ECLI:NL:RBGEL:2021:6376
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voor omkoping agent in strafzaak tegen verdachte
In de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte, geboren in 1986, heeft de rechtbank Gelderland op 29 november 2021 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van omkoping van een agent, waarbij hij zou hebben geprobeerd een ambtenaar, werkzaam als aspirant bij de politie eenheid Amsterdam, te bewegen tot het doen of nalaten van handelingen in strijd met zijn plicht. De tenlastelegging omvatte het doen van een gift of belofte en het verstrekken van informatie uit politiesystemen in de periode van 9 januari 2018 tot en met 23 oktober 2018 te Tiel.
Tijdens de openbare terechtzitting op 15 november 2021 hebben zowel de officier van justitie als de verdediging gepleit voor vrijspraak van de verdachte. De rechtbank heeft vastgesteld dat de agent in kwestie weliswaar bevragingen in politiesystemen heeft uitgevoerd, maar dat er onvoldoende bewijs was dat deze handelingen op verzoek van de verdachte zijn gedaan. De agent had bij de rechter-commissaris verklaard nooit een opdracht van de verdachte te hebben gekregen en ook geen geld van hem te hebben ontvangen. De rechtbank concludeert dat de enkele omstandigheid dat de agent meerdere keren naar de verdachte heeft gezocht in het politiesysteem niet voldoende is om tot een bewezenverklaring te komen.
Daarom heeft de rechtbank besloten de verdachte vrij te spreken van het tenlastegelegde. Dit vonnis is uitgesproken door de meervoudige kamer, onder leiding van voorzitter mr. M.J. Wasmann, en de rechters mr. M.F. Gielissen en mr. S.C.A.M. Janssen, in aanwezigheid van griffier mr. M.C. Korevaar.