Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- de inleidende dagvaarding van 6 november 2021 met producties 1 tot en met 11
- het door deze rechtbank op 23 december 2020 tussen [eis./ged.in verzet] en [ged./eis.in verzet] bij verstek gewezen vonnis onder zaaknummer / rolnummer C/05/379860 / HA ZA 20-663
- de verzetdagvaarding van 23 maart 2021 met producties 1 tot en met 6
- het tussenvonnis van 2 juni 2021
- de brief van [eis./ged.in verzet] van 19 oktober 2021 met aanvullende producties 12 tot en met 15
- de brief van [eis./ged.in verzet] van 1 november 2021 met aanvullende producties 16 tot en met 18
- de akte overlegging producties 7 tot en met 9 aan de zijde van [ged./eis.in verzet]
- de spreekaantekeningen van [ged./eis.in verzet]
- de mondelinge behandeling, gehouden op 4 november 2021
2.Feiten
[eis./ged.in verzet](…)
binnen twee dagen na vandaaghet totaal verschuldigde te betalen (…)
[ged./eis.in verzet](…) aan het adres [adres] , aan dat adres mijn exploot doende en aan dat afschrift hiervan en van de hierin genoemde stukken latende aan: