Op 2 februari 2021 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, het wrakingsverzoek van verzoeker afgewezen. Verzoeker had de rechter, mr. M.S.T. Belt, gewraakt op basis van vermeende vooringenomenheid tijdens de behandeling van een bodemzaak. Verzoeker stelde dat hij niet voldoende gelegenheid had gekregen om te reageren op de stellingen van de gedaagden, omdat de rechter geen repliek had toegestaan en meer spreektijd aan de gedaagden had gegeven. Hij voerde aan dat de rechter onvoldoende kritische vragen had gesteld, wat volgens hem leidde tot een schending van het recht op hoor en wederhoor.
De wrakingskamer oordeelde dat een rechter alleen gewraakt kan worden als er concrete omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel trekken. De wrakingskamer stelde vast dat de gronden die verzoeker aanvoerde, betrekking hadden op de inhoudelijke behandeling van de zaak en dat het aan de rechter is om de regie over de zitting te voeren. Het niet stellen van bepaalde vragen door de rechter kan niet automatisch worden geïnterpreteerd als vooringenomenheid. Bovendien werd opgemerkt dat de beslissing om geen repliek toe te staan een processuele beslissing is, die op zichzelf niet kan leiden tot de conclusie dat de rechter vooringenomen was.
De wrakingskamer concludeerde dat verzoeker niet had aangetoond dat er sprake was van vooringenomenheid of dat de vrees daarvoor objectief gerechtvaardigd was. Het verzoek tot wraking werd dan ook afgewezen, en tegen deze beslissing stond geen rechtsmiddel open. De beslissing werd openbaar uitgesproken door de voorzitter en de andere rechters in aanwezigheid van de griffier.