Naar het oordeel van de kantonrechter staat in ieder geval de door Quadraam aangevoerde gedraging op 30 maart 2021, waarbij [verzoekende partij] met zijn handen aan de borsten van [leerling 1] heeft gezeten, in voldoende mate vast. Het volgende is relevant.
In de eerste plaats heeft [leerling 1] zelf meerdere keren en aan verschillende personen verklaard dat dat is gebeurd. Ze is consequent in die verklaringen. Telkens komt het aspect naar voren dat [verzoekende partij] in het verleden een aantal keren achter haar is gaan staan en haar dan eerst bij haar schouders aanraakte en dan naar voren schoof met zijn handen, over haar schouders heen tot aan haar borsten. [medeleerling] , de klasgenoot van [leerling 1] , die naast haar zit tijdens de lessen bij [verzoekende partij] , heeft een keer gezien dat [verzoekende partij] achter [leerling 1] stond, zijn handen op haar schouders legde en toen met zijn handen verder ging en een grijpbeweging maakte naar haar borsten. Zowel [medeleerling] als [leerling 1] hebben dit (ook) in aanwezigheid van hun ouders verteld. [medeleerling] heeft haar verklaring later op schrift gezet en aan Quadraam gemaild. Ook [medeleerling] is dus consequent in haar verklaring en heeft deze in aanwezigheid van meerdere mensen afgelegd.
Hier staat de ontkenning van [verzoekende partij] tegenover, die enerzijds zegt niet aan borsten van leerlingen te hebben gezeten en anderzijds uitlegt dat hij ‘redelijk fysiek’ is in zijn omgang met leerlingen. Zo geeft hij wel eens schouderklopjes, of legt zijn arm om de schouders van een leerling. Dat hij aan [leerling 1] ’s borsten zou hebben gezeten kan [verzoekende partij] zich niet herinneren, aldus [verzoekende partij] .
Deze wat globaal gebleven ontkenning blijft niet overeind tegenover de gedetailleerde en met elkaar overeenkomende verklaringen van [leerling 1] en [medeleerling] .
Daar komt bij dat Quadraam de relevante informatie met de nodige behoedzaamheid en zorgvuldigheid heeft verkregen, waardoor er ook geen reden is om te vrezen voor een valse beschuldiging. Quadraam heeft meerdere keren en met meerdere mensen (zowel een docent, als de onderwijsdirecteur, als de secretaris van het college van bestuur) met [leerling 1] gesproken. Er is ook gesproken met [leerling 1] waar haar ouders bij waren. Dat geldt ook voor [medeleerling] . Dat is belangrijk, omdat Quadraam de ervaring heeft dat àls leerlingen een valse beschuldiging hebben geuit, dit vaak uitkomt als er in de aanwezigheid van ouders over wordt gesproken. Hierbij is ook nog van belang, zoals Quadraam ter zitting heeft uitgelegd, dat deze concrete beschuldiging, anders dan de ervaring is bij verzonnen aantijgingen, nog niet op school bekend was.