ECLI:NL:RBGEL:2021:6495

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
18 november 2021
Publicatiedatum
7 december 2021
Zaaknummer
C/05/395675 / KG RK 21- 843
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wraking van rechter na einduitspraak in bodemzaak

Op 18 november 2021 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland, locatie Zutphen, uitspraak gedaan op het verzoek tot wraking van mr. J.H. Steverink, rechter in de rechtbank. Het verzoeker, wonende te [woonplaats], heeft op 4 november 2021 een schriftelijk wrakingsverzoek ingediend, waarin hij stelt dat er sprake is van partijdigheid van de rechter. Dit verzoek is gedaan in het kader van een lopende procedure met zaaknummer 9430930 / BM VERZ 21-5079.

De wrakingskamer heeft vastgesteld dat de rechter op 29 oktober 2021 de einduitspraak in de hoofdzaak heeft gedaan. Volgens de wet is het niet mogelijk om een wrakingsverzoek in te dienen nadat er een einduitspraak is gedaan. Dit betekent dat verzoeker niet-ontvankelijk wordt verklaard in zijn verzoek tot wraking. De wet voorziet niet in een mondelinge behandeling van het verzoek, omdat er geen aanleiding is om het verzoek verder te behandelen.

De beslissing van de wrakingskamer is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing. De uitspraak is gedaan door de voorzitter mr. D.S.M. Bak, samen met de rechters mr. M.J.P. Heijmans en mr. A.M.P.T. Blokhuis, in tegenwoordigheid van de griffier. De griffier was echter niet in staat om de beslissing mede te ondertekenen.

Uitspraak

beslissing
RECHTBANK GELDERLAND, locatie Zutphen
Wrakingskamer
zaaknummer: C/05/395675 / KG RK 21- 843
Beslissing van 18 november 2021
van de meervoudige wrakingskamer van de rechtbank op het verzoek van:
[verzoeker],
wonende te [woonplaats]
hierna te noemen: verzoeker,
strekkende tot de wraking van
mr. J.H. Steverink,
rechter in deze rechtbank
hierna te noemen: de rechter.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het schriftelijke wrakingsverzoek van 4 november 2021.

2.Het wrakingsverzoek

2.1
Het verzoek strekt tot wraking van de rechter in de zaak met nummer 9430930 \
BM VERZ 21-5079 tussen verzoeker en [… 1]
2.2
Verzoeker heeft aan zijn verzoek ten grondslag gelegd dat sprake is van partijdigheid van de rechter.

3.De beoordeling

3.1
Op 29 oktober 2021 heeft de rechter in de hoofdzaak de einduitspraak gedaan.
Het verzoek tot wraking is gedaan op 4 november 2021. De wet voorziet niet in de mogelijkheid van wraking nadat einduitspraak is gedaan in de zaak van verzoeker. Om die reden kan verzoeker niet in het wrakingsverzoek worden ontvangen.
3.2
Voor een behandeling van het verzoek ter terechtzitting bestaat geen reden. Het in de wet opgenomen recht op een mondelinge behandeling is door de wetgever bedoeld voor het debat over de gegrondheid van het verzoek, maar aan dat debat wordt gezien het voorgaande niet toegekomen.

4.De beslissing

De wrakingskamer van de rechtbank:
- verklaart verzoeker (kennelijk) niet-ontvankelijk in het verzoek tot wraking.
Deze beslissing is gegeven door de mr. D.S.M. Bak, voorzitter, mr. M.J.P. Heijmans en mr. A.M.P.T. Blokhuis, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. [… 2] en in openbaar uitgesproken op 18 november 2021.
de griffier de voorzitter
De griffier is buiten staat om deze
beslissing mede te ondertekenen.
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.