Uitspraak
[verz./verw.tegenverz.]
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de kantonrechter op 14 oktober 2021 uitspraak gedaan over de ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen een tandartsassistente en haar werkgever, een besloten vennootschap. De verzoekende partij, vertegenwoordigd door mr. G.S. Snippe, heeft de ontbinding van de arbeidsovereenkomst aangevraagd op basis van langdurige arbeidsongeschiktheid en een verstoorde arbeidsverhouding. De verwerende partij, vertegenwoordigd door mr. H.I. van den Heuvel-Boonstra en mr. R. Wetzer, heeft verweer gevoerd en ook een tegenverzoek ingediend. De feiten van de zaak omvatten seksuele intimidatie door een tandarts, een eenzijdige terugplaatsing in een lagere functie en het niet nakomen van re-integratieverplichtingen door de werkgever. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever, wat heeft geleid tot de ontbinding van de arbeidsovereenkomst per 1 februari 2022. Tevens is de werkgever veroordeeld tot het betalen van een transitievergoeding van € 11.963,43 en een billijke vergoeding van € 100.000,00 aan de werknemer. De kantonrechter heeft de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.