Op 15 november 2021 heeft de militaire kamer van de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen een 36-jarige militair, die beschuldigd werd van mishandeling van een andere militair. De zaak vond zijn oorsprong in een incident dat plaatsvond op 25 februari 2021 op marinekazerne in Den Helder. De verdachte werd ervan beschuldigd de aangever te hebben mishandeld door hem met een vinger in het gezicht te prikken en meermalen in het gezicht te slaan. Tijdens de openbare terechtzitting op 1 november 2021 werd het bewijs tegen de verdachte gepresenteerd, waaronder getuigenverklaringen die de mishandeling bevestigden.
De militaire kamer oordeelde dat wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte de aangever meermalen in het gezicht had gestompt. De rechtbank nam in overweging dat de verdachte, gezien zijn militaire achtergrond en functie, een voorbeeldfunctie had en dat van hem een de-escalerende benadering verwacht mocht worden. De rechtbank hield echter ook rekening met de positieve deelname van de verdachte aan een mediationgesprek en het feit dat hij niet eerder voor een soortgelijk feit was veroordeeld.
Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een geldboete van € 750,-, met de mogelijkheid van 15 dagen hechtenis bij gebreke van betaling. De uitspraak benadrukt de ernst van geweld binnen de militaire context en de verantwoordelijkheden die daarmee gepaard gaan.