ECLI:NL:RBGEL:2021:7179

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
27 december 2021
Publicatiedatum
30 december 2021
Zaaknummer
05/164484-21
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor de productie van MDMA- en amfetaminepillen met hoge gevangenisstraf en terugbetaling van wederrechtelijk verkregen voordeel

Op 27 december 2021 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het produceren van MDMA- en amfetaminepillen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijftig maanden, wat hoger is dan de eis van de officier van justitie. Dit was te wijten aan het ontbreken van informatie over de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waardoor de rechtbank geen aanleiding zag om van de LOVS-oriëntatiepunten af te wijken. Daarnaast is de verdachte verplicht gesteld om een bedrag van € 464.097,60 te betalen aan wederrechtelijk verkregen voordeel.

De zaak kwam aan het licht na een onderzoek op 11 januari 2021, waarbij een productieplaats voor synthetische drugs werd aangetroffen in een schuur in Bruchem, gemeente Zaltbommel. De rechtbank concludeerde dat de verdachte betrokken was bij de productie van ongeveer 149.000 pillen, wat werd bewezen door camerabeelden en getuigenverklaringen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte samen met anderen handelde en dat zijn gedragingen wezenlijk bijdroegen aan het delict. De rechtbank achtte het bewezen dat de verdachte opzettelijk handelde in strijd met de Opiumwet, en dat hij als medepleger betrokken was bij de productie van de drugs.

Bij de strafoplegging hield de rechtbank rekening met de ernst van het feit, de risico's voor de volksgezondheid en het milieu, en de rol van de verdachte in het productieproces. De rechtbank oordeelde dat de verdachte een essentiële rol had gespeeld en dat er geen persoonlijke omstandigheden waren die tot een lagere straf zouden nopen. De rechtbank legde de maximale straf op, conform de LOVS-oriëntatiepunten, en verklaarde de verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde feit.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/164484-21
Datum uitspraak : 27 december 2021
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1987 te [geboorteplaats] (Turkije),
BRP-adres: [adres 1] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 13 december 2021.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 september 2020 tot en met 11 januari 2021 te Bruchem, gemeente Zaltbommel, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of vervaardigd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, (in totaal) ongeveer 149.000 pillen bevattende amfetamine en/of MDMA, in elk geval een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine en/of MDMA, zijnde amfetamine en/of MDMA, (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het ten laste gelegde feit.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit, aangezien verdachte zich niet herkent in het ten laste gelegde.
Beoordeling door de rechtbank
Aangetroffen situatie
Op 11 januari 2021 is naar aanleiding van een MMA-melding een onderzoek ingesteld op het perceel aan de [adres 2] (gemeente Zaltbommel). Het perceel is eigendom van [medeverdachte 1] . In de schuur is door de politie een productieplaats voor synthetische drugs aangetroffen. [2]
In ruimte A (het voorste gedeelte van de schuur) en ruimte B (het achterste gedeelte van de schuur) zijn door de Landelijke Faciliteit Ondersteuning Ontmantelen (LFO) goederen gevonden die direct te relateren zijn aan de illegale vervaardiging en/of bewerking van verdovende middelen, waarbij specifiek de volgende goederen worden genoemd:
- een tabletteermachine, 9-station Chinese rondloper. Van de 9 stations waren 6 stations voorzien van stempels en matrijzen. Deze waren vervuild met oranje poeder. Deze tabletteermachine was aangesloten op een frequentieregelaar. Bij het in werking stellen van de tabletteermachine was deze ingesteld op een bepaalde snelheid. Proefondervindelijk werd vastgesteld dat met deze snelheid circa 17.280 tabletten per uur geproduceerd konden worden. De restanten poeder in de tabletteermachine bevatten volgens het NFI een lage concentratie MDMA en amfetamine bevatten;
- een crusher (maalmachine) met daarin poeder, volgens het NFI bevattende MDMA;
- stempels en matrijzen met een [naam 1] , [naam 2] of [naam 3] logo. Het roze tablet uit de matrijs met het [naam 3] logo bevatte volgens het NFI een lage concentratie amfetamine;
- een lege zak van 20 kilogram micro-cellulose; en
- een zak van 20 kilogram met daarin nog een restant van 2 kilogram micro-cellulose. [3]
Micro-cellulose is een hulpstof voor het tabletteren. Zowel in ruimte A als B was een laag gekleurd poeder aanwezig. Tevens was al het aanwezige spinrag en aangebrachte isolatiemateriaal met dit gekleurde poeder bedekt. Ook waren tussen de betonnen tegels aanzienlijk hoeveelheden van dit poeder en restanten van tabletten aanwezig. Dat duidt volgens het LFO op een productie gedurende langere tijd. De circa 38 kilogram verbruikte micro-cellulose duidt op een productie van ongeveer 149.000 tabletten. Bij die berekening is het LFO uitgegaan van het gewicht van het zwaarste tablet en een lage dosering MDMA. [4]
Gelet op de aard van de aangetroffen goederen en grondstoffen en de conclusies van het NFI, staat voor de rechtbank vast dat de schuur was ingericht en is gebruikt voor de productie van (minimaal) 149.000 pillen bevattende MDMA en/of amfetamine. De rechtbank ziet zich vervolgens voor de vraag gesteld of verdachte betrokken is geweest bij de productie en zo ja, hoe deze betrokkenheid moet worden geduid.
Betrokkenheid verdachte
Rondom de woning bevonden zich camera’s. Deze zijn door de politie uitgekeken. Twee verschillende verbalisanten hebben verdachte herkend op de camerabeelden. [5]
Op de camerabeelden van 28 november 2020 is te zien dat verdachte omstreeks 12:06 uur met [medeverdachte 2] de woning van [medeverdachte 1] binnengaat. Kort daarna lopen ze samen met [medeverdachte 3] naar de schuur en hebben ze alle drie een speciekuip vast. Daarna vertrekken [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] samen met de auto en komen omstreeks 13:38 uur terug op het perceel. [medeverdachte 3] haalt uit de kofferbak een vierkant onderdeel van een pillenmachine. [medeverdachte 1] loopt omstreeks 13:43 uur langs het onderdeel en gaat de schuur in. [medeverdachte 3] brengt het onderdeel naar de schuur. Verdachte verlaat omstreeks 14:13 uur kort het perceel en gaat omstreeks 15:34 uur weer de schuur in. Op 11 januari 2021 zijn in de schuur meerdere (soortgelijke) zwarte kuipen aangetroffen met daarin oranje poeder. [6]
Op de camerabeelden van 24 december 2020 is te zien dat verdachte omstreeks 12:41 uur aan komt lopen vanuit de richting van de poort naar het parkeerterrein en voor zijn borst een zak micro-cellulose draagt. [7]
Op de camerabeelden van 25 december 2020 is te zien dat verdachte omstreeks 11:52 uur uit de richting van de schuur komt, terwijl zijn hele kleding nagenoeg blauw gekleurd is. Zijn nek, gezicht en haren zijn bedekt met een blauwe stof. Hij draagt vermoedelijk blauwe handschoenen. Verdachte gaat vervolgens de woning van [medeverdachte 1] in. Omstreeks 12:01 uur komt hij uit de woning waarbij zijn gezicht iets minder blauw lijkt. Terwijl verdachte terugloopt naar de schuur komt er blauwe stof uit zijn haren. [medeverdachte 3] loopt achter hem aan de schuur in. In de schuur is op 11 januari 2021 onder andere blauwe kleurstof aangetroffen met daarin MDMA. [8]
Op de camerabeelden van 27 december 2020 is te zien dat [medeverdachte 2] omstreeks 01:52 uur met twee andere personen de schuur in gaat. NNman1 doet een mondkapje op voordat hij de schuur in gaat. Omstreeks 05:01 uur komt [medeverdachte 2] uit de schuur, loopt naar een auto en haalt daar een tas uit. De auto waarin de drie personen eerder die nacht arriveerden, staat op naam van verdachte. Vanaf 09:21 uur is te zien dat meerdere personen, waaronder [medeverdachte 3] en verdachte, met gevulde bigshoppers in en uit de schuur lopen en deze tassen in de kofferbak van een auto leggen. Omstreeks 13:40 uur vertrekt verdachte met de auto. Om 13:53 komt verdachte terug op het perceel en gaat wederom de schuur in. Rond 16:09 uur komen NNman1 en NNman 3 uit de schuur. Een auto, met als bestuurder een persoon die als [medeverdachte 4] wordt herkend, komt het perceel opgereden. NNman1 en NNman3 gaan weer richting de schuur en [medeverdachte 4] opent de kofferbak van de auto. NNman3 komt de schuur uitgelopen met een vierkante plaat met een groot rond gat in het midden. Deze plaat wordt herkend als een onderdeel van een pillenmachine. Het onderdeel wordt in de kofferbak gelegd, terwijl [medeverdachte 4] erbij staat. Daarna is te zien dat [medeverdachte 2] , met zijn capuchon op en terwijl hij een mondkapje draagt, uit de schuur komt met een onderdeel van een pillenmachine. Het onderdeel wordt door NNman1 in de auto gelegd. Daarna loopt [medeverdachte 2] terug de schuur in. Omstreeks 16:27 uur komen NNman1, verdachte en [medeverdachte 2] uit de schuur en vertrekken samen in dezelfde auto. [9]
Op de camerabeelden van 3 januari 2021 is te zien dat er net na 02:00 uur een vrachtauto op het perceel was met zes personen er omheen. [10]
Op de camerabeelden van 7 januari 2021 is te zien dat [medeverdachte 3] rond 20:00 uur vier zakken uit de auto de schuur in tilt. De eerste zak komt overeen met de verpakking van micro-cellulose. De vier zakken komen qua formaat exact met elkaar overeen. [11]
Op de camerabeelden van 8 januari 2021 is te zien dat een NNman (die later is herkend als [medeverdachte 5] ) [12] de schuur opent en iets wat op speciekuipen lijkt en bigshoppers vanuit de bus (met kenteken [kenteken] ) naar de schuur brengt. [medeverdachte 5] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] praten met elkaar. [13] In de bus zijn drugsresten aangetroffen die volgens het NFI amfetamine en MDMA bevatten. [14]
Op de camerabeelden van 9 januari 2021 is te zien dat [medeverdachte 2] omstreeks 09:36 uur met een ogenschijnlijk zware koffer vanuit de schuur naar de [merk] , die op naam staat van verdachte, loopt en de koffer in de kofferbak legt. De rechterzijde van de broek van [medeverdachte 2] is vuil. [medeverdachte 2] loopt terug de schuur in. Daarna komt [medeverdachte 2] nogmaals terug uit de schuur met een bigshopper. De inhoud van de bigshopper is oranje van kleur. [medeverdachte 2] laadt de tas in de kofferbak en verlaat om 09:41 uur het terrein met de auto. [15]
[medeverdachte 1] heeft verklaard dat een persoon, die zij ‘ [bijnaam 1] ’ of ‘ [bijnaam 2] ’ noemt, haar in de herfst van 2020 vroeg of hij bij haar pillen mocht draaien. Daarvoor bood hij geld aan. [16] [verdachte] (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 3] ) en die Turk hebben toen een pillenmachine in haar schuur gezet. Dat zou in september geweest kunnen zijn. [17] Toen haar een foto van verdachte werd getoond, herkende zij hem als ‘ [bijnaam 1] ’. [18]
De telefoon van [medeverdachte 1] is door de politie uitgelezen. Op 27 september 2020 ontving zij tussen 19:41 en 19:51 uur de volgende sms-berichten van het nummer + [telefoonnummer] :
“Neem je kk telefoon dan op waarom bel je dan niet je moet ophouden om op te hangen der liggen nog veel pillen bij je thuis wat je zelf ook weet je kan beter opnemen voor ik nog politie ga bellen”.
“Eerst laat je mensen drukken daarna ga je nu weer slachtoffer uithangen ik geef je vanavond nog de gelegenheid om terug te bellen bel je niet dan zal ik vertellen wat ik gezien heb bij jou thuis. Jou tijd van slachtoffer uithangen is voorbij”.
Conclusie
De rechtbank leidt uit de camerabeelden af dat verdachte betrokken is geweest bij de productie van pillen die MDMA en/of amfetamine bevatten. Verdachte was immers op verschillende momenten in de tenlastegelegde periode in de schuur (de productieplaats) aanwezig, hij was daar voor langere tijd en ook in de nachtelijke uren, hij voerde eindproducten af en liep met (onderdelen) van een pillenmachine heen en weer.
De rechtbank acht eveneens bewezen dat verdachte dit samen deed met anderen. Niet is gebleken van een specifieke rolverdeling. Uit jurisprudentie volgt dat indien verdachte onder omstandigheden wordt aangetroffen die op betrokkenheid bij het strafbare feit duiden, sprake kan zijn van een situatie waarin het uitblijven van een aannemelijk verklaring van belang kan zijn voor de beantwoording van de vraag of het tenlastegelegde ‘medeplegen’ kan worden bewezen. Die situatie doet zich hier voor. Verdachte wordt immers vaker met dezelfde personen, al dan niet in wisselende samenstellingen, onder verdachte omstandigheden (onder het blauwe poeder en met een mondkapje op) en slepend met druggerelateerde goederen op het perceel en in de schuur gezien. Vanaf het moment dat camerabeelden beschikbaar waren, medio november, is verdachte daarop te zien. De verdachte heeft hiervoor geen aannemelijke verklaring gegeven. De gedragingen van verdachte zijn van voldoende gewicht bij de totstandkoming van het delict. De rechtbank is daarom van oordeel dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking.
De rechtbank leidt uit deze bewijsmiddelen voorts af dat op 7 januari 2021 door [medeverdachte 3] vier zakken micro-cellulose de schuur in zijn gedragen. Op 11 januari 2021 zijn door de politie twee volle 20 kg-zakken micro-cellulose en één aangebroken 20 kg-zak met twee kilo poeder aangetroffen. Op basis hiervan is berekend dat 38 kilo microcellulose is gebruikt voor de productie van 149.000 pillen. Hieruit volgt naar het oordeel van de rechtbank dat deze productie kennelijk in vier dagen is gerealiseerd.
Op basis van de verklaring van [medeverdachte 1] en de sms-berichten die zij heeft ontvangen, stelt de rechtbank vast dat deze productie plaatsvond vanaf september 2020.
De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte als medepleger betrokken is geweest bij de productie van 149.000 pillen bevattende MDMA en/of amfetamine in de periode van 1 september 2020 tot en met 11 januari 2021.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij in
of omstreeksde periode van 1 september 2020 tot en met 11 januari 2021 te Bruchem, gemeente Zaltbommel,
althans in Nederlandtezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of vervaardigd,
in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad,(in totaal) ongeveer 149.000 pillen bevattende amfetamine en/of MDMA,
in elk geval een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine en/of MDMA,zijnde amfetamine en/of MDMA, (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,
dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1:
medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder B en D van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 180 dagen, waarvan 90 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren en tevens een taakstraf van 200 uur, subsidiair 100 dagen hechtenis.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen verweer gevoerd ten aanzien van de oplegging van straf en/of maatregel.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Ernst van het feit
Verdachte heeft zich gedurende vier maanden, samen met anderen, schuldig gemaakt aan de grootschalige productie van pillen die MDMA en/of amfetamine bevatten. Deze middelen vormen een gevaar voor de volksgezondheid en het gebruik ervan is bezwarend voor de samenleving, niet in de laatste plaats vanwege de daarmee gepaard gaande criminaliteit. Daarnaast wordt het chemisch afval dat ontstaat bij de productie van synthetische drugs vrijwel altijd illegaal gedumpt, wat schadelijk is voor het milieu. Verder zijn er ook risico’s verbonden aan het opslaan en bewerken van de verschillende chemische stoffen die bij de productie van synthetische drugs worden gebruikt, zoals brand, ontploffingsgevaar en het vrijkomen van giftige en bijtende dampen. Dit is niet alleen gevaarlijk voor de producenten van de drugs, maar ook voor de mensen die in de omgeving van de productieplaats of de opslagplaats wonen. Verdachte heeft kennelijk alleen gedacht aan zijn eigen financiële gewin en zich totaal niet bekommerd om de schadelijke gevolgen van zijn handelen voor anderen en het milieu.
Uit de bewijsmiddelen is naar het oordeel van de rechtbank vast komen te staan dat verdachte een essentiële rol in het geheel heeft gehad. Verdachte is betrokken geweest bij het opzetten en uitvoeren van het productieproces in de schuur.
Volgens de LOVS-oriëntatiepunten is bij de productie van deze hoeveelheden harddrugs het uitgangspunt dat langdurige gevangenisstraffen worden opgelegd. Verdachte heeft, berekend over een periode van vier dagen, 149.000 pillen geproduceerd, met een totaal gewicht van ongeveer 74.500 gram.
Persoon van verdachte
Uit het strafblad van verdachte van 11 november 2021 volgt dat hij niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld.
Conclusie
De officier van justitie lijkt bij haar eis aansluiting te hebben gezocht bij de straffen die de rechtbank aan medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] heeft opgelegd. Anders dan in die zaken ziet de rechtbank in de zaak van verdachte geen aanknopingspunten in de persoonlijke omstandigheden die tot afwijken van de LOVS-oriëntatiepunten nopen. Verdachte heeft ervoor gekozen zich niet bij de politie te melden, waardoor hij niet is verhoord. De politie heeft verdachte gesignaleerd om hem te kunnen verhoren maar ook dat heeft niet tot een aanhouding geleid. Er is geen reclasseringsrapport over verdachte opgesteld. Hij is niet ter terechtzitting verschenen. De rechtbank heeft dus geen informatie over de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarmee ten gunste van verdachte rekening moet worden gehouden. Op het gepleegde strafbare feit kan naar het oordeel van de rechtbank niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf van lange duur. De rechtbank zal verdachte daarom, conform de uitgangspunten van de LOVS-oriëntatiepunten, veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van vijftig maanden.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen:
- 47 van het Wetboek van Strafrecht;
- 2 en 10 van de Opiumwet.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een gevangenisstraf voor de duur van
50 maanden.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.E.W. van de Sande (voorzitter), mr. L.M. Vogel en
mr. F.M.C. Boesberg, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.M. Aalbers, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 27 december 2021.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant] van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Zuid, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2021008962 (ON5R021006/SYLVIUS), gesloten op 29 juli 2021 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van bevindingen, p. 566.
3.Proces-verbaal van bevindingen, p. 275-282; NFI-rapport, p. 317.
4.Proces-verbaal van bevindingen, p. 275-282.
5.Proces-verbaal van bevindingen, p. 396; proces-verbaal van bevindingen, p. 398.
6.Proces-verbaal van bevindingen, p. 423.
7.Proces-verbaal van bevindingen, p. 400.
8.Proces-verbaal van bevindingen, p. 403.
9.Proces-verbaal van bevindingen, p. 430-433.
10.Aanvullend proces-verbaal van bevindingen.
11.Proces-verbaal van bevindingen, p. 368-369.
12.Proces-verbaal van bevindingen, p. 377-378.
13.Proces-verbaal van bevindingen, p. 385-387.
14.Proces-verbaal van forensisch onderzoek, p. 561-562; NFI-rapport, p. 380-384.
15.Proces-verbaal van bevindingen, p. 411-412.
16.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] , p. 100-101.
17.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] , p. 105-106.
18.Proces-verbaal van bevindingen, p. 366-367.