ECLI:NL:RBGEL:2021:5383

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
5 oktober 2021
Publicatiedatum
11 oktober 2021
Zaaknummer
05/132603-20
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor ontuchtige handelingen met een minderjarige en vervaardiging van kinderpornografisch materiaal

Op 5 oktober 2021 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 38-jarige man, die werd beschuldigd van ontuchtige handelingen met een minderjarige en het vervaardigen van kinderpornografisch materiaal. De rechtbank heeft de man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar. De feiten vonden plaats op 16 mei 2020 te Putten, waar de verdachte ontuchtige handelingen heeft gepleegd met een meisje van 13 jaar, en daarnaast afbeeldingen heeft vervaardigd van seksuele gedragingen waarbij het slachtoffer betrokken was. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de tenlastegelegde feiten, waarbij de ernst van de daden en de kwetsbaarheid van het slachtoffer zwaar wogen in de strafmaat. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn erkenning van de problematiek en de behandeling die hij heeft ondergaan. De rechtbank legde ook bijzondere voorwaarden op, waaronder een meldplicht bij de reclassering en ambulante behandeling. Daarnaast werd de verdachte veroordeeld tot betaling van € 3.000,- aan immateriële schadevergoeding aan het slachtoffer, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank besloot dat de in beslag genomen computer en telefoon van de verdachte onttrokken aan het verkeer moesten worden, omdat deze zijn gebruikt voor de bewezenverklaarde feiten.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer: 05/132603-20
Datum uitspraak : 5 oktober 2021
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag 1] 1983 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres 1] .
Raadsman: mr. C.A. Boeve, advocaat in Putten.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting
van 21 september 2021.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 16 mei 2020 te Putten, althans in Nederland, met [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2006, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten het brengen van zijn vingers in haar vagina en/of tussen haar schaamlippen, het brengen van een vibrator in haar vagina en/of tussen haar schaamlippen en/of het laten betasten van zijn penis door die [slachtoffer] ;
2.
hij op of omstreeks 16 mei 2020 te Putten, althans in Nederland, een afbeelding van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, namelijk [slachtoffer] (geboren op [geboortedag 2] 2006) heeft vervaardigd, welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit:
het met een voorwerp vaginaal penetreren van het lichaamvan een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, namelijk [slachtoffer] ,
(afbeelding 1 in toonmap, [bestandsnaam 1] );
3.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 7 april 2020 tot en met 16 mei 2020 te Putten en/of Enschede, althans in Nederland, afbeeldingen, te weten foto’s en/of video’s en/of films - en/of een gegevensdragers, bevattende afbeeldingen, te weten een smartphone Samsung S7 en/of een Computer Coolermaster - van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verworven, in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit:
het met de/een penis en/of vinger/hand en/of voorwerp vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(afbeelding 1 in toonmap, [bestandsnaam 2] )
en/of
het met de/een penis en/of vinger/hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(afbeelding 2 in toonmap, [bestandsnaam 3] )
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(afbeelding 3 in toonmap, [bestandsnaam 4]
afbeelding 4 in toonmap, [bestandsnaam 5]
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(afbeelding 5 in toonmap, [bestandsnaam 6] ).
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde feiten.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich ten aanzien van de onder 1,2 en 3 tenlastegelegde feiten gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank, met uitzondering van het onder 3 ten laste gelegde vast te stellen feit dat op de
Coolermastercomputer kinderpornografische foto’s, video’s of films zijn aangetroffen.
Beoordeling door de rechtbank
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen voor feit 1:
- het proces-verbaal van aangifte van [aangever] , p. 33-34;
- het proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer] , p. 37-53;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 21 september 2021.
Bewijsmiddelen voor feit 2:
- het proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer] , p. 37;
- het proces-verbaal van beschrijving kinderpornografisch materiaal, p. 128-129;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 21 september 2021.
Bewijsmiddelen voor feit 3:
- het proces-verbaal van beschrijving kinderpornografisch materiaal, p. 125-130;
- het proces-verbaal van digitale expertise, p. 143-146;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 21 september 2021.
De rechtbank acht op grond van het proces-verbaal van beschrijving kinderpornografisch materiaal wettig en overtuigend bewezen dat op een harde schijf van de
Coolermastercomputer kinderpornografische afbeeldingen zijn aangetroffen, die corresponderen met de in de tenlastelegging genoemde afbeeldingen 2 tot en met 5. De rechtbank verwerpt dan ook het verweer van de raadsman.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op
of omstreeks16 mei 2020 te Putten,
althans in Nederland,met [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2006, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt,
een of meerontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten het brengen van zijn vingers in haar vagina en
/oftussen haar schaamlippen, het brengen van een vibrator in haar vagina en
/oftussen haar schaamlippen en
/ofhet laten betasten van zijn penis door die [slachtoffer] ;
2.
hij op
of omstreeks16 mei 2020 te Putten,
althans in Nederland,een afbeelding van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, namelijk [slachtoffer] (geboren op [geboortedag 2] 2006) heeft vervaardigd, welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit:
het met een voorwerp vaginaal penetreren van het lichaamvan een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, namelijk [slachtoffer] ,
(afbeelding 1 in toonmap, [bestandsnaam 1] );
3.
hij op
een of meertijdstippen in
of omstreeksde periode van 7 april 2020 tot en met 16 mei 2020 te Putten en
/ofEnschede,
althans in Nederland,afbeeldingen, te weten foto’s en
/ofvideo’s en
/offilms - en
/of eengegevensdragers, bevattende afbeeldingen, te weten een smartphone Samsung S7 en
/ofeen Computer Coolermaster - van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verworven, in bezit heeft gehad en
/ofzich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en
/ofmet gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit:
het met
de/een
penis en/of vinger/hand en/ofvoorwerp vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(afbeelding 1 in toonmap, [bestandsnaam 2] )
en
/of
het met
de/een
penis en/ofvinger/hand betasten en
/ofaanraken van het geslachtsdeel van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(afbeelding 2 in toonmap, [bestandsnaam 3] )
en
/of
het
geheel ofgedeeltelijk naakt
(laten)poseren
van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is
en/of opgemaakt isen/of poseert in een omgeving en
/of met een voorwerp en/ofin een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij
zijn/haar leeftijd past
/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoeten/of
(waarna)door
het camerastandpunt en/ofde (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon
en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden,(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(afbeelding 3 in toonmap, [bestandsnaam 4]
afbeelding 4 in toonmap, [bestandsnaam 5]
en
/of
het houden van een (stijve) penis bij
/naasthet
gezicht en/oflichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (waarbij) de afbeelding (aldus)
(telkens)een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(afbeelding 5 in toonmap, [bestandsnaam 6] ).
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1:
met iemand die de leeftijd van twaalf jaar maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam
feit 2:
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, vervaardigen
feit 3:
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven, in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar onder voorwaarden van een meldplicht, ambulante behandeling en een contactverbod met het slachtoffer.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte op grond van het reclasseringsadvies enigszins verminderd toerekeningsvatbaar moet worden geacht. Verder heeft de strafzaak tegen verdachte enorme persoonlijke gevolgen en kost het reclasseringstraject hem ook veel tijd en energie. De raadsman acht een voorwaardelijke gevangenisstraf, conform het advies van de reclassering, passend. Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf is in elk geval niet wenselijk.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen dat verdachte ontucht heeft gepleegd met een 13-jarige meisje en haar ondertussen ook heeft gefilmd. Van algemene bekendheid is dat meisjes van 13 jaar qua seksualiteit nog in ontwikkeling, dus kwetsbaar, zijn. Een jongere tussen de twaalf en zestien jaar moet een ongestoorde seksuele ontwikkeling kunnen doormaken. Door zijn handelwijze heeft de verdachte de lichamelijke en seksuele integriteit van het slachtoffer geschonden. Dit wordt niet anders wanneer de jongere zelf met de handelingen instemt. De wetgever heeft er juist voor gekozen dit soort feiten strafbaar te stellen omdat jeugdigen de impact van hun handelen nog niet kunnen overzien en bovendien vaak minder bestand zijn tegen het overwicht van personen die al ouder zijn. Het was de verdachte die zich dit als volwassene had moeten realiseren en weerstand had moeten bieden aan zijn gevoelens.
Verdachte heeft verder een hoeveelheid kinderpornografisch materiaal in bezit gehad. Met dit handelen wordt de productie van dergelijk materiaal gestimuleerd en in stand gehouden.
Bij de strafmaat weegt de rechtbank mee dat het gaat om in totaal 71 foto’s en één video. Weliswaar is in de tenlastelegging, volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad, slechts een kleine representatieve selectie van het materiaal opgenomen, maar bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de grotere hoeveelheid kinderpornografisch materiaal die bij verdachte is aangetroffen.
Dergelijke feiten rechtvaardigen in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Dit volgt uit de straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd en uit de LOVS oriëntatiepunten, die enkel voor het vervaardigen van kinderporno al uitgaan van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 2 jaar. De ontucht en het in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal is hierbij (nog) niet meegewogen. De rechtbank houdt bij het bepalen van de strafmaat rekening met de omstandigheid dat de verdachte niet eerder voor dergelijke strafbare feiten is veroordeeld en voor een langere periode zal moeten worden behandeld. Daarbij speelt ook een rol dat verdachte volledige verantwoordelijkheid neemt voor zijn daden, zijn problematiek erkent en behandeling accepteert.
Verdachte is sinds zijn late puberteit bewust van het feit dat hij een seksuele voorkeur heeft voor meisjes tussen de 12 en 16 jaar. Vanaf juli 2020 tot en met mei 2021 heeft verdachte een individueel behandeltraject gevolgd bij Transfore. Daar is verdachte onder andere gediagnosticeerd met een andere gespecificeerde seksuele disfunctie, namelijk hebefilie gericht op prepuberale meisjes tussen de 12-16 jaar. De reclassering schrijft in haar rapport dat de recidivekans laag is, omdat verdachte in algemeen opzicht zijn leven op orde lijkt te hebben. Zij heeft overwogen om de rechtbank te adviseren de zaak af te doen zonder oplegging van verdere reclasseringsbemoeienis. Maar gelet op de gestelde diagnostiek en het feit dat verdachte nog niet voldoende in beeld lijkt te hebben dat een relatie met een minderjarige niet gelijkwaardig is, heeft de reclassering besloten om een meldplicht met bijbehorende ambulante behandeling te adviseren. De rechtbank neemt dit advies over. Anders dan de raadsman heeft betoogd, ziet de rechtbank geen aanknopingspunt om de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar te verklaren.
Alles overwegend legt de rechtbank aan verdachte op een gevangenisstraf voor de duur van
24 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren, met als bijzondere voorwaarden: meldplicht bij de reclassering en ambulante behandeling door [naam] te Losser, met aftrek van de tijd in verzekering doorgebracht.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8.De beoordeling van de civiele vordering

Namens de benadeelde partij is in verband met het onder 1 en 2 tenlastegelegde een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 3.000,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering kan worden toegewezen. Verdachte is bereid het volledige bedrag te voldoen.
Overweging van de rechtbank
Uit het onderzoek ter terechtzitting is de rechtbank voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van de onder 1 en 2 bewezenverklaarde feiten rechtstreekse immateriële schade heeft geleden. Op grond van de door de benadeelde partij gestelde omstandigheden en rekening houdend met de vergoedingen die in soortgelijke zaken worden toegekend, zal de rechtbank de vordering ad € 3.000,- toewijzen.
Verdachte is vanaf 16 mei 2020 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.
De rechtbank ziet verder aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen.

9.De beoordeling van het beslag

De officier van justitie heeft gevorderd dat de onder verdachte inbeslaggenomen kleding aan hem kan worden teruggegeven. De onder verdachte inbeslaggenomen computer dient te worden onttrokken aan het verkeer.
De verdediging heeft bepleit de computer, desnoods zonder harde schrijven, aan verdachte terug te geven. Het betreft een zeer kostbare computer, waarmee geen strafbare feiten zijn gepleegd.
De rechtbank is van oordeel dat de in beslag genomen voorwerpen, te weten: een computer van het merk Coolmaster inclusief vier harde schijven en een (Samsung) telefoontoestel zullen worden onttrokken aan het verkeer, omdat met die voorwerpen de onder 2 en 3 bewezenverklaarde feiten zijn begaan en het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang. De harde schijf maakt een onlosmakelijk onderdeel uit van de computer, zodat de rechtbank geen aanleiding ziet om de computer zonder de harde schijf aan verdachte terug te geven.

10.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36b, 36c, 36f, 57, 240b en 245 van het Wetboek van Strafrecht.

11.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een gevangenisstraf voor de duur van 24 (vierentwintig) maanden;
 bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten
12 (twaalf) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van drie jaren niet heeft gehouden aan de volgende voorwaarden:
 stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
 stelt als bijzondere voorwaarden dat:
  • verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
  • verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen;
  • verdachte meldt zich na onherroepelijk worden van het vonnis bij de Reclassering Nederland aan de [adres 2] te Enschede en blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt om het reclasseringstoezicht uit te voeren;
  • verdachte laat zich behandelen door [naam] of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering en de behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt;
 geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van deze bijzondere voorwaarden en tot begeleiding van verdachte ten behoeve daarvan;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 beveelt de onttrekking aan het verkeer van een computer van het merk Coolmaster en een (Samsung) telefoontoestel;
  • veroordeelt verdachte in verband met het feit onder nummer 1 en 2 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer] van € 3.000,- aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 mei 2020 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer] een bedrag te betalen van € 3.000,- aan smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 mei 2020 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kan 40 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.L.F. Prisse, voorzitter, mr. C.J.M. van Apeldoorn en mr. M.R. Backer, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L.G.M. van Ophuizen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 5 oktober 2021.
mrs. Backer en Van Apeldoorn zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de politie Oost-Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2020220193, gesloten op 30 december 2020 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.