ECLI:NL:RBGEL:2021:6376

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
29 november 2021
Publicatiedatum
30 november 2021
Zaaknummer
05/720024-20
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor omkoping agent in strafzaak tegen verdachte

In de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte, geboren in 1986, heeft de rechtbank Gelderland op 29 november 2021 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van omkoping van een agent, waarbij hij zou hebben geprobeerd een ambtenaar, werkzaam als aspirant bij de politie eenheid Amsterdam, te bewegen tot het doen of nalaten van handelingen in strijd met zijn plicht. De tenlastelegging omvatte het doen van een gift of belofte en het verstrekken van informatie uit politiesystemen in de periode van 9 januari 2018 tot en met 23 oktober 2018 te Tiel.

Tijdens de openbare terechtzitting op 15 november 2021 hebben zowel de officier van justitie als de verdediging gepleit voor vrijspraak van de verdachte. De rechtbank heeft vastgesteld dat de agent in kwestie weliswaar bevragingen in politiesystemen heeft uitgevoerd, maar dat er onvoldoende bewijs was dat deze handelingen op verzoek van de verdachte zijn gedaan. De agent had bij de rechter-commissaris verklaard nooit een opdracht van de verdachte te hebben gekregen en ook geen geld van hem te hebben ontvangen. De rechtbank concludeert dat de enkele omstandigheid dat de agent meerdere keren naar de verdachte heeft gezocht in het politiesysteem niet voldoende is om tot een bewezenverklaring te komen.

Daarom heeft de rechtbank besloten de verdachte vrij te spreken van het tenlastegelegde. Dit vonnis is uitgesproken door de meervoudige kamer, onder leiding van voorzitter mr. M.J. Wasmann, en de rechters mr. M.F. Gielissen en mr. S.C.A.M. Janssen, in aanwezigheid van griffier mr. M.C. Korevaar.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer: 05/720024-20
Datum uitspraak : 29 november 2021
Tegenspraak (279 Sv)
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1986 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] .
Raadsvrouw: mr. A. Raaijmakers, advocaat in Oisterwijk.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van
15 november 2021.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 9 januari 2018 tot en met 23 oktober 2018, te Tiel in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer andere(n), althans alleen, een ambtenaar, te weten [naam] als aspirant van politie eenheid Amsterdam, werkzaam als medewerker arrestantenzorg een gift(en) en/of belofte(n) heeft gedaan en/of dienst(en) heeft verleend en/of aangeboden, te weten:
- één of meerdere malen een hoeveelheid geld,
(Sub 1) met het oogmerk om die [naam] te bewegen in zijn bediening, in strijd met zijn plicht, iets te doen of na te laten en/of
(Sub 2) ten gevolge en/of naar aanleiding van hetgeen door die [naam] , in zijn huidige en/of vroegere bediening, al dan niet in strijd met zijn plicht, is gedaan en/of nagelaten,
te weten (telkens):
- meerdere malen, althans eenmaal, het bevragen/raadplegen van de/een politiesyste(e)m(en) en/of
- meerdere malen, althans eenmaal, het verstrekken van informatie uit dat/die
politiesyste(e)m(en).

2.De standpunten

De officier van justitie en de verdediging hebben zich op het standpunt gesteld dat verdachte moet worden vrijgesproken van het tenlastegelegde.

3.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Vast staat dat [naam] in opdracht van anderen bevragingen deed in de politiesystemen. Hoewel hij aanvankelijk heeft verklaard dat hij ook bevragingen in het politiesysteem deed voor verdachte en diens broer, heeft hij bij de rechter-commissaris verklaard nooit een opdracht van verdachte te hebben gekregen om iets op te zoeken en ook geen geld van verdachte te hebben ontvangen. De rechtbank stelt verder vast dat uit de resultaten van het onderzoek, onder andere naar aanleiding van observaties en OVC-gesprekken, evenmin volgt dat verdachte [naam] geld heeft gegeven voor informatie of [naam] heeft verzocht of opdracht heeft gegeven de bevragingen te doen. De enkele omstandigheid dat [naam] meerdere keren in het politiesysteem heeft gezocht op de naam, het adres of het kenteken van (de auto van) verdachte is onvoldoende om tot een bewezenverklaring te komen nu niet vast is komen te staan dat hij dit deed in opdracht van verdachte.
Daarom zal de rechtbank verdachte vrijspreken.

4.De beslissing

De rechtbank spreekt verdachte vrij van het tenlastegelegde.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J. Wasmann, voorzitter, mr. M.F. Gielissen en
mr. S.C.A.M. Janssen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.C. Korevaar, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 29 november 2021.
mr. Wasmann en mr. Gielissen zijn buiten staat dit vonnis te ondertekenen.