In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland op 2 december 2021 uitspraak gedaan over de wijziging van kinderalimentatie na een echtscheiding. De vrouw, verzoekster, heeft verzocht om de man, verweerder, te verplichten tot een bijdrage van € 409 per kind per maand, met ingang van 15 januari 2021. De man heeft verweer gevoerd en verzocht om een lagere bijdrage van € 318 per kind per maand voor de periode van januari tot en met juli 2021, en € 279 per kind per maand vanaf augustus 2021. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man een verwijtbaar inkomensverlies heeft geleden door zijn detentie wegens seksueel grensoverschrijdend gedrag, wat heeft geleid tot een vermindering van zijn inkomen. De rechtbank heeft geoordeeld dat, ondanks het inkomensverlies, de man moet worden aangesproken op zijn oude, hogere inkomen bij de berekening van de kinderalimentatie, gezien de omstandigheden van de zaak. De rechtbank heeft de behoefte van de kinderen vastgesteld op € 652 per kind per maand, en heeft geoordeeld dat de kosten van opvang niet als behoefteverhogend kunnen worden aangemerkt. Uiteindelijk heeft de rechtbank bepaald dat de man € 383 per kind per maand moet betalen, met de verplichting om deze alimentatie steeds vóór de eerste van de maand te betalen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de alimentatie ook moet worden betaald als er hoger beroep wordt ingesteld.