Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 16 juni 2021,
- de door [eiseres] overgelegde producties 15 en 16, ingekomen op 30 juli 2021,
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 10 augustus 2021.
2.De feiten
[ [vriendin] , toevoeging rechtbank]liep voor me en stapte erop. Zij droeg lage schoenen en voelde wel de rand, maar er gebeurde niets. Ik liep schuin achter haar en voor ze me kon waarschuwen stapte ik op de rand. Ik had laarzen aan met 5 cm hakken. Ik zwikte gelijk door mijn enkel en belande op mijn knieën. We hebben de voorstelling uitgezeten (met mijn voet omhoog op een lege stoel) en zijn na de voorstelling naar de foyer gegaan.
e-mailbericht van 18 juli 2018 aansprakelijkheid afgewezen. Daarin is voor zover van belang namens de Schouwburg vermeld:
1 oktober 2018 luidt, voor zover relevant, als volgt:
Observaties van de expert
3.Het geschil
4.De beoordeling
5.De beslissing
3 november 2021voor het opgeven door [eiseres] van de getuigen en van hun respectieve verhinderdagen, alsmede de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten op de dinsdagen in de maanden december 2021 tot en met april 2022, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
maar alleen indien [eiseres] daarom op de onder 5.3 bedoelde roldatum heeft verzocht,naar de zesde rolzitting na de dag waarop dit vonnis is uitgesproken voor het nemen van een conclusie na niet gehouden getuigenverhoor aan de zijde van [eiseres] , waarbij deze desgewenst ook het bewijs schriftelijk kan leveren,