Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs
- € 280,- van dhr. [slachtoffer 1] , op 7 augustus 2017;
- € 215,- van mevr. [slachtoffer 3] , op 27 september 2017;
- € 650,01 van dhr. [slachtoffer 4] , op 5 oktober 2017;
- € 200,- van dhr. [slachtoffer 5] , op 12 oktober 2017.
3.De bewezenverklaring
een of meertijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van 6 augustus 2017 tot
de werkelijke
verworven envoorhanden gehad
, overgedragen, omgezet en/of heeft gebruikt,
wist, althansredelijkerwijs had moeten vermoeden, dat dat geldbedrag
of omstreeks25 december 2018 te Scherpenzeel,
althans in Nederland,
en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten
, alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de
een of meeranderen
, althans alleen,
(eren
)en
/of een geldbedrag(en), te weteneen geldbedrag van in totaal
/ofeen geldkist en
/ofeen fles [merk 1]
Duen
/of een of meerkledingstukken
(onder andere van het merk [merk 2] en/of [merk 3] ) en/of een [merk 3]
geheel of ten deleaan een ander dan aan verdachte
/ofzijn mededader
(s
)toebehoorden, te weten aan [slachtoffer 6] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader
(s
)zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft/hebben verschaft
en/of dat/die weg te nemen goederen en/of geldbedragen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebrachtdoor middel van braak
en/of verbreking en/of inklimming;
of omstreeks30 april 2020 te Velp,
althans in de gemeente Rheden
en/of één of meer andere goederen, in elk geval enig
dat geheel of ten deleaan een ander dan aan verdachte
en/of zijn
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8. De beoordeling van de civiele vorderingen
05/026108-19 onder feit 1:
- [slachtoffer 2] vordert een bedrag van € 342,71,- aan materiële schade;
- [slachtoffer 3] vordert een bedrag van € 215,- aan materiële schade;
- [slachtoffer 4] vordert een bedrag van € 650,- aan materiële schade;
- [slachtoffer 5] vordert een bedrag van € 200,- aan materiële schade.
9.De beoordeling van het beslag
10.De toegepaste wettelijke bepalingen
11.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
vierdagen;
taakstrafvan
120uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 60 dagen;
benadeelde partij [slachtoffer 2]af;
benadeelde partij [slachtoffer 3], van een bedrag van € 215,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 september 2017 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nul;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de
benadeelde partij [slachtoffer 4], van een bedrag van € 650,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 oktober 2017 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nul;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de
benadeelde partij [slachtoffer 5], van een bedrag van € 200,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 oktober 2017 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nul;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de