ECLI:NL:RBGEL:2021:5857

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
25 mei 2021
Publicatiedatum
3 november 2021
Zaaknummer
9155486
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over non-actiefstelling van werknemer wegens uitingen op sociale media met betrekking tot vaccinaties

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Nijmegen, uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser], een stafmedewerker kennismanagement bij Stichting De Waalboog, en haar werkgever, Stichting De Waalboog. De werknemer was op non-actief gesteld vanwege berichten die zij op LinkedIn had geplaatst over vaccinaties, die volgens de werkgever in strijd waren met de organisatievisie. De werknemer vorderde haar terugkeer naar het werk en stelde dat de non-actiefstelling niet gerechtvaardigd was, aangezien zij niet was aangesproken op de inhoud of toon van haar berichten. De kantonrechter oordeelde dat de werkgever onvoldoende had aangetoond dat de non-actiefstelling gerechtvaardigd was. De rechter concludeerde dat de werknemer zonder redelijke grond op non-actief was gesteld en dat haar recht op voortzetting van de werkzaamheden zwaarder woog dan de belangen van de werkgever. De vordering tot tewerkstelling werd toegewezen, en de werkgever werd veroordeeld in de proceskosten. De gevorderde rectificatie door de werknemer werd afgewezen, omdat deze onvoldoende was onderbouwd. De rechter legde een dwangsom op voor het geval de werkgever niet aan de uitspraak voldeed.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Nijmegen
zaakgegevens 9155486 \ VV EXPL 21-22 \ 548
uitspraak van
vonnis in kort geding
in de zaak van
[eiser]
wonende te [woonplaats]
eisende partij
gemachtigde mr. M.P.A. Bos
tegen
de stichting Stichting De Waalboog
gevestigd te Nijmegen
gedaagde partij
gemachtigde: mr. W.F. Seijbel
Partijen worden hierna [eiser] en De Waalboog genoemd.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 22 april 2021 met producties 1 tot en met 6
- de akte overlegging producties 7 en 8 van de zijde van [eiser]
- de brief van 6 mei 2021 met producties 1 en 2 van de zijde van De Waalboog
- de mondelinge behandeling van 11 mei 2021 mede inhoudende de pleitnotities van de gemachtigde van [eiser] en de gemachtigde van De Waalboog.

2.De feiten

2.1.
[eiser] (geboren op 16 maart 1970) is vanaf 7 augustus 2017 als stafmedewerker kennismanagement in dienst bij De Waalboog op basis van een parttime arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd tegen een bruto maandsalaris van € 2.980,28 inclusief persoonlijke toeslag.
2.2.
In de gedragscode van De Waalborg is het volgende over social media opgenomen:
(…)
Medewerkers betrokken in sociale media houden zich aan de volgende afspraken:
  • je houdt je aan je expertisegebied en geeft je eigen, individuele kijk op het onderwerp;
  • je post betekenisvolle opmerkingen, dus geen spam of berichten die niet ter zake zijn;
  • je denkt na vóór je inhoud publiceert en je reageert tijdig als een reactie wenselijk is;
  • je zorgt dat feiten kloppen en je bent eerlijk;
  • je respecteert de eigendomsrechten van informatie en inhoud en respecteert vertrouwelijkheid;
  • ook als je het oneens bent met de meningen van anderen houd je het netjes en beleefd: je zoekt geen ruzie en plaatst geen lasterlijk, grof, obsceen, beledigend of bedreigend materiaal. (…)
2.3.
[eiser] heeft zich op 6 januari 2021 ziek gemeld. De bedrijfsarts rapporteert daarover op 14 januari 2021 dat [eiser] een verschil van inzicht heeft met haar werkgever en dat er geen arbeidsongeschiktheid bestaat op basis van ziekte voor eigen werk. Het advies is om in onderling overleg te onderzoeken of de verschillen van mening tussen werkgever en werknemer tot een oplossing kunnen worden gebracht.
2.4.
Bij brief van 22 januari 2021 heeft De Waalboog [eiser] een officiële waarschuwing gegeven en haar op non actief gesteld, als volgt verwoord:
(…)
Gezien het feit dat jij – ondanks de herhaalde oproepen vanuit de organisatie om geen berichten te delen/ liken/ posten op LinkedIn die haaks staan op onze visie omtrent corona/ vaccinatie -hiermee onverkort doorgaat, geef ik je hierbij
een officiële waarschuwing. Indien je hiermee door blijft gaan, zal dat tot verdergaande arbeidsrechtelijke gevolgen leiden waarbij een ontslag niet is uitgesloten. Deze officiële waarschuwing zal in het personeelsdossier worden bewaard.
Hoewel het jou -als door ons steeds gezegd – vrij staat om je eigen mening en visie te hebben, is het voor de uitvoering van de arbeidsovereenkomst van belang dat jij jouw (van onze organisatie afwijkende) visie niet deelt via LinkedIn. Om te bekijken of wij tot een oplossing kunnen komen teneinde de arbeidsovereenkomst voort te zetten, stel ik mij voor om in een mediationtraject hierover verder in overleg te treden. Op korte termijn ontvang je van mij een voorstel voor mogelijke mediators die we hiervoor kunnen inschakelen.
Omdat we het niet wenselijk vinden dat jij je werkzaamheden hervat zolang we niet tot een oplossing zijn gekomen, ben je vanaf vandaag
op non-actief gesteld. Je behoudt je recht op loon gedurende deze non-actiefstelling.

3.De vordering en het verweer

3.1.
[eiser] vordert:
Primair:
De Waalboog te gelasten [eiser] toe te laten tot haar eigen werk binnen 24 uur na betekening van dit vonnis, waarbij De Waalboog al die gegevens zal moeten verstrekken – en al die faciliteiten aan haar ter beschikking zullen moeten stellen- die gebruikelijk, nuttig en/ of noodzakelijk zijn om het werk naar behoren te kunnen blijven verrichten;
De Waalboog te gelasten om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis een rectificatiebericht te zenden aan al die personen, aan wie zij heeft medegedeeld dat [eiser] op non-actief is gesteld (onafhankelijk van de bewoordingen die De Waalboog) voor de non-actiefstelling heeft gebruikt, dus inclusief vrijgesteld van werk, geschorst, werk neergelegd, etc.) met de navolgende inhoud:
Geachte heer, mevrouw,
In januari hebben wij u geïnformeerd dat [eiser] niet meer voor De Waalboog werkzaam zou zijn. Dat bericht is onjuist. Mevrouw [eiser] is wel degelijk voorDe Waalboog werkzaam en verricht aldaar haar gebruikelijke werk. Mocht u vragen hebben die betrekking hebben op haar expertise, dan kunt u uiteraard bij haar terecht.
Wij vinden het erg vervelend dat er mogelijk verwarring is ontstaan door onze onjuiste communicatie en bieden daarvoor onze oprechte excuses aan.
Met vriendelijke groet,
Stichting De WaalborgMevrouw [collega Waalborg]
althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen rectificatietekst;
3. te bepalen dat De Waalboog een dwangsom verbeurt aan [eiser] van € 10.000,-, althans een door de kantonrechter te bepalen dwangsom per overtreding van het onder 1 en 2 gevorderde, te vermeerderen met een dwangsom van € 10.000,- voor iedere dag dat De Waalboog daarmee in gebreke zal blijven met een maximum van
€ 250.000,-;
Subsidiair:
4. een zodanige maatregel te treffen als de kantonrechter in goede justitie gerechtvaardigd acht;
Zowel primair als subsidiair:
5. De Waalboog te veroordelen in de proces- en nakosten.
3.2.
De Waalboog voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna voor zover voor de beslissing van belang nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het spoedeisend belang van de vordering vloeit voort uit de aard van de vordering.
4.2.
In deze procedure moet worden beoordeeld of de vordering in een eventuele bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft, dat toewijzing gerechtvaardigd is. Gelet op het voorlopige karakter van de kort gedingprocedure past geen uitgebreid onderzoek naar de feiten en is er geen plaats voor nadere bewijsvoering. Er is in dit geval geen reden om van deze regel af te wijken. De kantonrechter baseert de beslissing daarom op feiten die erkend of onweersproken zijn of die voorshands aannemelijk zijn geworden.
4.3.
Volgens De Waalboog is er tussen partijen sprake van een onhoudbare situatie en kunnen zij niet verder met elkaar. Zij heeft [eiser] daarom op non actief gesteld. Ook heeft zij een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst ingediend. Die procedure staat los van onderhavige procedure, waarin slechts een voorlopig oordeel wordt gegeven over de opgelegde non-actiefstelling. De Waalboog heeft betreffend verzoek met producties overgelegd. De kantonrechter slaat daar behoudens specifieke verwijzingen geen acht op.
4.4.
Partijen zijn het erover eens dat [eiser] op zich vrij is haar eigen mening te uiten.
De wijze waarop zij dat doet, leidt wat De Waalboog betreft tot een onverenigbare situatie gelet ook op de functie die [eiser] bij De Waalboog vervult. Partijen hebben meerdere gesprekken met elkaar gevoerd, alsmede heeft er een mediationtraject plaatsgevonden, een en ander zonder resultaat.
4.5.
Partijen blijken met elkaar in een spraakverwarring te zijn geraakt. Volgens [eiser] mocht zij haar opvatting over vaccins niet delen op haar persoonlijke account, terwijl De Waalboog aanvoert dat zij verbolgen is over de inhoud en de toon ervan die niet aanpasbaar bleken te zijn. [eiser] stelt dat zowel de inhoud als de toon geen onderwerp van gesprek zijn geweest. Op de mondelinge behandeling heeft zij zich bereid getoond posts die criminaliserend en beledigend zijn weg te halen. Het had haar gesierd als zij die berichten, waarbij met name de berichten die overgelegd zijn als productie 7 bij het verzoek en productie 2 voor verwijdering in aanmerking komen, al eerder uit eigen beweging van haar account had gehaald. Dat [eiser] niet aanspreekbaar zou zijn geweest op aanpassing van de vorm, blijkt hier evenwel niet uit. Dat [eiser] vergeefs op inhoud en toon is aangesproken, valt te betwijfelen. Dat blijkt ook niet uit de op schrift gestelde non-actiefstelling. Daarin staat namelijk dat geen berichten gedeeld mogen worden op LinkedIn die haaks staan op de visie van De Waalboog omtrent corona/ vaccinatie, en dat het voor de uitvoering van de arbeidsovereenkomst van belang is dat [eiser] haar afwijkende visie niet deelt via LinkedIn. Het heeft er gelet daarop alle schijn van dat [eiser] in de visie van De Waalboog in het geheel niet was toegestaan haar opvatting over vaccinatie te uiten op haar persoonlijke account. De Waalborg relateert dat aan haar functievervulling, maar dat verband ontgaat de kantonrechter. Ook is niet gebleken dat er binnen de organisatie op dit specifieke terrein een taak voor haar is weggelegd. Dat het stakeholders onaangenaam zou treffen in een professionele wetenschappelijke omgeving, komt ook wat overtrokken voor. Het moet er voor gehouden worden dat het enkele feit dat [eiser] haar opvatting over vaccinatie op haar persoonlijke account deelde voor De Waalborg al redengevend is geweest om haar, nu zij doorging met het posten van berichten, op non-actief te stellen. Dat kan een non-actiefstelling voorshands oordelend echter niet dragen. Ook het feit dat [eiser] weigert een mondkapje te dragen, kan haar, nu zij dat om medische redenen nalaat en zij daaromtrent ter mondelinge behandeling een uitzonderingskaart daarvoor heeft getoond, niet tegengeworpen worden. Mocht [eiser] verkeerd begrepen hebben wat De Waalboog precies voor ogen had en daar dus ook niet adequaat op hebben gereageerd, dan komt dat voor rekening van
De Waalboog die op dit punt scherp had dienen te communiceren in woord en geschrift.
4.6.
Het vorenstaande leidt tot het voorlopige oordeel dat [eiser] zonder redelijke en zwaarwegende grond door De Waalboog op non-actief is gesteld. De Waalboog heeft daarbij onvoldoende rekening gehouden met het belang dat [eiser] had bij voortzetting van de werkzaamheden. De vordering tot tewerkstelling wordt dan ook, nu toewijzing daarvan in een bodemprocedure voorshands aannemelijk is, toegewezen. Er is aanleiding de gevorderde dwangsom te beperken, als hierna vermeld. Dat is passend bij de na te komen verplichting.
4.7.
De gevorderde rectificatie wordt afgewezen, nu [eiser] de stelling van De Waalborg, dat zij niet intern of extern heeft gecommuniceerd dat [eiser] feitelijk niet meer zou werken voor de organisatie en/of op non-actief is gesteld, onweersproken heeft gelaten en haar vordering dientengevolge onvoldoende is onderbouwd.
4.8.
De Waalboog wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten dragen met inbegrip van de nakosten die zullen worden begroot op een bedrag van € 124,00 zijnde een half salarispunt van het toe te wijzen salaris van de gemachtigde met een maximum van € 124,00, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis.

5.De beslissing

De kantonrechter
rechtdoende als voorzieningenrechter
5.1.
gelast De Waalboog om [eiser] binnen 24 uur na betekening van dit vonnis toe te laten tot haar eigen werk, waarbij De Waalboog aan [eiser] al die gegevens zal moeten verstrekken – en al die faciliteiten aan haar ter beschikking zal moeten stellen – die gebruikelijk, nuttig en/of noodzakelijk zijn om het werk naar behoren te kunnen blijven verrichten, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250,-- per dag of gedeelte van een dag dat De Waalboog hiermee in gebreke is tot een maximum van € 25.000,--;
5.2.
veroordeelt De Waalboog in de proceskosten, tot deze uitspraak aan de kant van [eiser] vastgesteld op € 109,71 aan dagvaardingskosten, € 85,00 aan griffierecht, € 996,-- aan salaris voor de gemachtigde;
5.3.
veroordeelt De Waalboog in de nakosten van € 124,00 aan kosten die na dit vonnis zullen ontstaan, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de 15e dag na dagtekening van dit vonnis;
5.4.
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. P.J. Wiegman en in het openbaar uitgesproken op