Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De verdere procedure
- het tussenvonnis van 21 juli 2021;
- de akte van de man met producties;
- de akte van de vrouw met producties;
- de akte uitlating van de man met producties.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 24 november 2021 een eindvonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen een vrouw en een man, die betrokken zijn bij de afwikkeling van hun echtscheiding. De rechtbank heeft de verdeling van de overwaarde van de woning en de afhandeling van verschillende polissen beoordeeld. De vrouw had verzocht om heroverweging van de waardepeildatum voor de woning, die door de rechtbank eerder was vastgesteld op 1 maart 2020. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen aanleiding was om terug te komen op deze bindende eindbeslissing. Beide partijen hebben taxatierapporten overgelegd, waarbij de rechtbank de waarde van de woning heeft vastgesteld op € 1.000.000, gebaseerd op het rapport van de man. De hoogte van de hypotheekschuld werd betwist, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat de man aannemelijk heeft gemaakt dat deze € 1.045.000 bedraagt. De rechtbank heeft ook geoordeeld over de verdeling van een polis bij Nationale Nederlanden en een polis bij Interpolis, waarbij de vrouw recht heeft op de helft van de waarde van de polis. Uiteindelijk heeft de rechtbank de man veroordeeld tot betaling van € 58.242,93 aan de vrouw, en de proceskosten gecompenseerd, zodat elk van partijen de eigen kosten draagt.