Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
- een mobiele telefoon en/of
- een geldbedrag van ongeveer 150 euro,
- die [slachtoffer] met kracht vast te pakken en/of
- bij die [slachtoffer] een arm om zijn nek te leggen en/of
- dreigend aan die [slachtoffer] te vragen waar het geld is, althans woorden van soortgelijke aard en/of strekking en/of
- de kleding van die [slachtoffer] te doorzoeken en/of die [slachtoffer] te fouilleren;
- die [slachtoffer] met kracht vast te pakken en/of
- bij die [slachtoffer] een arm om zijn nek te leggen en/of
- dreigend aan die [slachtoffer] te vragen waar het geld is, althans woorden van soortgelijke aard en/of strekking en/of
- de kleding van die [slachtoffer] te doorzoeken en/of die [slachtoffer] te fouilleren.
(de rechtbank begrijpt: verdachte)in contact kwam met aangever. Hij vroeg haar contact op te nemen met aangever, omdat aangever zich niet aan een eerdere afspraak met verdachte over oortjes had gehouden. Op 10 mei 2019 werd medeverdachte door verdachte opgehaald om naar Rheden te gaan. Op de heenweg werden nog twee jongens opgehaald. Eenmaal in Rheden stapten de drie jongens uit de auto en ging medeverdachte achter het stuur zitten. [4] Verdachte had om haar telefoon gevraagd, zodat hij onderweg contact kon houden met aangever. Volgens medeverdachte zijn de jongens een paar minuten weggeweest. In de tussentijd voelde medeverdachte zich een beetje gespannen. [5] Zij wist wat de jongens gingen doen. Zij wilden de Airpods of geld afpakken van aangever. Medeverdachte ging mee naar Rheden, omdat het contact met aangever via haar telefoon verliep. [6] Zij wilde ook delen in de winst, ze wist dat de jongens aangever gingen beroven. Dit was één of twee dagen daarvoor besproken. [7] De buit bestond uit een rode iPhone XR en zo’n € 150,-. Het geld werd in de auto onder hen vieren verdeeld. [8] Iedereen kreeg iets van € 30,- en medeverdachte kreeg de telefoon mee. Zij was degene die op de terugweg reed. [9]
de rechtbank begrijpt: medeverdachte), [naam] en nog een jongen naar Rheden is gegaan. Medeverdachte bleef in de auto, terwijl verdachte en de andere twee jongens naar de jongen liepen met wie medeverdachte had afgesproken. Zij zagen dat de jongen wegliep en zij liepen achter hem aan. [naam] pakte de jongen op zo’n manier vast dat hij niet kon weglopen en zei tegen die jongen: “geef de telefoon”. Die jongen gaf toen zijn telefoon. De derde jongen fouilleerde hem. Daarna gingen zij terug naar medeverdachte en bracht zij iedereen naar huis. Later kreeg verdachte € 30,- van [naam] . [10]
3.De bewezenverklaring
of omstreeks10 mei 2019 te Rheden, op de openbare weg
( [adres 2] ), tezamen en in vereniging met een of meer anderen
, althans alleen,
- een mobiele telefoon en/of;
- een geldbedrag van ongeveer 150 euro,
geheel of ten dele aaneen ander dan aan verdachte en/of zijn
/haarmededader
(s
)toebehoorde, te weten aan [slachtoffer] ,
en/of gevolgdvan geweld en
/ofbedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om,
bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzijhet bezit van het gestolene te verzekeren, door:
- die [slachtoffer] met kracht vast te pakken en
- bij die [slachtoffer] een arm om zijn nek te leggen en
- dreigend aan die [slachtoffer] te vragen waar het geld is, althans woorden van soortgelijke aard en/of strekking en
- de kleding van die [slachtoffer] te doorzoeken en/of die [slachtoffer] te fouilleren;
of omstreeks10 mei 2019 te Rheden, op de openbare weg
( [adres 2] )tezamen en in vereniging met een of meer anderen
, althans alleen,
/ofeen ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en
/ofbedreiging met geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van
goed/geldbedrag, dat
geheel of ten deleaan die [slachtoffer] toebehoorde, door:
- die [slachtoffer] met kracht vast te pakken en
- bij die [slachtoffer] een arm om zijn nek te leggen en
- dreigend aan die [slachtoffer] te vragen waar het geld is, althans woorden van soortgelijke aard en/of strekking en
- de kleding van die [slachtoffer] te doorzoeken en
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van de straf
8.De beoordeling van de civiele vordering
- verdachte het oogmerk had het nadeel toe te brengen,
- de benadeelde partij lichamelijk letsel heeft opgelopen,
- de benadeelde partij in zijn eer of goede naam is geschaad, of
- de benadeelde partij op andere wijze in de persoon is aangetast.
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 38 (achtendertig) dagen;
taakstraf van 180 (honderdtachtig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 90 dagen;
- veroordeelt verdachte in verband met de feiten onder nummer 1 en onder 2 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
[slachtoffer]voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering tot materiële schade en smartengeld;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;