (werkende) diepvrieskist en/of (een) (gebruikte) centrifuges en/of een vacuümpomp en/of een kuip met (30) (gebruikte) filterdoeken en/of (digitale) thermometers en/of meerdere ijsemmers (met verschillende volumes)) en/of dozen met latex handschoenen
en/of
-tenten met daarin een afzuiginstallatie (bestaande uit koolstoffilters en/of (zogenaamde)
slakkenhuizen) en/of
-ongeveer 375 kilogram wijnsteenzuur en/of ongeveer 800 liter aceton en/of ongeveer 480
kilogram Caustic Soda en/of ongeveer 160 liter zoutzuur en/of ongeveer 1,5 liter BMK,
voorhanden heeft gehad,
waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden, dat dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en), tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, in of omstreeks de periode van 25 mei 2020 tot en met 27 oktober 2020, althans (in ieder geval) in of omstreeks de periode van 1 oktober 2020 tot en met 27 oktober 2020 te Emst, gemeente Epe, (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door:
- aan die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of (een) andere (onbekend gebleven)
persoon/personen een (door hem, verdachte, gehuurd) pand, gelegen aan de [adres]
, ter beschikking te stellen en/of
- aanpassingen/verbouwingen aan/in het genoemde pand, ten behoeve van de productie van
(Meth)amfetamine, te (laten) maken en/of toe te staan.
3.
hij op of omstreeks 27 oktober 2020, te Emst, gemeente Epe, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 100 (honderd) liter Methamfetamine-olie en/of een (grote) hoeveelheid Methamfetaminetartraat,
in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende Methamfetamine,
zijnde Methamfetamine en/of Methamfetaminetartraat (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
Subsidiair althans, indien het vorenstaande onder 3 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of een of meer andere (onbekend gebleven) personen, op of omstreeks 27 oktober 2020 te Emst, gemeente Epe, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 100 (honderd) liter Methamfetamine-olie en/of een (grote) hoeveelheid Methamfetaminetartraat,
in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende Methamfetamine,
zijnde Methamfetamine en/of Methamfetaminetartraat (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, tot en/of bij het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, op of omstreeks
27 oktober 2020 te Emst, gemeente Epe, opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door:
- aan die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of (een) andere (onbekend gebleven) persoon/personen een (door hem, verdachte, gehuurd) pand, gelegen aan de [adres] , ter beschikking te stellen.
4.
hij in of omstreeks de periode van 8 oktober 2020 tot en met 27 oktober 2020 te Emst, gemeente Epe, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een hoeveelheid stroom/elektriciteit, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan Liander N.V.,
heeft weggenomen, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming (door een of meer (ijk)zegel(s) en/of het deksel van de elektriciteitsmeter te verbreken en/of verwijderen en/of (vervolgens) een elektriciteitsaansluiting aan de boven- en/of buitenzijde, in elk geval buiten de meter om, te maken).
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat verdachte moet worden vrijgesproken van de onder
1. primair, 2 primair en 4 tenlastegelegde feiten en dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 1 subsidiair, 2 subsidiair en
3 primair tenlastegelegde feiten.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft, onder verwijzing naar haar pleitaantekeningen, bepleit dat verdachte moet worden vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. De raadsvrouw heeft hiertoe – kort
gezegd – aangevoerd dat uit het dossier van geen enkele uitvoeringshandeling van verdachte met betrekking tot de productieruimte of de diefstal van de stroom is gebleken. Daarbij is naar mening van de verdediging uit het dossier niet gebleken dat verdachte weet zou hebben gehad of had moeten hebben van deze feiten. Van medeplichtigheid is daarom evenmin sprake, aldus de raadsvrouw.
Beoordeling door de rechtbank
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende vastgesteld.
Aantreffen crystal methlab
Op 27 oktober 2020 is er in een voormalig restaurant aan de [adres] in Emst een in werking zijnd crystal methlab aangetroffen in de voormalige feestzaal. [2]
Door de Landelijke Faciliteit Ondersteuning Ontmantelen (LFO) werd op 27 oktober 2020 een onderzoek ingesteld op het perceel aan de [adres] in Emst. Aan de voorzijde van het pand gaf, links naast de voormalige hoofdingang, een dubbele deur toegang tot het pand. Via deze dubbele deur kwam men in een hal. Deze ruimte wordt aangeduid als ‘ruimte A’. Vanuit ruimte A komt men, wederom via een dubbele deur, in een zaal. Deze zaal wordt aangeduid als ‘ruimte B’. Vanuit ruimte B was een keukenruimte te betreden. Deze ruimte wordt aangeduid als ‘ruimte C’. Vanuit ruimte B was ook een tussenhal te betreden. Deze tussenhal wordt aangeduid als ‘ruimte D’. In ruimte B was een tent gesitueerd. Deze tent wordt aangeduid als ‘ruimte E’. In ruimte B stond een tweede tent. Deze tweede tent wordt aangeduid als ‘ruimte F”.
In alle genoemde ruimtes waren goederen aanwezig die gebruikt kunnen worden bij het vervaardigen en/of bewerken van verdovende middelen. Ruimte C was voorzien van een bedrijfsmatige keukenafzuiging met afvoer via het dak. Verbalisanten zagen dat er luchtafvoerslangen uit de ruimtes E en F waren aangesloten op deze afvoer richting het dak. In ruimtes A, D en F waren chemicaliën aanwezig. Ruimte F was vermoedelijk in gebruik voor het bewerken dan wel verwerken van methamfetamine. In ruimte E lagen goederen die gebruikt kunnen worden bij het kristalliseren van methamfetamine.
In het pand werd het volgende aangetroffen:
Ruimte A:
- 19 ongeopende zakken Caustic soda a 25kg per stuk, in totaal 475kg. Caustic
soda is een algemene hulpstof die bij veel drugsprocessen wordt gebruikt.
Ruimte B:
- 15 ongeopende zakken wijnsteenzuur a 25kg per stuk, in totaal 375kg en 5
lege zakken wijnsteenzuur. Wijnsteenzuur is een stof die gebruikt wordt voor
het bewerken van methamfetamine;
- plastic fles met ongeveer 1,5 liter lichtbruine vloeistof. Deze vloeistof bevatte
methamfetamine (indicatief);
- een aangebroken zak met nog ongeveer 6,1kg Caustic soda;
- een gebruikte centrifuge en vacuümpomp;
- een jerrycan met 20 liter aceton. Aceton is een stof die gebruikt wordt bij de
bewerking van onder andere methamfetamine.
Ruimte D:
- 39 jerrycans van 20 liter met aceton, in totaal 780 liter;
- 8 jerrycans van 20 liter met zoutzuur, in totaal 160 liter. Zoutzuur is een stof die gebruikt
wordt bij de bewerking van onder andere methamfetamine.
Ruimte F:
- 3 grijze kuipen gevuld met vloeistof met daarop een drijflaag. Deze drijflaag bevatte
methamfetamine (indicatief);
- gebruikte centrifuge;
- een kuip met 30 gebruikte filterdoeken met restant poeder en een witte emulsie;
- vijf jerrycans en een maatbeker met samen ongeveer 100 liter olieachtige vloeistof. Deze
vloeistof bevatte methamfetamine (indicatief);
- een maatbeker met ongeveer 1,5 liter olieachtige vloeistof. Deze vloeistof bevatte BMK
(indicatief). BMK is een essentiële grondstof voor de vervaardiging van
onder andere methamfetamine.
Ruimte E:
- dozen met latex handschoenen;
- diverse lepels;
- 2 digitale thermometers;
- een werkende diepvrieskist;
- meerdere ijsemmers met verschillende volumes;
- 4 inductie kookplaten met 2 pannen.
De tenten (ruimtes E en F) waren voorzien van een afzuiginstallatie bestaande uit
koolstoffilters en zogenaamde slakkenhuizen. In ruimte F is ongeveer 100 liter methamfetamine-olie (indicatief) aangetroffen. [3]
Door het LFO zijn onderstaande goederen bemonsterd [4] en overgebracht naar het Nederlands Forensisch Instituut (NFI), afdeling verdovende middelen, voor nadere analyse [5] :
- AANK7026NL/B16-A: wit poeder, volgens opgave “
Monster uit de emmer”;
NFI: bevat

wijnsteenzuur;

- AANK7025NL/B19-A: kleurloze vloeistof , volgens opgave “
Monster uit jerrycan met
etiket Aceton”:NFI: bevat aceton;
- AANK7024NL/F1-A: gele olieachtige vloeistof op een kleurloze vloeistof, volgens opgave
“Monster van beige lagen uit grijze kuip A”:NFI: bevat methamfetamine en BMK op een
sterk alcalische vloeistof;
- AANK7023NL/F5-A: bruine olieachtige vloeistof op een kleurloze vloeistof , volgens
opgave
“Monster van restant bruine vloeistof uit witte emmer onder zeef”:NFI: de
bovenlaag bevat voornamelijk BMK; de onderlaag bevat methamfetamine in een zwak zure
waterige vloeistof;
- AANK7022NL/F7-A: crémekleurige substantie, volgens opgave
“Monster van beige
emulsie uit grijze kuip”:
NFI: bevat methamfetamine (vermoedelijk tartraat en BMK;
- AANK7021NL/F7-B: crémekleurige substantie, volgens opgave
“Monster van restant
poeder in zeefdoek”:NFI: bevat methamfetamine (vermoedelijk als tartraat) en BMK
- AANK7020NL/F8-A: bruine olieachtige vloeistof met zwarte substantie, volgens opgave
“Monster uit jerrycan met opschrift *25*”:
NFI: bevat methamfetamine en BMK;
- AANK7019NL/F9-A: crémekleurige substantie, volgens opgave
“Monster van beige
emulsie uit zwart vat”:
NFI: bevat methamfetamine (vermoedelijk als tartraat) en BMK;
- AANK7018NL/F10-A: oranje olieachtige vloeistof, volgens opgave
“Monster van bruine
vloeistof uit jerrycan”:
NFI: bevat methamfetamine, BMK en een aanwijzing voor een lage
concentratie MDMA;
- AANK7017NL/F12-A: bruine olieachtige vloeistof, volgens opgave
“Monster uit
maatbeker, FD – BMK”:NFI: bevat voornamelijk BMK;
- AANK7016NL/F15-A: oranje olieachtige vloeistof , volgens opgave
“Monster uit jerrycan
met rode dop, FD – methamfetamine (scan 190)”:NFI: bevat methamfetamine en BMK;
- AANK7015NL/F16-A: samengeklonterd wit poeder en brokjes, volgens opgave
“Monster
van wit gedroogd poeder uit rood vat”:NFI: bevat methamfetamine (vermoedelijk als
tartraat) en BMK.
De deskundigen van het NFI hebben de volgende conclusies getrokken uit bovengenoemd onderzoeksmateriaal. In het onderzoeksmateriaal is methamfetamine, benzylmethylketon;
1-fenyl-2propanon (BMK) en aceton aangetroffen. Verder is door de deskundigen geconcludeerd dat bepaalde vormen van wijnsteenzuur (Engelse naam: tartaric acid) gebruikt kunnen worden bij de bewerking van methamfetamine, namelijk de scheiding van d- en l-methamfetamine en dat BMK een grondstof is voor amfetamine of methamfetamine. [6]
Op basis van de aangetroffen en geanalyseerde materialen is de rechtbank van oordeel dat in voormeld pand goederen en stoffen zijn aangetroffen die bestemd waren voor de productie van crystal meth.
Zijn de medeverdachten betrokken bij de productie?
De medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] zijn op 27 oktober 2020 samen met de verdachte [verdachte] aangehouden in het pand. [7] Op een flesje Spa, een blikje Red Bull en een colablikje, afkomstig uit een vuilniszak in de keuken naast de productieruimte [8] is DNA aangetroffen dat matcht met het DNA van medeverdachte [medeverdachte 2] . Hetzelfde geldt voor DNA dat is aangetroffen op de binnenzijde van vervuilde volgelaatsmaskers, op de gehele rand van de boord van een overall en aan de binnenzijde van de linker manchet van de overall. Daarnaast is DNA aangetroffen op de handpalmzijde van de binnenkant van een latex wegwerphandschoen dat overeenkomt met DNA van zowel medeverdachte [medeverdachte 2] als van medeverdachte [medeverdachte 1] . De maskers, de overall en de wegwerphandschoen zijn allen aangetroffen in of in de nabijheid van de productietent. [9]
Verder werd tijdens de doorzoeking in de slaaptent naast de productieruimte een Huawei telefoon aangetroffen. [10] Op deze telefoon is DNA aangetroffen dat matcht met het DNA van medeverdachte [medeverdachte 1] . [11] Gebleken is dat medeverdachte [medeverdachte 2] aan deze telefoon te koppelen is aangezien de laptop, die hij op zijn schoot had tijdens zijn aanhouding [12] , gebruik maakte van het wifisignaal van de Huawei telefoon. [13]
Uit onderzoek is gebleken dat er in de Huawei telefoon veel Mexicaanse telefoonnummers (landcode 0052) en Spaanstalige berichten staan. Ook is er op de telefoon een videobestand aangetroffen, gedateerd 25 oktober 2020, waarin een persoon te zien is in een blauwe overall met een volgelaatsmasker op, die bezig is met een jerrycan, een oranje slang, een emmer en een blauwe compressor. [14] Op foto’s gemaakt door verbalisanten bij het forensisch onderzoek, zijn nagenoeg zowel dezelfde goederen te zien, inclusief de grijze paal die zichtbaar is op de video. [15] Daarnaast is er op de Huawei telefoon een Spaanstalige WhatsApp conversatie (vertaald door een beëdigde tolk) van 26 en 27 oktober 2020 aangetroffen waarin de gebruiker van de telefoon aangeeft dat ‘de ontvanger “daar” nodig is, dat de ontvanger niet moet doen dat hij/zij heel druk is en dat het ongeveer 7000 euro per maand gaat opbrengen.’ [16]
Op de loggegevens van de applicatie Google Translate is verder te zien dat er Engelstalige berichten zijn vertaald naar het Spaans en andersom. In deze berichten wordt onder andere geschreven over vaten, maskers en pompen. [17] Ook wordt er in deze berichten gesproken over (vertaald) het feit ‘dat er spullen nodig zijn, 200 liter vaten, een goede centrifuge want de aanwezige is stuk, een luchtaanzuigpomp met filters, (volgelaats)maskers, olie en dat een centrifuge nodig is omdat de “tartaric” anders hard wordt.’
Verder gaat het er in de berichten over dat er hard gewerkt wordt, dat er al materiaal af is en dat men dan wel pieces wil zien en dat je van hard werken gaat stinken en dat ze daarom graag willen douchen. Als reactie hierop is te lezen dat gezegd wordt dat het douchen van de harde werkers afhangt van de owner en dat men het aan hem moet vragen, anders doet die eigenaar die kant van het gebouw op slot. Ook wordt gevraagd om twee matrassen en een satelliet tv. [18]
Verbalisant herkende in de kleding van de medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] de zoetige sterk chemische lucht van synthetische drugs en drugslaboratoria. [19]
Conclusie
Gelet op vorenstaande, in onderling verband en samenhang bezien, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] zich bezighielden met de productie van crystal meth in het pand in Emst.
Is verdachte hierbij betrokken? Zo ja, is sprake van medeplegen of van medeplichtigheid?
Met betrekking tot de betrokkenheid van verdachte bij de tenlastegelegde feiten overweegt de rechtbank het volgende.
Verdachte is op 27 oktober 2020, samen met de medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] aangehouden in dit pand. [20] In het pand is een ‘overeenkomst van onderverhuur bedrijfsruimte’ aangetroffen met ingangsdatum 2 oktober 2020 en getekend op 15 september 2020. Huurprijs is € 1000,- per maand, als onderverhuurder is vermeld [naam] en als onderhuurder verdachte [verdachte] . [21] Dit huurcontract is aangetroffen in ruimte 1, de ruimte waar verdachte is aangehouden. [22] Tevens werd in ruimte 1 een sleutelbos aangetroffen op de grond voor een kast, naast het matras dat op de grond lag. Deze sleutelbos had drie sleutels en de sleutels pasten in het slot van een deur die toegang gaf tot de productieruimte en het zaalgedeelte, dat ligt tussen het woongedeelte waar de verdachten zijn aangetroffen en de productieruimte. [23]
Verdachte heeft verklaard dat hij in het pand toegang had tot de keuken, de bar, de douche, het toilet, het kantoor, de garage en ruimtes 1, 2, 3 en 4. [24] De medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] zijn aangehouden in ruimte 4. [25] Door de keuken liepen grote afzuigingsbuizen van het drugslab [26] en in de zaal waar verdachte doorheen moest lopen om naar de keuken te komen hing een penetrante chemische lucht die kenmerkend is voor de productie van synthetische drugs. [27] Verdachte heeft daarnaast erkend dat hij in de productieruimte kon kijken en dat hij hier allemaal spullen zag liggen. [28] Verdachte heeft ook verklaard dat hij wel eens heeft geholpen met het uitladen van dozen. [29] Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij en [medeverdachte 2] in Arnhem zijn opgehaald door een man, die later ook in het pand is aangehouden. [30]
Tijdens de doorzoeking werd in de slaaptent naast de productieruimte een Huawei telefoon aangetroffen. [31] Uit de loggegevens van de applicatie Google Translate is te zien dat er Engelstalige berichten zijn vertaald naar het Spaans en andersom. In deze berichten wordt onder andere geschreven over (vertaald) ‘dat het douchen van de harde werkers afhangt van de owner, daar moet men het aan vragen, anders doet die eigenaar die kant van het gebouw op slot.’ Uit deze conversatie kan worden opgemaakt dat iemand anders, met sleutels, in het pand verbleef die de verdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] kon laten douchen. [32]
Tot slot heeft verdachte tijdens zijn voorgeleiding aan de hulpofficier verklaard dat hem was verteld dat het om een hennepkwekerij zou gaan en dat hij er erin is geluisd. [33] Uit deze verklaring leidt de rechtbank af dat verdachte wist dat er iets met drugs zou gaan plaatsvinden in het pand. De goederen die hij in het pand kon zien en mee naar binnen heeft gebracht hebben echter voor iedereen kenbaar niets met hennepteelt te maken. Er lag geen aarde en voeding en er waren geen plantjes, kweekbakken en assimilatielampen aanwezig. Dat verdachte meende dat het om een hennepkwekrij ging, acht de rechtbank dan ook ongeloofwaardig.
Voorgaande leidt naar het oordeel van de rechtbank tot de tussenconclusie dat verdachte betrokken is geweest bij de productie van crystal meth in het pand in Emst. De vraag die vervolgens voorligt is of er sprake is van medeplegen of medeplichtigheid.
Medeplegen of medeplichtigheid
Op grond van het vorenstaande is de rechtbank, wat het onder 1 ten laste gelegde betreft, van oordeel dat de voor medeplegen vereiste voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de medeverdachten niet is komen vast te staan. Buiten het door verdachte ter beschikking stellen van een gedeelte van het pand, het binnenbrengen van de spullen, het ophalen van de medeverdachten en het fungeren als sleutelbeheerder, is niet gebleken van enige substantiële betrokkenheid van verdachte bij de productie van crystal meth. Daarom zal verdachte worden vrijgesproken van het onder 1 primair ten laste gelegde medeplegen.
Ten aanzien van de onder 1 subsidiair ten laste gelegde medeplichtigheid is de rechtbank, in onderling verband en samenhang bezien, van oordeel dat verdachte in ieder geval voorwaardelijk opzet heeft gehad op het faciliteren van een productieplaats voor de vervaardiging (en opslag) van methamfetamine en aanpassingen/verbouwingen aan het pand heeft toegestaan ten behoeve van de productie van crystal meth. Verdachte heeft naar het oordeel van de rechtbank daartoe opzettelijk gelegenheid verschaft. Uit de bewijsmiddelen is weliswaar niet op te maken dat verdachte zelf betrokken was bij de productie, maar is wel bewijsbaar dat hij een (onder)huurovereenkomst had voor het pand, er de beschikkingsmacht over had en het ter beschikking heeft gesteld aan de medeverdachten. De rechtbank is van oordeel dat verdachte daarmee, wetende dat het pand gebruikt zal worden voor iets met drugs, bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat er iets illegaals gebeurde. Door een gedeelte van het pand ter beschikking te stellen voor illegale activiteiten heeft verdachte aan anderen de gelegenheid verschaft crystal meth te vervaardigen. De rechtbank acht hiermee het onder
1 subsidiairten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
Verdachte wordt verder onder
feit 2verweten dat hij opzettelijk en al dan niet tezamen met anderen zich schuldig heeft gemaakt aan de in artikel 10a van de Opiumwet strafbaar gestelde voorbereiding van Opiumwetdelicten door – kort gezegd – het voorhanden hebben van voorwerpen en stoffen waarvan hij wist of ernstige reden had om te vermoeden dat die bestemd waren voor de methamfetamineproductie.
Artikel 10a van de Opiumwet betreft een zelfstandig delict met een eigen karakter. Dat komt tot uiting in de subjectieve bestanddelen van de delictsomschrijving. De dader moet niet alleen weten of ernstige reden hebben om te vermoeden dat de goederen die hij voorhanden heeft, bestemd zijn voor het plegen van een delict als bedoeld in art. 10, vierde of vijfde lid, van de Opiumwet, hij moet de goederen ook voorhanden hebben om een dergelijk delict voor te bereiden of te bevorderen. Alleen wetenschap hebben van de criminele bestemming van de goederen is niet steeds voldoende. Daarnaast moet er ook opzet op voorbereiden of bevorderen zijn. Voorwaardelijk opzet is in dat verband voldoende.
Wat betreft het bestanddeel “voorhanden hebben” is vereist a) de aanwezigheid van het goed (zonder dat vereist is dat het goed zich in de onmiddellijke nabijheid bevindt) zodanig dat de verdachte – middellijk of onmiddellijk – over het goed kan beschikken, b) de verdachte moet zich in meer of mindere mate bewust zijn van de aanwezigheid van dat goed en c) tussen de verdachte en het goed moet een bepaalde relatie bestaan, in die zin dat er met betrekking tot het goed een zekere vorm van machtsuitoefening, dat wil zeggen: feitelijke macht over het goed, mogelijk moet zijn. Dat het goed aan de verdachte moet toebehoren in de zin van eigenaarschap is geen vereiste (vgl. Rechtbank Oost-Brabant, 21 juni 2018, ECLI:NL:RBOBR:2018:3041).
De rechtbank overweegt dat op basis van het dossier voldoende vast is komen te staan dat verdachte samen met medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] op 27 oktober 2020 aanwezig is geweest in het pand aan de [adres] in Emst, waar een drugslaboratorium was gevestigd dat ingericht was voor de productie van crystal meth. Verdachte, die op het moment van de aanhouding enkel met de medeverdachten in het pand aanwezig was, kon hierover beschikken aangezien verdachte, als huurder, met sleutels, de feitelijke macht had over het hele pand, waaronder het drugslab en de zich hierin bevindende materialen en stoffen waaronder de methamfetamine-olie en tartraat. De aanwezigheid en het handelen van verdachte duiden er naar de uiterlijke verschijningsvorm op dat verdachte en de medeverdachten, voormelde gegevens in onderling verband en samenhang bezien, de beschikkingsmacht over deze materialen en stoffen hebben uitgeoefend. Daarmee staat vast dat verdachte de aangetroffen goederen voorhanden heeft gehad terwijl hij wist of ernstige reden had om te vermoeden dat zij bestemd waren voor de productie van crystal meth en aldus dat zijn opzet op het voorbereiden of het bevorderen van die productie gericht is geweest. Verdachte heeft naar het oordeel van de rechtbank op zijn minst voorwaardelijke opzet gehad op het medeplegen van die voorbereidingshandelingen. De rechtbank acht hiermee het onder 2 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van de onder
feit 3tenlastegelegde aanwezigheid van de methamfetamine, is de rechtbank van oordeel dat vaststaat dat verdachte, als huurder van het pand, met sleutels, de feitelijke heerschappij had over het pand, het drugslab en de zich hierin bevindende materialen en stoffen waaronder de methamfetamine-olie en tartraat. Bovendien had verdachte moeten vermoeden dat er iets illegaals gaande was gelet op het feit dat er in de keuken grote afvoerbuizen te zien waren die naar de productieruimte leidden, in een groot gedeelte van het pand sprake was van een chemische stank, alsmede gelet op het feit dat hij zelf heeft verklaard dat hij dacht dat het om een hennepkwekerij ging.
Gelet op de beschikkingsmacht en de wetenschap is de rechtbank, in onderling verband en samenhang bezien, van oordeel dat verdachte als medepleger de in de tenlastelegging genoemde hoeveelheden methamfetamine opzettelijk aanwezig heeft gehad. De rechtbank acht hiermee het onder 3 primair ten laste gelegde eveneens wettig en overtuigend bewezen.
Periode
Gelet op de getuigenverklaring van [getuige 1] [34] , dat ze twee á drie weken voor de inval op 27 oktober 2020 door vrijwel het gehele pand heeft gelopen en niets bijzonders heeft gezien, en de getuigenverklaring van [getuige 2] [35] , dat hij ergens na 30 september 2020 nog in het pand is geweest en hem niets bijzonders in het pand is opgevallen, is de rechtbank van oordeel dat ten aanzien van de bewezenverklaarde feiten de periode van 1 oktober 2020 tot en met 27 oktober 2020 wettig en overtuigend bewezen kan worden.
Feit 4
De rechtbank is van oordeel dat er zich in het dossier geen aanwijzingen bevinden die wijzen op betrokkenheid van verdachte bij de manipulatie van de elektriciteitsvoorziening in het pand. Nu niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte enige rol heeft gehad bij de diefstal van de elektriciteit in het pand, zal verdachte van dit feit worden vrijgesproken.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 subsidiair, 2 primair en 3 primair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
[medeverdachte 1] en
/of[medeverdachte 2] en
/ofeen of meer andere (onbekend gebleven) personen, op
een of meertijdstip(pen) in
of omstreeksde periode van
25 mei 2020 tot en met 27 oktober 2020, althans (in ieder geval) in of omstreeks de periode van1 oktober 2020 tot en met 27 oktober 2020 te Emst, gemeente Epe, tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen, opzettelijk (in een pand, gelegen aan de [adres] ) heeft
vervaardigd en
/ofbereid en
/ofbewerkt en
/ofverwerkt, ongeveer 100 (honderd) liter Methamfetamine-olie en
/ofeen (grote) hoeveelheid Methamfetaminetartraat, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende Methamfetamine, zijnde Methamfetamine
en
/ofMethamfetaminetartraat,
(een)middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,
dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
tot en
/ofbij het plegen van welk
(e)misdrijf
/misdrijvenhij, verdachte, in
of omstreeksde periode van
25 mei 2020 tot en met 27 oktober 2020, althans (in ieder geval) in of omstreeks de periode van1 oktober 2020 tot en met 27 oktober 2020 te Emst, gemeente Epe, (telkens) opzettelijk gelegenheid
en/of middelen en/of inlichtingenheeft verschaft en
/ofopzettelijk behulpzaam is geweest, door:
- aan die [medeverdachte 1] en
/of[medeverdachte 2] en
/of (een)andere (onbekend gebleven)
persoon/personen een (door hem, verdachte, gehuurd) pand, gelegen aan de [adres]
, ter beschikking te stellen en
/of
- aanpassingen/verbouwingen aan/in het genoemde pand, ten behoeve van de productie van
(Meth)amfetamine, te (laten) maken en
/oftoe te staan.
2.
hij in
of omstreeks de periode van
25 mei 2020 tot en met 27 oktober 2020, althans (in ieder geval) in of omstreeks de periode van1 oktober 2020 tot en met 27 oktober 2020 te Emst, gemeente Epe, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren van (Meth)amfetamine, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende (Meth)amfetamine
,zijnde (Meth)amfetamine een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen:
- productie apparatuur (te weten (4) inductie kookplaten en
/oflepels en
/ofpannen en
/ofeen
(werkende) diepvrieskist en
/of (een)(gebruikte) centrifuges en
/ofeen vacuümpomp en
/ofeen
kuip met (30) (gebruikte) filterdoeken en
/of(digitale) thermometers en
/ofmeerdere ijsemmers
(met verschillende volumes)) en
/ofdozen met latex handschoenen en
/of
- tenten met daarin een afzuiginstallatie (bestaande uit koolstoffilters en/of (zogenaamde)
slakkenhuizen) en
/of
- ongeveer 375 kilogram wijnsteenzuur en
/ofongeveer 800 liter aceton en
/ofongeveer 480
kilogram Caustic Soda en
/ofongeveer 160 liter zoutzuur en
/ofongeveer 1,5 liter BMK,
voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte en
/ofverdachtes mededader(s) wist(en) of ernstige
redenen had(den) te vermoeden, dat
dat/die bestemd
was/waren tot het plegen van
dat/die
feit(en).
3.
hij op
of omstreeks27 oktober 2020, te Emst, gemeente Epe, tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 100 (honderd) liter
Methamfetamine-olie en/
ofeen (grote) hoeveelheid Methamfetaminetartraat, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende Methamfetamine, zijnde Methamfetamine en
/ofMethamfetaminetartraat
(een)middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,
dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1
Medeplichtigheid aan het medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder D van de Opiumwet gegeven verbod.
Ten aanzien van feit 2
Het medeplegen van, een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voorbereiden of bevorderen, door voorwerpen en stoffen voorhanden te hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit.
Ten aanzien van feit 3
Het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 jaar met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft gezeten.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft opgemerkt dat in geval van bewezenverklaring in de strafmaat rekening moet worden gehouden met verdachtes blanco strafblad en met het feit dat verdachte al lang in voorarrest heeft doorgebracht onder de verzwarende omstandigheden van de corona maatregelen. Verder heeft zij opgemerkt dat verdachte inmiddels ongewenst is verklaard en dat hij, als hij in vrijheid zal worden gesteld, in vreemdelingenbewaring zal worden opgenomen. De raadsvrouw heeft bepleit om aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 23 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich, samen met anderen, schuldig gemaakt aan het medeplegen van voorbereidingshandelingen en het aanwezig hebben van een grote hoeveelheid synthetische drugs en aan de medeplichtigheid van het produceren van chrystal meth.
Daarmee heeft verdachte de producenten van synthetische drugs gefaciliteerd en was hij een essentiële schakel in het geheel. Verdachte heeft door zijn handelen bijgedragen aan de productie van synthetische drugs. De (chemische processen bij de) vervaardiging van synthetische drugs, de ongecontroleerde opslag van chemicaliën ten behoeve van deze vervaardiging en de dumpingen van drugsafval brengen grote veiligheidsrisico’s en risico’s voor de volksgezondheid met zich.
Het is ook algemeen bekend dat chrystal meth extreem verslavend is en dat het gebruik ervan de gezondheid van de gebruikers enorm aantast. Daarbij komt dat verslaafde gebruikers vaak misdrijven plegen om in hun verslaving te kunnen voorzien. Het is tot slot ook een feit van algemene bekendheid dat de vervaardiging van en handel in synthetische drugs in handen is van grote, georganiseerde criminele verbanden die daarmee grote winsten maken en hun belangen in deze handel en productie beschermen met (grof) geweld en bedreiging met geweld. Verdachte heeft door zijn handelen bijgedragen aan een georganiseerde vorm van drugscriminaliteit die de laatste jaren in ons land grote vormen heeft aangenomen, die gepaard gaat met zwarte geldstromen en ondermijning van de Nederlandse samenleving. Verdachte heeft zich ingelaten met deze illegale activiteiten kennelijk om extra inkomsten te verwerven, zonder rekening te houden met voornoemde negatieve effecten.
De rechtbank rekent het verdachte zwaar aan dat hij kennelijk slechts zijn eigen financiële gewin voor ogen heeft gehad en daarbij geen acht heeft geslagen op de hierboven beschreven negatieve gevolgen. Verdachte heeft bovendien geen openheid van zaken gegeven en geen verantwoordelijkheid genomen voor zijn handelen.
De rechtbank heeft er bij het bepalen van de straf rekening mee gehouden dat het een professioneel opgezet drugslab betrof, bedoeld om grote hoeveelheden crystal meth te maken. Verdachte fungeerde in het drugslab niet alleen als zogenaamde katvanger door op papier als huurder op te treden van het pand, de spullen naar binnen te brengen en de medeverdachten op te halen, maar was als sleutelbeheerder ook actief betrokken bij dit drugslab.
Op de gepleegde strafbare feiten kan naar het oordeel van de rechtbank niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van lange duur. Oplegging van een dergelijke straf is ook noodzakelijk om een voldoende afschrikwekkend effect te bewerkstelligen en recidive te voorkomen. Mede gelet op de recente oriëntatiepunten voor straftoemeting en de persoon van verdachte zal de rechtbank geen geldboete opleggen naast een gevangenisstraf, maar volstaan met oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft gezeten. Gezien de professionele aard van het drugslab, de rol die verdachte daarin heeft gespeeld en het feit dat verdachte inmiddels in Nederland ongewenst is verklaard, ziet de rechtbank geen reden voor een lagere gevangenisstraf of een deels voorwaardelijke gevangenisstraf.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen:
- 47, 48 en 57 van het Wetboek van Strafrecht;
- 2, 10 en 10a van de Opiumwet.

9.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van de onder 1 primair en 4 ten laste gelegde feiten;
 verklaart bewezen dat verdachte de overige ten laste gelegde feiten, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.J.M. van Apeldoorn, voorzitter, mr. W.L.F. Prisse en mr. C.H.M. Pastoors, rechters, in tegenwoordigheid van E.T. Vriezekolk, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 21 december 2021.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant(en) van de Districtsrecherche Noord- en Oost-Nederland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer 2910201130.REL, gesloten op 10 april 2021 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van bevindingen, pag. 348.
3.Proces-verbaal van bevindingen van het LFO, pag. 781-786.
4.Proces-verbaal van bevindingen van het LFO, pag. 789.
5.Rapport van het NFI, pag. 830-832.
6.Rapport NFI, pag. 832.
7.Proces-verbaal van aanhouding, pag. 180.
8.Proces-verbaal van bevindingen forensisch onderzoek plaats delict, pag. 114-121, het rapport van het NFI, pag. 757-761, met bijlagen, pag. 777-780.
9.Proces-verbaal van vooronderzoek, pag. 739a-d, proces-verbaal biologisch vooronderzoek, pag. 740-746, Rapport NFI, pag. 757-761, met bijlagen, pag. 762-771.
10.Proces-verbaal van bevindingen, pag. 443-446.
11.NFI-rapport, pag. 774.
12.Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagname, pag. 653.
13.Proces-verbaal, pag. 370.
14.Proces-verbaal van onderzoek Huawei telefoon, pag. 444.
15.Proces-verbaal forensisch onderzoek plaats delict, pag. 730 en 735.
16.Proces-verbaal van onderzoek Huawei telefoon, pag. 445, met bijlagen, pag. 446 e.v., bijlage 5-7 en
17.Proces-verbaal van onderzoek Huawei telefoon, pag. 445, met bijlagen, pag. 446 e.v., bijlage 8 t/m 18.
18.Proces-verbaal van onderzoek Huawei telefoon, pag. 445, met bijlagen, pag. 446 e.v., bijlage 1 t/m 18.
19.Proces-verbaal van bevindingen, pag. 357.
20.Proces-verbaal van aanhouding, pag. 180.
21.Proces-verbaal van bevindingen, pag. 423-431.
22.Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagname, pag. 21 en 653.
23.Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagname, pag. 653-654.
24.Proces-verbaal van verhoor van verdachte, pag. 219b en 291h.
25.Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagname, pag. 21.
26.Fotomap, pag. 804.
27.Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagname, pag. 654.
28.Proces-verbaal van verhoor van verdachte, pag. 209.
29.Proces-verbaal van verhoor van verdachte, pag. 208.
30.Proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 1] , pag. 144.
31.Proces-verbaal van bevindingen, pag. 443-446.
32.Proces-verbaal van onderzoek Huawei telefoon, pag. 445, met bijlagen, pag. 446 e.v., bijlage 8 t/m 14.
33.Proces-verbaal voorgeleiding verdachte, pag. 183.
34.Proces-verbaal van getuigenverhoor van [getuige 1] , ongenummerd.
35.Proces-verbaal van verhoor van [getuige 2] , pag. 619-620.