ECLI:NL:RBGEL:2021:555
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van bezorger in verkrachtingszaak na inconsistenties in verklaringen van het slachtoffer
Op 29 januari 2021 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 30-jarige man, die werd beschuldigd van verkrachting. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 2 jaar geëist, maar de rechtbank sprak de verdachte vrij. De zaak begon op 9 augustus 2019, toen een vrouw aangifte deed van verkrachting na een ontmoeting met de verdachte, die haar een bestelling had bezorgd. De vrouw verklaarde dat de verdachte haar had gedwongen tot seksuele handelingen, terwijl de verdachte ontkende dat er sprake was van dwang en stelde dat het initiatief van de vrouw kwam.
De rechtbank constateerde dat de verklaringen van de vrouw op belangrijke onderdelen inconsistent waren. Ze had na het voorval meerdere keren contact opgenomen met de familie van de verdachte en had zelfs een groot geldbedrag van hen aangenomen in ruil voor het bijstellen van haar verklaring. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om de aangifte te ondersteunen, vooral omdat er geen directe getuigen waren en de verklaringen van de vrouw niet consistent waren. De rechtbank benadrukte dat de aanwezigheid van sperma van de verdachte op de buik van de vrouw niet automatisch betekende dat er sprake was van gedwongen seks.
Uiteindelijk kwam de rechtbank tot de conclusie dat de aangifte onvoldoende werd ondersteund door andere bewijsmiddelen, waardoor de verdachte niet schuldig kon worden bevonden. De benadeelde partij, de vrouw, werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding, omdat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kwam. De rechtbank hefte ook het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op.