Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
3.De bewezenverklaring
of omstreeks12 oktober 2020 te Schijndel, gemeente Meierijstad, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen die [slachtoffer]
een ofmeerdere keren op/tegen het hoofd en
/ofhet lichaam heeft geslagen/gestompt, en
/of
een ofmeerdere keren op/tegen het hoofd en
/ofhet lichaam heeft geschopt/getrapt,
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.Beslag
9.De vordering van de benadeelde partij
10.De toegepaste wettelijke bepalingen
11.De beslissing
- stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat:
- veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer] van € 1.500,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 oktober 2020 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer] , een bedrag te betalen van € 1.500,- aan immateriële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 oktober 2020 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 25 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;