ECLI:NL:RBGEL:2021:5459
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Educatieve Maatregel Gedrag en verkeer (EMG) en herhaaldelijk te hard rijden
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 13 oktober 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de directie van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR). De eiser, die in Arnhem woont, had een Educatieve Maatregel Gedrag en verkeer (EMG) opgelegd gekregen vanwege herhaaldelijk te hard rijden tijdens een rit op 13 juni 2020. Het primaire besluit van het CBR, dat op 5 november 2020 werd genomen, werd door de eiser bestreden, maar het bezwaar werd ongegrond verklaard in het bestreden besluit van 27 januari 2021. De rechtbank heeft het beroep op 5 oktober 2021 behandeld, waarbij zowel de eiser als de gemachtigde van het CBR aanwezig waren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de politie op 29 oktober 2020 melding heeft gemaakt van het vermoeden dat de eiser niet meer over de rijvaardigheid beschikt. De rechtbank heeft de gegevens uit het mutatierapport en het proces-verbaal van verhoor van 13 juni 2020 beoordeeld. De rechtbank oordeelde dat de informatie voldoende was om te concluderen dat de eiser herhaaldelijk te hard had gereden, en dat dit in strijd was met de Regeling maatregelen rijvaardigheid en geschiktheid 2011. De rechtbank verwierp het standpunt van de eiser dat het proces-verbaal onvoldoende bewijs bood voor de herhaalde snelheidsovertredingen.
De rechtbank concludeerde dat het beroep ongegrond was, omdat de eiser niet kon aantonen dat de opgelegde maatregel onterecht was. De rechtbank heeft ook het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen, omdat er geen aanleiding was om dit toe te kennen. De uitspraak werd gedaan door rechter D.J. Post, in aanwezigheid van griffier L.G.C. Lelifeld, en werd openbaar uitgesproken.