ECLI:NL:RBGEL:2021:5996

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
9 november 2021
Publicatiedatum
9 november 2021
Zaaknummer
05/073974-21
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkrachting en seksueel misbruik van minderjarige pleegdochter door pleegvader

Op 9 november 2021 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 53-jarige man uit Aalten, die werd beschuldigd van seksueel misbruik en verkrachting van zijn pleegdochter. De rechtbank heeft de man veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaar. De zaak kwam aan het licht toen de aangeefster, geboren in 2002, op 18 juni 2020 contact opnam met de politie en aangifte deed van het misbruik dat begon toen zij zeven jaar oud was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte gedurende bijna elf jaar misbruik heeft gemaakt van zijn positie als pleegvader en dat hij de aangeefster alcohol heeft gegeven om haar in een staat van verminderd bewustzijn te brengen, waardoor hij haar kon verkrachten. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de aangeefster consistent en betrouwbaar waren, ondersteund door getuigenverklaringen en andere bewijsmiddelen. De verdachte ontkende de beschuldigingen, maar de rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was om de feiten te bewijzen. De rechtbank heeft de ernst van de feiten benadrukt, waarbij het misbruik een ernstige inbreuk op de lichamelijke en psychische integriteit van de aangeefster vormde. De verdachte werd als strafbaar verklaard en kreeg een gevangenisstraf van zes jaar opgelegd, met inachtneming van de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer: 05/073974-21
Datum uitspraak : 9 november 2021
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag 1] 1967 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] ,
Raadsvrouw: mr. P.W.E. Hoezen, advocaat in Winterswijk.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van
26 oktober 2021.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1
hij in of omstreeks de periode van 15 januari 2013 tot en met 14 januari 2015 te
‘s-Heerenberg, althans in Nederland, door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, [slachtoffer] (geboren op [geboortedag 2] 2002) zijnde die [slachtoffer] zijn pleegkind, dan wel een kind dat hij verzorgt of opvoedt als behorend tot zijn gezin, dan wel een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , door zijn penis in haar vagina en/of tussen de schaamlippen te brengen en/of zijn penis in haar mond te brengen en/of zijn tong en/of één of meer van zijn vingers in haar vagina en/of tussen de schaamlippen te brengen en bestaande dat geweld of die één of meer andere feitelijkheden en/of die bedreiging met geweld en/of die één of meer feitelijkheden hierin dat verdachte
- die [slachtoffer] alcohol heeft gegeven en/of heeft aangespoord alcohol te drinken en/of
- (vervolgens) wetende dat die [slachtoffer] onder invloed was van alcohol,
- bovenop die [slachtoffer] is gaan liggen en/of
- (hierbij) misbruik heeft gemaakt van zijn fysieke overwicht t.o.v. die [slachtoffer] en/of
- (meermalen) voorbij is gegaan aan de verbale en/of non-verbale signalen van verzet/weerstand van die [slachtoffer] en/of (aldus) voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 15 januari 2013 tot en met 14 januari 2015 te
‘s-Heerenberg, althans in Nederland, met [slachtoffer] (geboren op [geboortedag 2] 2002) zijnde die [slachtoffer] zijn pleegkind, dan wel een kind dat hij verzorgt of opvoedt als behorend tot zijn gezin, dan wel een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige,
van wie hij, verdachte, wist dat deze in staat van bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde, dat deze niet of onvolkomen in staat was haar wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden, een of meer handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten het brengen van zijn penis in haar vagina en/of tussen de schaamlippen en/of het brengen van zijn penis in haar mond en/of
het brengen van zijn tong en/of één of meer van zijn vingers in haar vagina en/of
tussen de schaamlippen;
2
hij op meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 15 januari 2008 tot en met 14 januari 2014 te Winterswijk en/of ’s-Heerenberg, althans in Nederland, met [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2002, zijnde die [slachtoffer] zijn pleegkind, dan wel een kind dat hij verzorgt of opvoedt als behorend tot zijn gezin, dan wel een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, een of meer handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten (telkens)
het brengen van zijn penis in haar vagina en/of mond en/of het door die [slachtoffer] laten likken aan zijn penis en/of het die [slachtoffer] laten aftrekken, althans betasten van zijn penis en/of
het brengen van een of meer van zijn vingers en/of zijn tong in haar vagina en/of
tussen de schaamlippen;
3
hij op meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 15 januari 2014 tot en
met 14 januari 2018 te ’s-Heerenberg en/of Aalten, althans in Nederland,
met [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2002, zijnde die [slachtoffer] zijn pleegkind, dan wel een kind dat hij verzorgt of opvoedt als behorend tot zijn gezin, dan wel een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten (telkens) het brengen van zijn penis in haar vagina en/of mond en/of het door die [slachtoffer] laten likken aan zijn penis en/of het die [slachtoffer] laten aftrekken, althans betasten van zijn penis en/of het brengen van een of meer van zijn vingers en/of zijn tong in haar vagina en/of tussen de schaamlippen;
4
hij op meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 15 januari 2018 tot en met 19 oktober 2019 te Aalten, althans in Nederland, ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarig pleegkind, dan wel een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2002, door (telkens) zijn penis in haar vagina en/of mond te brengen en/of een of meer van zijn vingers en/of zijn tong in haar vagina en/of tussen de schaamlippen te brengen en/of die [slachtoffer] hem te laten aftrekken, althans zijn penis te laten betasten;
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de tenlastegelegde feiten.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het hem tenlastegelegde wegens gebrek aan wettig en overtuigend bewijs. De raadsvrouw heeft daartoe in de kern aangevoerd dat de verklaring van aangeefster ongeloofwaardig is en geen steun vindt in het overige bewijsmateriaal. Zo is niet duidelijk waar en wanneer de geluidopnames door aangeefster zijn gemaakt. Ook is niet duidelijk waar het potje voor het huishoudgeld stond en is door de moeder van aangeefster niet verklaard hoe vaak zij geld miste. Aangeefster heeft verklaard dat zij door verdachte is ontmaagd, maar ze geeft niet aan wanneer dat precies is gebeurd en hoe oud zij was. Dat had in haar geheugen gegrift moeten staan, aldus de raadsvrouw.
Beoordeling door de rechtbank
Op donderdag 18 juni 2020 heeft aangeefster [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2002, hierna te noemen aangeefster, naar de frontoffice zeden van de politie Oost Nederland gebeld. Zij heeft verteld dat zij seksueel misbruikt zou zijn door haar pleegvader, hierna te noemen verdachte. Aangeefster heeft op 21 juli 2020 aangifte gedaan tegen verdachte. [2]
Aangeefster heeft verklaard dat het misbruik begon toen zij een jaar of 7 was en dat zij ergens in groep 4 van de basisschool zat. Het begon met bij hem op schoot zitten. Ze heeft verklaard dat zij een keer bij verdachte op schoot zat en dat hij zei dat hij moest plassen en dat zij van zijn schoot af moest. Toen aangeefster dat niet deed gaf hij aan dat hij anders ‘hem uit zijn broek zou halen’. Aangeefster heeft verklaard dat hij ook echt zijn penis uit zijn broek heeft gehaald en dat zij hiervan schrok. [3]
Aangeefster heeft verklaard dat zij werd beloond door verdachte als zij aan zijn penis zat. Dan mocht zij langer opblijven. Dan pakte hij haar hand en legde hij haar hand op zijn onderbroek en later ook eronder om te voelen. Ze ging ook weleens bij hem paardje rijden, dan zat zij bij hem op schoot en dan pakte hij haar hand. [4] Het gebeurde in de woonkamer op de bank en in de logeerkamer en zo’n drie keer per week. [5]
Aangeefster heeft verklaard dat het meestal doordeweeks gebeurde maar ook wel in het weekend en meestal als haar moeder niet thuis was. Als haar moeder op bed lag uit te rusten gebeurde het ook in de logeerkamer. Dan probeerde hij te voelen of dan moest zij er een kusje op geven. Hij gaf aan dat zij eraan moest likken alsof het een lolly was. Hij ging uitleggen hoe zij moest aftrekken. Verdachte had zijn penis de bijnaam Henk gegeven. [6]
Het belonen begon met extra snoep of langer opblijven. Aangeefster heeft verklaard dat zij er ook geld voor kreeg. Een kusje was 2 euro, 10 euro voor het in de mond nemen en zo ging het steeds verder. Verdachte wilde op een gegeven moment ook aan haar vagina zitten. Aangeefster kreeg tien euro als verdachte aan haar vagina mocht voelen. De bedragen die aangeefster kreeg voor de seksuele handelingen wisselden. Aangeefster heeft verklaard dat het geld kwam uit een soort van huishoudpot. De huishoudpot stond bovenin de kast. Aangeefster werd door haar moeder beschuldigd van diefstal omdat haar moeder geld miste uit de huishoudpot. [7]
Aangeefster heeft verklaard dat zij aan [getuige 1] heeft verteld dat verdachte aan haar heeft gezeten. Ze werd daarin niet geloofd. [getuige 1] heeft tegen haar moeder gezegd dat het in Polen zou zijn gebeurd, maar aangeefster heeft dat niet tegen [getuige 1] gezegd. Het was verdachte die aan haar had gezeten. [8]
Na de scheiding van haar moeder en verdachte, toen aangeefster 9 jaar was, is zij bij haar moeder gaan wonen en verdachte eerst bij zijn beste vriend [naam] in Terborg en later bij zijn vader in ’s Heerenberg en tot slot in Aalten. [9]
Aangeefster heeft verklaard dat zij verdachte toen om het weekend zag en dat ze er ook bleef slapen. Ze heeft verklaard dat het misbruik door ging en dat zij voor het slapen naar de kamer van verdachte ging om daar televisie te kijken en dat het misbruik dan vervolgens plaatsvond. [10]
Aangeefster heeft verklaard dat verdachte haar veel geld bood om haar te mogen ontmaagden en dat hij het uiteindelijk gratis heeft gedaan. Zij heeft verklaard dat zij op haar elfde of twaalfde jaar door verdachte is ontmaagd en dat het gebeurd is in de woning van de vader van verdachte in ’s Heerenberg. Verdachte had Feigling en Passoa gekocht en haar de alcohol aangeboden. Aangeefster heeft het vervolgens helemaal opgedronken. Ze voelde zich daarna draaierig, onstabiel en kreeg niet meer alles mee. Verdachte begon te voelen en vroeg aan aangeefster of zij hem wilde pijpen hetgeen ze heeft gedaan. Ze heeft verklaard dat hij begon met zijn penis over haar vagina heen te gaan en dat hij probeerde steeds met zijn penis in haar vagina te gaan, hetgeen ze niet wilde. Verdachte bleef het proberen en op een gegeven moment lag hij bovenop haar zodat hij met zijn penis in haar vagina kon glijden. Hij bleef door gaan met heen en weer te bewegen totdat hij klaarkwam. Ze kon niet weg omdat zij onder hem lag. Aangeefster heeft verklaard dat het pijn deed en dat zij bloedde en dat ze zag dat de penis van verdachte onder het bloed zat. De volgende dag bloedde ze nog en heeft verdachte inlegkruisjes, tampons en maandverband gekocht. [11]
Aangeefster heeft verklaard dat verdachte op een gegeven moment haar pleegvader werd omdat het thuis bij haar moeder niet meer ging. Ze heeft verklaard dat ze ongeveer drie tot vier jaar bij hem heeft gewoond. Zij en verdachte deden veel samen en leefden meer als een stel dan als vader en dochter. Ze hadden drie keer per week seks bestaand uit likken, aanraken, pijpen, vingeren, aftrekken en seksueel binnendringen. Ze heeft verklaard dat ze zich verplicht voelde om het te doen en dat ze het min of meer had geaccepteerd dat het zo was. Het was voor haar normaal geworden dat de seks plaatsvond. [12]
Verdachte wilde niet dat aangeefster met andere jongens afsprak. Hij wilde met haar trouwen en kinderen krijgen, zodra ze 18 jaar zou worden. Ze heeft verklaard dat zij dit niet wilde en steeds meer afstand nam. Verdachte is toen begonnen met het stalken van haar. [13]
Aangeefster heeft verklaard dat zij op 19 oktober 2019 voor de laatste keer seks heeft gehad met verdachte. [14]
Ze heeft verklaard dat [getuige 2] degene is geweest aan wie zij van het misbruik heeft verteld. Hij had allerlei vragen en had haar geadviseerd om gesprekken op te nemen tussen haar en verdachte. [15]
Aangeefster heeft 2 gesprekken tussen haar en verdachte opgenomen. De gesprekken zijn uitgewerkt en houden voor zover van belang het volgende in:
(V is aangeefster en A is verdachte)
eerste gesprek“(…) V: volgens mij heb je een beetje angst. Je hebt niet zomaar angst.
A: Nee, ik heb al zoveel jaren angst. Ik weet niet wat er hier gebeurd is. Ik zie wel. Maar ik wil eigenlijk niet..die 13 jaren weggooien van alles.
V: Hoe bedoel je weggooien.
A: ja om het zo naar de kloten te laten gaan tussen ons. (…)
V: Nee de eerste keer. Dan ga je mij drank geven zodat het alleen maar makkelijker is
dat je mij kan pakken. En dan ga je Pasoa-blikjes halen en ga je mij Feikling flesjes
geven wanneer ik aangeschoten ben of weet ik veel hoe je het wilt noemen. En terwijl
ik 11 of 12 ben neem je mij. Je hebt mij zeker weten gegeven drank. Misschien weet je
dat niet meer. Ik weet niet in welke psychose je zat of ik heb geen idee wat je bezielde. Maar je hebt het wel allemaal gedaan. Je hebt er geen minuut spijt van. Geen minuut heb je er spijt van. Wanneer ik als kind zijnde in Winterswijk ook nog eens vertel aan mensen, toen aan [getuige 1] . En [getuige 1] vertelt tegen anderen over dat ik over jou hebt gezegd dat je aan mij hebt gezeten en zo, word je bekeken. En wordt er gezegd naar jou van nee maar [verdachte] die zou dat toch niet doen. Een kind, een klein kind he roept om hulp. Vraagt om hulp. Mensen zien mij als gek. Nee je hebt er nooit geen spijt van gehad, niks.
A: Ik heb wel spijt.
V: Nee. Waarvan heb je spijt dan? Dat je het allemaal hebt gedaan? Als je mij duidelijkheid gaat geven als het alleen maar makkelijker is.
A: Ik heb je als partner gezien en als vriendin gezien en dat is misschien ook wel verkeerd. En vooral de laatste periode met ons. Dat kan ik niet goed praten.
V: Hou op. Je doet alsof het normaal en het is allemaal niet normaal [verdachte] wat je
hebt gedaan. (…)
V: Nee maar je praat er ook nooit met mij over. Drank geven en dan mij nemen dat is
ook echt respectvol. Echt wauw..heb je echt niks gedaan. Hoe was je eerste keer? Ja
mijn vader heeft me genomen. Maar hij heeft me wel voor de tijd drank gegeven zodat
het makkelijker kon. Het deed ja echt fijn, fijn zo'n gevoel.
A: Ja ik ben aan het denken ik kan..ik weet het niet meer.
V: Je weet het gewoon niet meer. Kijk, dat bedoel ik. Je staat er niet eens stil bij.
A:
V: Ja
A: En volgens Feikling heb ik toen gehad.
V: Ja en Pasoa.
A: Feilkling sowieso.
V: Ja. Dat was niet zo lekker toen. (…)
V: En het ergste van allemaal niemand wou mij ook geloven in Winterswijk. Iedereen
deed alsof ik gek was. Ja onze [verdachte] die zou dat toch niet doen. [verdachte] die zou
dat toch niet doen. Onze lieve [verdachte] . Nee stiekem doet die het toch wel allemaal.
Kijk, zoals nu heb je er niks meer op te zeggen.
A: Ik weet niet wat ik zeggen moet.
V: Je doet alsof je het allemaal niet meer weet maar je hebt het allemaal zelf gedaan
hoor.
A: Ik weet dat ik het allemaal zelf gedaan heb maar
V: Ik heb er niet om gevraagd.
A: Nee precies. Maar ik heb er toch altijd toestemming om gevraagd. Of niet?
V: Och ja
A: Of niet, ik dacht dat jij het zelf ook wou. En achteraf wou je niet.
V: Je moet niet denken [verdachte] . Je hebt toch verstand. Denk eens met je verstand na.
Dat is toch niet normaal of wel dan?
A: Nee het was ook niet normaal maar ik hol toch echt van oe en ik hol nog van oe. “ [16]
Tweede gesprek
Verdachte is w en Aangeefster is L
“(…) W: Waarom moet ik dan nog met je praten (…).... Aan de ene kant wil
ik wel boeten, aan de andere kant....
L: Jij bent bang he ?
W: Ja, ik ben ontzettend bang ja. (…)
L: (…), Waar ben je bang voor ? Waarom zou ik het niet mogen opnemen ?
W: Ik ben bang om alles kwijt te raken, [slachtoffer] .(…)” [17]
De moeder van aangeefster heeft een verklaring afgelegd. Ze heeft verklaard dat zij en verdachte op 14 februari 2012 uit elkaar zijn gegaan en tot juli 2012 nog bij elkaar hebben gewoond. Verdachte woonde toen eerst bij [getuige 1] en [naam] in Terborg en daarna bij zijn vader in ’s-Heerenberg en tot slot in Aalten. Aangeefster veranderde wel als ze terug kwam van verdachte. Ze was vaak teruggetrokken of emotioneel en bozig. [18]
Ze heeft verklaard dat haar dochter haar een opname op haar mobiele telefoon heeft laten horen en dat ze het misbruik nu wel gelooft. Haar dochter heeft op zeven- à achtjarige leeftijd al eens eerder tegen een vriendin ( [getuige 1] ) van haar gezegd dat ze misbruikt is in Polen. De moeder geloofde het niet en kon zich niet voorstellen en geen moment bedenken waar en met wie dat in Polen gebeurd zou kunnen zijn. [19]
De moeder heeft verklaard dat geld uit het potje met huishoudgeld verdween. Het was een potje waarin zij geld stopte, zodat verdachte hiervan boodschappen kon doen. Het potje lag in een kast in de woonkamer. Er zat vaak een bedrag van 100 euro of 150 euro in. De bedragen die verdwenen waren best groot. Het kon voorkomen dat zij ’s avonds 50 euro in het potje had gedaan en dat het de volgende dag was verdwenen. [verdachte] gaf dan als verklaring dat hij wat boodschappen had gedaan en dat hij het was vergeten om te vertellen. Op een gegeven moment heeft de moeder haar dochter beschuldigd van het stelen van geld, omdat verdachte ontkende dat hij geld uit het potje had gehaald. De moeder vond weleens snoep wat zij zelf niet had gekocht en ze dacht dat haar dochter dit dan had gekocht van het geld van het potje. De moeder heeft verklaard dat haar dochter dan zei dat ze dat geld van verdachte had gekregen voor het kopen van snoep. Verdachte zei dan dat dat maar een paar euro was, dus dit verklaarde nog niet waar de rest van het geld was gebleven. [20]
De moeder heeft verklaard rare gedachten te hebben gehad toen haar dochter bij verdachte ging wonen. Ze vond dat ze zich niet als pleegvader en pleegdochter gedroegen, maar meer als een stel. Ze heeft dit aangegeven bij pleegzorg, maar dit werd weggewuifd. Ook een ex-vriend heeft haar wel eens gezegd dat hij verdachte niet vertrouwde en het raar vond dat ze haar kinderen naar hem toe laat gaan. Haar dochter heeft haar verteld dat ze een soort van relatie had met verdachte. Verdachte wilde steeds verder, maar dat wilde haar dochter niet. Ook had haar dochter seks met verdachte, terwijl ze dat niet wilde. [21]
[getuige 1] heeft verklaard dat zij aangeefster leerde kennen toen zij 8 jaar oud was. Toen zij 11 à 12 jaar oud was heeft aangeefster haar verteld dat iemand aan haar had gezeten. Ze woonde toen bij de vader van verdachte in ’s Heerenberg. Verdachte was toen iedere keer in de buurt toen aangeefster dat aan haar vertelde en ze kon daardoor niet goed met haar praten. Aangeefster werd overstuur en de getuige is toen naar haar moeder gegaan om haar op de hoogte te brengen wat aangeefster haar had verteld. [22]
[getuige 2] heeft verklaard dat aangeefster continu in de gaten werd gehouden door verdachte en dat verdachte haar volgde. Nadat ze weer door verdachte werd achtervolgd heeft aangeefster hem boos en overstuur verteld dat verdachte aan haar had gezeten. Hij heeft haar verteld dat ze gesprekken met verdachte moest opnemen. [23]
Beoordeling van bewijs
Op grond van de wet en de rechtspraak kan een feit niet worden bewezen op basis van de verklaring(en) van één persoon. Er moet meer bewijs zijn. Dat geldt voor de tenlastelegging in het geheel. Het is niet nodig dat voor elk onderdeel van de tenlastelegging minimaal twee bewijsmiddelen zijn.
Voor zedenzaken geldt dat het niet nodig is dat het misbruik zelf bevestigd wordt in ander bewijs. Het is voldoende als de verklaring van aangeefster op onderdelen ondersteund wordt door ander bewijs, uit een andere bron.
De rechtbank stelt vast dat aangeefster consistent is geweest in hetgeen zij over het misbruik heeft verklaard. Zowel ten aanzien van de handelingen die zouden hebben plaatsgevonden als de frequentie van het misbruik en de omstandigheden waaronder dat misbruik heeft plaatsgevonden zijn de verklaringen van aangeefster consistent. De verklaringen van aangeefster bevatten voorts geen innerlijke tegenstrijdigheden. Dat vergroot de betrouwbaarheid van de verklaringen.
De door haar afgelegde verklaringen worden bovendien op diverse punten ondersteund door getuigenverklaringen. Zo heeft de moeder van aangeefster verklaard van het bestaan van een huishoudpotje en dat geld uit het potje verdween. Dit ondersteunt de verklaring van aangeefster dat zij na het verrichten van seksuele handelingen bij verdachte geld kreeg uit het huishoudpotje. Opvallend is vervolgens dat verdachte aangeeft zich niets van het huishoudpotje te kunnen herinneren. De moeder heeft ook verklaard dat aangeefster, toen zij 7 of 8 jaar was, aan [getuige 1] heeft verteld dat iemand aan haar had gezeten. Dit wordt bevestigd door [getuige 1] . Moeder heeft het er toen ook met [verdachte] oever gehad, waar [getuige 1] en [naam] bij aanwezig waren. De moeder merkte een gedragsverandering op na elk bezoek van aangeefster aan verdachte. De moeder heeft ook verklaard dat verdachte en aangeefster meer leefden als stel dan als pleegvader en pleegdochter en dat zij haar zorgen daaromtrent heeft geuit. Uit de geluidsopnames blijkt dat aangeefster verdachte heeft geconfronteerd met het misbruik. Verdachte ontkende de beschuldigen niet. Verdachte verklaarde dat hij spijt heeft dat hij aangeefster als partner zag en als vriendin. Ook is te horen dat verdachte zegt dat hij om toestemming heeft gevraagd en dat hij dacht dat zij het ook wel wilde. Ook is hij bang dat hij alles kwijt zou raken. Verdachte bevestigt dat aangeefster Feigling heeft gedronken.
Getuige [getuige 2] heeft verklaard dat verdachte aangeefster volgde en dat ze boos en overstuur aan hem vertelde van het misbruik.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de verklaringen van aangeefster als betrouwbaar kunnen worden aangemerkt en op diverse punten, zoals hierboven is besproken, ondersteuning vinden in ander bewijsmateriaal, zodat aan het bewijsminimum van artikel 342 van het Wetboek van Strafvordering is voldaan.
De beoordeling van het onder 1 tenlastegelegde
Met betrekking tot het onder 1 tenlastegelegde is de rechtbank van oordeel dat het dossier voldoende aanknopingspunten biedt om te komen tot bewezenverklaring van de omstandigheid dat verdachte aangeefster heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van aangeefster. De rechtbank verwijst hiervoor naar de aangifte en de geluidsopnames. Verdachte heeft aangeefster alcohol gegeven zodat zij zichzelf niet zou zijn. Hij heeft hierdoor misbruik gemaakt van zijn positie als volwassene ten aanzien van een aan zijn zorg toevertrouwde minderjarige.
De beoordeling van het onder 2, 3 en 4 tenlastegelegde
De rechtbank acht bewezen dat de ontucht is begonnen toen aangeefster een jaar of 7 was. De rechtbank stelt op grond van de bewijsmiddelen vast dat verdachte, zijnde de stiefvader, met de aan zijn zorg toevertrouwde minderjarige en later als pleegvader van aangeefster ontuchtige handelingen heeft gepleegd in de tenlastegelegde perioden van 15 januari 2009 tot en met 14 januari 2014 (toen zij nog geen 12 jaar oud was) en in de periode van 15 januari 2014 tot en met 14 januari 2018 (toen zij 12, maar nog geen 16 jaar oud was) en in de periode van 15 januari 2018 tot en met 19 oktober 2019 (toen zij 16, maar nog geen 18 jaar oud was) . Die seksuele handelingen bestonden mede uit het seksueel binnendringen van het lichaam.
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 2, 3 en 4 tenlastegelegde.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde feit 1 primair, en de feiten 2, 3 en 4 heeft begaan, te weten dat:
1
hij in
of omstreeksde periode van 15 januari 2013 tot en met 14 januari 2015 te
‘s-Heerenberg,
althans in Nederland, door
geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld ofeen andere feitelijkheid, [slachtoffer] (geboren op [geboortedag 2] 2002) zijnde die [slachtoffer]
zijn pleegkind, dan weleen kind dat hij verzorgt of opvoedt als behorend tot zijn gezin, dan wel een aan zijn zorg,
opleiding of waakzaamheidtoevertrouwde minderjarige, heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die
bestonden uit ofmede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , door zijn penis in haar vagina en
/oftussen de schaamlippen te brengen en
/ofzijn penis in haar mond te brengen en
/ofzijn tong en
/oféén of meer van zijn vingers in haar vagina en
/oftussen de schaamlippen te brengen en bestaande
dat geweld of die één of meer andere feitelijkheden en/of die bedreiging met geweld en/ofdie één of meer feitelijkheden hierin dat verdachte
- die [slachtoffer] alcohol heeft gegeven en
/ofheeft aangespoord alcohol te drinken en
/of- (vervolgens) wetende dat die [slachtoffer] onder invloed was van alcohol,
- bovenop die [slachtoffer] is gaan liggen en
/of-
(hierbij
)misbruik heeft gemaakt van zijn fysieke overwicht t.o.v. die [slachtoffer] en
/of-
(meermalen
)voorbij is gegaan aan de verbale en
/ofnon-verbale signalen van verzet/weerstand van die [slachtoffer] en
/of (aldus
)voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
2
hij op meerdere tijdstippen in
of omstreeksde periode van 15 januari 2009 tot en met 14 januari 2014 te Winterswijk en/of ’s-Heerenberg, althans in Nederland, met [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2002, zijnde die [slachtoffer]
zijn pleegkind, dan weleen kind dat hij verzorgt of opvoedt als behorend tot zijn gezin, dan wel een aan zijn zorg,
opleiding of waakzaamheidtoevertrouwde minderjarige, die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, een of meer handelingen heeft gepleegd, die
bestonden uit ofmede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten (telkens)
het brengen van zijn penis in haar
vagina en/ofmond en
/ofhet door die [slachtoffer] laten likken aan zijn penis en
/ofhet die [slachtoffer] laten aftrekken, althans betasten van zijn penis en
/ofhet brengen van een of meer van zijn vingers en
/ofzijn tong in haar vagina en
/oftussen de schaamlippen;
3
hij op meerdere tijdstippen in
of omstreeksde periode van 15 januari 2014 tot en
met 14 januari 2018 te ’s-Heerenberg en/of Aalten, althans in Nederland,
met [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2002, zijnde die [slachtoffer] zijn pleegkind, dan wel een kind dat hij verzorgt of opvoedt als behorend tot zijn gezin, dan wel een aan zijn zorg,
opleiding of waakzaamheidtoevertrouwde minderjarige, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt,
een of meerontuchtige handelingen heeft gepleegd, die
bestonden uit ofmede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten (telkens) het brengen van zijn penis in haar vagina en
/ofmond en
/ofhet door die [slachtoffer] laten likken aan zijn penis en
/ofhet die [slachtoffer] laten aftrekken, althans betasten van zijn penis en
/ofhet brengen van een of meer van zijn vingers en
/ofzijn tong in haar vagina en
/oftussen de schaamlippen;
4
hij op meerdere tijdstippen in
of omstreeksde periode van 15 januari 2018 tot en met 19 oktober 2019 te Aalten, althans in Nederland, ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarig pleegkind,
dan wel een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2002, door (telkens) zijn penis in haar vagina en
/ofmond te brengen en
/ofeen of meer van zijn vingers en
/ofzijn tong in haar vagina en
/oftussen de schaamlippen te brengen en
/ofdie [slachtoffer] hem te laten aftrekken, althans zijn penis te laten betasten;
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1:
verkrachting, terwijl de schuldige het feit begaat tegen een aan zijn zorg toevertrouwde minderjarige.
feit 2:
met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaar handelingen plegen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl de schuldige het feit begaat tegen een aan zijn zorg toevertrouwde minderjarige.
feit 3:
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl de schuldige het feit begaat tegen zijn pleegkind dan wel een aan zijn zorg toevertrouwde minderjarige.
feit 4:
ontucht plegen met zijn pleegkind.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 6 jaren.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft geen verweer gevoerd ten aanzien van de strafmaat.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel justitiële documentatie, gedateerd 17 september 2021;
- een reclasseringsadvies van Reclassering Nederland, gedateerd 19 oktober 2021;
- een Pro Justitia rapport van 20 oktober 2021 van D.R. van der Velden (GZ-psycholoog).
Ernst van de feiten
Verdachte heeft aangeefster gedurende een aanzienlijke periode van bijna elf jaar seksueel misbruikt. Dit misbruik is begonnen toen aangeefster pas zeven jaar oud was. Verdachte heeft zich ook schuldig gemaakt aan verkrachting van aangeefster, waarbij hij, tijdens de eerste keer dat hij haar verkrachtte, haar alcoholische drank heeft gegeven zodat zij zodanig onder invloed van alcohol was dat zij in staat van verminderd bewustzijn verkeerde. Met het seksueel misbruik heeft verdachte op zeer grove wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke en psychische integriteit van aangeefster. De verdachte heeft misbruik gemaakt van het overwicht dat hij als volwassene op haar had en heeft alleen maar oog gehad voor bevrediging van zijn eigen lustgevoelens, zonder zich te bekommeren om de schade die hij daarmee bij aangeefster aanrichtte. Het is een feit van algemene bekendheid dat seksueel misbruik vaak langdurige en ernstige schade kan toebrengen aan de geestelijke gezondheid van de slachtoffers. Het seksueel misbruik is doorgegaan nadat verdachte op een bepaald moment pleegvader van aangeefster is geworden en aangeefster bij hem woonde. Daarmee heeft verdachte het vertrouwen van zijn pleegkind in hem als ouder en het gevoel van bescherming dat hij als pleegvader werd geacht aan aangeefster te bieden ernstig beschaamd en geschonden. Dit rekent de rechtbank verdachte zwaar aan.
Persoon van verdachte
Uit het Pro Justitia rapport van 20 oktober 2021 komt naar voren dat verdachte een adaptief zwakbegaafde, sociaal gerichte maar kinderlijk naïeve 53-jarige man is met vermijdende en afhankelijke trekken in zijn persoonlijkheid. In huidig onderzoek is geen sprake van duidelijke psychiatrische problematiek of een persoonlijkheids- of seksuele stoornis. Het advies is het ten laste gelegde, indien bewezen, volledig toe te rekenen. Het recidiverisico op seksueel delictgedrag, indien bewezen, wordt als laag ingeschat bij gemiddelde beschermende factoren.
De rapporteur in het reclasseringsrapport van 19 oktober 2021 heeft zich in zijn
onderzoek met name gericht op de vraag of een reclasseringsinterventie wenselijk en uitvoerbaar is. Door de ontkenning van verdachte en het ontbreken van relevante justitiële documentatie, kan rapporteur geen inschatting maken van de risico's op recidive en/of letselschade. Het risico op onttrekken aan voorwaarden wordt laag ingeschat, omdat verdachte al een langere periode adequaat meewerkt aan de begeleiding die hem vanuit de gemeente wordt geboden en dito meewerkt aan een verwijzing naar VGGNet. Het gecombineerde instrument Static/Stable, voor het inschatten van seksuele recidive, geeft de inschatting dat er bij verdachte, ook bij een bewezenverklaring, een lage kans op herhaling van een seksueel delict is. Bij een veroordeling adviseert rapporteur verdachte een straf op te leggen zonder bijzondere voorwaarden. Hij vindt interventies of toezicht niet nodig.
De rechtbank neemt de conclusie van de GZ-psycholoog in het rapport van 20 oktober 2021 over en rekent de bewezenverklaarde feiten volledig aan verdachte toe. De rechtbank neemt ook het advies in het reclasseringsadvies van 19 oktober 2021 over.
De strafmotivering
Gezien de ernst van de feiten is de rechtbank van oordeel dat oplegging van een gevangenisstraf de enige passende reactie vormt. Met de officier van justitie acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van zes jaren passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen 57, 242, 244, 245, 248 en 249 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur
van 6 (zes) jaren;
Dit vonnis is gewezen door mr. M.F. Gielissen (voorzitter), mr. C.J.M. Apeldoorn en mr. J. Wiersma, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.C.M. Vogelpoel, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 9 november 2021.
mr. C.J.M. Apeldoorn, mr J. Wiersma en mr. J.C.M. Vogelpoel zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de politie Eenheid Oost-Nederland, dienst regionale recherche, afdeling thematische opsporing, team zeden , opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2020267877, gesloten op 25 februari 2021 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van aangifte, p. 4.
3.Proces-verbaal van aangifte, p. 4.1.
4.Proces-verbaal van aangifte, p. 4.1.
5.Proces-verbaal van aangifte, p. 4.2.
6.Proces-verbaal van aangifte, p. 4.2.
7.Proces-verbaal van aangifte, p. 4.2.
8.Proces-verbaal van aangifte, p. 4.2-4.3.
9.Proces-verbaal van aangifte, p. 4.3.
10.Proces-verbaal van aangifte, p. 4.4.
11.Proces-verbaal van aangifte, p. 4.4.- 4.5.
12.Proces-verbaal van aangifte, p. 4.6.
13.Proces-verbaal van aangifte, p. 4.6.
14.Proces-verbaal van aangifte, p. 4.5.
15.Proces-verbaal van aangifte, p. 4.7.
16.Proces-verbaal van bevindingen, p. 5.1-5.2.
17.Proces-verbaal van bevindingen, p. 6-6.1.
18.Proces-verbaal van verhoor getuige, p. 7.5.
19.Proces-verbaal van verhoor getuige, p. 7.2.
20.Proces-verbaal van verhoor getuige, p. 7.4.-7.5.
21.Proces-verbaal van verhoor getuige, 7.7.
22.Proces-verbaal van verhoor getuige, p. 8.1, 8.3.
23.Proces-verbaal van verhoor getuige, p. 11.1.