Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
3.De bewezenverklaring
of omstreeks9 mei 2021 te Arnhem [slachtoffer] opzettelijk
en met voorbedachten radevan het leven heeft beroofd, door met een mes
althans een scherp en/of puntig voorwerp meermalen, althans eenmaal,in de onderbuik en
/ofborst
, althans in het (boven)lichaamvan die [slachtoffer] te steken
en/of snijden.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en maatregel
8.De beoordeling van de civiele vorderingen
- over de uitvaartkosten van € 6.121 vanaf 21 mei 2021;
- over de kosten voor het grafmonument van € 7.250 vanaf 9 augustus 2021;
- over het rouwstuk van € 250,00 vanaf 15 mei 2021 en
- over de affectieschade vanaf 9 mei 2021.
- over de materiële schade van € 385,00 vanaf 30 november 2021 en
- over de immateriële schade vanaf 9 mei 2021.
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 10 (tien) jaren;
maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperkingzoals beschreven in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht.
- over de uitvaartkosten van € 6.121 vanaf 21 mei 2021;
- over de kosten voor het grafmonument van € 7.250 vanaf 9 augustus 2021;
- over het rouwstuk van € 250,00 vanaf 15 mei 2021 en
- over de affectieschade vanaf 9 mei 2021
- over de uitvaartkosten van € 6.121 vanaf 21 mei 2021;
- over de kosten voor het grafmonument van € 7.250 vanaf 9 augustus 2021;
- over het rouwstuk van € 250,00 vanaf 15 mei 2021 en
- over de affectieschade vanaf 9 mei 2021
- veroordeelt verdachte in verband met het bewezen verklaarde feit tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [benadeelde 2] van € 20.000 aan smartengeld (affectieschade), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 mei 2021 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [benadeelde 2] , een bedrag te betalen van € 20.000 aan smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 mei 2021 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 135 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd.
- over de materiële schade van € 385,00 vanaf 30 november 2021 en
- over de immateriële schade vanaf 9 mei 2021
- over de materiële schade van € 385,00 vanaf 30 november 2021 en
- over de immateriële schade vanaf 9 mei 2021