ECLI:NL:RBGEL:2021:7119

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
27 december 2021
Publicatiedatum
28 december 2021
Zaaknummer
05/023775-21
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor de productie en het bezit van MDMA en amfetamine

Op 27 december 2021 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het produceren en in bezit hebben van MDMA- en amfetaminepillen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zestig maanden, wat hoger is dan de eis van de officier van justitie, vanwege het ontbreken van informatie over de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarnaast is de verdachte verplicht om een bedrag van € 464.097,60 te betalen aan wederrechtelijk verkregen voordeel. De zaak kwam voort uit een onderzoek dat op 11 januari 2021 werd ingesteld naar aanleiding van een melding over een productieplaats voor synthetische drugs in Bruchem, gemeente Zaltbommel. Tijdens het onderzoek werden aanzienlijke hoeveelheden MDMA en amfetamine aangetroffen, evenals apparatuur die gebruikt werd voor de productie van deze drugs. De rechtbank concludeerde dat de verdachte betrokken was bij de productie van ongeveer 149.000 pillen en dat hij samen met anderen handelde. De rechtbank oordeelde dat de verdachte een essentiële rol speelde in het productieproces en dat zijn gedragingen duiden op een nauwe en bewuste samenwerking met anderen. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de gevolgen voor de volksgezondheid en het milieu meegewogen in de strafmaat.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/023775-21
Datum uitspraak : 27 december 2021
Verstek
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1986 te [geboorteplaats] (Marokko),
BRP-adres: [adres 1] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 13 december 2021. Verdachte is niet verschenen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 september 2020 tot en met 11 januari 2021 te Bruchem, gemeente Zaltbommel, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of vervaardigd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, (in totaal) ongeveer 149.000 pillen bevattende amfetamine en/of MDMA, in elk geval een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine en/of MDMA, zijnde amfetamine en/of MDMA, (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2.
hij op of omstreeks 11 januari 2021 te Bruchem, gemeente Zaltbommel tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad
- ongeveer 18.126 pillen bevattende amfetamine, in elk geval een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine en/of
- ongeveer 1.958 pillen en/of 0,852 kilogram blauw poeder bevattende MDMA, in elk geval een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA,
(telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten 1 en 2.
Beoordeling door de rechtbank
Aangetroffen situatie
Op 11 januari 2021 is naar aanleiding van een MMA-melding een onderzoek ingesteld op het perceel aan de [adres 2] (gemeente Zaltbommel). Het perceel is eigendom van [medeverdachte 1] . In de schuur is door de politie een productieplaats voor synthetische drugs aangetroffen.
In ruimte A (het voorste gedeelte van de schuur) en ruimte B (het achterste gedeelte van de schuur) zijn door de Landelijke Faciliteit Ondersteuning Ontmantelen (LFO) goederen gevonden die direct te relateren zijn aan de illegale vervaardiging en/of bewerking van verdovende middelen, waarbij specifiek de volgende goederen worden genoemd:
- een tabletteermachine, 9-station Chinese rondloper. Van de 9 stations waren 6 stations voorzien van stempels en matrijzen. Deze waren vervuild met oranje poeder. Deze tabletteermachine was aangesloten op een frequentieregelaar. Bij het in werking stellen van de tabletteermachine was deze ingesteld op een bepaalde snelheid. Proefondervindelijk werd vastgesteld dat met deze snelheid circa 17.280 tabletten per uur geproduceerd konden worden. De restanten poeder in de tabletteermachine bevatten volgens het NFI een lage concentratie MDMA en amfetamine;
- een crusher (maalmachine) met daarin poeder, volgens het NFI bevattende MDMA;
- stempels en matrijzen met een [naam 1] , [naam 2] of [naam 3] logo. Het roze tablet uit de matrijs met het [naam 3] logo bevatte volgens het NFI een lage concentratie amfetamine;
- 1.958 donker- en lichtblauwe pillen met een [naam 2] logo, waarbij de donkerkleurige pillen volgens het NFI een lage concentratie MDMA bevatten;
- 0,852 kilogram blauw poeder, dat volgens het NFI een lage concentratie MDMA bevatte;
- 12.676 oranje pillen, die volgens het NFI een lage concentratie amfetamine bevatten;
- een lege zak van 20 kilogram micro-cellulose; en
- een zak van 20 kilogram met daarin nog een restant van 2 kilogram micro-cellulose. [2]
Micro-cellulose is een hulpstof voor het tabletteren. Zowel in ruimte A als B was een laag gekleurd poeder aanwezig. Tevens was al het aanwezige spinrag en aangebrachte isolatiemateriaal met dit gekleurde poeder bedekt. Ook waren tussen de betonnen tegels aanzienlijk hoeveelheden van dit poeder en restanten van tabletten aanwezig. Dat duidt volgens het LFO op een productie gedurende langere tijd. De circa 38 kilogram verbruikte micro-cellulose duidt op een productie van ongeveer 149.000 tabletten. Bij die berekening is het LFO uitgegaan van het gewicht van het zwaarste tablet en een lage dosering MDMA. [3]
Daarnaast heeft de politie in de woning van [medeverdachte 1] op de begane grond in een kast een plastic zak met 700 pillen aangetroffen: lichtblauwe pillen met een [naam 4] -logo en donkerblauwe pillen met een [naam 3] -logo en een [naam 2] -logo. De verhouding tussen de [naam 4] -pillen enerzijds en de [naam 3] / [naam 2] -pillen anderzijds is 50/50. De pillen met het [naam 4] -logo zijn indicatief getest en testten positief op MDMA. De pillen met het [naam 3] - en [naam 2] -logo zijn getest door het NFI en bevatten amfetamine. Tevens vond de politie op de begane grond naast een kast een plastic zak met 4.750 oranje pillen met een [naam 1] logo, die volgens het NFI een lage concentratie amfetamine bevatten. [4]
Gelet op de aard van de aangetroffen goederen en grondstoffen en de conclusies van het NFI, staat voor de rechtbank vast dat de schuur was ingericht en is gebruikt voor de productie van (minimaal) 149.000 pillen bevattende MDMA en/of amfetamine. De rechtbank ziet zich vervolgens voor de vraag gesteld of verdachte betrokken is geweest bij de productie en zo ja, hoe deze betrokkenheid moet worden geduid.
Betrokkenheid verdachte
Toen de politie op 11 januari 2021 de woning binnenkwam, was verdachte daar aanwezig, maar hij is gevlucht terwijl de politie de schuur onderzocht. [5]
Rondom de woning bevonden zich camera’s. Deze zijn door de politie uitgekeken.
Op de camerabeelden van 28 november 2020 is te zien dat [medeverdachte 2] omstreeks 12:06 uur met [medeverdachte 3] de woning van [medeverdachte 1] binnengaat. Kort daarna lopen ze samen met verdachte naar de schuur en hebben ze alle drie een speciekuip vast. Daarna vertrekken [medeverdachte 1] en verdachte samen met de auto en komen omstreeks 13:38 uur terug op het perceel. Verdachte haalt uit de kofferbak een vierkant onderdeel van een pillenmachine. [medeverdachte 1] loopt omstreeks 13:43 uur langs het onderdeel en gaat de schuur in. Verdachte brengt het onderdeel naar de schuur. [medeverdachte 2] verlaat omstreeks 14:13 uur kort het perceel en gaat omstreeks 15:34 uur weer de schuur in. Op 11 januari 2021 zijn in de schuur meerdere (soortgelijke) zwarte kuipen aangetroffen met daarin oranje poeder. [6]
Op de camerabeelden van 24 december 2020 is te zien dat [medeverdachte 2] omstreeks 12:41 uur aan komt lopen vanuit de richting van de poort naar het parkeerterrein en voor zijn borst een zak micro-cellulose draagt. [7]
Op de camerabeelden van 25 december 2020 is te zien dat [medeverdachte 2] omstreeks 11:52 uur uit de richting van de schuur komt, terwijl zijn hele kleding nagenoeg blauw gekleurd is. Zijn nek, gezicht en haren zijn bedekt met een blauwe stof. Hij draagt vermoedelijk blauwe handschoenen. [medeverdachte 2] gaat vervolgens de woning van [medeverdachte 1] in. Omstreeks 12:01 uur komt hij uit de woning waarbij zijn gezicht iets minder blauw lijkt. Terwijl [medeverdachte 2] terugloopt naar de schuur komt er blauwe stof uit zijn haren. Verdachte loopt achter hem aan de schuur in. In de schuur is op 11 januari 2021 onder andere blauwe kleurstof aangetroffen met daarin MDMA. [8]
Op de camerabeelden van 27 december 2020 is te zien dat [medeverdachte 3] omstreeks 01:52 uur met twee andere personen de schuur in gaat. NNman1 doet een mondkapje op voordat hij de schuur in gaat. Omstreeks 05:01 uur komt [medeverdachte 3] uit de schuur, loopt naar een auto en haalt daar een tas uit. De auto waarin de drie personen eerder die nacht arriveerden, staat op naam van [medeverdachte 2] . Vanaf 09:21 uur is te zien dat meerdere personen, waaronder verdachte en [medeverdachte 2] , met gevulde bigshoppers in en uit de schuur lopen en deze tassen in de kofferbak van een auto leggen. Te zien is dat verdachte zowel in de ochtend als in de middag meerdere malen de schuur in- en uitloopt.
Omstreeks 13:40 uur komt verdachte de schuur uitlopen met in iedere hand een grote bigshopper. Hij opent de kofferbak van de [merk 1] en zet beide, gevuld ogende, tassen in de kofferbak. Vervolgens komt NNman1 uit de schuur met in beide handen een bigshopper, die ook vol lijken te zijn. Verdachte komt achter hem aan lopen met een tas en geeft deze aan NNman1. Deze doet de tas in de kofferbak. NNman1 tilt een bigshopper op, aan zijn lichaamshouding te zien is de inhoud zwaar. Hij plaatst de tas op de grond voor de bijrijdersstoel. [medeverdachte 2] vertrekt met de auto. Om 13:53 komt [medeverdachte 2] terug op het perceel en gaat wederom de schuur in. Rond 16:09 uur komen NNman1 en NNman 3 uit de schuur. Een auto, met als bestuurder een persoon die als [medeverdachte 4] wordt herkend, komt het perceel opgereden. NNman1 en NNman3 gaan weer richting de schuur en [medeverdachte 4] opent de kofferbak van de auto. NNman3 komt de schuur uitgelopen met een vierkante plaat met een groot rond gat in het midden. Deze plaat wordt herkend als een onderdeel van een pillenmachine. Het onderdeel wordt in de kofferbak gelegd, terwijl [medeverdachte 4] erbij staat. Daarna is te zien dat [medeverdachte 3] , met zijn capuchon op en terwijl hij een mondkapje draagt, uit de schuur komt met een onderdeel van een pillenmachine. Het onderdeel wordt door NNman1 in de auto gelegd. Daarna loopt [medeverdachte 3] terug de schuur in. Omstreeks 16:27 uur komen NNman1, [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] uit de schuur en vertrekken samen in dezelfde auto. [9]
Op de camerabeelden van 3 januari 2021 is te zien dat er net na 02:00 uur een vrachtauto op het perceel was met zes personen er omheen. [10]
Op de camerabeelden van 7 januari 2021 is te zien dat verdachte rond 20:00 uur vier zakken uit de auto de schuur in tilt. De eerste zak komt overeen met de verpakking van micro-cellulose. De vier zakken komen qua formaat exact met elkaar overeen. [11]
Op de camerabeelden van 8 januari 2021 is te zien dat een NNman (die later is herkend als [medeverdachte 5] ) [12] de schuur opent en iets wat op speciekuipen lijkt en bigshoppers vanuit de bus (met kenteken [kenteken 1] ) naar de schuur brengt. [medeverdachte 5] , [medeverdachte 1] en verdachte praten met elkaar. [13] In de bus zijn drugsresten aangetroffen die volgens het NFI amfetamine en MDMA bevatten. [14]
Op de camerabeelden van 9 januari 2021 is te zien dat [medeverdachte 3] omstreeks 09:36 uur met een ogenschijnlijk zware koffer vanuit de schuur naar de [merk 2] , die op naam staat van [medeverdachte 2] , loopt en de koffer in de kofferbak legt. De rechterzijde van de broek van [medeverdachte 3] is vuil. [medeverdachte 3] loopt terug de schuur in. Daarna komt [medeverdachte 3] nogmaals terug uit de schuur met een bigshopper. De inhoud van de bigshopper is oranje van kleur. [medeverdachte 3] laadt de tas in de kofferbak en verlaat om 09:41 uur het terrein met de auto. [15]
Op 11 januari 2021 is in een schuur op het perceel aangetroffen een [merk 1] , met kenteken [kenteken 2] . Achter de woning stond een [merk 3] , met kenteken [kenteken 3] . [16] Beide kentekens stonden op naam van verdachte. [17] In de [merk 3] werd in een vakje bij de middenconsole een matrijs aangetroffen. In een matrijs wordt tabletteerpoeder door een boven- en onderstempel samengeperst tot een tablet. De aangetroffen matrijs lijkt zeer waarschijnlijk gebruikt te zijn voor tabletten zoals op de bijgevoegde foto met daarop één [naam 1] XTC tablet, die in groten getale in de schuur en woning zijn aangetroffen. [18] In de [merk 1] werd blauw poeder aangetroffen op de laadvloer en poeder op de wielkast. [19] Het poeder op de wielkast bevat een lage concentratie amfetamine en de bulk is (micro)cellulose. [20]
[medeverdachte 1] heeft verklaard dat een persoon, die zij ‘ [bijnaam 1] ’ of ‘ [bijnaam 2] ’ noemt, haar in de herfst van 2020 vroeg of hij bij haar pillen mocht draaien. Daarvoor bood hij geld aan. [21] [verdachte] (de rechtbank begrijpt: verdachte) en die Turk hebben toen een pillenmachine in haar schuur gezet. Dat zou in september geweest kunnen zijn. [22] Verdachte logeerde sinds mei/juni 2020 bij haar. [23] Tevens heeft zij direct na de inval verklaard dat verdachte verantwoordelijk was voor de aangetroffen drugs. Het is de politie bekend dat verdachte bij [medeverdachte 1] woont in de genoemde woning. [24]
De telefoon van [medeverdachte 1] is door de politie uitgelezen. Op 27 september 2020 ontving zij tussen 19:41 en 20:03 uur de volgende sms-berichten van het nummer + [telefoonnummer] :
“Neem je kk telefoon dan op waarom bel je dan niet je moet ophouden om op te hangen der liggen nog veel pillen bij je thuis wat je zelf ook weet je kan beter opnemen voor ik nog politie ga bellen”.
“Eerst laat je mensen drukken daarna ga je nu weer slachtoffer uithangen ik geef je vanavond nog de gelegenheid om terug te bellen bel je niet dan zal ik vertellen wat ik gezien heb bij jou thuis. Jou tijd van slachtoffer uithangen is voorbij”.
"Ik wii je verhaal aanhoren wat die kk malloot heeft gezegd dunne heb ik ai gesproken idioot die is er morgen ook"
Conclusie
De rechtbank leidt uit deze bewijsmiddelen af dat verdachte betrokken is geweest bij de productie van pillen die MDMA en/of amfetamine bevatten. Verdachte verbleef op het perceel, hij was op verschillende momenten in de tenlastegelegde periode in de schuur (de productieplaats) aanwezig, hij was daar voor langere tijd en ook in de nachtelijke uren, hij voerde eindproducten af en liep met (onderdelen) van een pillenmachine heen en weer.
De rechtbank acht eveneens bewezen dat verdachte dit samen deed met anderen. Niet is gebleken van een specifieke rolverdeling. Uit jurisprudentie volgt dat indien verdachte onder omstandigheden wordt aangetroffen die op betrokkenheid bij het strafbare feit duiden, sprake kan zijn van een situatie waarin het uitblijven van een aannemelijk verklaring van belang kan zijn voor de beantwoording van de vraag of het tenlastegelegde ‘medeplegen’ kan worden bewezen. Die situatie doet zich hier voor. Verdachte wordt immers vaker met dezelfde personen, al dan niet in wisselende samenstellingen, onder verdachte omstandigheden (onder het blauwe poeder en met een mondkapje op) en slepend met druggerelateerde goederen op het perceel en in de schuur gezien. De verdachte heeft hiervoor geen aannemelijke verklaring gegeven. Hij is er vandoor gegaan toen de politie aan de deur kwam, en heeft zich ook op een later moment niet gemeld. De gedragingen van verdachte zijn van voldoende gewicht bij de totstandkoming van het delict. De rechtbank is daarom van oordeel dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking.
De rechtbank leidt uit deze bewijsmiddelen voorts af dat op 7 januari 2021 door verdachte vier zakken micro-cellulose de schuur in zijn gedragen. Op 11 januari 2021 zijn door de politie twee volle 20 kg-zakken micro-cellulose en één aangebroken 20 kg-zak met twee kilo poeder aangetroffen. Op basis hiervan is berekend dat 38 kilo microcellulose is gebruikt voor de productie van 149.000 pillen. Hieruit volgt naar het oordeel van de rechtbank dat deze productie kennelijk in vier dagen is gerealiseerd.
Op basis van de verklaring van [medeverdachte 1] en de sms-berichten die zij heeft ontvangen, stelt de rechtbank vast dat deze productie plaatsvond vanaf september 2020.
De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte als medepleger betrokken is geweest bij de productie van 149.000 pillen bevattende MDMA en/of amfetamine in de periode van 1 september 2020 tot en met 11 januari 2021 (feit 1).
Daarnaast en in het licht van het voorgaande, vindt de rechtbank ook bewezen dat verdachte samen met (een) ander(en) opzettelijk MDMA en amfetamine aanwezig heeft gehad (feit 2). De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat (een deel van) de pillen en het poeder dat in de woning en in de schuur is aangetroffen in het zicht heeft gelegen. Het betroffen daarnaast ruimtes waar verdachte, als bewoner van het perceel geregeld, kwam. Verdachte kon dan ook over de drugs beschikken. Bovendien komen de pillen qua uiterlijk danwel samenstelling overeen met de pillen die verdachte zelf heeft geproduceerd.
De hoeveelheden pillen zoals tenlastegelegd kunnen niet geheel bewezen worden. Voor de amfetaminepillen komt de rechtbank tot een hoeveelheid van 12.676+4750+350= 17.776. Van de 1.958 ten laste gelegde MDMA-pillen is in een gedeelte van de geteste pillen geen MDMA aangetroffen. Welk gedeelte van deze pillen wel of geen MDMA bevat, is niet onderzocht en kan de rechtbank dus niet vaststellen.
Van de ongeveer 350 [naam 4] -pillen is slechts de uitslag van een indicatieve test beschikbaar, hetgeen zonder andere bewijsmiddelen onvoldoende is voor de conclusie dat de pillen MDMA bevatten. Deze lijken overigens in het totaal van de ten laste gelegde amfetamine-pillen te zijn betrokken.
Samenvattend acht de rechtbank bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan hetgeen onder feit 1 en feit 2 is ten laste gelegd.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij in
of omstreeksde periode van 1 september 2020 tot en met 11 januari 2021 te Bruchem, gemeente Zaltbommel,
althans in Nederlandtezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of vervaardigd,
in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad,(in totaal) ongeveer 149.000 pillen bevattende amfetamine en/of MDMA,
in elk geval een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine en/of MDMA,zijnde amfetamine en/of MDMA, (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,
dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2.
hij op
of omstreeks11 januari 2021 te Bruchem, gemeente Zaltbommel tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen,opzettelijk aanwezig heeft gehad
-
ongeveer 18.126pillen bevattende amfetamine,
in elk geval een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine,zijnde amfetamine en
/of-
ongeveer 1.958pillen en
/of0,852 kilogram blauw poeder bevattende MDMA,
in elk geval een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA,zijnde MDMA,
(telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,
dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1:
medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder B en D van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
feit 2:
medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 280 dagen, waarvan 140 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren en tevens een taakstraf van 240 uur, subsidiair 120 dagen hechtenis.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Ernst van het feit
Verdachte heeft zich gedurende vier maanden, samen met anderen, schuldig gemaakt aan de grootschalige productie van pillen die MDMA en/of amfetamine bevatten. Deze middelen vormen een gevaar voor de volksgezondheid en het gebruik ervan is bezwarend voor de samenleving, niet in de laatste plaats vanwege de daarmee gepaard gaande criminaliteit. Daarnaast wordt het chemisch afval dat ontstaat bij de productie van synthetische drugs vrijwel altijd illegaal gedumpt, wat schadelijk is voor het milieu. Verder zijn er ook risico’s verbonden aan het opslaan en bewerken van de verschillende chemische stoffen die bij de productie van synthetische drugs worden gebruikt, zoals brand, ontploffingsgevaar en het vrijkomen van giftige en bijtende dampen. Dit is niet alleen gevaarlijk voor de producenten van de drugs, maar ook voor de mensen die in de omgeving van de productieplaats of de opslagplaats wonen. Verdachte heeft kennelijk alleen gedacht aan zijn eigen financiële gewin en zich totaal niet bekommerd om de schadelijk gevolgen van zijn handelen voor anderen en het milieu. Daarnaast heeft verdachte op 11 januari 2021 samen met een ander opzettelijk een hoeveelheid MDMA en amfetamine aanwezig gehad.
Uit de bewijsmiddelen is naar het oordeel van de rechtbank vast komen te staan dat verdachte een essentiële rol in het geheel heeft gehad. Verdachte is betrokken geweest bij het opzetten van de productieplaats en het uitvoeren van het productieproces in de schuur.
Volgens de LOVS-oriëntatiepunten is bij de productie van deze hoeveelheden harddrugs het uitgangspunt dat langdurige gevangenisstraffen worden opgelegd. Verdachte heeft, berekend over een periode van vier dagen, 149.000 pillen geproduceerd, met een totaal gewicht van ongeveer 74.500 gram en heeft hij een grote hoeveelheid MDMA en amfetamine aanwezig gehad.
Persoon van verdachte
Uit het strafblad van verdachte van 21 oktober 2021 volgt dat verdachte op 27 november 2017 voor een soortgelijk feit is veroordeeld. Kennelijk heeft verdachte hier geen lering uit getrokken, want het heeft hem er niet van weerhouden onderhavige feiten te plegen. Daarnaast volgt uit het strafblad van verdachte dat artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing is, gelet op de strafbeschikking die op 23 maart 2021 aan verdachte is opgelegd.
Conclusie
De officier van justitie lijkt bij haar eis aansluiting te hebben gezocht bij de straffen die de rechtbank aan medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] heeft opgelegd. Anders dan in die zaken ziet de rechtbank in de zaak van verdachte geen aanknopingspunten in de persoonlijke omstandigheden die tot afwijken van de LOVS-oriëntatiepunten nopen. Verdachte heeft ervoor gekozen zich niet bij de politie te melden, waardoor hij niet is verhoord. De politie heeft verdachte gesignaleerd om hem te kunnen verhoren, maar ook dat heeft niet tot een aanhouding geleid. Er is geen reclasseringsrapport over verdachte opgesteld. Hij is niet ter terechtzitting verschenen. De rechtbank heeft dus geen informatie over de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarmee ten gunste van verdachte rekening moet worden gehouden. Op de gepleegde strafbare feiten kan naar het oordeel van de rechtbank niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf van lange duur. De rechtbank zal verdachte daarom, in aansluiting op de uitgangspunten van de LOVS-oriëntatiepunten, veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van zestig maanden.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen:
- 47, 57 en 63 van het Wetboek van Strafrecht;
- 2 en 10 van de Opiumwet.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een gevangenisstraf voor de duur van
60 maanden.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.E.W. van de Sande (voorzitter), mr. L.M. Vogel en
mr. F.M.C. Boesberg, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.M. Aalbers, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 27 december 2021.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant] van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Zuid, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2021008962 (ON5R021006/SYLVIUS), gesloten op 29 juli 2021 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van bevindingen, p. 275-282; NFI-rapport, p. 317.
3.Proces-verbaal van bevindingen, p. 275-282.
4.Proces-verbaal van bevindingen, p. 319-320; proces-verbaal van bevindingen, p. 277; NFI-rapport, p. 317-318.
5.Proces-verbaal van bevindingen, p. 16-17; proces-verbaal van bevindingen, p. 566.
6.Proces-verbaal van bevindingen, p. 423.
7.Proces-verbaal van bevindingen, p. 400.
8.Proces-verbaal van bevindingen, p. 403.
9.Proces-verbaal van bevindingen, p. 430-433.
10.Aanvullend proces-verbaal van bevindingen.
11.Proces-verbaal van bevindingen, p. 368-369.
12.Proces-verbaal van bevindingen, p. 377-378.
13.Proces-verbaal van bevindingen, p. 385-387.
14.Proces-verbaal van forensisch onderzoek, p. 561-562; NFI-rapport, p. 380-384.
15.Proces-verbaal van bevindingen, p. 411-412.
16.Proces-verbaal van bevindingen p.16-17.
17.Proces-verbaal van bevindingen, p 339-240.
18.Proces-verbaal van bevindingen, p. 341.
19.Proces-verbaal van bevindingen, p. 350.
20.NFI-rapport van 26 februari 2021, p. 317.
21.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] , p. 100-101.
22.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] , p. 105-106.
23.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] , p. 78.
24.Proces-verbaal van aanhouding verdachte [medeverdachte 1] , p. 30.