Op 29 november 2021 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van omkoping van een politieambtenaar. De verdachte, geboren in 1993, werd ervan beschuldigd in de periode van 22 december 2017 tot en met 20 november 2018, in Tiel, een ambtenaar, te weten een aspirant van de politie eenheid Amsterdam, meerdere keren een gift te hebben gedaan met het oogmerk om deze ambtenaar te bewegen in zijn bediening iets te doen of na te laten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, in ruil voor geld, informatie uit politiesystemen heeft verkregen en doorgegeven aan derden, waarmee hij een belangrijke rol speelde in het verstrekken van politie-informatie aan het criminele circuit.
De rechtbank heeft de verklaringen van de verdachte en de bewijsstukken, waaronder proces-verbaal van bevindingen en OVC-gesprekken, zorgvuldig gewogen. De verdachte heeft erkend dat hij geld ontving van anderen in ruil voor het opvragen van informatie. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van omkoping, wat een ernstig feit is dat het vertrouwen in de politie ondermijnt. De officier van justitie had een gevangenisstraf van elf maanden geëist, maar de rechtbank heeft uiteindelijk een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van negen maanden opgelegd, rekening houdend met de omstandigheden van de verdachte en de ernst van het feit.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld op basis van de artikelen 47, 57, 63 en 177 van het Wetboek van Strafrecht. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer en is openbaar gemaakt op 29 november 2021.