ECLI:NL:RBGEL:2021:7121

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
16 december 2021
Publicatiedatum
28 december 2021
Zaaknummer
C/05/397039 KG RK 21-896
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek tegen kantonrechter na uitspraak in hoofdzaak

In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland op 16 december 2021 uitspraak gedaan over een verzoek tot wraking van de kantonrechter, mr. M.J.H. Schuurman. Het wrakingsverzoek werd ingediend door verzoekster na de mondelinge uitspraak in de hoofdzaak, die op 25 november 2021 had plaatsgevonden. De wrakingskamer oordeelde dat verzoekster niet-ontvankelijk was in haar verzoek, omdat het verzoek tot wraking was gedaan na de sluiting van het onderzoek en de uitspraak in de hoofdzaak. De wet staat niet toe dat een verzoek tot wraking wordt ingediend nadat de behandeling van de zaak is beëindigd door een einduitspraak. De wrakingskamer baseerde haar beslissing op artikel 9.1 van het Wrakingsprotocol van de rechtbank Gelderland en verwijzingen naar eerdere arresten van de Hoge Raad. Aangezien verzoekster niet-ontvankelijk werd verklaard, werd er afgezien van een mondelinge behandeling en werd er onmiddellijk uitspraak gedaan.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND, locatie Arnhem

Wrakingskamer
zaaknummer: C/05/397039 KG RK 21-896
beslissing van
van de meervoudige wrakingskamer van de rechtbank op het verzoek van
[verzoeker] ,
hierna te noemen: verzoekster,
strekkende tot de wraking van
mr. M.J.H. Schuurman,
rechter in deze rechtbank,
hierna te noemen: de rechter.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 25 november 2021.

2.Het wrakingsverzoek

2.1.
Het verzoek strekt tot wraking van de kantonrechter in de zaak met zaakgegevens 9033020\ BM VERZ 21-906 (de hoofdzaak).

3.De beoordeling

3.1.
De wrakingskamer begrijpt uit de inhoud van het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 25 november 2021 dat het verzoek om wraking is gericht tegen de kantonrechter die de mondelinge uitspraak heeft gedaan.
3.2.
De wrakingskamer overweegt dat een verzoek tot wraking in beginsel ter zitting wordt behandeld. De wrakingskamer kan het verzoek tot wraking op grond van artikel 9.1 aanhef en sub c van het Wrakingsprotocol rechtbank Gelderland zonder behandeling ter zitting aanstonds afdoen wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid van het wrakingsverzoek, indien het verzoek is ingediend na het tijdstip waarop in de hoofdzaak einduitspraak is of wordt gedaan. De wet voorziet niet in de mogelijkheid om, wanneer de behandeling van een zaak is geëindigd door het doen van een einduitspraak, wraking te verzoeken van een rechter die deze uitspraak heeft gedaan (verwezen wordt naar de arresten van de Hoge Raad van 13 april 2010, ECLI:NL:2010:BJ9926, en 2 november 2010, ECLI:NL:2010:BN2366).
3.3.
De kantonrechter heeft op 25 november 2021 mondeling uitspraak gedaan in de hoofdzaak, waarmee de behandeling van die zaak is beëindigd. Uit het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 25 november 2021 blijkt dat verzoekster pas na de sluiting van het onderzoek en het uitspreken van de mondelinge uitspraak de kantonrechter heeft gewraakt. Nu het verzoek tot wraking is gedaan na de uitspraak in de hoofdzaak, is verzoekster (kennelijk) niet-ontvankelijk in haar wrakingsverzoek.
3.4.
Gelet op het voorgaande is verzoekster kennelijk niet-ontvankelijk in haar verzoek. Op grond daarvan wordt van een mondelinge behandeling afgezien en zal onmiddellijk uitspraak worden gedaan.

4.Beslissing

De wrakingskamer van de rechtbank verklaart verzoekster niet-ontvankelijk in het wrakingsverzoek.
Deze beslissing is gegeven door mr. drs. A. Tegelaar, voorzitter, mr. J.A. van Schagen en mr. D.R. Sonneveldt, rechters, in tegenwoordigheid van [griffier] , griffier.
De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 16 december 2021.
griffier
voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open