Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling
De psychiater heeft ter zitting aangegeven dat zij de diagnose zoals die in de medische verklaring is gesteld op dit moment onderschrijft. Daarbij heeft zij aangegeven dat differentiaal diagnostisch sprake zou kunnen zijn van een primair aan middelen gerelateerde stoornis, gezien de omstandigheid dat betrokkene een periode heeft gekend van fors harddrugs gebruik en psychotisch decompenseren, waarbij sprake was van forse agressiviteit. Uitspraken daarover zijn echter lastig, onder meer omdat langdurig harddrugsgebruik kan leiden tot effecten op het brein die veel lijken op de situatie bij patiënten met een chronische psychotische stoornis als schizofrenie. Om een differentiaal diagnose te kunnen maken is er daarom volgens de psychiater een samenwerking nodig waarbij betrokkene bereid is zijn levensloop op een rij te zetten (oorzaak en gevolg) en dan is nog de vraag in hoeverre het lukt om tot herdiagnostiek te komen. Betrokkene neemt tot op heden echter geen verantwoordelijkheid voor wat er allemaal is gebeurd in het verleden, in die zin dat hij meent dat de ziekte kanker die hij vroeger heeft doorgemaakt de oorzaak is van hoe zijn leven is gelopen. De psychiater stelt daarin met betrokkene fundamenteel van mening te verschillen. Volgens de psychiater gaat het bij de zorgmachtiging vooral om de continuïteit van de zorg. De samenwerking met betrokkene is kwetsbaar omdat er maar in beperkte mate overeenstemming is over wat er met hem aan de hand is. Medicatiegebruik en de wens van betrokkene om dat af te bouwen zijn een terugkerende onderwerp van gesprek. De psychiater heeft daarvoor begrip voor zover het gaat om de door betrokkene ervaren bijwerkingen, maar zegt tegelijkertijd geen mogelijkheden te zien voor afbouw en – gezien de voorgeschiedenis – geen alternatieven te zien voor de huidige medicatie.
uiterlijk op 1 maart 2021aan de rechtbank toe te zenden. Daarna zullen de officier van justitie, betrokkene en zijn advocaat en de behandelaar in de gelegenheid worden gesteld om op het rapport van de deskundige te reageren.
3.Beslissing
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen als genoemd in
2.5.kunnen worden getroffen;
duur van twee maanden, te weten tot en met
uiterlijk 17 maart 2021, onder aanhouding van het verzoek voor het overige deel;
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] en wonende aan de [adres] , een onderzoek door een deskundige op de hiervoor onder
2.7.geformuleerde vraagstelling;
1 maart 2021;