Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.[ged.conv./eis.reconv.1] ,
[ged.conv./eis.reconv.2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 14 oktober 2020 en de daarin vermelde stukken
- de conclusie van antwoord in (voorwaardelijke) reconventie met productie 15
- de brief met producties 11 en 12 van [gedn.conv./eis.reconv.]
- het proces-verbaal van descente en van mondelinge behandeling van 2 februari 2021 en de spreekaantekeningen van partijen
- de akte wijziging van eis met productie 16 van [eis.conv./ged.reconv.]
- de antwoordakte van [gedn.conv./eis.reconv.]
2.De feiten
3.De vordering in conventie
4.De vordering in (voorwaardelijke) reconventie
die als perceelsgrens diendeheeft vervangen, volgt dat ook zij destijds ervan uitgingen dat de afrastering op de kadastrale erfgrens stond. De enkele niet nader onderbouwde stelling van [gedn.conv./eis.reconv.] dat zij in 1997 toestemming heeft gegeven aan [betrokkene3] voor het planten van de haag, mits [betrokkene3] deze op voldoende afstand van de afrastering zou plaatsen en hij deze goed zou onderhouden, is in het licht van het voorgaande onvoldoende. Voorts heeft [gedn.conv./eis.reconv.] nog aangevoerd dat [betrokkene3] daarna, rond 1997 en in 2000, in de buurt van de afrastering op de grond van [gedn.conv./eis.reconv.] zonder haar toestemming enkele struiken en bomen heeft geplant, maar dat dit voor haar geen probleem was, omdat [betrokkene3] de rond 1997 gemaakte afspraken nakwam door telkens tijdig onderhoud te verrichten. Ook hieruit volgt dat [betrokkene3] zonder toestemming van [gedn.conv./eis.reconv.] de beplanting aanbracht. De rechtbank gaat daarom aan de stellingen van [gedn.conv./eis.reconv.] als onvoldoende onderbouwd voorbij. Nu niet is komen vast te staan dat [betrokkene3] toestemming heeft gevraagd of gekregen van [gedn.conv./eis.reconv.] voor het aanbrengen van de beplanting ter afscheiding van zijn perceel en het onderhoud daarvan, moet het ervoor worden gehouden dat hij dat zonder toestemming van [gedn.conv./eis.reconv.] heeft gedaan. Daarmee was voor [gedn.conv./eis.reconv.] duidelijk, althans had het haar duidelijk moeten zijn, dat [betrokkene3] de strook grond waarop hij de beplanting heeft aangebracht in bezit nam, met de pretentie daarvan eigenaar te zijn. Naar het oordeel van de rechtbank heeft [betrokkene3] dan ook met het aanbrengen van de haag en de groenwallen rondom het perceel P [nummer] en het onderhouden daarvan, de strook grond in zoverre in bezit genomen.
6.De beslissing
8 september 2021voor het nemen van een akte door beide partijen over hetgeen is vermeld onder 5.17.,