ECLI:NL:RBGEL:2021:668

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
28 januari 2021
Publicatiedatum
10 februari 2021
Zaaknummer
05/098966-20 (ontneming)
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel uit drugslab in Didam met gevangenisstraf en betalingsverplichting aan de Staat

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 28 januari 2021 uitspraak gedaan in een ontnemingsprocedure tegen een verdachte die betrokken was bij een drugslab in Didam. De officier van justitie vorderde dat de rechtbank het wederrechtelijk verkregen voordeel van de verdachte zou vaststellen op € 125.545,-, maar dit bedrag werd later bijgesteld naar € 24.800,-. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, geboren in 1989 en thans gedetineerd, een significante rol heeft gespeeld in de productie van amfetamine in het drugslab. Tijdens de zitting op 14 januari 2021 heeft de verdediging betoogd dat de verdachte geen voordeel heeft behaald, omdat het drugslab niet of nauwelijks heeft gedraaid. De rechtbank heeft dit verweer verworpen en vastgesteld dat de verdachte wel degelijk wederrechtelijk voordeel heeft genoten uit andere feiten, waaronder de productie van amfetamine. De rechtbank heeft de opbrengst van de geproduceerde amfetamineolie geschat op € 124.545,-, en na aftrek van kosten is het wederrechtelijk verkregen voordeel van de verdachte vastgesteld op € 29.600,12. De rechtbank heeft de verdachte verplicht tot betaling van dit bedrag aan de Staat en heeft bepaald dat hij kan worden gegijzeld indien hij zijn betalingsverplichting niet nakomt. De uitspraak is gedaan op basis van artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Tegenspraak
Parketnummer : 05/098966-20 (ontneming)
Datum uitspraak : 28 januari 2021
uitspraak van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1989 te [geboorteplaats] ,
zonder vaste woon- of verblijfplaats,
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting te Grave.
Raadsman: mr. J. Vlug, advocaat te Deventer.

1.De inhoud van de vordering

De officier van justitie vordert dat de rechtbank het bedrag vaststelt waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel als bedoeld in artikel 36e, vijfde lid, van het Wetboek van Strafrecht wordt geschat en [verdachte] de verplichting oplegt tot betaling aan de Staat van het geschatte voordeel, welk voordeel door de officier van justitie is gesteld op € 125.545,-.

2.De procedure

Ter terechtzitting van 14 januari 2021 heeft de officier van justitie de ontnemingsvordering aanhangig gemaakt.
De zaak is op de openbare terechtzitting van 14 januari 2021 ter terechtzitting onderzocht.
De officier van justitie heeft ter terechtzitting de vordering bijgesteld tot een bedrag van € 24.800,-. De officier van justitie heeft gesteld dat het totale wederrechtelijk verkregen voordeel, zoals berekend in het Proces-verbaal berekening wederrechtelijk verkregen voordeel, dient te worden verdeeld tussen [verdachte] en zijn drie medeveroordeelden
[medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] . Het dossier en het verhandelde ter terechtzitting geeft geen aanleiding rekening te houden met een andere verdeelsleutel, aldus de officier van justitie.
De verdediging heeft zich primair op het standpunt gesteld dat [verdachte] geen voordeel heeft behaald, omdat het drugslab niet of nauwelijks heeft gedraaid. Subsidiair heeft de verdediging zich op het standpunt gesteld dat de ontnemingsprocedure moet worden aangehouden, zodat de officier van justitie meer accurate informatie kan geven over de observatie van het pand gelegen aan de [adres] in Didam in het Haagse onderzoek [naam 1] ; als er meer verdachten zijn, moet het voordeel namelijk door meer personen worden terugbetaald. In dat geval dient voeging van het volledige Haagse dossier plaats te vinden, met gelegenheid tot het formuleren van onderzoekswensen.

3.De beoordeling van het aanhoudingsverzoek

Verbalisant [verbalisant 1] heeft op 22 december 2020 een proces-verbaal opgemaakt [1] waarin onder meer wordt ingegaan op onderzoek [naam 1] en waarin hij verwijst naar een proces-verbaal van verbalisant [verbalisant 2] van 20 december 2020. [2] Uit laatstgenoemd proces-verbaal blijkt dat onderzoek [naam 1] betrekking heeft op [naam 2] en dat de doelstelling van het onderzoek was om [naam 2] op heterdaad aan te houden in een drugslaboratorium. In het onderzoek is geconstateerd dat [naam 2] contact onderhield met criminelen uit Oost-Nederland, niet zijnde de verdachten die in het drugslab in Didam zijn aangehouden. Via een observatie van die contacten is men uitgekomen op observatie van het pand aan de [adres] in Didam. Van enige betrokkenheid van [naam 2] bij het op dit adres aangetroffen drugslab is niet gebleken, aldus tot slot het in het proces-verbaal gerelateerde.
De rechtbank constateert dat ook overigens uit niets blijkt dat in onderzoek [naam 1] ter zake het drugslab aan de [adres] in Didam andere als verdachte aan te merken personen naar voren zijn gekomen. Ter terechtzitting heeft de officier van justitie desgevraagd ook bevestigd dat van andere verdachte personen, dan de in onderzoek [naam 3] naar voren gekomen verdachten, geen sprake is. De rechtbank heeft geen concrete aanknopingspunten om dit in twijfel te trekken. Het had ook op de weg van de verdediging gelegen deze concrete aanknopingspunten te leveren. Waar verdachte, zo blijkt uit het vonnis van heden in de strafzaak, een significante rol heeft gespeeld in het drugslab, had van hem verwacht mogen worden zich concreet uit te laten over andere bij het drugslab betrokken personen met een financieel belang in het lab. Dit heeft hij om hem moverende redenen nagelaten. Zonder deze concrete aanknopingspunten kan het verzoek van de raadsman echter niet anders worden gezien dan als een zogenoemde “fishing expedition”. De rechtbank wijst het verzoek om de behandeling van de ontnemingsvordering aan te houden daarom af.

4.De beoordeling van de vordering

De rechtbank heeft heden tegen [verdachte] een vonnis gewezen waarbij [verdachte] is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 42 maanden ter zake van:
  • het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
  • het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod en
  • het medeplegen van, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10, voor te bereiden of te bevorderen, voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden of andere betaalmiddelen voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit.
De rechtbank heeft bij voornoemd vonnis onder meer het volgende vastgesteld. In de periode van 2 april 2020 tot en met 10 april 2020 is in het drugslab aan de [adres] in Didam amfetamine(olie) geproduceerd. Tijdens de doorzoeking van het drugslab op 10 april 2020 werd ongeveer 40,7 liter amfetamineolie aangetroffen.
De rechtbank is van oordeel dat niet aannemelijk is dat [verdachte] wederrechtelijk voordeel heeft genoten uit de bewezenverklaarde feiten. Niet bewezen is dat [verdachte] binnen de ten laste gelegde periode amfetamine(olie) heeft verkocht. De rechtbank vindt wel dat vaststaat dat [verdachte] wederrechtelijk voordeel heeft genoten uit andere feiten waaromtrent voldoende aanwijzingen bestaan, namelijk buiten redelijke twijfel kan worden vastgesteld, dat zij door [verdachte] zijn begaan, namelijk het in de periode van
2 april 2020 tot en met 10 april 2020 en ook daaraan voorafgaand produceren van meer dan de aangetroffen hoeveelheid amfetamineolie (40,7 liter), welke olie ook is verkocht. De rechtbank baseert zich daarbij op de volgende bewijsmiddelen. [3]
Andere strafbare feiten
Door een verbalisant van de Landelijke Faciliteit Ondersteuning Ontmantelen (LFO) is een berekening gemaakt van een minimaal vervaardigde hoeveelheid amfetamine(olie) in het drugslab aan de hand van de aangetroffen en verbruikte hoeveelheid grondstof formamide.
In totaal werd in het drugslab 550 liter formamide aangetroffen: twee dopvaten met in totaal 300 liter formamide en tien jerrycans met in totaal 250 liter formamide. Op basis van nog twee aangetroffen (op restanten na) lege dopvaten, welke doorgaans tot 200 liter worden afgevuld, werd aangenomen dat er in totaal 800 liter formamide op locatie aanwezig is geweest. Op basis hiervan is aannemelijk dat 250 liter (800 liter - 550 liter) formamide is verbruikt in het lab. Gemiddeld wordt 1,5 liter formamide verbruikt op 1 liter benzylmethylketon (BMK). Uitgaande van deze verhoudingen komt een verbruikte hoeveelheid van ongeveer 250 liter formamide overeen met een hoeveelheid van ongeveer 166 liter aan verbruikte BMK.
In het NFI-informatieblad ‘Schatting opbrengst amfetamine uit APAA(N) en BMK glycidezuur zouten’ is opgenomen dat uit 1 liter zuivere BMK ongeveer 0.9-1.0 liter gedestilleerde amfetamineolie vervaardigd kan worden. Een verwerkte hoeveelheid van 166 liter BMK komt op basis van deze schatting overeen met een opbrengst van 149-166 liter gedestilleerde amfetamineolie. In het drugslab werd ongeveer 40,7 liter amfetamine(olie) aangetroffen. [4] [verdachte] heeft verklaard dat er niet meer dan de aangetroffen amfetamineolie in het drugslab is geproduceerd, omdat er problemen waren in het kookproces. De rechtbank verwerpt dit verweer en overweegt daartoe het volgende.
In het drugslab is aangetroffen:
  • een kleurloze vloeistof bevattende fosforzuur;
  • een groene vloeistof met crèmekleurige deeltjes bevattende BMK in fosforzuur;
  • een lichtbruine olieachtige vloeistof op een kleurloze vloeistof bevattende BMK op (verdund) fosforzuur en
  • een poeder bevattende MAPA.
In het NFI-informatieblad ‘Schatting opbrengst amfetamine uit APAA(N) en BMK glycidezuur zouten’ staat onder andere beschreven dat BMK kan worden gemaakt door de omzetting van de uitgangsstof Apaan met zwavelzuur en/of zoutzuur en door de omzetting van de uitgangsstof MAPA met zwavelzuur, zoutzuur en/of fosforzuur. [6]
Zoals de rechtbank in eerdergenoemd vonnis heeft geoordeeld maakte [verdachte] gebruik van het account [naam 4] . Onder dit account zijn onder andere de volgende berichten verstuurd: [7]
Op 1 april 2020 om 07:47:44 uur
[naam 4] : Maar heb je een lasser ik sta al 5/ dagen stil je begrijpt wel dat dat niet kan
Op 2 april 2020 om 19:07:15 uur
[naam 4] : Wat hij zegt klopt wel maar wil geen risico nemen. Zo heb ik het ook eerder gedaan. Dat is het meer. Maar ik ga hem zwz 6 uur op vuur zetten. En zijn we samen verantwoordelijk voor deze 100 eerste ap
[naam 5] : Nee ik ben niet verant w voor die app zegt lange ook en als je wilt dat het goed gaat doe je het zo want ik draai al zo lamg luister gewoom
Op 5 april 2020 om 11:07:44 uur
[naam 4] : Oke want de waterslot loopt over telkens gister gesmolten en er is 100
fosfor met water uitgespoten
Op 6 april 2020 om 10:18:00 uur
[naam 4] : Die straal daar zit de lek. Maar er loopt fosfor uit
[naam 4] : Maat hoe veel grade is de bocht op mijn 1001 ketel”...” Ik kan nog 50 cm omhoog heb je een andere bocht maat want alles spuit er uit”...” Hoe rechter hij staat hoe beter hij koelt neem ik aan ?
In de woning op het perceel [adres] te Didam werd op 10 april 2020 een briefje aangetroffen met handgeschreven notities:
Apaan 250 kg

2 250 li Vos (?) smelten

250 water
-------------------------------------------------
180
Apaan 250 kg
Vos 250 li smelten 180
Wat 250 li
Mier 126 li
Formide 252 li koken
Water 230
Kous 150
1
* 1 ligt het aan het product
2 ligt het aan ons v
3 ligt het aan de kok
# ............
# 4 of ketel [8]
De notities beschrijven het recept van de omzetting van Apaan in BMK (
de rechtbank begrijpt: de kookstap waarin BMK wordt gemaakt), de omzetting van BMK in
A-formylamfetamine met behulp van mierenzuur en formamide (eerste kookstap), alsmede de omzetting van A-formylamfetamine in amfetamine met water en caustic soda (tweede kookstap). [9] Het betreft productie van amfetamine volgens de Leuckart synthese. [10]
Voor het vervaardigen van BMK, de stap die naar de rechtbank begrijpt vooraf gaat aan de eerste stap, werd de uitgangsstof MAPA gebruikt, bij welk proces onder andere fosforzuur nodig is. Dat op het op het perceel van het drugslab aangetroffen briefje de stof Apaan staat vermeld maakt dat naar het oordeel van de rechtbank niet anders. In het drugslab is namelijk geen Apaan aangetroffen, maar wel MAPA en de stof fosforzuur. Ook in de encrochatberichten wordt de stof fosfor genoemd en op het briefje staat de aanduiding ‘Vos’ genoemd. De rechtbank acht het, op basis van de plek waar het briefje is aangetroffen en de context waarin op het briefje ‘Vos’ staat genoemd, aannemelijk dat hiermee fosforzuur wordt bedoeld.
De rechtbank wil aannemen dat zich problemen hebben voorgedaan in het productieproces. De rechtbank stelt echter vast dat deze problemen zich voordeden in de voorbereidende stap waarin BMK werd gemaakt. In de encrochatberichten wordt namelijk gezegd: “En zijn we samen verantwoordelijk voor deze 100 eerste ap” (de rechtbank begrijpt Apaan of Mapa), “(…) er is 100 fosfor met water uitgespoten” en “Die straal daar zit de lek. Maar er loopt fosfor uit”. Dit zijn stoffen die worden gebruikt voor het vervaardigen van BMK.
Formamide wordt pas gebruikt in de eerste stap, de stap na de voorbereidende stap waarin BMK wordt gemaakt. Dat er zich problemen hebben voorgedaan in die stap blijkt niet uit het dossier of het verhandelde ter terechtzitting en, naar mag worden aangenomen, is er dan ook geen formamide verloren gegaan.
Opbrengst
In het voordeel van verdachte zal de rechtbank, overeenkomstig de benadering in het Proces-verbaal berekening wederrechtelijk verkregen voordeel van 26 augustus 2020 (verder: Proces-verbaal wvv), uitgaan van een minimale productie in het drugslab van 149 liter amfetamineolie. Vast staat dat een hoeveelheid van 108,3 liter (149 liter - 40,7 liter) bij ontdekking van het drugslab op 10 april 2020 niet meer aanwezig was. De rechtbank acht het aannemelijk dat de betrokkenen bij het drugslab deze amfetamineolie hebben verkocht en daarvoor een opbrengst hebben verkregen. Het te gelde maken van de amfetamine(olie) is immers het doel van de productie. Volgens het rapport Prijzen Drugs & (Pre-)Precursoren van het Team Synthetische Drugs Intel & Expertise van de politie was de gemiddelde prijs van amfetamineolie in de groothandel en ‘af lab’ € 1.150,- per liter.
Gelet op het voorgaande schat de rechtbank de opbrengst van de geproduceerde en verkochte amfetamineolie, overeenkomstig het Proces-verbaal berekening wvv, op € 124.545,-. [11]
[verdachte] heeft zijn verweer dat de opbrengst van amfetamineolie € 600,- per liter bedroeg niet onderbouwd. De rechtbank gaat hieraan dan ook voorbij.
Aandeel [verdachte] in voornoemde opbrengst
Onder het account [naam 4] zijn onder andere de volgende berichten verstuurd: [12]
Op 3 april 2020 om 02:50:57 uur
[naam 4] : En dan wil je dat ik gerust in de keuken ga staan met [naam 6] . Dikke lul doe ik dat. Ik wil niet dat er gespeeld word met ons geld!! Ik wil dat er verdient word. De enige die wat te verliezen hebben is jij [naam 7] en ik Kwa geld. Die kleine grapjes kosten tien duizenden euros
[naam 5] : Jij en lange maat gaan niet onder een hoedje spelen maat, jij hebt niet eens geld erin gedrukt alleen de loca en we moeste zelfs t afval voor jou afvoeren omdat je geen geld had zei lange
Op 3 april 2020 om 02:50:57 uur
[naam 4] : Mijn ap en stoffen staan hier
[naam 5] : En onze app dan
[naam 4] : Ja dat bedoel ik. Ookk
De rechtbank heeft bij vonnis van heden vastgesteld dat [verdachte] een coördinerende, aansturende en uitvoerende rol had in het drugslab, met een aanzienlijk financieel belang in het geheel. Naar het oordeel van de rechtbank is op grond van de voorgaande encrochatberichten aannemelijk dat naast [verdachte] twee anderen in financiële zin betrokken waren bij het drugslab: iemand die gebruik maakt van het account “ [naam 5] ” en een persoon die “ [naam 7] ” wordt genoemd. Bij gebreke van concrete aanwijzingen anderszins, zal de rechtbank ervan uitgaan dat de opbrengst van
€ 124.545,- toekwam aan drie personen, onder wie dus [verdachte] . Op die opbrengst dienen de navolgende kosten in mindering te komen, waarna 1/3 deel van het restant aan verdachte dient te worden toegerekend.
Productiekosten grondstoffen en hardware
In het Proces-verbaal wvv zijn de kosten van grondstoffen en hardware voor de productie van 108,3 liter amfetamineolie berekend op een bedrag van € 23.744,64. [13] De rechtbank neemt deze conclusie over.
Huurkosten
In het Proces-verbaal wvv zijn de huurkosten voor het drugslab berekend op een bedrag van € 1.600,-. [14] De rechtbank neemt deze conclusie over.
Kosten ten behoeve van aandeel medeveroordeelden
De rechtbank acht het aannemelijk dat de medeveroordeelden [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] vergoedingen zijn toegezegd dan wel dat aan hen vergoedingen zijn verstrekt voor hun aandeel in de productie van de geproduceerde en verkochte amfetamineolie (108,3 liter).
[medeverdachte 2]
heeft verklaard dat hij op een donderdag, de rechtbank begrijpt donderdag 9 april 2020, in de namiddag op een locatie gekomen is waar een drugslab zat. Hij heeft daar werkzaamheden verricht. Tussendoor heeft hij geslapen. Op een gegeven moment hoorde hij iemand politie schreeuwen en is hij weggerend. [15]
Op 10 april 2020 is hij in de omgeving van het drugslab aangetroffen achter een heg, liggend op zijn buik. [16]
In het dossier is niet vermeld dat er geld is aangetroffen bij [medeverdachte 2] .
Nu [medeverdachte 2] de avond voor zijn aanhouding bij het drugslab is gearriveerd en er bij hem geen geld is aangetroffen, acht de rechtbank het aannemelijk dat hij niet is betaald voor zijn werkzaamheden in het drugslab. De rechtbank zal daarom geen personeelskosten voor [medeverdachte 2] meenemen in de berekening.
[medeverdachte 1]
heeft verklaard dat hij ongeveer drie à vier maanden in de woning aan de [adres] woonde en dat hij € 500,- per week ontving om er voor te zorgen dat de woning bij het drugspand bewoond leek. [17]
De verklaring die [medeverdachte 1] ter terechtzitting van 14 januari 2021 in zijn eigen zaak heeft afgelegd kan niet gebruikt worden in de zaak van [verdachte] . Omdat uit de verklaring van [medeverdachte 1] echter blijkt van kosten die ten laste van de opbrengst dienen te komen, en het meenemen van deze kosten dus in het voordeel is van [verdachte] , zal de rechtbank acht slaan op de verklaring van [medeverdachte 1] . De rechtbank zal uitgaan van een verblijf van [medeverdachte 1] in de woning van twaalf weken. De rechtbank acht het niet aannemelijk dat een langer verblijf van [medeverdachte 1] in de woning in relatie kan worden gebracht met de productie van de 108,3 liter amfetamineolie.
De rechtbank zal een bedrag van € 6.000,- in de berekening betrekken.
[medeverdachte 3]
Onder het account [naam 4] zijn de volgende berichten verstuurd: [18]
Op 2 april 2020 om 19:07:15 uur
[naam 5] : Luisted aun naar hem. En ga niet expirimetren broer
[naam 4] : Staat er wel genoeg gas ? Vraah aan [naam 6]
[naam 5] : Snapje gaat goed komen pik. Luistee naar hem want dancgaat hetnzo weer niet goed. [naam 6] zegt genoeg gas
[naam 4] : Oke
[naam 5] : Pik aub niet eigenqijs doen [naam 8] is echf edn ervaren draaier pik il begrijp joi denkwijze maar hijbweet wat die doet
[naam 4] : Wat hij zegt klopt wel maar wil geen risico nemen. Zo heb ik het ook eerder gedaan. Dat is het meer. Maar ik ga hem zwz 6 uur op vuur zetten. En zijn we samen verantwoordelijk voor deze 100 eerste ap
[naam 5] : Nee ik ben niet verant w voor die app zegt lange ook en als je wilt dat het goed gaat doe je het zo want ik draai al zo lamg luister gewoom
Op 2 april 2020 om 19:49:39 uur
[naam 4] : Wat [naam 6] me zei klopte niet
Op 2 april 2020 om 19:53:32 uur
[naam 5] : Maat er is 200 pure fos bij in gegaan die fos is bijna puur maat ik doe nix anders dus luister aub
[naam 4] : Kijk dit bedoel ik iedereen zegt wat anders word er moe van jij moet alleen met mij praten over productie niemand anders. [naam 6] zegt dat je zei opwarmen naar 60 grade
Op 3 april 2020 om 02:50:57 uur
[naam 4] : En dan wil je dat ik gerust in de keuken ga staan met [naam 6] . Dikke lul doe ik dat. Ik wil niet dat er gespeeld word met ons geld!! Ik wil dat er verdient word. De enige die wat te verliezen hebben is jij [naam 7] en ik Kwa geld. Die kleine grapjes kosten tien duizenden euros
[naam 5] : Jij en lange maat gaan niet onder een hoedje spelen maat, jij hebt niet eens geld erin gedrukt alleen de loca en we moeste zelfs t afval voor jou afvoeren omdat je geen geld had zei lange
Op 4 april 2020 om 01:24:54 uur
[naam 5] : Luister b kan niet dik.worden na zon temp maar kkijk ff want waom stomer dat mog niet van me. Kan niet
[naam 4] : Dat hadden [naam 9] en [naam 6] gedaan
Op 7 april 2020 om 14:42:39 uur
[naam 10] Hey daar, gezien aantallen wil er 1500 per dag voor hebben beste maat. Als je je hierin kunt vinden hebben we een deal en gaan we eindelijk duurzaam A olie draaien met structuur regelmaat en mooie aabtallen. En morgen avond begi nen ook!
[naam 4] : He chef. Ik vind eerlijk gezegd ,1500 te veel 1000 is rieel want er lopen ook meerdere jonges. Als alles goed loopt geef ik je na 2 weken weer meer. Of ik betaal je eerst 1000 p dag en schrijf 500 op de betaal ik je later na 3 weken ongeveer. Want gun het jou ook.
[naam 10] : Maat ik zeg voor jou een klant af die goed is voor 12.000 eu de week. Maar wchtveerlijkven weet en voelde je ook wel aan met tussentijdse aanbieding, bij jou werk ik wel gezelliger zo maar te zeggen..
[naam 4] : Dus je bent akkoord ?
[naam 10] : 1100 p dag en na twee weken ongeveer dat bij betalen
[naam 4] : Is goed akkoord
Op 8 april 2020 om 05:45:49 uur
[naam 4] : Ik [naam 11] en [naam 6] hebben samen afgetapt
[naam 5] : Vraag dan maar s aan mount waar rest van liters kunne zitten
[naam 4] : Ketel staat nu ook opnsten dus nu kan je gwn normaal a aftappen
[naam 5] : Maak dalijk even foto van de olie als ie eruit komt
De bijnaam van [medeverdachte 3] is [naam 6] . [19]
De rechtbank heeft bij eerdergenoemd vonnis vastgesteld dat uit de camerabeelden van de observatie blijkt dat [medeverdachte 3] op 9 april 2020 aanwezig was in het drugslab.
Op basis van de encrochatberichten en observaties mag naar het oordeel van de rechtbank worden aangenomen dat [medeverdachte 3] op 2, 4, 8 en 9 april 2020 aanwezig is geweest in het drugslab. De rechtbank acht het aannemelijk dat hij op al die dagen werkzaamheden heeft verricht en daarvoor een vergoeding heeft ontvangen.
Met betrekking tot die vergoeding overweegt de rechtbank dat uit de gesprekken kan worden afgeleid dat [medeverdachte 3] kennis van zaken had waar het gaat om het produceren van amfetamineolie. Hetzelfde geldt, zo kan uit de encrochatberichten worden opgemaakt, voor de persoon genaamd [naam 10] ( [medeverdachte 2] ). Met [medeverdachte 2] wordt een vergoeding afgesproken van € 1.100,- per dag. De rechtbank acht eenzelfde vergoeding voor [medeverdachte 3] aannemelijk en zal daarvan uitgaan.
De rechtbank zal een bedrag van € 4.400,- in de berekening betrekken.
Personeelskosten
[verdachte] heeft verklaard dat naast de personen die in het onderzoek [naam 3] zijn aangehouden nog andere personen werkzaamheden hebben verricht in het drugslab. [verdachte] heeft echter niet verklaard wie die personen zijn geweest, hoe lang of hoe vaak die in het lab zijn geweest en welke vergoeding zij hebben ontvangen voor hun werkzaamheden, laat staan dat duidelijkheid is verschaft over de vraag of die werkzaamheden zijn verricht ten behoeve van de productie van de 108,3 liter amfetamineolie. De rechtbank ziet daarom geen aanleiding voor het in aanmerking nemen van personeelskosten.
Totale wederrechtelijk verkregen voordeel
Gelet op het voorgaande schat de rechtbank het totale wederrechtelijk voordeel dat met de productie en verkoop van de 108,3 liter amfetamineolie is behaald als volgt.
Opbrengst productie en verkoop € 124.545,-
Kosten grondstoffen en hardware € 23.744,64
Huurkosten € 1.600,-
Personeelskosten [medeverdachte 2] 0
Kosten [medeverdachte 1] € 6.000,-
Kosten [medeverdachte 3]
€ 4.400,-
Totaal wvv € 88.800,36
De rechtbank zal het wederrechtelijk verkregen voordeel van [verdachte] vaststellen op
1/3 deel van het totale wederrechtelijk verkregen voordeel: € 29.600,12.
Op grond van het voorgaande schat de rechtbank het wederrechtelijk verkregen voordeel van [verdachte] op een bedrag van € 29.600,12. Daarnaast zal de rechtbank hem de verplichting opleggen tot betaling van dit bedrag aan de Staat.
De rechtbank zal bepalen dat [verdachte] kan worden gegijzeld gedurende een periode van maximaal 183 dagen indien hij zijn betalingsverplichting niet nakomt.

5.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht.

6.De beslissing

De rechtbank:
- wijst af het verzoek tot aanhouding van de behandeling van de ontnemingsvordering;
- stelt het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat vast op een bedrag van
€ 29.600,12(
negenentwingtigduizendzeshonderd euro en twaalf eurocent);
- legt de veroordeelde de verplichting op tot betaling van dit bedrag aan de Staat ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel;
- bepaalt de duur van de gijzeling die ten hoogste door de officier van justitie kan worden gevorderd met toepassing van artikel 6:6:25 van het Wetboek van Strafvordering op
183 dagen.
Deze uitspraak is gewezen door mr. L.M. Vogel, voorzitter, mr. K.A.M. van Hoof en
mr. M.J. Wasmann, rechters, in tegenwoordigheid van mr. P. Veenker, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 28 januari 2021.
Mr. Wasmann is buiten staat deze uitspraak te tekenen.

Voetnoten

1.Proces-verbaal Relaas van onderzoek [naam 3] , deel 2 (aanvulling) van 22 december 2020, p. 849.
2.Proces-verbaal van bevindingen van 20 december 2020, p. 878.
3.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 1] van de politie Oost-Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2020157860, onderzoek ON3R020032 [naam 3] , gesloten op 28 augustus 2020, en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld. Het Proces-verbaal wederrechtelijk verkregen voordeel per delict (hierna: proces-verbaal WVV) is zelfstandig genummerd.
4.Proces-verbaal LFO, p. 370-371; proces-verbaal LFO, p. 333-336; NFI-informatieblad, p. 378.
5.Rapport NFI, p. 328-330; proces-verbaal LFO, p. 335-336.
6.NFI-informatieblad, p. 377.
7.Proces-verbaal Encrochat, p. 836 - 838.
8.Proces-verbaal van doorzoeking, p. 127; proces-verbaal van bevindingen, p. 132-133.
9.Proces-verbaal LFO, p. 287.
10.Proces-verbaal LFO, p. 316.
11.Proces-verbaal berekening wvv, p. 15.
12.Proces-verbaal Encrochat, p. 838, 843
13.Proces-verbaal berekening wvv, p. 16.
14.Proces-verbaal berekening wvv, p. 17.
15.Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 2] , p. 715.
16.Proces-verbaal van bevindingen, p. 68.
17.Verklaring van [medeverdachte 1] ter terechtzitting van 14 januari 2021.
18.Proces-verbaal Encrochat, p. 833, 842-844.
19.Proces-verbaal aanvraag vordering verstrekking verkeersgegevens telefonie (proces-verbaalnummer 202004250830.126N), opgenomen in het BOB-dossier van [verdachte] , p. 2.