Uitspraak
25 oktober 2021.
1.De inhoud van de tenlastelegging
3.De bewezenverklaring
(op
een of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 16 augustus 2019 tot en met12 september 2019 in
de gemeenteHarderwijk
en/of Nijkerk en/of Leusden, in elk geval in Nederland,tezamen en in vereniging met
een of meeranderen
, althans alleen, (telkens
) een of meer (elektrische
)fietsen,
in elk geval enig goed,die
geheel of ten deleaan een ander dan aan verdachte en
/ofzijn mededader
(s
)toebehoorden, te weten aan:
/of
/of
, en/of
(telkens
)met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en
/of zijn mededader
(s
) zich (telkens) de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen
goed/goederen
(telkens
)onder
zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van
braak,verbreking
en/of een valse sleutel, te weten
(telkens
)door middel van het gebruik van een
(zogenaamde
)loper
en/of een schroefkop;
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
Dergelijke feiten zorgen voor veel schade en overlast. Verdachte heeft bij het plegen van deze feiten alleen rekening gehouden met zijn eigen gewin en niet stilgestaan bij de gevolgen die deze feiten hebben voor anderen.
8.De beoordeling van de civiele vorderingen
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 2 (twee) maanden;
- veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [aangever 4] van € 44,41 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 september 2019 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [aangever 4] , een bedrag te betalen van € 44,41 aan materiële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 september 2019 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kan 1 dag gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;