ECLI:NL:RBGEL:2021:5656
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een verschoningsverzoek in een bestuursrechtelijke procedure
Op 12 oktober 2021 heeft de meervoudige verschoningskamer van de Rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, een beslissing genomen op een verschoningsverzoek dat was ingediend door een rechter in de zaak tussen Clear Polymers B.V. en B&W Overbetuwe. De rechter had op 11 oktober 2021 een verzoek tot verschoning ingediend, omdat een vriend van hem betrokken was bij de zaak. Deze vriend verhuurt het pand waarin Clear Polymers volgens B&W Overbetuwe in strijd met het bestemmingsplan goederen opslaat. De verschoningskamer heeft de procedure gestart om te beoordelen of de rechter onpartijdig kon blijven in deze zaak.
Bij de beoordeling van het verschoningsverzoek is gekeken naar de subjectieve en objectieve toets van onpartijdigheid. De verschoningskamer benadrukte dat rechters uit hoofde van hun aanstelling vermoed worden onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit vermoeden ondermijnen. In dit geval werd de betrokkenheid van de vriend van de rechter als verhuurder als een mogelijke schending van de schijn van onpartijdigheid gezien. De verschoningskamer concludeerde dat, hoewel de rechter zelf geen twijfels had geuit over zijn onpartijdigheid, de uiterlijke schijn van partijdigheid wel degelijk aanwezig was.
Daarom heeft de verschoningskamer het verzoek tot verschoning toegewezen en besloten dat er een andere rechter zal worden aangewezen voor de verdere behandeling van de zaak. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open. De beslissing is openbaar uitgesproken en ondertekend door de leden van de verschoningskamer, met inachtneming van de afwezigheid van de voorzitter.