ECLI:NL:RBGEL:2021:5672

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
18 oktober 2021
Publicatiedatum
22 oktober 2021
Zaaknummer
C/05/394434 / KG RK 21-768
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wraking van rechter in civiele procedure niet-ontvankelijk verklaard

Op 18 oktober 2021 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland een verzoek tot wraking van rechter M.J.H. Schuurman behandeld. Het verzoeker, wonende te [woonplaats], had op 5 oktober 2021 een schriftelijk wrakingsverzoek ingediend. Het verzoek was gebaseerd op de stelling dat de rechter de beginselen van een behoorlijke procesorde zou schenden. De wrakingskamer heeft echter geoordeeld dat het verzoek niet-ontvankelijk is, omdat er nog geen zitting heeft plaatsgevonden in de hoofdzaak, en er geen proceshandelingen of mededelingen van de rechtbank zijn geweest die aanleiding geven tot de vrees voor partijdigheid van de rechter.

De wrakingskamer benadrukte dat een rechter alleen gewraakt kan worden als er concrete omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. In dit geval was er geen sprake van dergelijke omstandigheden, aangezien het wrakingsverzoek niet gericht was tegen een beslissing of mededeling van de rechter in een lopende procedure. De verzoeker had wel een opheffingsverzoek ingediend voor het lopende bewind, maar er had nog geen recente zitting plaatsgevonden.

De wrakingskamer heeft daarom besloten dat er geen reden is voor een mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek, en verklaarde verzoeker (kennelijk) niet-ontvankelijk in het verzoek tot wraking. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open. De beslissing is openbaar uitgesproken door de voorzitter mr. J.R. Veerman, samen met de rechters mr. P.J.C. Cremers en mr. J.M. Graat, in tegenwoordigheid van de griffier op 18 oktober 2021.

Uitspraak

beslissing
RECHTBANK GELDERLAND
Wrakingskamer
zaaknummer: C/05/394434 / KG RK 21-768
Beslissing van 18 oktober 2021
van de meervoudige wrakingskamer van de rechtbank op het verzoek van
[verzoeker],
wonende te [woonplaats]
hierna te noemen: verzoeker,
strekkende tot de wraking van
mr. M.J.H. Schuurman,
rechter in deze rechtbank
hierna te noemen: de rechter(s).

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het schriftelijke wrakingsverzoek van 5 oktober 2021

2.Het wrakingsverzoek

2.1
Het verzoek strekt tot wraking van de rechter in de zaak met K/5001/9443009 tussen verzoeker en [belanghebbende] .
2.2
Verzoeker heeft blijkens het schriftelijke verzoek aan zijn verzoek ten grondslag gelegd dat de rechter de beginselen van een behoorlijke procesorde schendt.

3.De beoordeling

3.1.
Een rechter kan alleen gewraakt worden als zich omstandigheden voordoen waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Daarvan is sprake als de rechter jegens een procesdeelnemer vooringenomen is of als de vrees daarvoor objectief gerechtvaardigd is. Daarbij is het uitgangspunt dat een rechter wordt vermoed onpartijdig te zijn omdat hij als rechter is aangesteld. Voor het oordeel dat de rechterlijke onpartijdigheid toch schade lijdt, bestaat alleen grond in geval van bijzondere omstandigheden die een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor het aannemen van (de objectief gerechtvaardigde schijn van) partijdigheid. Uit de wet volgt dat de verzoeker die concrete omstandigheden moet aanvoeren en wel zodra deze aan hem bekend zijn geworden.
3.2
Uit het wrakingsverzoek blijkt niet dat de gronden zich richten tegen een beslissing, mededeling of vraag van de rechter aan verzoeker in een lopende procedure. Verzoeker heeft een opheffingsverzoek ingediend voor het lopende bewind (de hoofdzaak), maar er heeft in dat kader (nog) niet (recent) een zitting plaatsgevonden. Ook is niet gebleken van proceshandelingen of mededelingen vanuit de rechtbank dienaangaande. Om die reden kan verzoeker niet in het wrakingsverzoek worden ontvangen. Voor een behandeling van het wrakingsverzoek ter terechtzitting bestaat geen reden. Het in de wet opgenomen recht op een mondelinge behandeling is door de wetgever bedoeld voor het debat over de gegrondheid van het verzoek, maar aan dat debat wordt gezien het vorenstaande niet toegekomen.

4.De beslissing

De wrakingskamer van de rechtbank:
- verklaart verzoeker (kennelijk) niet-ontvankelijk in het verzoek tot wraking.
Deze beslissing is gegeven door mr. J.R. Veerman, voorzitter, mr. P.J.C. Cremers en mr. J.M. Graat, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier [griffier] en in het openbaar uitgesproken op 18 oktober 2021.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.