ECLI:NL:RBGEL:2021:7077

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
21 december 2021
Publicatiedatum
27 december 2021
Zaaknummer
05/780066-18
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van echtpaar voor drugshandel, wapenbezit en illegale energieafname

Op 21 december 2021 heeft de Rechtbank Gelderland een echtpaar uit Bemmel veroordeeld voor het aanwezig hebben van grote hoeveelheden drugs, het exploiteren van een hennepkwekerij, wapenbezit en het illegaal afnemen van elektriciteit en gas. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, samen met zijn echtgenote, opzettelijk handelde in strijd met de Opiumwet door meer dan 75 kilo aan drugs, waaronder hennep, hasj en heroïne, te bezitten en te verhandelen. Daarnaast werd vastgesteld dat er diverse vuurwapens en munitie in hun woning aanwezig waren, wat de ernst van de situatie onderstreepte. De rechtbank concludeerde dat de verdachte en zijn echtgenote op de hoogte waren van de illegale activiteiten die op hun perceel plaatsvonden, mede door de aangetroffen bewijsmiddelen zoals een hennepkwekerij en de aanwezigheid van contant geld dat vermoedelijk afkomstig was van drugshandel. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 10 maanden geëist, maar de rechtbank legde uiteindelijk een gevangenisstraf van 9 maanden op, samen met een geldboete van € 40.000,00. De rechtbank benadrukte de impact van de criminele activiteiten op de maatschappij en de volksgezondheid.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/780066-18
Datum uitspraak : 21 december 2021
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1957 in [geboorteplaats] , wonende aan de [adres] ,
raadsman: mr. J.A. Schadd, advocaat in Arnhem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1. hij op of omstreeks 6 juni 2018 te Bemmel, gemeente Lingewaard, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen opzettelijk heeft geteeld, bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, (in een woning en/of in een of meer andere pand(en)/ruimten, gelegen op perceel [adres] ), (een) grote hoeveelhe(i)d(en) als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet,
te weten
- 366, althans een grote hoeveelheid hennepplanten en/of delen daarvan en/of
- 14 kilogram, althans een grote hoeveelheid henneptoppen en/of
- 32 kilogram, althans een grote hoeveelheid hennepgruis en/of
- 28 kilogram, althans een grote hoeveelheid hash en/of
in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep en/of hash (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, art 47 Wetboek van Strafrecht;
2. hij in of omstreeks de periode van 1 oktober 2017 tot en met 5 juni 2018 te Bemmel, gemeente Lingewaard, tezamen en in vereniging met (een) ander(en) en/of alleen (telkens) opzettelijk heeft geteeld, bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of
vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad ( in een woning en/of in een of meer andere pand(en)/ruimten, gelegen op perceel [adres] ), (een) grote hoeveelhe(i)d(en) als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet, te weten (een) grote hoeveelhe(i)d(en) hennepplanten en/of delen daarvan en/of hennephars en/of hash in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep en/of hash (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel
aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, art 47 Wetboek van Strafrecht
3. hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 oktober 2017 tot en met 6 juni 2018 te Bemmel, gemeente Lingewaard tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal (telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een
valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van
- 19.682 kWh, althans een hoeveelheid electriciteit en/of
- 963 kubieke meter gas, althans een hoeveelheid gas,
in elk geval enig goed, en/of het teniet doen van een inschuld, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven (telkens) valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk
- een sterke magneet op de electriciteitsmeter geplaatst of laten plaatsen (waardoor het telwerk van de electrische installatie tot stilstand gebracht of vertraagd werd) en/of
- een illegale stroomaansluiting gemaakt of laten maken en/of
- in de woning ( [adres] ) de bij deze woning behorende gasmeter verwijderd of laten verwijderen en/of een andere gasmeter geplaatst of laten plaatsen,
waardoor [slachtoffer] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte(n), dan wel (een) inschuld(en) aan [slachtoffer] teniet werd(en) gedaan;
4. hij in of omstreeks de periode van 1 december 2017 tot en met 6 juni 2018 te Bemmel, gemeente Lingewaard, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen een of meer (vuur)wapen(s) van categorie III (onder 1) , te weten
- een pistool merk [merk 1] , kaliber 9 X 19 mm) en/of
- een voor dit wapen geschikt patroonmagazijn en/of munitie van categorie III, te weten
- tien, althans een aantal voor dit wapen geschikte kogelpatronen (merk [merk 2] , kaliber 9 mm Luger) voorhanden heeft gehad;
5. hij op of omstreeks 6 juni 2018 te Bemmel, gemeente Lingewaard, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen een (vuur) wapen van categorie III (onder 1) , te weten een hagel/kogelgeweer ( [merk 3] , kaliber 12/12 9x 74 r) voorhanden heeft gehad;
6. hij op of omstreeks 6 juni 2018 te Bemmel, gemeente Lingewaard, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen een (vuur)wapen van categorie III (onder 1), te weten
- een geweer ( [merk 4] ) en/of
munitie van categorie III, te weten
- acht, althans een aantal voor dit wapen geschikte (kogel)patronen ( [merk 5] , kaliber 30-06 springfield) en/of
- 51, althans een aantal voor dit wapen geschikte (kogel)patronen ( [merk 6] )
voorhanden heeft gehad;
7. hij op of omstreeks 06 juni 2018 te Bemmel, gemeente Lingewaard, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen
- een wapen van categorie II, onder 4 van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen(merk onbekend, kaliber .22 lr) zijnde een vuurwapen dat uiterlijk geleek op een sleutelhanger, althans op een ander voorwerp dan een wapen, en/of
- munitie van categorie III, te weten twee voor dit wapen geschikte patronen (kaliber .22 lr) voorhanden heeft gehad;
8. hij op of omstreeks 06 juni 2018 te Bemmel, gemeente Lingewaard, een wapen van categorie I, onder 4° van de Wet wapens en munitie, te weten een blank wapen, namelijk een mes, dat uiterlijk gelijkt op een riemgesp, althans op een ander voorwerp, voorhanden heeft gehad.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Deze zaak is gelijktijdig, maar niet gevoegd, behandeld met de zaak (parketnummer: 05/780067-18) tegen medeverdachte [medeverdachte] , de echtgenote van verdachte. Zij wordt in dit vonnis verder aangeduid als [medeverdachte] . Verdachte wordt in dit vonnis aangeduid als verdachte dan wel [verdachte] .
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat verdachte dient te worden vrijgesproken van feit 7, maar dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de overige tenlastegelegde feiten.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit voor de feiten 1, 2, 3, 6 en 7. Kort samengevat heeft hij gesteld dat verdachte niet op de hoogte was van de aangetroffen drugs, hennepkwekerij en wapens bedoeld in de feiten 6 en 7. Het perceel van verdachte en zijn vrouw is zeer groot en er verblijven ook volwassen kinderen die zijn veroordeeld of belastend hebben verklaard met betrekking tot elkaar over drugs en/of wapens. Niet alle verbalisanten hebben een henneplucht geroken en de verbalisanten die wel die lucht hebben geroken, roken de henneplucht niet overal op het perceel. Daarbij komt dat verdachte in de tenlastegelegde periode grotendeels in België verbleef, aldus de raadsman.
Beoordeling door de rechtbank
Op 6 juni 2018 kreeg de politie melding van een schietincident op het adres van [verdachte] en [medeverdachte] : [adres] (hierna: de woning). Hun zoon [naam 1] (hierna te noemen: [naam 1] ) bleek de zoon van [medeverdachte] , [naam 2] (hierna: [naam 2] ), te hebben neergeschoten. In het hierop ingestelde onderzoek is besloten een uitgebreide doorzoeking van het perceel van [verdachte] en [medeverdachte] te verrichten. [2]
De raadsman heeft opmerkingen gemaakt over deze doorzoeking, maar heeft daar geen conclusie aan verbonden. Daarmee is geen uitdrukkelijk onderbouwd standpunt ingenomen. De rechtbank ziet geen aanleiding in te gaan op de rechtmatigheid van deze doorzoeking.
Bij de doorzoeking zijn diverse drugs, drugsgerelateerde goederen, hennepkwekerijen, vuurwapens en een grote hoeveelheid geld aangetroffen. Het gaat onder meer om het volgende:
De aangetroffen drugs
De volgende drugs werden aangetroffen: [3]
in de schuur
28 kilo hasjblokken, in een halfopen sporttas onder een crossmotor; [4]
  • een blauwe ton met ruim 9 kilo hennepgruis;
  • meerdere (grip)zakken henneptoppen of -gruis, aangetroffen in een kleine ruimte onder de trap, in een wit krat in de barruimte, in een doos in een lade van het keukenblok in de schuur en een zakje in de ruimte waar ook de pomp van het zwembad stond;
  • meerdere (grip)zakken hennep(toppen of gruis), aangetroffen op het systeemplafond in meerdere ruimtes, waaronder 12 grote zakken hennepgruis van in totaal 20,51 kilo;
  • meerdere potjes met in totaal 53,4 gram vermoedelijk heroïne;

in de slaapkamer van [naam 3] (de dochter van [verdachte] en [medeverdachte] )

  • zes grote gripzakken met in totaal ruim een kilo henneptoppen en vier gripzakken met bijna een kilo henneptoppen, achter het knieschot/ in een bergruimte;
  • een zakje wiet van 10 gram, aangetroffen bij het hoofdeinde van het bed;

in de slaapkamer van [naam 1]

  • een potje met 25 gram henneptoppen, 34,7 gram hasj, 5 gram hennep en 27 vermoedelijke XTC pillen, in een nachtkastje;
  • potten met in totaal 380 gram henneptoppen naast het bed;
  • vermoedelijke versnijdingsmiddelen en ponypacks (papiertjes ten behoeve van het verpakken van harddrugs);

in het kantoor

  • twee weckflessen en een gripzak met daarin in totaal 220 gram hennepgruis en -toppen, aangetroffen onder het bureau;
  • vier envelopjes met in totaal 1,6 gram vermoedelijk cocaïne, aangetroffen achter de boekenkast;
  • 4 gram in een pot en 20 gram in een gripzak henneptoppen, in de bureaulade;

in de keuken

- potje met 95 ml hasjolie en twee potjes met hasjpasta, aangetroffen in een keukenkastje;

overig woning

  • een zak hennepgruis van 500 gram, in een kast op de eerste verdieping;
  • een blok hasj van 50 gram, aangetroffen tussen kleding in een ‘kledingkamer’.
In totaal is aan drugs aangetroffen:
  • 27 XTC-pillen;
  • 1,4 gram cocaïne;
  • 53,4 gram heroïne;
  • 14.004 gram henneptoppen;
  • 28.084,7 gram hasjiesj;
  • 32.830 gram hennepgruis;
  • 95 ml hasjolie, en
  • 2 potjes hasjpasta.
[verdachte] heeft verklaard dat hij de hennep in de weckflessen/weckpotten op het kantoor aan het fermenteren was. Hij wilde experimenteren om te zien of de THC in de hennep dan sterker zou worden. [6]
De aangetroffen wapens
Naast het bij het schietincident gebruikte wapen zijn de volgende wapens in de woning en op het terrein van [verdachte] en [medeverdachte] gevonden: [7]
in de slaapkamer van [naam 1]
  • een op een echt vuurwapen gelijkend luchtdrukpistool van het type ‘ [merk 7] ’;
  • een veerdrukgeweer met vizier;
  • een seinpistool met meerdere patronen;
  • bussen peperspray;

in het kantoor

  • een geweer van het merk/type [merk 3] ;
  • een blank wapen (mes) van het merk/type ‘ [merk 8] ’, aangetroffen achter de radiator;

in de keuken

- een busje pepperspray, aangetroffen in een dameshandtas;

in de ouderlijke slaapkamer

- een handvuurwapen van het merk [merk 1] , aangetroffen achter de televisie;

in de schuur

  • een geweer van het type [merk 9] , inclusief draagtas en munitie, aangetroffen op het systeemplafond in de ruimte waar ook de pomp van het zwembad stond;
  • een doorgeladen heimelijk vuurwapen in de vorm van een sleutelhanger, met twee patronen, aangetroffen in de spant op/van de (klus)zolder.
De aangetroffen hennepkwekerij
Op de kavel behorende bij de woning en de schuur stonden een tuinhuis en een kas van landbouwfolie. Deze waren beide ingericht als hennepkwekerij. In de eerste kweekruimte stonden 220 hennepplanten van ongeveer 25 cm hoog. In de tweede kweekruimte stonden 100 hennepplanten van ongeveer 60 cm hoog en in de derde kweekruimte stonden 46 planten van 40 cm hoog. De kweekruimten waren onder andere voorzien van irrigatiesystemen, lucht aan- en afzuiginstallaties en (deels) assimilatielampen. [8]
In de meterkast werd geconstateerd dat op de elektriciteitsmeter een magneet was bevestigd. Hiermee werd de meting van het aantal kWh beïnvloed, doordat de magneet de meter liet stilstaan en de registratie van het elektriciteitsverbruik werd vertraagd. Tevens bleek dat de gasmeter vals was. Het serienummer op de gasmeter kwam niet overeen met het serienummer dat bij de woning hoorde. Door deze valse gasmeter werd het gasverbruik onjuist geregistreerd. [9]
Telefoon [medeverdachte]
De telefoon van [medeverdachte] is in beslag genomen. [10] Op de telefoon zijn foto’s van hennepplanten in een kwekerij aangetroffen. Uit de technische gegevens van deze foto’s is afgeleid dat de foto’s op 19 oktober 2017 zijn gemaakt, met eenzelfde soort telefoon als die van [medeverdachte] , op de locatie [adres] in/nabij de tent (de rechtbank begrijpt: de kas) in het weiland. Daarnaast is op een aantal foto’s op de telefoon [naam 1] te zien, terwijl hij met behulp van butaan/aanstekergas hasjolie produceert.
Op de telefoon zijn diverse zoektermen op het internet waargenomen, waaronder: ‘afkickverschijnselen wiet’, ‘kasmaterialen folies’, ‘landbouwfolie welkoop’, ‘landbouw tape’, ‘folie 12m breed’, ‘kassen reparatie tape’, ‘wat is mooie wiet’ en ‘oude aarde hergebruiken wiet’. Onder andere de volgende bladwijzers waren opgeslagen:
  • ‘De allerbeste pot voor wietplanten’, datum 15-5-2017
  • ‘Hoe maximaliseer ik mijn wiet oogst’, datum 26-5-2017
  • ‘Hoe maak wiettoppen harder & dikker met één simpele handeling’, datum 1-7-2017
  • ‘Wiet kweekplan van week tot week’, datum 30-6-2017
  • Zo herken je een hermafrodiete wietplant’, datum 28-7-2017.
Bladwijzers zijn een door de gebruiker zelf aanpasbare lijst van URL’s of andere locaties. Met behulp van bladwijzers kan een gebruiker adressen van websites bewaren die hij of zij vaak bezoekt, om deze de volgende keer eenvoudig en snel terug te kunnen vinden.
Verder werden onder andere de volgende ‘cookies’ aangetroffen:
wietkweken.com, www.mijnwiet.nl, www.wietblog.com, www.wietzaadkopen.nl, wietforum.nl en wiet-info.nl. Deze cookies waren van verschillende data in de periode tussen 20 december 2016 en 10 december 2017.
Een cookie is een hoeveelheid data die een server naar de browser stuurt met de bedoeling dat deze opgeslagen wordt en bij een volgend bezoek weer naar de server teruggestuurd wordt. Zo kan de server de browser herkennen en bijhouden wat de gebruiker, c.q. de webbrowser, in het verleden heeft gedaan. [11]
De combinatie van de genoemde foto’s, zoektermen en de bezochte internetpagina’s en het opslaan daarvan als bladwijzer, (aan)gemaakt dan wel bezocht over een langere periode, maakt het verweer van de verdediging dat [medeverdachte] daar geen weet van hebben gehad, ongeloofwaardig.
Uit de hiervoor omschreven bewijsmiddelen leidt de rechtbank af dat de kwekerij vanaf in elk geval 19 oktober 2017 al in werking was. De planten in de verschillende kweekruimten waren van verschillende grootte. De hennepplanten moeten op verschillende data zijn geplant en over langere perioden zijn verzorgd en opgekweekt. Ruim voor 19 oktober 2017 en gedurende een langere termijn heeft [medeverdachte] gezocht naar informatie over het kweken van wiet. Zij moet dus (tenminste) vanaf die periode betrokken zijn geweest bij die kwekerij nabij haar woning.
Hennepruimten
In de schuur die bij de woning van [verdachte] en [medeverdachte] hoort, troffen verbalisanten (op 6 en 7 juni 2018) verschillende ruimten aan. De deur van de eerste ruimte was voorzien van een anti-inbraakstrip. De verbalisant merkt hierover op dat binnen de illegale hennephandel regelmatig (kostbare) oogsten op gewelddadige wijze worden gestolen en er vaak beveiligingsmaatregelen worden genomen om dit te voorkomen. Rondom de woning was ook camerabewaking aanwezig. In de ruimte werden meerdere blauwe 120-litertonnen gevonden. Deze tonnen waren van binnen vervuild met hennephars. De verbalisant rook de geur van hennep. Ook de tafel en stoelen in de ruimte waren vervuild met hennephars. Verder lagen er schaartjes vervuild met hennephars. De schaartjes waren ook nat en kennelijk recent afgespoeld. Er stond een apparaat waarmee hennepplanten machinaal kunnen worden geknipt en er was een ventilator aan de wand bevestigd. De verbalisant merkt hierover op dat een ruimte waar geoogste hennep wordt bewaard vaak goed wordt geventileerd voor het drogen van de hennep, het verversen/circuleren van de lucht en het verdrijven van de henneplucht.
Vanuit de eerste ruimte kon een tweede ruimte worden betreden. Deze ruimte was ook voorzien van een anti-inbraakstrip en van een aansluiting voor een ventilatiesysteem. In die ruimte werden stapelbare rekken aangetroffen en met hennepresten vervuilde droognetten. In een grote witte bak, vervuild met hennephars, werden resten van hennepplanten gevonden. [12]
Overige redengevende omstandigheden
In de hal van de eerste verdieping van de woning was een metalen luik aanwezig, waarmee de bovenverdieping kon worden afgesloten van de begane grond. [13] [naam 1] heeft hierover verklaard dat dit een overvalhek is. Dat kun je ’s nachts dicht doen zodat je als je ligt te slapen niet wordt overvallen. Hij heeft er ook één bij zijn trap zitten, aldus [naam 1] . [14]
In de schuur stond een kluis. In die kluis lag een bundel van honderd biljetten van € 50,00 en een grijs pakje. In dat pakje zat in totaal € 75.000,00 aan contanten verpakt in plastic en omwikkeld met grijs tape. Het geldbedrag bestond uit tien biljetten van € 200,00, 85 biljetten van € 100,00 en 1.290 biljetten van € 50,00. [15] [naam 2] heeft verklaard dat zijn vader (daarbij doelend op [verdachte] , zo begrijpt de rechtbank) de kluis kan openmaken en dat ook [naam 1] weet waar de sleutel ligt. [16] [verdachte] heeft de sleutel van de kluis aan de rechter-commissaris gegeven en heeft verklaard dat de spullen in de kluis van hem waren. [17]
Op de kamer van [naam 1] werden twee zogenaamde PGP-telefoons aangetroffen. Dit zijn een afgeschermde telefoons waarmee, geheel versleuteld, enkel met andere PGP-telefoons via berichten kan worden gecommuniceerd. [18] Tot slot is in de woning een kogelvrij vest aangetroffen. [19]
Hennepgeur
Meerdere verbalisanten hebben op 6 juni 2018 in en rondom de woning en de schuur een sterke hennepgeur geroken. Zo rook verbalisant [verbalisant 1] deze geur in de woning en in de schuur bij de bar/kroeg en bij een afgesloten deur achterin het pand (de schuur). [20] Verbalisant [verbalisant 2] liep de schuur van de achterzijde binnen bij de bar en rook gelijk een sterke hennepgeur. Dit rook hij ook bij de afgesloten deur (met inbraakstrip) achterin de schuur. [21]
Ook [naam 2] heeft bevestigd dat er een penetrante hennepgeur in de woning hing. Toen de verbalisant deze geur benoemde, zei hij: “Dat klopt. Ik wist dat ze daarin handelde”. Eerder in hetzelfde verhoor had hij over de aangetroffen drugs verklaard: “Dit kan van mijn vader of van [naam 1] zijn”. [22]
[verdachte] heeft ter zitting verklaard dat hij een hennepgrowshop heeft gehad. [23] Reeds hierom moet [verdachte] bekend worden geacht met de geur van hennep.
Overwegingen ten aanzien van de aangetroffen goederen
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of [verdachte] en [medeverdachte] de hiervoor vermelde goederen opzettelijk aanwezig c.q. voorhanden hebben gehad. Daarvan kan sprake zijn als een middel zich in de machtssfeer van de verdachte bevindt. Bewezen moet worden dat de verdachte (minst genomen) bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat hij/zij dat middel aanwezig had.
Verder kan als uitgangspunt worden genomen dat een bewoner van een perceel bekend mag worden verondersteld met de op dat perceel plaatsvindende activiteiten, tenzij omstandigheden naar voren zijn gebracht waaruit het tegendeel blijkt. Uit de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen leidt de rechtbank het volgende af.
[verdachte] en [medeverdachte] waren, samen met onder andere [naam 1] , bewoners van de woning. [24] In de woning, in de daar bijhorende schuur, slaapkamers en keuken is op zeer veel verschillende plekken drugs gevonden tot een totaal van ongeveer 75 kilo. Hoewel sommige drugs verborgen waren, waren andere drugs direct zichtbaar. Zo lag 28 kilo hasj in een half open tas onder een crossmotor in de schuur. Alleen al deze hasj zou een inkoopwaarde van ruim € 100.000,00 en een verkoopwaarde van tussen de (grofweg) € 250.000,00 en € 400.000,00 vertegenwoordigen. Voor het binnengaan van de schuur was geen sleutel nodig; deze was voor een ieder op het perceel toegankelijk. [25] Dat een dergelijke hoeveelheid drugs van grote waarde op een niet-verborgen dan wel beschermde wijze werd achtergelaten, kan erop duiden dat ofwel de eigenaar van de drugs de aanwezigen op dat perceel vertrouwde of zelf op het perceel woonachtig is.
Op het perceel zijn verder een aanzienlijke hennepkwekerij, bestaande uit meerdere ruimtes, en vele benodigdheden en ruimten voor de verdere verwerking van hennep gevonden. Zo kon in de schuur de hennep worden gedroogd en machinaal en met de hand worden geknipt. De vervuiling met hennephars op deze spullen duidt erop dat in die schuur ook daadwerkelijk hennep is gedroogd en verder is verwerkt. Eindproducten van een hennepkweek (henneptoppen, -gruis, -olie, -pasta en hasj) zijn ook aangetroffen. Kortom, het gehele productieproces van hennepplant tot verhandelbaar product heeft plaatsgevonden op het perceel van [verdachte] en [medeverdachte] . Dit productieproces vergt aanzienlijke inspanningen. Naast het opzetten van de kwekerijen en het installeren van de benodigde apparatuur, kost het opkweken, oogsten en verwerken van de planten veel tijd en moeite. De omvang van de aangetroffen drugsgerelateerde goederen en eindproducten maakt het zeer waarschijnlijk dat meerdere personen zich met deze kweek hebben bezig gehouden.
Gezien de enorme hoeveelheden aangetroffen drugs verspreid over het gehele perceel, waarvan de geur door diverse personen is herkend, en de aanwezigheid van het gehele productieproces van hennep waarmee over langere periode diverse activiteiten moeten zijn verricht, is de rechtbank van oordeel dat de bewoners van het perceel ten minste moeten hebben geweten van de aanwezigheid van de drugs en de daarbij horende goederen. Dit wordt verder ondersteund door het volgende.
Algemeen bekend is dat productie van en handel in drugs gemoeid gaat met grote hoeveelheden (contant) geld en gepaard gaat met andere vormen van criminaliteit, in het bijzonder (de dreiging met) geweld, waartegen men zich tracht te beschermen. De aanwezigheid van een groot aantal wapens op diverse plekken, waaronder een pistool met munitie op de slaapkamer van [verdachte] en [medeverdachte] , het aanbrengen van zogenoemde ‘saferooms’, inbraakstrips in de hennepruimten en camerabeveiliging rondom de woning, duidt erop dat (in elk geval) [verdachte] en [medeverdachte] zich tegen genoemde gevaren hebben willen beschermen. De aanwezigheid van € 80.000,00 aan contant geld en van de PGP-telefoons versterkt de indruk dat op grote schaal werd gehandeld in drugs.
De verklaring van [verdachte] dat het contante geld verband zou houden met legale werkzaamheden van [verdachte] , volgt de rechtbank niet. Deze verklaring is niet met stukken onderbouwd terwijl zo’n onderbouwing wel op de weg van verdachte had gelegen. De combinatie van zo’n ongebruikelijk groot contant geldbedrag met de overige vondsten op het perceel maakt immers dat juist een criminele herkomst voor de hand ligt.
[verdachte] heeft gesteld dat hij in de periode waarop de tenlastelegging betrekking heeft, in België was in het kader van een aldaar opgelegde straf. Wel zou hij af en toe toestemming hebben gekregen om naar Nederland te gaan. [26] Uit de door de verdediging overgelegde stukken blijkt echter niet in welke perioden [verdachte] in België moest blijven en dus niet in Nederland mocht zijn, nog daargelaten dat verdachte bij de politie heeft verklaard dat hij zijn enkelband in België ongeveer medio juli 2018 zou krijgen en dat hij pas vanaf dat moment in België moest blijven [27] . Daarbij komt dat bij het uitkijken van de beelden van de camera’s rondom zijn huis [verdachte] in de periode van 2 juni 2018 tot en met 6 juni 2018 de gehele dag door in en rondom de woning te zien is en dat te zien is dat hij de schuur in en uit loopt. [28]
De rechtbank concludeert uit het voorgaande dat [verdachte] , tezamen met [medeverdachte] en/of andere bewoners van de woning, alle aangetroffen drugs opzettelijk aanwezig heeft gehad. Dat een deel van deze drugs verborgen was, doet daar niet aan af. [verdachte] heeft verklaard dat hij in zijn kantoor hennep aan het fermenteren was. Reeds dat maakt dat hij zich in de ten laste gelegde periode heeft schuldig gemaakt aan het bewerken van hennep.
Oplichting
Zoals hiervoor al overwogen was op de elektriciteitsmeter een magneet bevestigd en was een valse gasmeter aangebracht. Hierdoor was een juiste registratie van het elektriciteits- en gasverbruik niet mogelijk. Algemeen bekend is dat stroom bij hennepkwekerijen vaak illegaal wordt afgenomen. Dit moet zowel [medeverdachte] als [verdachte] dus hebben geweten; bij [verdachte] geldt dat nog eens temeer, vanwege de growshop die hij naar eigen zeggen in het verleden heeft gehad. Daarnaast werden aan hen niet de extra energiekosten in rekening gebracht die zij zonder manipulatie van het verbruik hadden moeten verwachten als gevolg van de exploitatie van een hennepkwekerij met in totaal 366 planten. Dit en de omstandigheid dat door [verdachte] of [medeverdachte] de elektriciteit- en gasstanden zijn doorgegeven [29] , maakt dat zij van deze manipulatie moeten hebben geweten en daarvoor verantwoordelijk worden gehouden.
[slachtoffer] heeft berekend dat 19.682 kWh en 963 m3 illegaal is afgenomen. [30] Aangenomen mag worden dat [slachtoffer] niet tot (voortzetting van de) afgifte van elektriciteit en gas zou zijn overgegaan als [slachtoffer] op de hoogte zou zijn geweest van de manipulatie van de elektriciteitsmeter en vervanging van de gasmeter. Derhalve is [slachtoffer] bewogen tot voornoemde (extra) afgifte door listige kunstgrepen.
De rechtbank komt ook tot een bewezenverklaring van feit 3.
Ten aanzien van de feiten 4, 5 en 8
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het relaasproces-verbaal, p. 27;
- processen-verbaal van onderzoek wapen, p. 705 en 706, 717 t/m 719 en 754;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 7 december 2021.
Ten aanzien van de feiten 6 en 7
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte deze feiten heeft gepleegd en zal hem hiervan vrijspreken. Niet kan worden vastgesteld dat verdachte zich bewust was van de aanwezigheid van deze wapens.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder de feiten 1 tot en met 5 en 8 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1. hij op
of omstreeks6 juni 2018 te Bemmel, gemeente Lingewaard, tezamen en in vereniging met
(een)ander
(en
), althans alleenopzettelijk heeft
geteeld, bereid,bewerkt
, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, (in een woning en
/of in een of meerandere
pand(en)/ruimten, gelegen op perceel [adres] te Bemmel ,
(een)grote hoeveelhe
(i)d
(en
)als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet,
te weten
- 366
, althans een grote hoeveelheidhennepplanten en/of delen daarvan en
/of
- 14 kilogram
, althans een grote hoeveelheidhenneptoppen en
/of
- 32 kilogram
, althans een grote hoeveelheidhennepgruis en
/of
- 28 kilogram
, althans een grote hoeveelheidhash en
/of
in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep en/of hash
(een)middel
(en
)als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, art 47 Wetboek van Strafrecht;
2. hij in
of omstreeksde periode van 1 oktober 2017 tot en met 5 juni 2018 te Bemmel, gemeente Lingewaard, tezamen en in vereniging met
(een)ander
(en
) en/of alleen(telkens) opzettelijk heeft
geteeld, bereid,bewerkt
, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekten
/of
vervoerd, in elk geval (telkens)opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een woning en
/ofin
een ofmeer andere
pand(en)/ruimten, gelegen op perceel [adres] te Bemmel ,
(een)grote hoeveelhe
(i)d
(en
)als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet, te weten
(een)grote hoeveelhe
(i)d
(en
)hennepplanten en/of delen daarvan en/of hennephars en/of hash in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep en/of hash
(een)middel
(en
)als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel
aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, art 47 Wetboek van Strafrecht;
3. hij op
één of meertijdstip
(pen
)in of omstreeks de periode van 1 oktober 2017 tot en met 6 juni 2018 te Bemmel, gemeente Lingewaard tezamen en in vereniging met een
ander ofanderen
, althans alleen,meermalen
, althans eenmaal(telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door
het aannemen van een valse naam en/of een
valse hoedanigheid en/of doorlistige kunstgrepen
en/of door een samenweefsel van verdichtsels,[slachtoffer] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van
- 19.682 kWh
, althans een hoeveelheidelektriciteit en
/of
- 963 kubieke meter gas
, althans een hoeveelheid gas,
in elk geval enig goed, en/of het teniet doen van een inschuld,hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven (telkens) valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk
- een sterke magneet op de elektriciteitsmeter geplaatst of laten plaatsen (waardoor het telwerk van de elektrische installatie tot stilstand gebracht of vertraagd werd) en
/of
- een illegale stroomaansluiting gemaakt of laten maken en
/of
- in de woning ( [adres] ) de bij deze woning behorende gasmeter verwijderd of laten verwijderen en
/ofeen andere gasmeter geplaatst of laten plaatsen,
waardoor [slachtoffer] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte
(n
), dan wel (een) inschuld(en)aan [slachtoffer] teniet werd(en) gedaan;
4. hij in
of omstreeksde periode van 1 december 2017 tot en met 6 juni 2018 te Bemmel, gemeente Lingewaard, tezamen en in vereniging met
(een
)ander
(en), althans alleeneen
of meer(vuur)wapen
(s)van categorie III (onder 1) , te weten
- een pistool merk [merk 1] , kaliber 9 X 19 mm) en
/of
- een voor dit wapen geschikt patroonmagazijn en
/ofmunitie van categorie III, te weten
- tien, althans een aantal voor dit wapen geschikte kogelpatronen (merk [merk 2] , kaliber 9 mm Luger) voorhanden heeft gehad;
5. hij op
of omstreeks6 juni 2018 te Bemmel, gemeente Lingewaard,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleeneen (vuur)wapen van categorie III (onder 1), te weten een hagel/kogelgeweer ( [merk 3] , kaliber 12/12 9x 74 r) voorhanden heeft gehad;
8. hij op
of omstreeks6 juni 2018 te Bemmel, gemeente Lingewaard, een wapen van categorie I, onder 4° van de Wet wapens en munitie, te weten een blank wapen, namelijk een mes, dat uiterlijk gelijkt op een riemgesp,
althans op een ander voorwerp,voorhanden heeft gehad.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feiten 1 en 2, telkens:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder B en onder C van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid
feit 3:
medeplegen van oplichting
feit 4:
medeplegen van handelen in strijd met het in artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie gegeven verbod
en
medeplegen van handelen in strijd met het in artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie gegeven verbod, terwijl het feit is begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III
feit 5:
handelen in strijd met het in artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie gegeven verbod, terwijl het feit is begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III
feit 8
handelen in strijd met het in artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie gegeven verbod.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van de straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een geldboete van € 30.000,00, te vervangen door 185 dagen hechtenis, een taakstraf van 240 uren, te vervangen door 120 dagen hechtenis en tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden met een proeftijd van één jaar. De officier van justitie heeft hierbij rekening gehouden met het overschrijden van de redelijke termijn.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft een lagere strafoplegging dan door de officier van justitie gevorderd bepleit.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Uit het dossier komt het beeld naar voren van een gezin waarbij de aanwezigheid van hennep de normaalste zaak van de wereld is. Door de gehele woning, inclusief slaapkamers, lagen drugs en wapens verspreid. Verdachte heeft ruim 75 kilo hennep/hasj aanwezig gehad. Op het terrein van verdachte vond het gehele productieproces van het kweken, drogen en het knippen van hennepplanten plaats. Men hield daarbij kennelijk rekening met de mogelijkheid het doelwit te worden van andere criminelen die uit waren op geld en/of de hennep, gezien de aangebrachte zogenoemde ‘saferooms’ en camerabeveiliging en de beschikbaarheid van wapens, in het bijzonder het zo goed als gebruiksklare en binnen handbereik liggende vuurwapen op de slaapkamer van verdachte en [medeverdachte] . De aanwezigheid van wapens heeft zelfs een schietincident tussen (half)broers tot gevolg gehad.
Hiermee heeft verdachte laten zien dat hij zich heeft ingelaten met de criminele wereld van (de handel in) drugs en daarbij ook zijn gezin heeft betrokken. Hij heeft daarmee bijgedragen aan de instandhouding van deze vorm van criminaliteit en de overlast voor de maatschappij en de gevaren voor de volksgezondheid die dit met zich brengt. Deze feiten rechtvaardigen een aanzienlijke gevangenisstraf.
In de schuur is in totaal € 80.000,00 aan contant geld gevonden met onder andere biljetten van € 200,00 en € 100,00. Niet is gebleken van enige aannemelijke legale herkomst van dit geldbedrag. Gezien de bewezenverklaring kan ervan worden uitgegaan dat dit geld afkomstig is van de criminele handel van verdachte en [medeverdachte] . Omdat dergelijke misdaad niet mag lonen, zal de rechtbank aan zowel verdachte als aan [medeverdachte] een geldboete opleggen van € 40.000,00.
De rechtbank is van oordeel dat de door de officier van justitie gevorderde straf onvoldoende recht doet aan de omvang en ernst van deze zaak. Passend zou zijn, naast de geldboete, een gevangenisstraf van tien maanden. De rechtbank zal rekening houden met overschrijding van de redelijke termijn door een maand gevangenisstraf minder op te leggen.
Alles overwegende zal de rechtbank beide verdachten veroordelen tot een gevangenisstraf van negen maanden en tot een geldboete van € 40.000,00. Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen:
- 23, 24 c, 47, 57 en 326 van het Wetboek van Strafrecht;
- 3 en 11 van de Opiumwet;
- 13, 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een gevangenisstraf van 9 (negen) maanden;
 legt op een
geldboete van € 40.000,00, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 235 (tweehonderdvijfendertig) dagen hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.M. Graat (voorzitter), mr. D.R. Sonneveldt en mr. E.S.M. van Bergen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C. Aalders, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 21 december 2021.
Mr. Aalders is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door een verbalisant van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal met nummer: 20181121.1700, gesloten op 21 november 2018 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Een relaasproces-verbaal, p. 6 en 7.
3.Relaasproces-verbaal, p. 31 t/m 34 en 51 t/m 53.
4.Proces-verbaal van bevindingen, p. 356.
5.Relaasproces-verbaal, p. 34.
6.Verklaringen van verdachte [verdachte] afgelegd ter terechtzitting d.d. 7 december 2021.
7.Relaasproces-verbaal, p. 27 en 28.
8.Proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij, p. 367 en 368.
9.Een aangifte namens [slachtoffer] , p. 453 en 454.
10.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek mobiele telefoon [medeverdachte] , p. 637 en proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte] , p. 165.
11.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek mobiele telefoon [medeverdachte] , p. 639 t/m 642 en 647 t/m 650.
12.Proces-verbaal van bevindingen, p. 62 t/m 64.
13.Proces-verbaal sporenonderzoek, p. 195.
14.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] , p. 96 van het (los genummerd) persoonsdossier verdachte [verdachte] .
15.Proces-verbaal van bevindingen, p. 495.
16.Proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 2] , p. 894.
17.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] , p. 27 van het (los genummerd) persoonsdossier verdachte [verdachte] .
18.Relaasproces-verbaal, p. 40 en 56.
19.Relaasproces-verbaal, p. 18.
20.Proces-verbaal van bevindingen, p. 147
21.Proces-verbaal van bevindingen, p. 153 en 154.
22.Proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 2] , p. 893.
23.Verklaringen van verdachte afgelegd ter terechtzitting d.d. 7 december 2021.
24.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte] , p. 164.
25.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] , p. 25 van het (los genummerd) persoonsdossier verdachte [verdachte] .
26.Verklaringen van verdachte afgelegd ter terechtzitting d.d. 7 december 2021.
27.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] , p. 23 van het (los genummerd) persoonsdossier verdachte [verdachte] .
28.Proces-verbaal van bevindingen camerabeelden, p. 827 en 828.
29.Bijlagen bij een aangifte door [slachtoffer] , p. 473 en 474.
30.Een aangifte door [slachtoffer] , p. 454.