Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
3.De bewezenverklaring
of omstreeks19 maart 2019 te Nijbroek, gemeente Voorst, opzettelijk
al dan niet in de uitoefening van een beroep of bedrijf, (telkens) opzettelijkheeft geteeld
en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan [adres] ) een hoeveelheid van
(in totaal
) ongeveer218 hennepplanten en
/of (in totaal
) ongeveer4280 gram henneptoppen/hennepgruis,
althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep,zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II,
dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, zulks terwijl verdachte van het plegen van dit misdrijf als zijn beroep of als een bedrijf heeft uitgeoefend,
(mede)betrekking heeft op een grote hoeveelheid van een middel
dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet,welke hoeveelheid meer bedraagt dan de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde hoeveelheid van een middel (te weten 218 hennepplanten en
/of4280 gram
, althans meer dan 200 hennepplanten en/of delen daarvan);
of omstreeks19 maart 2019 te Nijbroek, gemeente Voorst
een of meerderewapens van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten
(een)vuurwapen
(s
)in de vorm van een geweer
, revolver en/of pistoolvoorhanden heeft gehad en
/ofmunitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten
een of meertijdstippen in
of omstreeksde periode van 30 november 2017 tot en met 19 maart 2019 te Nijbroek, gemeente Voorst,
althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal een of meer goederen, te weten een of meerderewapens (Anschütz en
/ofBeretta)
en/of munitieheeft verworven en voorhanden gehad
en/of overgedragen, terwijl hij
(telkens)ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van deze goederen
wist, althansredelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) maanden;
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van twee jaar schuldig heeft maakt aan een strafbaar feit;
taakstrafvan
200 (tweehonderd) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
100 (honderd) dagen.