ECLI:NL:RBGEL:2021:6465

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
30 november 2021
Publicatiedatum
3 december 2021
Zaaknummer
C/05/395529 KG RK 21-839
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek tegen alle rechters van de rechtbank Gelderland

Op 30 november 2021 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, een beslissing genomen op het wrakingsverzoek van een verzoeker uit Nijmegen. Het verzoeker heeft verzocht om wraking van alle rechters van de rechtbank Gelderland, inclusief de wrakingskamer zelf, in verband met een eerder ingediend wrakingsverzoek met zaaknummer C/05/394287/KG RK 21/763. De verzoeker heeft aangevoerd dat de rechtbank slecht functioneert, mensenrechten schendt en niet integer handelt.

De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat de wet geen grondslag biedt voor een dergelijk algemeen wrakingsverzoek. Wrakingsverzoeken kunnen enkel gericht zijn tegen rechters die betrokken zijn bij een specifieke zaak. De rechtbank concludeert dat het verzoek niet is gebaseerd op concrete feiten en omstandigheden met betrekking tot de rechters in kwestie. De verzoeker heeft kennelijk geen vertrouwen meer in de rechtbank, maar dit levert geen gegronde reden voor wraking op.

De rechtbank heeft de verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot wraking. Tevens is vastgesteld dat de verzoeker misbruik heeft gemaakt van de wrakingsmogelijkheid, aangezien zijn bezwaren niet specifiek zijn voor de rechters die zijn zaak behandelen. De rechtbank heeft bepaald dat toekomstige wrakingsverzoeken van de verzoeker, gericht tegen rechters zonder betrokkenheid bij de behandeling van de zaak, niet in behandeling zullen worden genomen. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

beslissing
RECHTBANK GELDERLAND, locatie Arnhem
Wrakingskamer
zaaknummer: C/05/395529 KG RK 21/839
Beslissing van 30 november 2021
van de meervoudige wrakingskamer van de rechtbank op het verzoek van
[verzoeker]
wonende te Nijmegen,
hierna te noemen: verzoeker,
strekkende tot de wraking van
alle rechters in deze rechtbank
hierna te noemen: de rechters.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het schriftelijke wrakingsverzoek van 2 november 2021;
  • de e-mail van verzoeker van 13 november 2021.

2.Het wrakingsverzoek

2.1
Het verzoek strekt tot wraking van alle rechters van de rechtbank Gelderland, waaronder de wrakingskamer van de rechtbank Gelderland in verband met zijn wrakingsverzoek met zaaknummer C/05/394287/KG RK 21/763.
2.2
Verzoeker legt aan zijn wrakingsverzoek onder meer ten grondslag dat de werkzaamheden van deze rechtbank slecht zijn, dat deze rechtbank structureel mensenrechten schendt en niet integer handelt.

3.De beoordeling

3.1
Uit het schriftelijke wrakingsverzoek blijkt dat de verzoeker alle rechters van deze rechtbank wraakt. Voor een dergelijk verzoek biedt de wet geen grondslag. Wrakingsverzoeken kunnen alleen gericht zijn tegen rechters die een bepaalde zaak behandelen en niet tegen alle rechters bij een rechtbank. Het verzoek is niet gebaseerd op concrete feiten en omstandigheden ten aanzien van deze rechters. Verzoeker heeft kennelijk geen vertrouwen meer in deze rechtbank. Dit levert geen grond voor wraking op. Bovendien voorziet de wet niet in de mogelijkheid tot wraking van een rechter die geen bemoeienis heeft met de behandeling van de zaak waarin de wraking wordt verzocht.
3.2
Bij deze stand van zaken moet verzoeker niet-ontvankelijk worden verklaard. Aan de inhoudelijke behandeling kan dus niet worden toegekomen, zodat er voor een mondelinge
behandeling ter terechtzitting geen grond is.
3.4
De rechtbank is van oordeel dat verzoeker misbruik heeft gemaakt van de wrakingsmogelijkheid, omdat hij slechts redenen aanvoert die niet zien op de rechters die zijn zaak behandelen maar die zijn terug te voeren op algemene bezwaren jegens deze rechtbank. Nu dit misbruik geconstateerd is, zal de rechtbank bepalen dat een volgend wrakingsverzoek van verzoeker gericht tegen rechter(s) die geen bemoeienis hebben (gehad) met de behandeling van deze zaak, ook wanneer hij zich beroept op nieuwe feiten en omstandigheden, niet in behandeling zal worden genomen.

4.De beslissing

De wrakingskamer van de rechtbank:
  • verklaart verzoeker (kennelijk) niet-ontvankelijk in het verzoek tot wraking;
  • bepaalt dat een volgend wrakingsverzoek gericht tegen rechter(s) die geen bemoeienis hebben (gehad) met de behandeling van deze zaak niet in behandeling zal worden genomen.
Deze beslissing is gegeven doormrs. A. Tegelaar, E.J. Davids en M.A. van Leeuwen in tegenwoordigheid van de griffier [griffier] en in openbaar uitgesproken
30 november 2021
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.