ECLI:NL:RBGEL:2021:5656

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
12 oktober 2021
Publicatiedatum
22 oktober 2021
Zaaknummer
C/05/394353
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een verschoningsverzoek in een bestuursrechtelijke procedure

Op 12 oktober 2021 heeft de meervoudige verschoningskamer van de Rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, een beslissing genomen op een verschoningsverzoek dat was ingediend door een rechter in de zaak tussen Clear Polymers B.V. en B&W Overbetuwe. De rechter had op 11 oktober 2021 een verzoek tot verschoning ingediend, omdat een vriend van hem betrokken was bij de zaak. Deze vriend verhuurt het pand waarin Clear Polymers volgens B&W Overbetuwe in strijd met het bestemmingsplan goederen opslaat. De verschoningskamer heeft de procedure gestart om te beoordelen of de rechter onpartijdig kon blijven in deze zaak.

Bij de beoordeling van het verschoningsverzoek is gekeken naar de subjectieve en objectieve toets van onpartijdigheid. De verschoningskamer benadrukte dat rechters uit hoofde van hun aanstelling vermoed worden onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit vermoeden ondermijnen. In dit geval werd de betrokkenheid van de vriend van de rechter als verhuurder als een mogelijke schending van de schijn van onpartijdigheid gezien. De verschoningskamer concludeerde dat, hoewel de rechter zelf geen twijfels had geuit over zijn onpartijdigheid, de uiterlijke schijn van partijdigheid wel degelijk aanwezig was.

Daarom heeft de verschoningskamer het verzoek tot verschoning toegewezen en besloten dat er een andere rechter zal worden aangewezen voor de verdere behandeling van de zaak. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open. De beslissing is openbaar uitgesproken en ondertekend door de leden van de verschoningskamer, met inachtneming van de afwezigheid van de voorzitter.

Uitspraak

beslissing
RECHTBANK GELDERLAND, locatie Arnhem
Verschoningskamer
zaaknummer: C/05/394353 / KG RK 21-765
Beslissing van 12 oktober 2021
van de meervoudige verschoningskamer van de rechtbank op het verzoek van
[verzoeker]
rechter in deze rechtbank
hierna te noemen: de rechter.
in zijn hoedanigheid van rechter in de zaak met zaaknummer 21/4377 tussen Clear Polymers B.V. en B&W Overbetuwe.

1.De procedure

De rechter heeft op 11 oktober 2021 een verschoningsverzoek ingediend. Een afschrift van het verzoek zal tegelijk met het afschrift van deze beslissing aan de partijen worden verzonden.

2.Het verschoningsverzoek

De rechter heeft aan zijn verschoningsverzoek ten grondslag gelegd dat een vriend van hem betrokken is bij deze zaak, omdat hij het pand verhuurt waarin Clear Polymers volgens B&W Overbetuwe in strijd met het bestemmingsplan goederen opslaat. Van deze vriend is ook een verklaring in het dossier opgenomen, aldus de rechter.

3.De beoordeling

3.1.
Op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden, kan elk van de rechters die een zaak behandelen verzoeken zich te mogen verschonen.
3.2.
Bij de beoordeling van een verschoningsverzoek dient uitgangspunt te zijn dat de rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich een uitzonderlijke omstandigheid voordoet, die een zwaarwegende aanwijzing oplevert voor het oordeel dat een rechter jegens een partij bij een geding een vooringenomenheid koestert (de subjectieve toets). Daarnaast kan er onder omstandigheden reden zijn voor verschoning, als geheel afgezien van de persoonlijke opstelling van de rechter in de zaak de bij een partij bestaande vrees voor onpartijdigheid van die rechter objectief gerechtvaardigd is, waarbij rekening moet worden gehouden met uiterlijke schijn (de objectieve toets). Het subjectieve oordeel van een partij is niet doorslaggevend.
3.3.
De verschoningskamer stelt voorop dat de rechter niet heeft aangevoerd dat hij van oordeel is dat hij door de voor verschoning aangevoerde grond de zaak niet meer onpartijdig zou kunnen behandelen. De verschoningskamer ziet daar ook geen aanwijzingen voor.
3.4.
Het door de rechter aangevoerde feit dat een vriend van hem als verhuurder betrokken is bij één van de partijen, kan in deze zaak de schijn van partijdigheid van de rechter in het leven roepen. De verschoningskamer ziet hierin, rekening houdend met de eerder genoemde uiterlijke schijn, een grond voor verschoning. Het verschoningsverzoek zal daarom worden toegewezen.

4.De beslissing

De verschoningskamer van de rechtbank wijst het verzoek tot verschoning van [verzoeker] toe, en verstaat dat in de zaak een andere rechter zal worden aangewezen.
Deze beslissing is gegeven door mr. P.J.C. Cremers, voorzitter, mr. J.R. Veerman en mr. J.M. Graat, leden, en bij afwezigheid van de voorzitter ondertekend door mr. J.R. Veerman, in tegenwoordigheid van de griffier [griffier] en in openbaar uitgesproken op 12 oktober 2021.
de griffier de voorzitter
is buiten staat mede te ondertekenen
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.