ECLI:NL:RBGEL:2021:5789

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
29 oktober 2021
Publicatiedatum
29 oktober 2021
Zaaknummer
05/209452-20
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot doodslag door aanrijding met pick-up truck

Op 29 oktober 2021 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 17 augustus 2020 in Elspeet met zijn pick-up truck een slachtoffer heeft aangereden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte opzettelijk met zijn voertuig tegen het slachtoffer is gereden, wat resulteerde in ernstig lichamelijk letsel voor het slachtoffer. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar, met aftrek van voorarrest, en een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor dezelfde periode. De zaak kwam voort uit een burenruzie die al jaren speelde, en de rechtbank oordeelde dat de gedragingen van de verdachte zodanig waren dat deze als poging tot doodslag gekwalificeerd konden worden. De rechtbank heeft de verklaringen van zowel de verdachte als het slachtoffer gewogen, evenals camerabeelden van het voorval, en kwam tot de conclusie dat er sprake was van voorwaardelijk opzet op de dood van het slachtoffer. De rechtbank heeft de ernst van het feit en de gevolgen voor het slachtoffer zwaar laten meewegen in de strafmaat.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer: 05/209452-20
Datum uitspraak : 29 oktober 2021
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1951 te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres 1] .
Raadsman: mr. G.J. van Oosten, advocaat te Amsterdam.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 15 oktober 2021.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na toewijzing van een vordering tot wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 17 augustus 2020, te Elspeet, gemeente Nunspeet, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer] opzettelijk van het leven te beroven, met een door hem, verdachte, bestuurde pick-up truck ( [merk] ) gas heeft gegeven, terwijl die [slachtoffer] voor, althans in de nabijheid van, die truck liep, en (vervolgens) tegen de rug, althans het lichaam van die [slachtoffer] is gereden, waardoor die [slachtoffer] voorover kwam te vallen en onder de auto terecht kwam en/of (vervolgens), zonder te remmen, is doorgereden en/of over de benen en/of het lichaam van die [slachtoffer] is gereden, althans het lichaam van die [slachtoffer] (met een wiel van) zijn auto vooruit heeft geduwd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 17 augustus 2020, te Elspeet, gemeente Nunspeet, aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten een fors weefseldefect rechterknie, althans ernstig knieletsel en/of rugletsel en/of een forse schaafwond laterale zijde linkerbovenbeen en/of een gebroken rib aan de rechterzijde, heeft toegebracht door met een door hem, verdachte, bestuurde pick-up truck ( [merk] ) gas heeft gegeven, terwijl die [slachtoffer] voor, althans in de nabijheid van, die
truck liep, en (vervolgens) tegen de rug, althans het lichaam van die [slachtoffer] is gereden, waardoor die [slachtoffer] voorover kwam te vallen en onder de auto terecht kwam en/of (vervolgens), zonder te remmen, is doorgereden en/of over de benen en/of het lichaam van die [slachtoffer] is gereden, althans het lichaam van die [slachtoffer] (met een wiel van) zijn auto vooruit heeft geduwd;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 17 augustus 2020 te Elspeet, gemeente Nunspeet, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig ( [merk] pick-up truck), daarmede rijdende op (de toegangsweg van/naar) de/het perce(e)l(en) [adres 2] en/of [adres 1] , zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend en/of onachtzaam te rijden, hierin bestaande dat verdachte, terwijl hij goed bekend was met de verkeerssituatie ter plaatse:
- diens voertuig achterwaarts van zijn perceel (perceel [adres 1] ) heeft gereden de toegangsweg op, zijnde een bijzondere manoeuvre zoals bedoeld in artikel 54 RVV, en/of
- terwijl (op dat moment) het zicht naar achteren niet belemmerd was, en/of
- terwijl [slachtoffer] zich (op dat moment) (kort) achter het voertuig van verdachte bevond, en/of;
- verdachte (vervolgens) de truck op de toegangsweg tot stilstand heeft gebracht, terwijl die [slachtoffer] (op dat moment) het voertuig van verdachte (al lopend) passeerde/ was gepasseerd, en/of;
- terwijl het zicht op die [slachtoffer] (voor het voertuig van verdachte) (op dat moment) op geen enkele wijze werd belemmerd en terwijl die [slachtoffer] voor, althans in de nabijheid van de truck liep, en/of;
- verdachte (vervolgens) flink gas heeft gegeven en/of is opgetrokken, en daarbij naar voren is gereden (in de richting van perceel [adres 2] ), en/of
- verdachte bij het naar achteren rijden en/of verlaten van zijn perceel en/of het (naar voren) rijden niet of in onvoldoende mate heeft gekeken en/of is blijven kijken of hij die manoeuvre(s) kon uitvoeren zonder het overige verkeer te hinderen en/of in gevaar te brengen;
- waardoor hij bij dat naar voren rijden tegen de rug, althans het lichaam van die [slachtoffer] is gereden en /of tegen die [slachtoffer] is gebotst, waarvoor die [slachtoffer] voorover kwam te vallen en onder de truck terechtkwam;
- hij (vervolgens), zonder te remmen, met de truck is doorgereden over de benen en/of het lichaam van die [slachtoffer] , althans het lichaam van die [slachtoffer] (met een wiel) van zijn auto heeft voortgeduwd,
waardoor die [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel (te weten een fors weefseldefect rechterknie, althans ernstig knieletsel en/of rugletsel en/of een forse schaafwond laterale zijde linkerbovenbeen en/of een gebroken rib aan de rechterzijde), heeft bekomen, althans zodanig lichamelijk letsel dat daaruit tijdelijke ziekte en/of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden van deze was ontstaan;
uiterst subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 17 augustus 2020, te Elspeet, gemeente Nunspeet grovelijk, althans aanmerkelijk onvoorzichtig, onachtzaam en/of nalatig met een door hem, verdachte, bestuurde pick-up truck ( [merk] ) gas heeft gegeven, althans is gaan rijden, terwijl [slachtoffer] voor, althans in de nabijheid van, die truck liep, en (vervolgens) tegen de rug, althans het lichaam van die [slachtoffer] is gereden, waardoor die [slachtoffer] voorover kwam te vallen en onder de auto terecht
kwam en/of (vervolgens), zonder te remmen, is doorgereden en/of over de benen en/of het lichaam van die [slachtoffer] is gereden, althans het lichaam van die [slachtoffer] (met een wiel) van zijn auto vooruit heeft geduwd, waardoor het aan zijn schuld te wijten is geweest dat die [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel, te weten een fors weefseldefect rechterknie, althans ernstig knieletsel en/of rugletsel en/of een forse schaafwond laterale zijde linkerbovenbeen en/of een gebroken rib aan de rechterzijde, heeft bekomen, althans zodanig lichamelijk letsel dat daaruit tijdelijke
ziekte en/of verhindering in de uitoefening van de ambts- of beroepsbezigheden van deze was ontstaan.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de primair ten laste gelegde poging doodslag.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft integrale vrijspraak bepleit, aangezien verdachte geen opzet had op het ongeval en ook geen sprake is van schuld in strafrechtelijke zin. De verdediging heeft verder onder meer betoogd dat de verklaring van [slachtoffer] onbetrouwbaar is, omdat deze op onderdelen niet zou worden ondersteund door de camerabeelden. Op die verweren wordt hierna voor zover nodig ingegaan.
Beoordeling door de rechtbank
Inleidende opmerkingen
Niet in geschil is, dat verdachte op de ochtend van 17 augustus 2020 in Elspeet met zijn auto het slachtoffer, [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] ), heeft aangereden en dat [slachtoffer] daardoor letsel heeft opgelopen. De vraag die de rechtbank moet beantwoorden, is of verdachte aldus een strafbaar feit heeft gepleegd en zo ja, om wat voor een strafbaar feit het dan gaat.
Uit het procesdossier blijkt dat verdachte en het slachtoffer, [slachtoffer] zijn verwikkeld in een burenruzie die al enige jaren duurt. Bij de beoordeling van de tenlastelegging heeft de rechtbank met name betekenis toegekend aan met name de in het dossier beschreven camerabeelden en de resultaten van de verkeersongevallenanalyse. De verklaring die [slachtoffer] heeft afgelegd vindt naar het oordeel van de rechtbank op hoofdlijnen steun in de overige bewijsmiddelen. De rechtbank acht de verklaring van [slachtoffer] daarom betrouwbaar en zal deze voor het bewijs gebruiken.
De bewijsmiddelen
Aangever [slachtoffer] heeft verklaard dat hij de bewuste ochtend de afvalcontainer aan de openbare weg zette en terugliep naar zijn woning. De [merk] pick-up van zijn buurman (verdachte) reed naar achteren. Hij liep het voertuig voorbij in de richting van zijn woning en kruiste daarvoor het grindpad. Hij hoorde het voertuig stilstaan en liep er voor langs. Hij liep op ongeveer een meter voor het voertuig en hoorde de motor accelereren. [slachtoffer] probeerde weg te rennen maar voelde dat hij in de rug werd gedrukt. Hij viel en zag dat zijn been onder het rechtervoorwiel van de auto kwam. De auto had moeite om over zijn been te rijden. Hij hoorde dat de motor weer accelereerde en over hem heen reed. [2]
Verdachte heeft verklaard dat hij van huis met zijn auto wegging om boodschappen te doen. Hij reed naar achter, stopte, zette de auto in ‘drive’ en gaf vervolgens gas om in voorwaartse richting weg te rijden. Daarna voelde hij dat hij ergens overheen reed. [3] Verdachte heeft verklaard dat zijn auto een forse auto is met een gewicht van ongeveer 2,5 ton en met een achtcilindermotor met een vermogen van 400 PK. [4] Hij was niet met zijn telefoon of iets anders bezig. Zijn zicht was niet belemmerd. [5]
De aanrijding is op camera vastgelegd. De politie heeft deze beelden uitgekeken en in meerdere processen-verbaal beschreven. Op de beelden is te zien dat de [merk] achteruit rijdt tot aan 08:29:03 uur. Tegelijkertijd loopt [slachtoffer] in beeld. De [merk] verdwijnt even uit beeld. [slachtoffer] loopt ongeveer vier meter links voor de [merk] en loopt langzaam naar rechts. [6] Vervolgens meerdert de auto fors snelheid, en maakt [slachtoffer] een grotere stap naar rechts. Hij wordt om 8:29:03 uur middenvoor geraakt door de auto. [slachtoffer] slaakt harde kreten. Door de klap schiet hij naar voren, voor de bumper uit. [7] Hij valt naar voren en komt onder de auto terecht. [slachtoffer] wordt meegesleept door de auto, die vervolgens over hem heen rijdt. Het raam aan de bestuurderszijde is geopend. [8] Om 8:29:12 uur komt het voertuig tot stilstand. [9]
Uit de verkeersongevalsanalyse blijkt dat het ten tijde van het ongeval droog en helder weer was. [10] Het uitzicht door de voorruit van de auto werd niet belemmerd. De voorzijde van de motorkap van de [merk] heeft een hoogte van 1,25 meter. Verbalisanten hebben een foto gemaakt, met daarop het uitzicht vanaf de bestuurdersplaats van de auto op een persoon van 1,82 meter, die op een afstand van vier meter midden voor de auto staat en waarbij het gehele bovenlichaam en een deel van de bovenbenen te zien is. [11] Door de politie is aan de hand van stills van de camerabeelden beschreven dat bij impact het hoofd, de schouders en een deel van de bovenrug van het slachtoffer boven de motorkap uitkomen. [12]
Uit de letselrapportage blijkt dat [slachtoffer] door het ongeval een fors weefseldefect aan zijn rechterknie, een forse schaafwond aan zijn linkerbovenbeen en een ribfractuur heeft opgelopen. De verwachting is dat de rechterknie blijvend beschadigd is. [13] [slachtoffer] is inmiddels meermalen aan zijn rechterknie geopereerd. [14]
Nadere bewijsoverwegingen
De rechtbank stelt op basis van voornoemde bewijsmiddelen vast dat verdachte de [merk] pick-up truck heeft bestuurd, daarmee achteruit van zijn erf is af gereden, kort heeft stil gestaan terwijl het slachtoffer voor de auto langs is gelopen in de richting van zijn woning en (steeds verder) van de auto af. Het slachtoffer moet daarbij zichtbaar zijn geweest voor verdachte, in elk geval gedurende de tijd dat het slachtoffer zich vóór de auto bevond. Verdachte heeft verklaard dat zijn zicht niet was belemmerd en dat hij niet met andere dingen bezig was. Naar het oordeel van de rechtbank, moet verdachte het slachtoffer dan ook gezien hebben. Verdachte heeft desondanks gas gegeven en het slachtoffer geraakt. Het slachtoffer is onder de auto beland. Het duurde na de eerste impact vervolgens nog acht seconden voor hij tot stilstand kwam. Verdachte heeft dus noch toen hij [slachtoffer] voor het eerst raakte, noch toen hij over hem heen reed, op de rem getrapt; hij is blijven doorrijden ook al schreeuwde [slachtoffer] vanaf de eerste impact en had verdachte zijn raam open.
De rechtbank is van oordeel dat de gedragingen van verdachte naar hun uiterlijke verschijningsvorm moeten worden aangemerkt als zozeer gericht op het aanrijden van [slachtoffer] dat het, behoudens aanwijzingen voor het tegendeel, niet anders kan zijn geweest dan dat verdachtes opzet hierop was gericht. Van dergelijke aanwijzingen voor het tegendeel is de rechtbank niet gebleken. Hoewel verdachte ter terechtzitting volhardend was in zijn verklaring dat hij [slachtoffer] niet met opzet heeft geraakt, heeft hij wisselend verklaard over wat hij voor het moment van impact wel of niet heeft gezien. Zo heeft hij tijdens zijn politieverhoor verklaard dat hij de buurman een rare beweging zag maken en opeens iets onder de auto voelde, terwijl hij ook verklaard heeft alleen een hand te hebben gezien en dat de auto toen over iets heen reed. Anderzijds heeft hij verklaard de buurman niet te hebben gezien. Verdachte heeft voor deze verschillen geen aannemelijke verklaring kunnen geven.
Dan volgt de vraag of verdachtes opzet gericht was op het doden van [slachtoffer] . De rechtbank is van oordeel dat sprake is van voorwaardelijk opzet daarop.
Het is een feit van algemene bekendheid dat het met een auto aanrijden tegen en vervolgens overrijden van een voetganger, een kwetsbare verkeersdeelnemer, een aanmerkelijke kans oplevert dat die voetganger zwaar lichamelijk letsel oploopt of zelfs komt te overlijden. In dit geval is echter geen sprake van een gewoon motorvoertuig maar van een bovengemiddeld zwaar en krachtig voertuig. Daarmee iemand aanrijden en overrijden, brengt naar het oordeel van de rechtbank een aanmerkelijke kans op de dood mee wanneer daarmee het hoofd of andere vitale lichaamsdelen worden geraakt. Verdachte had daarnaast ook kennis van de technische specificaties van zijn auto, want hij heeft daarover bij de politie en op de terechtzitting verklaard. De rechtbank gaat er dan ook vanuit dat verdachte wist dat een voetganger door een aanrijding met zijn auto zou kunnen komen te overlijden. Verdachte moet zich dus van dat risico bewust zijn geweest. Door opzettelijk tegen het slachtoffer aan te rijden, en daarna over hem heen door te rijden, heeft verdachte die kans bewust aanvaard.
Wellicht ten overvloede merkt de rechtbank op dat de vraag of verdachte veel gas heeft gegeven of juist weinig – zoals betoogd door de verdediging – onder de gegeven omstandigheden naar het oordeel van de rechtbank geen verschil maakt voor het aannemen van opzet bij verdachte.
De rechtbank acht de primair ten laste gelegde poging doodslag dan ook wettig en overtuigend bewezen.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op
of omstreeks17 augustus 2020, te Elspeet, gemeente Nunspeet, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer] opzettelijk van het leven te beroven, met een door hem, verdachte, bestuurde pick-up truck ( [merk] ) gas heeft gegeven, terwijl die [slachtoffer] voor,
althans in de nabijheid van, die truck liep, en (vervolgens) tegen
de rug, althanshet lichaam van die [slachtoffer] is gereden, waardoor die [slachtoffer] voorover kwam te vallen en onder de auto terecht kwam en
/of(vervolgens), zonder te remmen, is doorgereden en
/ofover
de benen en/ofhet lichaam van die [slachtoffer] is gereden,
althans het lichaam van die [slachtoffer] (met een wiel van) zijn auto vooruit heeft geduwd,terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het primair bewezenverklaarde levert op:
poging tot doodslag

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren, met aftrek van voorarrest, waarvan één jaar voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren en daarnaast een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van vijf jaren.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht verdachte vrij te spreken. Mocht de rechtbank toch tot een bewezenverklaring komen, dan is de verdediging van mening dat verdachte geen langdurige gevangenisstraf of ontzegging van de rijbevoegdheid verdient.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Ernst van het feit
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan poging tot doodslag door met zijn auto [slachtoffer] opzettelijk aan te rijden en over hem heen te rijden. Dit is een zeer ernstig strafbaar feit. Verdachte heeft zijn auto, een grote, zware pick-up truck met veel vermogen, als wapen gebruikt. Dit neemt de rechtbank hem erg kwalijk. Dat [slachtoffer] dit kan navertellen, is aan het toeval te danken.
Door de proceshouding van verdachte kon geen inzicht in zijn motieven worden verkregen. Het is waarschijnlijk dat die liggen in het al jaren durende conflict tussen deze buren.
[slachtoffer] heeft door het handelen van verdachte zeer ernstig lichamelijk letsel opgelopen. Hoewel hij inmiddels meerdere operaties achter de rug heeft, is er nog geen medische eindsituatie in zicht. De verwachting is dat hij aan de aanrijding blijvende beperkingen zal overhouden. Uit de schriftelijke slachtofferverklaring van de vrouw van [slachtoffer] blijkt dat hij nog vrijwel dagelijks wordt geconfronteerd met de gevolgen van het ongeval, zowel lichamelijk als psychisch. Zo voelen [slachtoffer] en zijn vrouw zich niet meer veilig in hun woonomgeving. Ook dit rekent de rechtbank verdachte aan.
De persoonlijke omstandigheden van verdachte
Verdachte was 69 jaar oud ten tijde van het feit. Hij heeft een blanco strafblad. Verdachte heeft verklaard dat hij met zijn vrouw in een koopwoning woont en met pensioen is.
Uit het reclasseringsadvies dat Reclassering Nederland op 19 augustus 2020 in het kader van de voorgeleiding heeft opgemaakt, worden geen signalen opgevangen dat er sprake zou zijn van instabiliteit in zijn leven.
Conclusie
De rechtbank heeft bij de bepaling van de strafmodaliteit en strafmaat aansluiting gezocht bij hetgeen in vergelijkbare gevallen pleegt te worden opgelegd.
Ondanks het blanco strafblad en de leeftijd van verdachte is de rechtbank van oordeel dat in deze zaak alleen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur op zijn plaats is, gelet op de ernst van het feit, het gebruik van een auto als wapen en de omvang van het letsel van [slachtoffer] . Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat een voorwaardelijk strafdeel in dit geval geen afzonderlijk doel dient.
Daarnaast zal de rechtbank een ontzegging van de rijbevoegdheid opleggen, nu verdachte het feit heeft gepleegd met een motorrijtuig dat hij ten tijde van het feit bestuurde. De rechtbank kiest voor een kortere duur van de rijontzegging dan gevorderd vanwege de duur van de op te leggen vrijheidsstraf.
De rechtbank zal verdachte een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie jaar, met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht, en een ontzegging van de rijbevoegdheid van drie jaar opleggen.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straffen is gegrond op de artikelen:
- 45 en 287 van het Wetboek van Strafrecht;
- 179 a van de Wegenverkeerswet 1994.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
drie (3) jaren;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;

ontzegtverdachte ten aanzien van het primair bewezen verklaarde de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van
drie (3) jaren.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.N. Ritzer (voorzitter), mr. M.C. van der Mei en mr. G.L.C. van den Bosch, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.M. Aalbers, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 29 oktober 2021.
Mr. M.C. van der Mei, mr. G.L.C. van den Bosch en mr. M.M. Aalbers zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant] van de politie Oost-Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2020388451-1, gesloten op 25 november 2020 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal verhoor aangever, p. 69-70.
3.Verklaring van de verdachte op de terechtzitting van 15 oktober 2021.
4.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 41 en verklaring van de verdachte op de terechtzitting van 15 oktober 2021.
5.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 42 en p. 97.
6.Proces-verbaal van bevindingen, p. 53; proces-verbaal fotoblad foto 3, p. 56 over “maximale afstand”.
7.Proces-verbaal van bevindingen, p. 54.
8.Proces-verbaal fotoblad, p. 58.
9.Proces-verbaal van bevindingen, p. 102.
10.Proces-verbaal verkeersongevalsanalyse, p. 109.
11.Proces-verbaal verkeersongevalsanalyse, p. 114.
12.Proces-verbaal fotoblad, p. 60.
13.Schriftelijk stuk, te weten een letselrapportage, opgemaakt door forensisch arts [naam] op 28 augustus 2020, p. 136-137.
14.Aanvullend proces-verbaal, p. 1-2.