ECLI:NL:RBGEL:2021:6995

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
10 november 2021
Publicatiedatum
22 december 2021
Zaaknummer
9285033
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van loon door payrollorganisatie tijdens lockdown

In deze zaak vorderde Persoonality Payrolling B.V. (hierna: Persoonality) betaling van loon door Tapas & More Route 36 B.V. (hierna: T&M) voor de weken 42 tot en met 49 van 2020, ondanks de lockdownmaatregelen die de horeca sloten. Persoonality stelde dat er een samenwerkingsovereenkomst was waarin T&M verplicht was om de overeengekomen uren te betalen, ongeacht of deze uren daadwerkelijk waren gewerkt. T&M voerde aan dat de overeenkomst juist was aangegaan om loonkosten tijdens een lockdown te vermijden en dat de facturen voor de genoemde weken niet verschuldigd waren. De kantonrechter oordeelde dat de overeenkomst duidelijk was en dat T&M gehouden was de facturen te voldoen. De rechter oordeelde dat Persoonality gerechtigd was om de overeenkomst te beëindigen vanwege het niet betalen van de facturen. T&M werd veroordeeld tot betaling van € 4.935,91, vermeerderd met rente en proceskosten.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Apeldoorn
Zaakgegevens 9285033 CV EXPL 21-2142
grosse aan: mr. Van Kerkhof
afschrift aan: mr. Kidanemariam
verzonden d.d.:
vonnis van de kantonrechter van 10 november 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Persoonality Payrolling B.V.,
gevestigd te Apeldoorn,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
gemachtigde: mr. A. van Kerkhof,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Tapas & More Route 36 B.V.,gevestigd te Diever,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
gemachtigde: mr. J. Kidanemariam.
Partijen worden hierna Persoonality en T&M genoemd.

1.Het procesverloop

Het verloop blijkt uit:
- het tussenvonnis van 28 juni 2021 en de daarin genoemde processtukken,
- de conclusie van antwoord in reconventie, teven wijziging van eis,
- de mondelinge behandeling op 25 oktober 2021, waarvan door de griffier aantekening is gehouden.
Hierna is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. T&M exploiteert onder meer een restaurant. Op 21 juli 2020 zijn partijen een samenwerkingsovereenkomst aangegaan. In de overeenkomst is het volgende opgenomen, waarbij T&M is aangeduid als ‘opdrachtgever’: ‘(…) in aanmerking nemende dat: - Opdrachtgever ontzorging wenst ten aanzien van zijn personeel op het gebied van salaris- en personeelsadministratie, verzuimbegeleiding alsmede arbeidsrechtelijke risico’s inzake exit en verzuim; - Persoonality deze ontzorging biedt middels payrolling (…) De administratieve verwerking wordt aldus uitbesteed en arbeidsrechtelijke risico’s rusten bij Persoonality, mits opdrachtgever instemt met de bepalingen van onderhavige de samenwerkingsovereenkomst en de toepasselijke algemene voorwaarden. Zijn overeengekomen als volgt: Artikel 1. (…) Alle in de arbeidsovereenkomst(en) overeengekomen uren alsmede alle gewerkte uren, worden door opdrachtgever tegen de overeengekomen ORF [omrekenfactor, kantonrechter] aan Persoonality betaald. (…)’.
2.2. Op de samenwerkingsovereenkomst zijn de algemene voorwaarden van Persoonality van toepassing. Hierin is onder meer opgenomen: ‘(…) artikel 7 (…) 4. Indien een factuur van Persoonality niet binnen de gestelde termijn integraal is voldaan, is opdrachtgever zonder nadere ingebrekestelling in verzuim. Opdrachtgever is alsdan aan Persoonality een rente verschuldigd van 1% per maand over het opeisbare bedrag (…). 6. Indien opdrachtgever niet, niet volledig of niet tijdig aan zijn betalingsverplichtingen voldoet, is Persoonality gerechtigd de samenwerkingsovereenkomst zonder nadere ingebrekestelling en zonder dat rechterlijke tussenkomst vereist is, onmiddellijk op te zeggen. (...).
artikel 8 (…)2. Klachten aangaande een factuur dienen binnen 7 (zeven) dagen na verzending van de factuur, schriftelijk (…) en omkleed met redenen bij Persoonality te zijn ingediend.3. Indien opdrachtgever niet binnen de gestelde termijn reclameert, vervalt het recht van reclame en staat de verschuldigdheid van de factuur onherroepelijk vast. Alsdan wordt opdrachtgever geacht de verschuldigdheid van een factuur ook gaaf en onvoorwaardelijk te erkennen. Op opdrachtgever rust de bewijslast betreffende tijdige indiening van een klacht. Een tijdige klacht schort de betalings-verplichting van opdrachtgever niet op.(…)’.
2.3.
Na de sluiting van de horeca in verband met de Covid-19-maatregelen van de overheid heeft Persoonality facturen aan T&M gezonden voor de weken 42 tot en met 49 ter hoogte van 22,5% van de overeengekomen uren van de medewerkers van T&M. T&M heeft deze facturen niet betaald. Ook de factuur voor week 41 is door T&M onbetaald gelaten.
2.4.
Persoonality heeft de samenwerkingsovereenkomst per e-mailbericht van
8 december 2020 met onmiddellijke ingang beëindigd.
3. De vorderingen en verweren
3.1.
Persoonality vordert (samengevat), na wijziging van eis, dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, T&M zal veroordelen tot betaling van € 4.935,91, met de overeengekomen rente van 1% over € 4.015,28, vanaf 2 juni 2021 tot de dag van volledige betaling en in de proceskosten.
3.2.
Persoonality stelt daarbij dat tussen partijen is overeengekomen dat T&M voor haar personeel steeds de overeengekomen uren zal betalen en daarnaast eventueel gewerkte meer-uren. De facturen van de weken 41 tot en met 47 van 2020 zijn onbetaald gebleven.
Over deze facturen is T&M volgens de toepasselijke algemene voorwaarden een rente van 1% per maand verschuldigd. Omdat de facturen niet betaald werden is Persoonality overgegaan tot opzegging van de overeenkomst, zoals volgens de algemene voorwaarden kon. Ook is T&M een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van € 671,67 verschuldigd en een rentevergoeding. De rente tot en met 1 juni 2021 bedraagt € 248,96.
3.3.
T&M voert verweer tegen de vorderingen en concludeert tot niet-ontvankelijk verklaring, althans afwijzing van de vorderingen, met veroordeling van Persoonality in de proceskosten. Het verweer mondt uit in een tegenvordering, waarbij T&M vordert dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Persoonality zal veroordelen tot betaling aan T&M van € 1.346,34 aan opgebouwde min-uren en € 21.506,99 aan loonkosten inclusief btw, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 juli 2021.
3.4.
T&M stelt daarbij dat de overeenkomst met Persoonality juist is aangegaan om gevrijwaard te worden van loonkosten bij een nieuwe lockdown. De betaling van de facturen voor week 42 tot en met 49 is daarom niet verschuldigd, want de facturen zien op een periode dat de horeca gesloten moest blijven en dus geen personeel is ingeleend. Voor een ‘compensatieregeling’ bestaat geen grondslag in de overeenkomst. Persoonality was niet gerechtigd om de overeenkomst op te zeggen en zeker niet zonder inachtneming van de opzegtermijn van drie maanden die in de algemene voorwaarden is opgenomen. Door deze opzegging heeft T&M schade geleden, bestaande uit de loonkosten van drie maanden, die zonder de opzegging voor rekening van Persoonality waren gekomen. De factuur voor week 41 houdt geen rekening met de min-uren, die aan het einde van de overeenkomst door Persoonality aan T&M behoren te worden vergoed. Dit kan verrekend worden, waardoor betaling van die factuur niet aan de orde is.

4.De beoordeling

4.1.
Centraal staat allereerst de vraag of Persoonality over de weken 42 tot en met 49 van 2020 gerechtigd was facturen te sturen voor 22,5% van de loonkosten van de medewerkers die voor de lockdown door T&M werden ingeleend. Persoonality baseert haar vordering op artikel 1 van de overeenkomst, waarin naar haar mening is bepaald dat de met de medewerkers overeengekomen uren door T&M aan Persoonality moeten worden vergoed. Uit coulance, omdat Persoonality gebruik kon maken van de NOW-regeling van de overheid en daarmee een groot deel van de loonkosten gecompenseerd werden, heeft Persoonality niet het geheel van de uren, maar slechts 22,5% daarvan in rekening gebracht, aldus Persoonality. T&M betwist dat er een grondslag voor deze facturen is. Zij wijst er op dat de overeenkomst juist is aangegaan omdat T&M niet (weer) geconfronteerd wilde worden met loonkosten tijdens een lockdown en om die reden gekozen heeft voor payrolling, zodat dat risico bij Persoonality zou komen te liggen. Ook T&M leest haar uitleg in artikel 1 van de overeenkomst, waar het gaat om ‘overeengekomen, alsmede gewerkte uren’ en dus niet om uren die niet gewerkt konden worden vanwege de lockdown.
4.2.
Partijen verschillen in hun uitleg van de overeenkomst. De inhoud van een schriftelijke overeenkomst moet, wanneer daar onduidelijkheid over is, uitgelegd worden volgens de zogenoemde ‘Haviltex-norm’. Dat betekent dat niet alleen naar de zuiver taalkundige uitleg van de overeenkomst gekeken moet worden, maar ook naar wat partijen over en weer redelijkerwijs mochten verwachten van elkaar en welke betekenis de bewoording redelijkerwijs voor hen kon hebben. Daarbij speelt bijvoorbeeld ook een rol wie de tekst heeft opgesteld en onder welke omstandigheden de overeenkomst is getekend.
4.3.
T&M stelt dat, voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst, met Persoonality besproken is dat zij de overeenkomst specifiek wilde aangaan om het risico bij een (tweede) lockdown te verleggen. Persoonality kan niet erkennen dat het zo gegaan is en betwist in elk geval dat een dergelijke afspraak gemaakt is.
T&M heeft haar standpunt slechts onderbouwd met een e-mailbericht van 6 juli 2020, waarin zij aan Persoonality heeft geschreven
‘(…) bij ons is het 1 en ander veranderd en hebben we vanaf augustus meer personeel en door de lockdown willen wij ook het vaste personeel onderbrengen bij de payroll (…)’. Uit deze enkele zin kan niet worden opgemaakt dat het de bedoeling van T&M was om het risico voor loonbetalingen bij een lockdown volledig bij een payroll-organisatie neer te kunnen leggen. Of en hoe een en ander voorafgaand aan de overeenkomst is besproken is niet verder onderbouwd. Het is echter waarschijnlijk dat dit onderwerp tussen partijen aan de orde is geweest, gezien de genoemde mail en de feitelijke situatie dat werkgevers zoals T&M en Persoonality in het voorjaar/zomer van 2020 geconfronteerd zijn met de financiële gevolgen van een lockdown en rekening konden houden met een mogelijke nieuwe lockdown.
4.4.
T&M wijst er verder op, dat Persoonality in haar externe uitingen, zoals haar website, zelf aangeeft dat zij ‘alle arbeidsrechtelijke risico’s’ uit handen neemt. T&M mocht daarom verwachten dat ook de loondoorbetaling bij een lockdown daaronder wordt begrepen, zeker indien de payroller vervolgens ook degene is die aanspraak kan maken op de overheidssteun voor werkgevers, aldus T&M.
T&M kan hierin niet worden gevolgd. Op diezelfde website is meteen onder de genoemde passage aangegeven dat daarbij gedacht kan worden aan ‘de twee jaar loondoorbetaling bij ziekte of tien jaar WGA-last voor een arbeidsongeschikte werknemer’. Weliswaar is voorstelbaar dat partijen zouden kunnen afspreken dat de (loon)gevolgen bij een eventuele lockdown geheel voor risico van Persoonality komen, maar niet blijkt dat zij dat ook gedaan hebben. Een dergelijke afspraak is in elk geval niet expliciet in de overeenkomst terecht gekomen, wat dan wel voor de hand zou hebben gelegen.
4.5.
In de overeenkomst is in artikel 1 op zich helder opgenomen dat alle overeengekomen uren betaald moeten worden en T&M heeft dat ook begrepen. T&M heeft ter zitting verklaard dat zij begrepen heeft dat er voor iemand, met bijvoorbeeld een contract van 32 uur, ook 32 uur betaald moest worden als diegene maar 30 uur gewerkt heeft. Daarom is later, toen bleek dat de overeengekomen uren niet gehaald werden, een afspraak gemaakt over plus-/min-uren. Het was dus voor T&M bij aanvang wel duidelijk dat het gedeelte uit artikel 1 waar staat
‘Alle in de arbeidsovereenkomst(en) overeengekomen uren (…) worden door opdrachtgever (…) aan Persoonality betaald’daarop ziet. Een overeenstemming over een uitzondering daarop voor een periode van een lockdown is in de overeenkomst noch elders terug te vinden. Het had op de weg van T&M gelegen om er op toe te zien dat een voor haar zo belangrijke afwijking van het uitgangspunt uit artikel 1 ook helder verwoord zou zijn. Er is nu geen onderbouwing voor de stelling dat partijen hierover overeenstemming hebben bereikt, zodat de tekst niet anders uitgelegd kan worden dan in de door Persoonality bedoelde zin.
4.6.
Persoonality heeft tijdens de lockdown niet de volledige uren doorberekend aan T&M, maar een gedeelte daarvan. Zij noemt dit een coulanceregeling, waarin zij de overheidssteun, die Persoonality tijdens de lockdown ontving, mede ten goede liet komen aan de samenwerkingspartners, zoals T&M. T&M was volgens de overeenkomst gehouden tot betaling van de volledige overeengekomen uren en kreeg via deze regeling de mogelijkheid in plaats van 100% een gedeelte van 22,5% te betalen. De grondslag voor de door Persoonality gezonden facturen voor week 42 tot en met 49 ligt dus in de overeenkomst en T&M was gehouden die te voldoen. Daartoe is T&M niet overgegaan. Gelet op de tussen partijen overeengekomen algemene voorwaarden, was Persoonality gerechtigd de overeenkomst om die reden te beëindigen, zoals zij heeft gedaan.
4.7. De factuur over week 41 is door T&M onbetaald gelaten omdat zij meent dat verrekening dient plaats te vinden met min-uren die door de medewerkers zijn opgebouwd en die door de opzegging niet meer gecompenseerd kunnen worden met plus-uren.
Persoonality betwist dit en stelt dat de plus-/min-urenregistratie gebaseerd is op de Horeca-cao en niet op de overeenkomst van partijen. Volgens de regels van die cao kan een werkgever de in een rustiger periode opgebouwde min-uren en de in een drukke periode opgebouwde plus-uren van een medewerker compenseren, maar leidt dit niet tot een tegoed dat bij het einde van de overeenkomst van partijen van Persoonality gevorderd kan worden.
T&M heeft dit niet onderbouwd weersproken en geen andere grondslag genoemd die aanleiding zou kunnen zijn voor de verrekening die T&M wenst. Nu overigens geen discussie is over de juistheid van de factuur voor week 41, zal T&M ook die factuur dienen te voldoen.
4.8.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de vorderingen van Persoonality toewijsbaar zijn en de vorderingen van T&M niet. Tegen de meegevorderde rentevergoeding en de vergoeding voor buitengerechtelijke kosten zijn geen afzonderlijke verweren gevoerd. Deze vorderingen zijn toewijsbaar.
T&M zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van Persoonality tot en met vandaag worden vastgesteld op € 93,31 dagvaardingskosten, € 507,00 vast recht en € 622,00 salaris van de gemachtigde in conventie en € 498,00 aan salaris in reconventie.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt T&M tot betaling van € 4.935,91, met de overeengekomen rente van 1% per maand over € 4.015,28, vanaf 2 juni 2021 tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt T&M in de proceskosten, die aan de zijde van Persoonality tot en met vandaag worden vastgesteld op € 93,31 dagvaardingskosten, € 507,00 vast recht en € 622,00 salaris van de gemachtigde in conventie en € 498,00 aan salaris in reconventie,
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Engelbert-Clarenbeek en in het openbaar uitgesproken op 10 november 2021 in tegenwoordigheid van de griffier.