ECLI:NL:RBGEL:2021:6935

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
6 december 2021
Publicatiedatum
22 december 2021
Zaaknummer
C/05/396823 / KG RK 21-889
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek niet-ontvankelijk na einduitspraak in strafzaak

Op 6 december 2021 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland, locatie Zutphen, uitspraak gedaan op een wrakingsverzoek van een verzoeker. Het wrakingsverzoek werd ingediend op 25 november 2021, nadat de rechter in de hoofdzaak op 29 juli 2020 een einduitspraak had gedaan. De verzoeker stelde dat hij ten onrechte strafrechtelijk was veroordeeld voor feiten die civielrechtelijk afgedaan hadden kunnen worden en vroeg om herziening van de strafrechtelijke veroordeling(en).

De rechtbank oordeelde dat de wet niet voorziet in de mogelijkheid van wraking nadat er een einduitspraak is gedaan in de zaak van de verzoeker. Het feit dat de verzoeker stelde de beslissing van de rechter nooit te hebben ontvangen, veranderde hier niets aan. De rechtbank concludeerde dat verzoeker niet in het wrakingsverzoek kon worden ontvangen, omdat wraking na een einduitspraak niet mogelijk is.

De wrakingskamer verklaarde verzoeker (kennelijk) niet-ontvankelijk in het verzoek tot wraking. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open. De uitspraak werd gedaan door de voorzitter en twee leden van de wrakingskamer, in aanwezigheid van de griffier, en werd openbaar uitgesproken op 6 december 2021.

Uitspraak

beslissing
RECHTBANK GELDERLAND, locatie Zutphen.
Wrakingskamer
zaaknummer: C/05/396823 / KG RK 21-889
Beslissing van 6 december 2021
van de meervoudige wrakingskamer van de rechtbank op het verzoek van
[verzoeker]
laatstelijk wonende te [woonplaats]
hierna te noemen: verzoeker,
strekkende tot de wraking van
mr. M.C. van der Mei,
rechter in deze rechtbank
hierna te noemen: de rechter.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het schriftelijke wrakingsverzoek per e-mailbericht van 25 november 2021.

2.Het wrakingsverzoek

2.1
Het verzoek strekt tot wraking van de rechter in de zaak met parketnummer 05/031504-19 tegen verzoeker als verdachte.
2.2
Verzoeker heeft aan zijn verzoek ten grondslag gelegd dat hij ten onrechte strafrechtelijk is veroordeeld voor feiten die civielrechtelijk afgedaan hadden kunnen worden. Tevens verzoekt hij om herziening van de (strafrechtelijke) veroordeling(en).

3.De beoordeling

3.1.
Op 29 juli 2020 heeft de rechter in de hoofdzaak uitspraak gedaan. Het verzoek tot wraking is op 25 november 2021 gedaan. De wet voorziet niet in de mogelijkheid van wraking nadat einduitspraak is gedaan in de zaak van verzoeker. Dat verzoeker - zoals hij stelt - de beslissing van de rechter nooit heeft ontvangen en daardoor niet op de hoogte was van de inhoud ervan, maakt bovenstaande niet anders. Wraking na de einduitspraak is niet mogelijk.
Om die reden kan verzoeker niet in het wrakingsverzoek worden ontvangen. Voor een behandeling van het verzoek ter terechtzitting bestaat geen reden. Het in de wet opgenomen recht op een mondelinge behandeling is door de wetgever bedoeld voor het debat over de gegrondheid van het verzoek, maar aan dat debat wordt gezien het vorenstaande niet toegekomen.

4.De beslissing

De wrakingskamer van de rechtbank:
- verklaart verzoeker (kennelijk) niet-ontvankelijk in het verzoek tot wraking.
Deze beslissing is gegeven door mr. S.J. Peerdeman, voorzitter, mr. J.M. Graat en
mr. M.J.P. Heijmans, leden in tegenwoordigheid van de griffier mr. […] en in openbaar uitgesproken op 6 december 2021.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.