ECLI:NL:RBGEL:2021:6495
Rechtbank Gelderland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van rechter na einduitspraak in bodemzaak
Op 18 november 2021 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland, locatie Zutphen, uitspraak gedaan op het verzoek tot wraking van mr. J.H. Steverink, rechter in de rechtbank. Het verzoeker, wonende te [woonplaats], heeft op 4 november 2021 een schriftelijk wrakingsverzoek ingediend, waarin hij stelt dat er sprake is van partijdigheid van de rechter. Dit verzoek is gedaan in het kader van een lopende procedure met zaaknummer 9430930 / BM VERZ 21-5079.
De wrakingskamer heeft vastgesteld dat de rechter op 29 oktober 2021 de einduitspraak in de hoofdzaak heeft gedaan. Volgens de wet is het niet mogelijk om een wrakingsverzoek in te dienen nadat er een einduitspraak is gedaan. Dit betekent dat verzoeker niet-ontvankelijk wordt verklaard in zijn verzoek tot wraking. De wet voorziet niet in een mondelinge behandeling van het verzoek, omdat er geen aanleiding is om het verzoek verder te behandelen.
De beslissing van de wrakingskamer is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing. De uitspraak is gedaan door de voorzitter mr. D.S.M. Bak, samen met de rechters mr. M.J.P. Heijmans en mr. A.M.P.T. Blokhuis, in tegenwoordigheid van de griffier. De griffier was echter niet in staat om de beslissing mede te ondertekenen.