ECLI:NL:RBGEL:2021:6351

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
1 december 2021
Publicatiedatum
30 november 2021
Zaaknummer
9062452
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering van Ziektekostenverzekeraar op basis van premieachterstand en verjaringseisen

In deze zaak vordert Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. een bedrag van ongeveer € 7.000,- aan premieachterstand van de gedaagde partij, die sinds 2007 verzekerd is voor ziektekosten. De gedaagde partij heeft in het verleden gedetineerd gezeten en heeft in 2012 en 2015 brieven ontvangen van Zilveren Kruis met betalingsverzoeken. De gedaagde heeft in 2017 contact opgenomen met Zilveren Kruis om zijn verzekering te heractiveren, maar heeft sindsdien geen volledige betaling verricht. Zilveren Kruis heeft meerdere aanmaningen gestuurd, maar de gedaagde heeft de vordering betwist, onder andere op basis van verjaring.

De kantonrechter heeft de procedure beoordeeld en vastgesteld dat een deel van de vordering verjaard is, omdat Zilveren Kruis niet heeft aangetoond dat de gedaagde de eerdere aanmaningen heeft ontvangen. De rechter heeft ook gekeken naar de wettelijke verplichtingen van Zilveren Kruis met betrekking tot wanbetalersmaatregelen. Het vonnis concludeert dat de gedaagde nog een bedrag van € 114,32 moet betalen, vermeerderd met wettelijke rente, en dat de proceskosten worden gecompenseerd. De rechter heeft de vordering van Zilveren Kruis voor een deel toegewezen en voor een deel afgewezen, waarbij de gedaagde partij in het ongelijk is gesteld.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaakgegevens 9062452 \ CV EXPL 21-1719 \ 42693 \ 32268
uitspraak van 1 december 2021
vonnis
in de zaak van
de naamloze vennootschap
Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V.
gevestigd te Utrecht
eisende partij
gemachtigde GGN Mastering Credit B.V.
tegen
[gedaagde partij]
wonende te [plaats]
gedaagde partij
procederend in persoon
Partijen worden hierna Zilveren Kruis en [gedaagde partij] genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 7 april 2021 en de daarin genoemde processtukken;
- het aanvullend antwoord van 7 april 2021 met producties;
- de brief van Zilveren kruis van 16 juni 2021 met producties;
- de mondelinge behandeling en het proces-verbaal van 23 juni 2021;
- de akte van [gedaagde partij] van 16 juli 2021 met bijlagen;
- de akte van Zilveren Kruis van 18 augustus 2021 met producties;
- de antwoordakte van [gedaagde partij] van 28 september 2021.
1.2.
Vervolgens is vonnis bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde partij] is vanaf 20 juni 2007 bij Zilveren Kruis verzekerd voor ziektekosten.
2.2.
[gedaagde partij] heeft tussen 2005 en 2015 regelmatig gedetineerd gezeten.
2.3.
In 2012 en in 2015 heeft Zilveren Kruis aan [gedaagde partij] brieven gestuurd, waarin is vermeld dat hij € 1.444,45 (in 2012) en € 4.320,29 (in 2015) in totaal aan Zilveren Kruis is verschuldigd.
2.4.
In 2015 heeft [gedaagde partij] de laatste keer in detentie gezeten tot 2 maart 2015. Sindsdien is hij in rustiger vaarwater gekomen en heeft hij een vast adres.
2.5.
Op 3 februari 2017 heeft [gedaagde partij] , die dacht dat hij niet meer verzekerd was, contact opgenomen met Zilveren Kruis omdat hij weer verzekerd wilde zijn. Zilveren Kruis heeft toen de polis doen herleven vanaf 2 maart 2015.
2.6.
Vanaf 2018 is Zilveren Kruis weer sommaties aan [gedaagde partij] gaan sturen met betrekking tot achterstallige premies. De eerste sommatie in dat jaar betrof een brief van 3 juli 2018, waarin staat dat [gedaagde partij] in totaal een bedrag van € 7.447,17 is verschuldigd in verband met achterstallige premies vanaf juni 2007.
2.7.
In oktober 2018 is voor het eerst een betalingsregeling met [gedaagde partij] getroffen. Ook in 2019 is een betalingsregeling getroffen, die door [gedaagde partij] op zeker moment niet meer is nagekomen.

3.De vordering en het verweer

3.1.
Zilveren Kruis vordert dat [gedaagde partij] , bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, wordt veroordeeld tot betaling aan haar van een bedrag van € 9.806,88 (bestaande uit de hoofdsom van € 8.741,12, de buitengerechtelijke incassokosten van € 747,36, de omzetbelasting over de buitengerechtelijke incassokosten van € 156,95, de wettelijke rente van € 1.617,72 waarop de bedragen € 556,27 en € 900,00 als reeds voldaan in mindering strekken), te vermeerderen met de wettelijke rente over € 8.741,12 vanaf de dag van de dagvaarding tot aan de dag van volledige betaling, met veroordeling van [gedaagde partij] in de proceskosten.
3.2.
Zilveren Kruis legt aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagde partij] , op grond van de tussen hen bestaande zorgverzekeringsovereenkomst premiebedragen en eigen bijdrage is verschuldigd. Berekend vanaf juni 2007 komt dat op een totaalbedrag van € 8.184,85, waarvan € 6.968,84 bestaat uit premiebedragen, € 22,79 aan premie aanvullende verzekering en € 1.193,22 aan eigen risico. Ondanks aanmaningen heeft [gedaagde partij] dit bedrag onbetaald gelaten en om die reden vordert Zilveren Kruis nu ook de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten.
3.3.
[gedaagde partij] voert gemotiveerd verweer waarop hierna, voor zover nodig, zal worden ingegaan.

4.De beoordeling

Welke bedragen? Verschillende overzichten
4.1.
In de dagvaarding wordt voor de hoofdsom verwezen naar productie 1. Dat is een overzicht van juni 2017 tot en met augustus 2020 dat onder meer kenmerk, data en bedragen bevat betreffende premie basisverzekering, aanvullende verzekering en onbetaald gelaten eigen risico van GGN. De drie kolommen aan de rechterkant bestaan uit ‘Bedrag’, ‘Voldaan’ en ‘Openstaand’.
4.2.
Onder ‘Bedrag’ staat als totaal € 8.741,12 en onder ‘Openstaand’ staat als totaal
€ 8.184,85. Door Zilveren Kruis is niet toegelicht waarom zij bij de vordering niet is uitgegaan van het openstaande bedrag.
Dit openstaande bedrag is opgedeeld in de volgende categorieën met bijbehorende bedragen:
Premie 2007-2019
Aanvullende verzekering 2007
Onbetaald gelaten eigen risico 2010, 2017 t/m 2020
€ 6.968,84
€ 22,79
€ 1.193,22
4.3.
Vervolgens heeft Zilveren Kruis nog een aanvullende productie 1 overgelegd met een recenter overzicht dat loopt van juni 2007 tot en met juni 2021 (verder: het recente overzicht). Hierin staat als totaal ‘Nog te betalen’ bedrag: € 7.284,85.
Het bedrag van € 7.284,85 is als volgt op te splitsen in achterstallige premies enerzijds en onbetaald gelaten risico (op het recente overzicht aangeduid als ‘Zorgkostennota’) anderzijds:
Premie 2007-2019
Zorgkostennota 2010, 2017 t/m 2020
€ 6.128,06
€ 1.156,79
In dit overzicht zijn de bedragen betreffende de aanvullende verzekering van in totaal
€ 22,79 niet meer terug te vinden. De kantonrechter zal bij de verdere beoordeling uitgaan van de bedragen € 6.128,06 voor premieachterstand en € 1.156,79 voor zorgkostennota.
4.4.
Eerst wordt hierna het door [gedaagde partij] gevoerde verjaringsverweer beoordeeld en daarna wordt de verschuldigdheid van de premieachterstand en vervolgens van de zorgkostennota’s verder beoordeeld.
Verjaring
4.5.
Het meest verstrekkende verweer van [gedaagde partij] is dat de vordering van Zilveren Kruis (deels) is verjaard.
4.6.
Een vordering verjaart na verloop van vijf jaren (artikel 3:307 BW). Op grond van de artikelen 3:317 en 3:318 BW kan verjaring worden gestuit ingeval van schriftelijke aanmaning of erkenning door degene die moet betalen.
4.7.
Zilveren Kruis heeft in dat verband tevergeefs gewezen op de door haar overgelegde brieven van 5 maart 2012 en 11 juni 2015 met verrekeningsoverzichten. [gedaagde partij] heeft aangegeven deze brieven niet te hebben ontvangen. Ingevolge artikel 3:37 lid 3 BW moet de afzender (Zilveren Kruis) in een geval als dit feiten en omstandigheden stellen en zo nodig bewijzen waaruit volgt dat de verklaring op het goede adres is aangekomen.
Zilveren Kruis heeft in de eerste plaats niet aangetoond, bijvoorbeeld door een bewijs van aangetekend verzenden, dat de brief van 5 maart 2012 door [gedaagde partij] is ontvangen. Dat [gedaagde partij] op die datum op het gehanteerde adres was ingeschreven, is niet voldoende.
Zilveren Kruis heeft de brief van 11 juni 2015 geadresseerd aan de Penitentiaire Inrichting in Arnhem. Maar [gedaagde partij] was, zoals Zilveren Kruis zelf ter zitting heeft aangegeven (en ook in de akte uitlating vermeldt onder 2), per 2 maart 2015 uit detentie. Ook voor wat betreft deze brief heeft Zilveren Kruis niet voldaan aan het vereiste om aan te tonen dat deze is ontvangen. Zilveren Kruis heeft ook niet aangeboden dit te bewijzen.
4.8.
De eerst volgende sommatiebrief van Zilveren Kruis dateert van 3 juli 2018. Ontvangst van deze brief is niet door [gedaagde partij] bestreden.
4.9.
Dit betekent dat de vordering voor zover die betrekking heeft op zowel de premieachterstand voor de periode van vóór 3 juli 2013 als de zorgkostennota van € 197,49 van 7 september 2010 is verjaard.
4.10.
Zilveren Kruis voert overigens nog tevergeefs aan dat de verjaring (ook) is gestuit door de betalingsregelingen die zijn getroffen met [gedaagde partij] , waarmee hij de vordering zou hebben erkend. Een stuiting kan echter alleen een lopende verjaring afbreken en op het moment van de betalingsregelingen (oktober 2018 en 2019) was er al geen sprake meer van een lopende verjaring.
Premieachterstand en verbetering wanbetalersmaatregelen
4.11.
Afdeling 3.3.2 van de Zorgverzekeringswet (verder Zvw) met de artikelen 18a Zvw en verder gaat over de gevolgen van het niet betalen van de premie en de bestuursrechtelijke premie. Doel van de bepalingen in deze afdeling is het verzekerd houden van wanbetalers en het voorkomen en verminderen van wanbetalers. De maatregelen dienen in de eerste plaats te worden getroffen in de relatie tussen de zorgverzekeraar en de verzekeringnemer. Vervolgens is voorzien in een publiekrechtelijk sluitstuk, namelijk aanmelding bij het Centraal Administratie Kantoor (hierna: CAK) waarna het CAK vergaande bevoegdheden heeft (bijvoorbeeld het leggen van loonbeslag en inning van de zorgtoeslag) om de premie bestuursrechtelijk te innen. In de wet is een getrapt systeem vastgelegd. In de kern komt dat er op neer dat de zorgverzekeraar bij een achterstand van 2 maanden een betalingsregeling moet aanbieden en bij een achterstand van 4 maanden moet waarschuwen voor een mogelijke aanmelding bij het CAK (artikelen 18a tot en met 18bb Zvw). Bij een achterstand van 6 maanden meldt de zorgverzekeraar dit aan bij het CAK (artikel 18c Zvw). Het CAK gaat vanaf dat moment de bestuursrechtelijke premie heffen (artikel 18d e.v. Zvw). Deze afdeling van de Zvw geldt per 1 september 2009.
4.12.
Naar aanleiding van het verweer van [gedaagde partij] dat het niet klopt dat hij met een jarenlang opgebouwde en daardoor hoog bedrag aan premieachterstand is geconfronteerd, is ter zitting aan Zilveren Kruis de vraag voorgelegd in hoeverre Zilveren Kruis heeft voldaan aan bovengenoemde wettelijke regeling.
4.13.
Zilveren Kruis heeft bij nadere akte toegelicht dat zij [gedaagde partij] bij iedere aanmaning ook de mogelijkheid heeft geboden tot het treffen van een betalingsregeling. Meer in het bijzonder stelt Zilveren Kruis dat [gedaagde partij] per 1 maart 2012 is aangemeld bij het CAK. Per 6 november 2012 is hij weer afgemeld omdat hij niet meer verzekeringsplichtig was wegens detentie. Vervolgens is [gedaagde partij] bij brief van 6 juni 2012 nogmaals aangemeld bij het CAK wegens een premieachterstand van meer dan 6 maanden. Per 12 juni 2013 werd hij weer afgemeld. [gedaagde partij] is per 1 maart 2017 voor een derde keer aangemeld bij het CAK. Deze aanmelding is tot op heden nog steeds van kracht, aldus nog steeds Zilveren Kruis.
4.14.
In de eerste plaats geldt dat in het recente overzicht van Zilveren Kruis nog verschuldigde premies staan vermeld van na 1 maart 2017, namelijk premies voor de maanden november 2018 tot en met september 2019. Uit artikel 16 lid 2 sub b Zvw volgt evenwel dat geen premie is verschuldigd over de periode bedoeld in artikel 18d Zvw (dat is de periode dat het CAK de bestuursrechtelijke premie heft). Voor zover de premiebedragen zien op de periode van na 1 maart 2017 zijn deze dan ook niet toewijsbaar.
4.15.
In verband met het deels geslaagde beroep op verjaring en het gegeven dat [gedaagde partij] in 2017 bij het CAK is aangemeld, blijft nu nog de vraag over in hoeverre Zilveren Kruis heeft voldaan aan de wettelijke verplichtingen uit de Zvw in de tussenliggende periode; de periode vanaf 3 juli 2013 tot 1 maart 2017.
4.16.
De volgens het recente overzicht van Zilveren Kruis verschuldigde premies in deze periode zijn de premies over de aaneengesloten maanden maart 2015 tot en met februari 2017. Zilveren Kruis heeft nagelaten te stellen dat zij voor wat betreft deze maanden heeft voldaan aan het vereiste om maatregelen te treffen als vastgelegd in de artikelen 18a en verder Zvw. Niet is gesteld of gebleken dat in genoemde periode een betalingsregeling is aangeboden, dat [gedaagde partij] is gewaarschuwd bij een achterstand van 4 maanden of dat na een premieachterstand van 6 maanden een melding is gedaan aan het CAK.
4.17.
De vraag is wat dit voor gevolgen heeft voor de vordering. De Zvw zelf verbindt namelijk geen sanctie aan het niet naleven van de verplichtingen uit afdeling 3.3.2. van de Zvw.
4.18.
Het is aannemelijk dat de premieachterstand, áls deze 6 maanden na maart 2015 door Zilveren Kruis bij het CAK was aangemeld, niet verder was toegenomen. Het CAK zou immers normaal gesproken vanaf die aanmelding de premie zelf zijn gaan innen. Het is daarom naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar om desondanks de gehele premieachterstand te vorderen. Dit betekent dat de gewoonlijk tussen partijen geldende regel dat de totale premieachterstand moet worden betaald in dit geval niet van toepassing is (artikel 6:248 lid 2 BW). Voor verschuldigdheid van de premieachterstand vanaf 6 maanden ná maart 2015 (september 2015 tot en met februari 2017) bestaat om die reden geen rechtsgrond. Dit betekent concreet dat [gedaagde partij] het bedrag van € 611,29 (de premies over maart 2015 tot en met augustus 2015 volgens het recente overzicht) nog moet betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 februari 2021 en dat de rest van de premieachterstand niet toewijsbaar is.
Zorgnota’s
4.19.
Tegen de verschuldigdheid van de zorgkostennota’s over de periode van 2017 tot en met 2020 heeft [gedaagde partij] geen verweer gevoerd. Dit onderdeel van de vordering is toewijsbaar tot een bedrag van € 959,30 (€ 1.156,79 minus € 197,49, zie r.o. 4.8.), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 februari 2021.
Buitengerechtelijke incassokosten
4.20.
Zilveren Kruis maakt aanspraak op vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Op grond van artikel 6:96 lid 2 onder c BW worden buitengerechtelijke kosten als vermogensschade aangemerkt, die voor vergoeding in aanmerking komen als dit redelijke kosten zijn ter verkrijging van voldoening buiten rechte. In dit geval is er geen sprake van redelijke kosten, omdat de vordering zowel deels onduidelijk was (r.o. 4.1. tot en met 4.3.) als ook voor een deel wordt afgewezen (r.o. 4.9. en 4.18.).
Slotsom
4.21.
[gedaagde partij] moet dus nog aan Zilveren Kruis een bedrag van in totaal € 1.570,59 (€ 611,29 + € 959,30) betalen, minus het bedrag van in totaal € 1.456,27 dat volgens de dagvaarding door [gedaagde partij] al is voldaan, zodat nog een bedrag van € 114,32 overblijft.
Proceskosten
4.22.
Nu beide partijen deels in het ongelijk worden gesteld, ziet de kantonrechter aanleiding om de proceskosten te compenseren.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde partij] tot betaling aan Zilveren Kruis van een bedrag van € 114,32 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 februari 2021 tot aan de dag van algehele voldoening;
5.2.
compenseert de proceskosten in die zin dat ieder van partijen de eigen kosten draagt;
5.3.
verklaart de veroordeling onder 5.1 uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. S.E. Sijsma en in het openbaar uitgesproken op 1 december 2021.