Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
uitspraak van de voorzieningenrechter van
[verzoeker] , te [woonplaats] , verzoeker
de directie van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (het CBR)(gemachtigde: mr. I. Metaal).
Procesverloop
Overwegingen
- Verzoeker is aangehouden met een fors hoog promillage van 2,036, wat zich laat verklaren door gebruik van 20 AE op de dag van de aanhouding. Hiermee heeft hij de verkeersveiligheid ernstig in gevaar gebracht. Dit is een aanwijzing voor een stoornis in gebruik van alcohol.
- Het opgegeven alcoholgebruik ten tijde van de laatste aanhouding is niet in overeenstemming met de AAG/BAG. Er is sprake van onderrapportage van het alcoholgebruik.
- Verzoeker had in het jaar voorafgaande aan laatste aanhouding het rijbewijs nodig voor het werk. Door te rijden onder invloed riskeerde betrokkene aldus problemen met betrekking tot het werk. Dit is een aanwijzing voor een stoornis in alcoholgebruik.
- In de twaalf maanden voorafgaande aan de laatste aanhouding merkte verzoeker pas na meer dan drie alcoholische eenheden een effect. Dit is een aanwijzing voor een stoornis in alcoholgebruik.
- Het AAG/BAG kan worden gebruikt om de tolerantie ten aanzien van alcohol vast te stellen. Bij 1,8 of meer promille tonen de meeste niet-tolerante individuen een ernstige intoxicatie. Bij verzoeker was er, gezien het ademalcoholgehalte van 12,0 en het anamnestische gegeven dat hij zich goed in staat voelde om te rijden en geen duidelijke verschijnselen had passend bij het aanhoudingspromillage, wel sprake van tolerantie. Deze tolerantie is indicatief voor een voorafgaande periode van overmatig alcoholgebruik. Het is een sterke aanwijzing voor een stoornis in alcoholgebruik. Er is dus sprake van onderrapportage van het alcoholgebruik.
- Verzoeker heeft tolerantie opgebouwd welke niet kan worden verklaard met het anamnestisch opgegeven lichte gebruik in het jaar voorafgaand aan de laatste aanhouding. Derhalve is aannemelijk dat verzoeker in deze periode meer heeft gedronken dan is opgegeven, Dit is een aanwijzing voor onderrapportage.
- Het is niet aannemelijk dat verzoeker, die al jaren een sociaal drinkpatroon heeft, 1 dag doorschiet en juist op die dag wordt aangehouden. Hoewel dit in theorie kan, is het, gezien de pakkans, niet erg aannemelijk. Een meer structureel patroon van overmatig alcoholgebruik is, in samenhang met de andere argumentatie, aannemelijker en in overeenstemming met de vastgestelde tolerantie voor de effecten van alcohol.
- Bij het lichamelijk en psychiatrisch onderzoek werden geen afwijkingen gevonden, behoudens overgewicht.
- Verzoeker had een normale laboratoriumuitslag.
Beslissing
- wijst het verzoek om een voorlopige voorziening toe;
- schorst het besluit van 5 oktober 2021 tot zes weken na het besluit op bezwaar;
- draagt het CBR op om de opschorting van de geldigheid van het rijbewijs van verzoeker te beëindigen met ingang van de datum van deze uitspraak;
- veroordeelt het CBR in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 1.496,-;
- bepaalt dat het CBR het door verzoeker betaalde griffierecht van € 181,- vergoedt.