ECLI:NL:RBGEL:2021:5316

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
6 oktober 2021
Publicatiedatum
6 oktober 2021
Zaaknummer
C/05/378297 / HA ZA 20-600
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzekeringsrechtelijke geschil over opzettelijke misleiding bij schademelding van diefstal

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 6 oktober 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een verzekerde en de verzekeraar, Interpolis, over een schadeclaim naar aanleiding van de diefstal van een reiskoffer. De verzekerde, aangeduid als [eis.conv./ged.reconv.2], had een kortlopende reisverzekering afgesloten en deed op 24 augustus 2019 een melding van diefstal van een koffer op het vliegveld van Antalya. Interpolis heeft de claim afgewezen op basis van opzettelijke misleiding bij de schademelding. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzekerde in het verleden meerdere claims heeft ingediend voor dezelfde iPad, waarbij steeds dezelfde factuur werd overgelegd. Dit leidde tot twijfels over de oprechtheid van de claims. De rechtbank oordeelde dat de verzekerde opzettelijk heeft geprobeerd Interpolis te misleiden om een hogere schadevergoeding te verkrijgen. Hierdoor is Interpolis bevrijd van haar verplichting tot uitkering. De rechtbank heeft de vorderingen van de verzekerde afgewezen en haar veroordeeld in de proceskosten. In reconventie heeft Interpolis een schadevergoeding van € 6.110,50 gevorderd, welke door de rechtbank is toegewezen, evenals de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/378297 / HA ZA 20-600 / 1335 / 876
Vonnis van 6 oktober 2021
in de zaak van

1.[eis.conv./ged.reconv.1] ,

wonende te [plaats] ,
2.
NABILA [eis.conv./ged.reconv.2],
wonende te [plaats] ,
eisers in conventie,
verweerders in reconventie,
advocaat mr. T.W. Phea te Arnhem,
tegen
de naamloze vennootschap
ACHMEA SCHADEVERZEKERINGEN N.V., h.o.d.n. INTERPOLIS
gevestigd te Apeldoorn,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. R.H.J. Wildenburg te Arnhem.
Partijen zullen hierna [eis.conv./ged.reconv.2] . en Interpolis genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 13 januari 2021
  • de conclusie van antwoord in reconventie tevens akte overlegging productie 25
  • de aanvullende productie 14 van de zijde van Interpolis
  • het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 8 juli 2021.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eis.conv./ged.reconv.2] . heeft bij Interpolis een kortlopende reisverzekering afgesloten voor de periode 2 augustus 2019 tot en met 9 augustus 2018 in verband met een vakantie naar Turkije.
2.2.
Op 24 augustus 2019 heeft [eis.conv./ged.reconv.2] . een melding gedaan betreffende diefstal van een koffer op het vliegveld van Antalya. Interpolis heeft vervolgens CED Nederland B.V. ingeschakeld om de schade in kaart te brengen. CED heeft op 6 september 2019 een huisbezoek afgelegd. In het rapport van expertise van 9 september 2019 heeft CED de schade vastgesteld op € 3.334,00. Deze schade is als volgt opgebouwd:
claim schade
brillen/brillenglazen/contactlenzen € 650,00 450,00
computerapparatuur: iPad en Macbook €1.368,00 1.159,00
foto-/film-/geluids-/videoapparatuur € 150,00 100,00
kleding € 685,00 665,00
telecommunicatiemiddelen: 2 mobiele telefoons van €1.356,00 960,00
man en vrouw
2.3.
Na het bezoek van de schade expert heeft [eis.conv./ged.reconv.2] . op 9 september 2019 Interpolis gebeld om ook de gestolen reiskoffer zelf als aanvullende schade te melden alsmede een handtas van het merk Balenciaga. Ten aanzien van de handtas heeft
[eis.conv./ged.reconv.2] . op 22 november 2019 het volgende aan mevrouw [betrokkene1] van Interpolis bericht:
“(…)
Aanvullende informatie:
- tas is niet meer nodig in deze claim. Deze is terecht, bevond zich in ander bagage. Als u moeite had genomen om contact met mij op te nemen na het verbreken van de verbinding en mijn terugbelverzoek had u dit allang geweten.
(…).”
2.4.
Interpolis heeft onderzoeksbureau I-Tek ingeschakeld. Op 3 december 2019 heeft de heer [betrokkene2] van I-Tek een interview afgelegd met [eis.conv./ged.reconv.2] . [eis.conv./ged.reconv.2] heeft geweigerd het interviewverslag van 7 december 2019 voor akkoord te ondertekenen. In het interviewverslag staat, voor zover hier van belang:
“V: Vraag
C: Confrontatie
A: Antwoord
(…)
V: Welke documenten heeft u in relatie tot het interne onderzoek inmiddels aan Achmea Speciale Zaken (in kopie) overlegd?
A: Naar aanleiding van mijn claim is een expert bij ons langs geweest. Tijdens het bezoek en het gesprek dat ik met deze expert heb gehad, heb ik alle bonnen aan hem laten zien. (…) Ik heb de expert gevraagd of hij kopieën van deze bonnen wilde. De expert wilde c.q. hoefde geen kopieën van de door mij getoonde bonnen. (…)
V: Heeft u met betrekking tot de gestolen spullen, vallend onder de claim van de gestolen kleinere reiskoffer/ trolley, de dato vrijdag 9 augustus 2019, nog (een) claim(s) bij Interpolis/Achmea en/ of (een) andere verzekeraar(s) ingediend en zo ja, was / waren de reden(en) hiervan?
A: Nee. Ik heb in het verleden niet eerder spullen geclaimd die onderdeel uitmaken van de onderhavige claim op mijn doorlopende reisverzekering bij Interpolis/Achmea. Ik heb in het verleden wel bij Centraal Beheer/ Achmea een andere diefstal geclaimd. Onze dochter was toen net een aantal maanden oud. Dit betrof de diefstal van een verzorgingstas. In deze verzorgingstas zat toen ook een iPad. Dit betrof echter niet dezelfde iPad als de iPad die nu op de luchthaven van Antalya is gestolen. Dit heb ik ook al tegen mevrouw [betrokkene1] gezegd. Ik weet dat mevrouw [betrokkene1] op deze iPads vastloopt.
(…)
C: U bent door Achmea Speciale Zaken geconfronteerd met het feit dat de door u geclaimde iPad eerder al door u bij Interpolis/Achmea is geclaimd op een zogenaamde ‘Buiten De Deur (BDD) verzekering’.
V: Wat is uw reactie hierop en welke uitleg c.q. toelichting heeft u aan Achmea Speciale Zaken gegeven?
A: Mevrouw [betrokkene1] heeft mij nooit met een dergelijke claim geconfronteerd. (…)
Ik heb mevrouw [betrokkene1] direct duidelijk proberen te maken, dat de iPad die toen in Den Haag is gestolen niet dezelfde iPad is die op vrijdag 9 augustus 2019 op de luchthaven van Antalya is gestolen. Dit ondanks het feit dat de beide gestolen iPads op dezelfde dag door mij zijn gekocht. De betreffende dag hebben mijn man en ik twee iPads gekocht. Één van deze iPads was voor onze dochter. De andere iPad was voor ons zelf en dus voor binnen ons gezin te gebruiken. Eén van deze iPads hebben we middels pin betaald, terwijl mijn man en ik de andere iPad contant hebben betaald. (…) De expert heeft op 26 augustus 2019 de bon van de contante betaling gezien. (…)
C: Ter onderbouwing van de claim naar aanleiding van de diefstal op vrijdag 9 augustus 2019 van een kleinere reiskoffer/ trolley vanaf de luchthaven Antalya (Turkije) heeft u een aankoopbewijs in relatie tot een contante verkoop overlegd van de Media Markt Rijswijk, de dato 31 maart 2017, met het nummer 40921223, voor wat betreft de aankoop van onder meer één Apple iPad Air met het serienummer SDMPT7X6LHG5G, ten bedrage van
€ 414,76. Ik (rapporteur Vermeer) toon u dit aankoopbewijs.
V: Wat kunt u over deze factuur vertellen (…)”
A: Ik weet niet waar de expert deze bon van de Media Markt Rijswijk vandaan heeft getoverd, omdat hij op 26 augustus 2019 geen bonnen heeft meegenomen en ook geen bonnen heeft gefotografeerd. Dit is de bon die in de andere claim staat. Deze bon is uit het andere dossier gehaald. (…) Nogmaals, deze iPad is de iPad die we contant hebben betaald. Deze iPad had op een gegeven moment schermschade. Ik geloof dat ik deze claim ongeveer één jaar geleden heb ingediend. (…)
Mijn man had namelijk de bon van de pin/chip betaling bij het betreffende emailbericht aan Centraal Beheer/Achmea gevoegd. Door deze fout lijkt het nu of ik twee keer dezelfde bon heb ingediend, terwijl dit niet zo is. We hebben twee verschillende iPads maar mijn man en ik hebben nu twee keer ter onderbouwing van een claim dezelfde bon naar Centraal Beheer/Interpolis/Achmea gestuurd. Ik weet dat elke iPad een verschillend serienummer heeft, maar mijn man heeft toen de verkeerde bon naar Centraal Beheer/Achmea gemaild. We hebben twee identieke bonnen doch de ene bon betreft de contante betaling en de andere bon betreft de pin/chip betaling
(…)
C: Ondanks dat u aangeeft dat er een bon is voor wat betreft de aankoop op 31 maart 2017 van een iPad die contant is betaald en de aankoop op 31 maart 2017 van een identieke iPad die middels pin/chip is betaald, ontbreekt c.q. heeft u tot op heden de bon van de contante betaling op 31 maart 2017 niet aan Interpolis/Achmea overlegd c.q. (in kopie) verstrekt.
V: Wat is hier de reden van omdat dit veel onduidelijkheid weg zou nemen?
We begrijpen nu dat twee keer dezelfde bon van de Media Markt te Rijswijk (…) door ons aan Centraal Beheer/Interpolis/ Achmea is overlegd. Dit ter onderbouwing van de claims voor wat betreft de schermschade en de diefstal op vrijdag 9 augustus 2019 op de luchthaven van Antalya. Dit is door ons echt niet opzettelijk gedaan. (…)
Ik kan inderdaad de contant bon voor wat betreft de aankoop op 31 maart 2017 van één van de iPads niet overleggen omdat ik deze contant bon na het bezoek op 26 augustus 2019 door de expert, net zoals alle andere onderliggende bonnen, heb weggegooid. Ik kan niet met zekerheid zeggen, dat de bon die ik ter onderbouwing van de onderhavige schadeclaim aan de expert heb laten zien de juiste bon is geweest.
(…)
C: U hebt nu drie keer een iPad bij Centraal Beheer/Interpolis/ Achmea geclaimd en drie keer heeft u ter onderbouwing van deze claims de bon van de Media Markt te Rijswijk, de dato 31 maart 2017 met het nummer 40921223 overlegd.
V: Wat is uw reactie op deze vaststelling?
Ik heb gisteren letterlijk tegen mijn man gezegd, dat ik het niet vreemd vind dat mevrouw [betrokkene1] denkt dat wij aan het frauderen zijn. Zoals u weet heb ik bij Interpolis gewerkt. Ik ben er gisteren pas ook achter gekomen dat mijn man de bon van de pin/chip betaling ter onderbouwing van de schermschade aan Centraal Beheer/ Achmea heeft gestuurd. Dit wist ik niet. Er is sprake van een menselijke fout.
(…)
U hoort mijn man bevestigen, dat er twee bonnen zijn geweest. Mijn man zegt dat hij de aankoop van de eerste iPad op 31 maart 2017 bij de Media Markt te Rijswijk met contant geld heeft betaald. (…) De andere bon voor wat betreft de aankoop op 31 maart 2017 bij de Media Markt te Rijswijk van de andere identieke iPad is door ons gepind. Dat weten mijn man en ik zeker. De expert heeft op 26 augustus 2019 de bon van de contante betaling op 31 maart 2017 gezien.
(…)
C: Op maandag 16 september 2019 te 15:34:15 uur is door [betrokkene3] , namens [betrokkene4] , per email aan de schadeafdeling van Centraal Beheer/Achmea overlegd een kassabon van een schoenenzaak De Rode Loper te Den Haag, de dato 23 juni 2019 te 13:44 uur, voor wat betreft de aankoop van een zwarte Balenciaga handtas ten bedrage van € 532,00.
V: Wat is uw reactie hierop omdat dit opnieuw vragen oproep?
A: Het zusje van mijn man heeft een zelfde zwarte Balenciaga handtas. Hoe kan Achmea Speciale Zaken zeggen dat het hier om dezelfde handtas gaat. Achmea Speciale Zaken heeft nooit een bon van mij voor wat betreft deze zwarte Balenciaga handtas gekregen. (…) Ik heb de claim van deze handtas niet ingetrokken vanwege de vragen die Achmea Speciale Zaken mij met betrekking tot deze handtas eerder heeft gesteld. Mijn schoonzusje en ik hebben meer dezelfde spullen. (…)
C: Binnen de databank van Centraal Beheer/ Interpolis/ Achmea wordt gezien, dat er dus op verschillende overeenkomstige artikelen op naam van verschillende familieleden op verschillende polissen worden c.q. zijn geclaimd.?
V: Wat is uw reactie op deze constatering?
A: (…)De door mij in eerste instantie geclaimde zwarte Balenciaga handtas is niet dezelfde zwarte handtas die eerder door mij schoonzusje bij Centraal Beheer/Achmea is geclaimd. Beide zaken staan los van elkaar en de zwarte Balenciaga handtas staat niet meer op de onderhavige claim. (…)
V: Heeft u verder nog iets aan uw verklaring toe te voegen?
(…)
Ik wil duidelijk in de verklaring hebben staan, dat er geen opzet in het spel is geweest. Het is puur een kwestie van een menselijke fout geweest. Er is een foute bon toegestuurd. Er is geen opzet tot fraude in het spel.
Het is juist dat de bon voor wat betreft de contante aankoop van een identieke iPad Air op 31 maart 2017 bij de Media Markt te Rijswijk in het dossier ontbreekt c.q. niet door mij is overlegd.
(…)”.
2.5.
[eis.conv./ged.reconv.2] . heeft op 11 december 2019 Vermeer van I-Tek het volgende, voor zover hier van belang, bericht:
“Met betrekking tot mijn verklaring inzake de Ipad wil ik het e.e.a. wijzigen c.q. aanscherpen.
(…)
Schijnbaar heb ik tijdens de verhuizing de bon van de pinbetaling bewaard en de contante bon weggegooid bij het oude papier. Ik was namelijk in de veronderstelling dat ik de contante bon had overhandigd aan de expert. Echter schijnt nu dat de expert foto’s heeft gemaakt van de aangetoonde aankoopbewijzen (…). Op het moment dat u mij de foto liet zien van het aankoopbewijs van de iPad was ik ten eerste zeer verbaasd, omdat ik er van overtuigd was dat ik de contante bon had laten zien. Hierdoor is heel veel verwarring ontstaan en begrijp ik nu waar het mis is gegaan. (…) De bonnen zijn immers identiek aan elkaar. Ik snap ook niet waarom dit zo lang is verzwegen, als dit eerder naar mij toe gecommuniceerd zou zijn dan had deze zeer pijnlijke situatie zich niet voorgedaan.
Daarnaast constateer ik dat het gesprek wat u met mij hebt gevoerd, woord voor woord op papier is gezet. Bepaalde uitspraken zijn gedaan uit emotie en waren niet zozeer een antwoord op de vragen, maar meer uitingen van emotie en verbazing. Ik was in de veronderstelling dat alleen concrete antwoorden opgenomen zouden worden in het verslag en niet zozeer iedere uitspraak die ook gedaan is om de antwoorden heen. Hierdoor heb ik niet het idee dat de door mij gegeven antwoorden tot zijn recht komen in het verslag.
(…).”
2.6.
In het door [betrokkene2] van I-Tek opgestelde onderzoeksrapport van 7 januari 2020 staat, voor zover hier van belang:
“(…)
3. RESUMÉ
Aan de hand van het hierboven omschreven onderzoek is het navolgende vastgesteld:
 Verzekerde [eis.conv./ged.reconv.2] heeft gedurende de periode 2017 tot en met 2019 drie claims bij Centraal Beheer/ Interpolis/ Achmea ingediend in relatie tot een Apple iPad Air.
 De claims met betrekking tot deze Apple iPads hadden achtereenvolgens betrekking op de diefstal van een verzorgings-/reistas in 2017 (Centraal Beheer), een kapotte Apple iPad in 2018 (Centraal Beheer) en de onderhavige diefstal van een reiskoffer/trolley op vrijdag 9 augustus 2019 op de luchthaven van Antalya in Turkije (Interpolis).
 Ter onderbouwing van deze drie claims overlegde verzekerde [eis.conv./ged.reconv.2] en/of haar echtgenoot drie keer een factuur van Media Markt Rijswijk, de dato 31 maart 2017, voorzien van het nummer 40921223, voor wat betreft de aankoop van onder andere een Apple iPad Air met het serienummer SDMPT7X6LHG5G.
 (…)
 Naar de mening van verzekerde [eis.conv./ged.reconv.2] had zij niet drie keer dezelfde Apple iPad Air bij Centraal Beheer/ Interpolis/ Achmea geclaimd.
 Op 31 maart 2017 zouden verzekerde [eis.conv./ged.reconv.2] en haar echtgenoot bij Media Markt Rijswijk twee identieke Apple iPads Air hebben gekocht. Eén van deze Apple iPad Air zou voor het gebruik binnen haar gezin bestemd zijn, terwijl de andere Apple iPad Air voor haar dochtertje bestemd zou zijn, wetende dat het dochtertje van verzekerde [eis.conv./ged.reconv.2] pas op 11 mei 2017 is geboren.
 De twee identieke Apple iPads Air die verzekerde [eis.conv./ged.reconv.2] en haar echtgenoot op 31 maart 2017 bij de Media Markt Rijswijk zouden hebben gekocht, zouden middels pin/chip en contant zijn betaald.
 Naar de mening van verzekerde [eis.conv./ged.reconv.2] was er met betrekking tot de door haar en haar echtgenoot overgelegde facturen en (kassa)bonnen in relatie tot de drie claims voor wat betreft Apple iPads Air sprake van een menselijke fout.
 (…)
 De verwarring over het aantal Apple iPads Air zou naar de mening van verzekerde [eis.conv./ged.reconv.2] zijn ontstaan, omdat haar echtgenoot in relatie tot de kapotte Apple iPad Air in 2018 een verkeerde factuur/ (kassa)bon aan Centraal Beheer zou hebben gemaild. (…)
 Naar de mening van verzekerde [eis.conv./ged.reconv.2] zouden de twee op 31 maart 2017 bij Media Markt Rijswijk identiek gekochte Apple iPads Air in 2017 (verzorgings-/reistas) en in 2019 (reiskoffer/trolley) zijn gestolen, nadat één van deze twee Apple iPads Air in 2018 op eigen kosten zou zijn gerepareerd c.q. hersteld.
 Verzekerde [eis.conv./ged.reconv.2] heeft de aankoop op 31 maart 2017 van een tweede identieke Apple iPad Air bij Media Markt Rijswijk niet aangetoond middels een factuur met daarop vermeld een ander serienummer dan het serienummer SDMPT7X6LHG5G en/ of een kassabon in relatie tot een contante betaling.
 (…)
 Door het Hoofd van de Security van Media Markt Saturn Holding Nederland b.v. is vastgesteld dat, in tegenstelling tot de verklaring van verzekerde [eis.conv./ged.reconv.2] , op 31 maart 2017 tussen 16:30 uur en 17:30 uur geen twee identieke Apple iPads Air bij Media Markt Rijswijk zijn verkocht.
(…)”
2.7.
In een brief van 8 januari 2020 neemt Interpolis het voorlopige standpunt in dat sprake is van verzekeringsfraude. Interpolis schrijft, voor zover hier van belang:
“(…)
U heeft ons bewust onjuiste informatie gegeven over de geclaimde iPad
Drie keer ontvingen wij van u dezelfde nota van de iPad. Deze is gekocht op 31-3-2017 met het notanummer 40921223. Op 24 augustus 2017 was deze iPad gestolen vanaf de kinderwagen. Op 10 september 2018 was dezelfde iPad gevallen en werkte helemaal niet meer. In beide dossier ontving Centraal Beheer dezelfde factuur met notanummer 40921223. In de schadeclaim van 9 augustus 2019 stuurde u dezelfde nota opnieuw. Nu stuurde u de nota naar Interpolis. De iPad was (weer) gestolen, zo meldde u ons. U vertelde aan mij en aan onze onderzoeker dat u op 31 maart tegelijkertijd 2 iPads kocht. Per abuis overlegde u steeds dezelfde nota. De op 10 september 2018 gemelde schade was volgens u hersteld. De herstelnota ontvingen wij echter niet. Uw verklaringen rond de aankoop van de 2de iPad zijn ongeloofwaardig. Zo verklaarde u dat de 2de iPad werd gekocht voor uw dochter. Deze werd betaald van het geld van haar spaarrekening. Uw dochter is 2 maanden na de aankoop van de iPad, op 11 mei 2017, geboren. U hebt op geen enkele manier aangetoond of aannemelijk gemaakt dat u tegelijkertijd 2 iPads kocht. Media Markt heeft ons bevestigd dat zij slechts 1 iPad op 31-3-2017 verkochten. Wij kunnen niet anders dan concluderen dat u ons bewust onjuiste informatie gaf.
Wij hebben twijfels over de geclaimde tas
U belde ons op 9 september 2019 voor een aanvullende claim op de claim van 9 augustus. U mist een tas van het merk Balenciaga. Deze was gekocht op 23 juni 2019. De tas was afgeprijsd van € 760,- vóór € 532,-. De aanschafnota zou u ons nog sturen. Tijdens het onderzoek liet u ons, op 22 november, weten dat u de tas had teruggevonden in een koffer. Bij het bezoek van onze onderzoeker van iTek, op 3 december, kon u de tas niet laten zien. Dezelfde tas is door een familielid van u geclaimd. Het is niet geloofwaardig dat u de tas één maand na thuiskomst mist, deze weer 2 maanden toch weer terugvindt. En dan toch de tas niet kunt laten zien. Wij kunnen niet anders dan concluderen dat u dezelfde tas claimt als uw familielid.
Voor de koffer claimt u een te hoog bedrag
(…) Alleen de kleinste koffer is weg. Desondanks claimt u het bedrag voor de hele set. (…)
Wij hebben twijfels over de geclaimde telefoons
U claimt 2 telefoons. Deze zouden gestolen zijn. Uw simkaarten hebt u niet geblokkeerd omdat u gebruik had gemaakt van Lebara prepaid simkaarten. U toont de aankoop van de prepaidkaarten niet aan. Uw verklaringen omtrent de prepaidkaarten zijn ongeloofwaardig. Lebara ondersteunt het bellen in Turkije niet. Wij kunnen niet anders dan concluderen dat de diefstal van de telefoons niet klopt.
(…)”.
2.8.
Namens [eis.conv./ged.reconv.2] . heeft mr. L.M. Knecht bij brief van 30 januari 2020 Interpolis als volgt bericht, voor zover hier van belang:
“(…)
Cliënten betwisten uitdrukkelijk dat zij u bewust onjuiste informatie hebben gegeven
Helaas moeten cliënten wel erkennen dat zij per abuis meerdere malen dezelfde bon hebben toegestuurd. Dit is een misverstand geweest en dit deden zij niet met opzet. Cliënten herhalen de eerder door hen ingenomen stelling dat zij daadwerkelijk twee iPads in bezit hebben gehad, die zij beiden op 31 maart 2017 hebben gekocht bij Media Markt Rijswijk. Eén iPad hebben cliënten contant afgerekend en één iPad hebben zij per bankrekening betaald. Per abuis hebben cliënten de aankoopbon van de bankbetaling dubbel aan u toegestuurd. Eenmaal na de diefstal van de eerste iPad en eenmaal na de diefstal van de tweede iPad. De bon van de contante betaling hebben cliënten weggegooid, nadat de eerste iPad was gestolen. Cliënten waren in de veronderstelling dat zij de aankoopbon van de gestolen iPad hebben weggegooid.
(…)
Cliënte heeft de claim van de betreffende tas reeds ingetrokken
Nog voordat cliënten aan u de aankoopbon van de tas hebben toegestuurd, vonden zij de tas terug. Om die reden hebben cliënten u laten weten dat de tas geen deel meer uitmaakt van de schadeclaim. Cliënten stuurden u geen aankoopbon toe. (…)
Cliënten herhalen hun standpunt dat zij daadwerkelijk dezelfde tas kochten als een familielid. (…) Uw twijfels over deze toevalligheid is onvoldoende om eventuele maatregelen te treffen ten aanzien van de verzekering van cliënten bij u.
(…)”.
2.9.
Interpolis heeft in haar brief van 17 februari 2020 [eis.conv./ged.reconv.2] . bericht dat zij niet zal overgaan tot vergoeding van de schade omdat volgens Interpolis [eis.conv./ged.reconv.2] . opzettelijk verkeerde informatie heeft gegeven. Interpolis stelt in haar brief dat [eis.conv./ged.reconv.2] . drie keer dezelfde iPad heeft geclaimd, dat [eis.conv./ged.reconv.2] . onterecht een Balenciaga tas heeft geclaimd en dat er verder meer twijfels zijn over de claim. Interpolis stopt de woonverzekering per direct, stopt de rechtsbijstandsverzekering per prolongatiedatum, brengt onderzoekskosten van € 5.384,50 bij [eis.conv./ged.reconv.2] . in rekening, neemt de gegevens van [eis.conv./ged.reconv.2] . voor een periode van 8 jaar op in het (interne) Incidentenregister, laat de gegevens van [eis.conv./ged.reconv.2] . voor een periode van 8 jaar opnemen in het Extern Verwijzingsregister en brengt tot slot het Centrum Bestrijding Verzekeringscriminaliteit van het Verbond van Verzekeraars op de hoogte van de registratie in het Incidentenregister.

3.Het geschil

in conventie

3.1.
[eis.conv./ged.reconv.2] . vordert, samengevat weergegeven, dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
primair:
Interpolis veroordeelt tot:
betaling van een bedrag van € 3.334,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van het schadevoorval tot de dag van algehele voldoening,
het ongedaan (laten) maken van de externe registraties bij de Stichting CIS en het Centrum Bestrijding Verzekeringscriminaliteit, op straffe van een dwangsom,
het ongedaan (laten) maken van de registraties in het Incidentenregister of andere vergelijkbare (incidentenwaarschuwings)systemen van Interpolis dan wel het Achmea-concern zoals het IVR en Gebeurtenissenadministratie, op straffe van een dwangsom,
subsidiair:
Interpolis veroordeelt:
om uiterlijk 30 dagen na betekening van het vonnis de schaderegeling met benoeming van een door [eis.conv./ged.reconv.2] . aan te wijzen (contra-)expert af te ronden en de daaruit voortvloeiende schadevergoeding aan [eis.conv./ged.reconv.2] . uit te keren alsmede de kosten van de in te schakelen (contra-)expert te betalen, op straffe van een dwangsom,
tot het verminderen van de looptijd van de externe registraties bij de Stichting CIS en bij het Centrum Bestrijding Verzekeringscriminaliteit tot een termijn van acht maanden, gerekend vanaf het moment van plaatsing van de gegevens in het register, op straffe van een dwangsom,
tot het verminderen van de looptijd van de interne registraties in het Incidentenregister of andere vergelijkbare (incidentenwaarschuwings)systemen van Interpolis dan wel het Achmea-concern zoals het IVR en
Gebeurtenissenadministratie, tot een termijn van acht maanden, gerekend vanaf het moment van plaatsing van de gegevens in het register, op straffe van een dwangsom,
primair en subsidiair:
Achmea gebiedt om de beëindiging van de tussen Achmea en [eis.conv./ged.reconv.2] . afgesloten Woonverzekering met polisnummer 41671344 en rechtsbijstandverzekering met polisnummer 12443134 binnen twee dagen na betekening van het vonnis ongedaan te maken, op straffe van een dwangsom,
Achmea veroordeelt tot betaling van € 554,66 aan buitengerechtelijke kosten,
Achmea veroordeelt tot betaling van de proceskosten alsmede de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente, indien betaling binnen de gestelde termijn uitblijft.
3.2.
[eis.conv./ged.reconv.2] . grondt haar vordering op nakoming van de verzekeringsovereenkomst en stelt dat sprake is geweest van een verzekerd voorval, namelijk diefstal van een reiskoffer met inhoud, en vordert betaling van de geleden schade van € 3.334,00. Volgens [eis.conv./ged.reconv.2] . weigert Interpolis ten onrechte om tot uitkering over te gaan. Dat [eis.conv./ged.reconv.2] . bij drie verschillende schadeclaims dezelfde factuur van een iPad heeft ingediend, berust volgens [eis.conv./ged.reconv.2] . op een misverstand, omdat zij in het bezit was van twee identieke iPads. Uiteindelijk heeft [eis.conv./ged.reconv.2] . de bon gevonden van de tweede iPad, die zij toch niet bij Media Markt via contante betaling heeft gekocht, maar bij GSM Tent te Den Haag op 31 maart 2017. Ten aanzien van de zwarte Balenciaga tas stelt [eis.conv./ged.reconv.2] . dat zij haar tas heeft teruggevonden en alleen om die reden haar schadeclaim op dit punt heeft ingetrokken, dat zij met haar schoonzus dezelfde tas heeft gekocht en dat het feit dat haar schoonzus ook haar eigen tas als gestolen heeft opgegeven, berust op toeval. Ten aanzien van de koffer stelt [eis.conv./ged.reconv.2] . dat zij in haar schademelding steeds heeft gesproken over de diefstal van één koffer, de trolley, en dat deze trolley onderdeel was van een driedelige set, zodat zij alleen de factuur van deze set kon indienen. Ook ten aanzien van de andere verwijten, het verwijderen van de simkaarten uit de mobiele telefoons en de onmogelijkheid voor het doen van aangifte op het vliegveld, stelt [eis.conv./ged.reconv.2] . dat Interpolis ten onrechte twijfelt aan de door haar gegeven verklaringen. Het misverstand ten aanzien van de factuur van de iPad en de overige (onterechte) twijfels leveren niet de voor fraude benodigde opzet op, aldus [eis.conv./ged.reconv.2] . Voorts kan volgens [eis.conv./ged.reconv.2] . aan het afgelegde interview geen waarde worden gehecht, omdat Interpolis, in strijd met de daarvoor geldende regels, weigert de opname van het interview te verstrekken, terwijl [eis.conv./ged.reconv.2] . twijfels heeft over de juistheid en volledigheid van het verslag en het verslag daarom niet voor akkoord heeft ondertekend. Verder stelt [eis.conv./ged.reconv.2] . dat Interpolis ten onrechte haar persoonsgegevens heeft geregistreerd en vordert daarom ook ongedaanmaking van de verschillende registraties. Tot slot stelt [eis.conv./ged.reconv.2] . dat een grondslag voor de beëindiging van de woonverzekering en de rechtsbijstandsverzekering ontbreekt.
3.3.
Interpolis voert verweer. Ten eerste voert zij aan dat niet is aangetoond dat de diefstal heeft plaatsgevonden, nu [eis.conv./ged.reconv.2] . de diefstal niet op de luchthaven heeft gerapporteerd. Ten tweede stelt Interpolis dat [eis.conv./ged.reconv.2] . meerdere malen onjuist heeft verklaard en aankoopbewijzen heeft getoond die bij eerdere claims van diefstal of onherstelbare beschadigingen ook zijn gebruikt. Daarom is Interpolis tot de conclusie gekomen dat [eis.conv./ged.reconv.2] . heeft getracht haar te misleiden tot het doen van een (hogere) schade-uitkering. Interpolis voert verder aan dat zij [eis.conv./ged.reconv.2] . terecht en overeenkomstig de daarvoor geldende regels heeft geregistreerd in de toepasselijke registers en dat zij de lopende verzekeringen vanwege de schending van de mededelings-inlichtingenplicht op grond van de toepasselijke voorwaarden mocht beëindigen.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.5.
Interpolis vordert dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [eis.conv./ged.reconv.2] . veroordeelt tot betaling van een bedrag van € 6.110,50, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na de datum van dit vonnis tot aan de dag van volledige betaling. Daarnaast vordert Interpolis de veroordeling van
[eis.conv./ged.reconv.2] . in de proceskosten, vermeerderd met de wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na dagtekening van het in deze te wijzen vonnis zijn betaald alsmede een veroordeling in de nakosten.
3.6.
Interpolis grondt haar vordering op de stelling dat zij vanwege de fraude van [eis.conv./ged.reconv.2] . genoodzaakt is geweest om opdracht te geven tot een uitgebreid extern onderzoek. [eis.conv./ged.reconv.2] . moet deze kosten op grond van artikel 6:74 BW vergoeden. Interpolis heeft € 5.384,50 aan kosten moeten maken voor het extern onderzoek van I-Tek. Daarnaast stelt Interpolis recht te hebben op het door verzekeraars aan verhaalskosten vastgestelde bedrag van € 600,00 exclusief btw (de SODA vergoeding).
3.7.
[eis.conv./ged.reconv.2] . voert verweer, inhoudende dat een oorzakelijk verband ontbreekt tussen de initiële onderzoekskosten en de gestelde misleiding en betwist dat de verrichtte werkzaamheden redelijkerwijs noodzakelijk waren. Voor zover er ook interne kosten worden gevorderd, voert [eis.conv./ged.reconv.2] . aan dat deze vanwege het ontbreken van de gestelde misleiding moeten worden afgewezen en dat dit niet als schade kan worden gezien omdat het werkzaamheden van de eigen medewerkers betreft. Tot slot voert [eis.conv./ged.reconv.2] . aan dat Interpolis haar vordering niet heeft gespecificeerd.
3.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie

4.1.
[eis.conv./ged.reconv.2] . moet als verzekerde stellen, en bij voldoende gemotiveerde betwisting door de verzekeraar (Interpolis) ook bewijzen dat de verzekerde reiskoffer is gestolen. Aan het bewijs van diefstal mogen niet te zware eisen worden gesteld. De verzekerde kan het bewijs van diefstal leveren door het bewijs te leveren van feiten en/of omstandigheden die voldoende aannemelijk maken dat de gestelde diefstal heeft plaatsgevonden (zie HR 11 april 2003, ECLI:NL:HR:2003:AF7070 en HR 28 oktober 1994, ECLI:NL:HR:1994, ZC1507). Vast staat dat een aangifte van diefstal ontbreekt. Hoewel Interpolis daaruit de conclusie trekt dat de diefstal niet heeft plaatsgevonden, kan de vraag of de diefstal heeft plaatsgevonden, gelet op het hiernavolgende in het midden blijven.
4.2.
De verzekeringsovereenkomst heeft een bijzonder vertrouwenskarakter, nu de verzekeraar niet alleen bij het sluiten maar ook bij de uitvoering van een verzekeringsovereenkomst in sterke mate afhankelijk is van de betrouwbaarheid van de verzekerde en ter beoordeling van een schadeclaim erop moet kunnen vertrouwen dat de verzekerde juiste en zo volledig mogelijke informatie ter zake verstrekt. Dit is een zwaarwegende verplichting van de verzekerde tegenover de verzekeraar, waarop, bij niet nakoming daarvan, een rigoureuze sanctie in de zin van verval van het recht op uitkering is gezet. Uit vaste rechtspraak volgt dat het in artikel 7:941 lid 5 BW voor verval van recht benodigde opzet moet worden gezien als opzet in de zin van artikel 3:44 lid 3 BW: bedrog, een handelen of nalaten met het oogmerk een ander te misleiden. De verzekerde moet onjuist hebben voorgelicht met het oogmerk een hogere uitkering te verkrijgen, respectievelijk een uitkering te verkrijgen waarop hij bij kennis van de ware stand van zaken geen recht zou hebben gehad. De vergaande gevolgen voor de dekking die op grond van artikel 7:941 lid 5 BW aan handelen met opzet tot misleiding worden verbonden, rechtvaardigt dat strenge eisen mogen worden gesteld aan de vaststelling of het handelen van de verzekerde was ingegeven door het opzet tot misleiden van de verzekeraar. Uitgangspunt bij een beroep op het verval van uitkering bij bedrog, is dat de verzekeraar dat bedrog stelt en bewijst (zie onder meer ECLI:NL:GHARL:2013:BZ6761 en ECLI:NL:GHARL:2019:802). Het is Interpolis die zich beroept op bevrijding van haar verplichting tot uitkering onder de polis en het is daarom op grond van de hoofdregel van artikel 150 Rv aan haar om aan te voeren, en bij gemotiveerde betwisting te bewijzen, dat [eis.conv./ged.reconv.2] . als verzekerde haar onjuist heeft voorgelicht omtrent een voorgevallen schade met het oogmerk een hogere uitkering te verkrijgen respectievelijk een uitkering te verkrijgen waarop zij bij kennis van de ware stand van zaken geen recht zou hebben gehad.
4.3.
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende vast komen te staan dat [eis.conv./ged.reconv.2] . heeft getracht om Interpolis opzettelijk te misleiden met als doel een hogere uitkering te krijgen dan waar zij bij werkelijke kennis van feiten recht op zou hebben. Daarbij acht de rechtbank het volgende van belang.
4.4.
Ten eerste ziet de rechtbank geen aanleiding om de onder 2.4. opgenomen (verkorte) weergave van het verslag buiten beschouwing te laten bij de beoordeling. [eis.conv./ged.reconv.2] heeft in haar bericht van 11 december 2019 aan Vermeer (opgenomen onder 2.5.) geschreven dat hij het gesprek (het interview) woord voor woord op papier heeft gezet. Hoewel [eis.conv./ged.reconv.2] ter zitting heeft gesteld dat niet alle opmerkingen van de interviewer in het verslag zijn opgenomen en dat daardoor haar verklaringen nu niet in de juiste context zijn weergegeven, doet dit er niet aan af dat hetgeen is opgenomen daadwerkelijk door [eis.conv./ged.reconv.2] is gezegd. Immers is niet in geschil dat [eis.conv./ged.reconv.2] tijdens het interview heeft verklaard dat zij twee identieke iPads bezat, waarvan er één middels pinbetaling is gekocht bij de Media Markt en één op dezelfde dag middels contante betaling bij de Media Markt en dat zij per abuis de bon van de pinbetaling heeft laten zien aan de schade behandelaar tijdens het bezoek van 6 september 2019, terwijl de op het vliegveld van Antalya gestolen iPad de iPad betrof die contant was betaald. De reden om het verslag van het interview niet voor akkoord te tekenen, lijkt meer te liggen in een ontevredenheid over het verloop van het gesprek en de daarbij opgeroepen emoties en niet in daadwerkelijk opgenomen onjuistheden. Hoewel Interpolis de gespreksopname desgevraagd niet aan [eis.conv./ged.reconv.2] . heeft verstrekt, staat vast dat Interpolis heeft aangeboden het interview op kantoor uit te komen luisteren, welk aanbod [eis.conv./ged.reconv.2] . heeft geweigerd. Met dit aanbod heeft Interpolis naar het oordeel van de rechtbank voldaan aan de vereiste inzage met bescherming van de privacy van de interviewer. De rechtbank volgt [eis.conv./ged.reconv.2] . niet in de stelling dat dit aanbod van uitluisteren onvoldoende mogelijkheid heeft geboden tot een daadwerkelijke inzage en dat zij vanuit kostenoverwegingen kon weigeren. Dat
[eis.conv./ged.reconv.2] . door het geen gebruik te maken van het aanbod tot het uitluisteren van de gespreksopname wellicht haar stelling dat het interview geen volledige weergave is, niet concreet heeft kunnen maken, moet naar het oordeel van de rechtbank dan ook voor rekening en risico van [eis.conv./ged.reconv.2] . komen. Daarbij merkt de rechtbank op dat, gelet op de opmerking dat het een woordelijke weergave betreft, er geen aanwijzingen zijn dat het verslag op relevante punten onjuist zou zijn.
4.5.
Vast staat dat drie schademeldingen van [eis.conv./ged.reconv.2] . zien op een iPad. In
29 augustus 2017 betreft het de diefstal van een verzorgingstas met daarin een iPad, op
17 november 2018 een schermschade aan een iPad en de onderhavige diefstalmelding van
9 augustus 2019 betreffende de reistas met daarin een iPad. Bij deze drie schademeldingen is ter onderbouwing steeds dezelfde factuur met betrekking tot de aankoop van een iPad bij de Media Markt te Rijswijk ingediend. De rechtbank volgt [eis.conv./ged.reconv.2] . niet in haar betoog dat zij bij de onderhavige diefstal de factuur niet zelf heeft ingediend, nu de schade behandelaar (ongevraagd) een foto van de factuur heeft genomen. Immers heeft
[eis.conv./ged.reconv.2] . de factuur wel aan de betreffende schade behandelaar getoond ten bewijze van de eigendom van de gestelde gestolen iPad. Dat zij niet zelf een kopie van de factuur heeft opgestuurd, maakt dit niet anders. Uit de verklaringen van [eis.conv./ged.reconv.2] . volgt dat bij de diefstal in 2017 de iPad is gestolen die met de pinbetaling is aangeschaft, zodat daarbij de juiste bon is overgelegd. Volgens [eis.conv./ged.reconv.2] . betreft de schermschade de iPad die contant is betaald en heeft [eis.conv./ged.reconv.2] . per ongeluk de bon van de pinbetaling bij deze schademelding overgelegd. De op het vliegveld gestolen iPad betreft volgens [eis.conv./ged.reconv.2] . de contant betaalde iPad die na de schermschade zou zijn hersteld. Volgens [eis.conv./ged.reconv.2] . is daarbij wederom per ongeluk de verkeerde bon overgelegd (dat wil zeggen de bon van de pinbetaling).
4.6.
Gelet op het tot driemaal toe bij op zichzelf staande claims overleggen van hetzelfde betalingsbewijs, terwijl de eerste claim de diefstal van de betreffende iPad betrof, zodat latere schademeldingen geen betrekking meer kunnen hebben op een reeds gestolen iPad, heeft Interpolis voldoende aanleiding gehad om over te gaan tot onderzoek, hetgeen [eis.conv./ged.reconv.2] . op zichzelf ook niet betwist. Ten aanzien van dit onderzoek acht de rechtbank van belang dat van de zijde van [eis.conv./ged.reconv.2] . tot aan de dagvaarding toe is volgehouden dat het twee identieke iPads betrof die op dezelfde dag (31 maart 2017) bij de Media Markt te Rijswijk zijn aangeschaft, waarbij één iPad middels pinbetaling is voldaan en de andere iPad contant is betaald. Dit heeft [eis.conv./ged.reconv.2] verklaard tijdens het interview, herhaald in haar
e-mailbericht van 11 december 2019 en (middels haar gemachtigde) in de brief van 30 januari 2020 (zie 2.5. en 2.8.). Daarbij is steeds verklaard dat de bonnen identiek zijn met als enige verschil dat bij de pinbetaling een pinbon is aangehecht. Uit het interview en het
e-mailbericht van 11 december 2019 volgt dat [eis.conv./ged.reconv.2] . in de veronderstelling verkeerde dat zij de bon van de contante betaling aan de schade behandelaar heeft laten zien en dat zij na het bezoek van de schade behandelaar alle bonnen heeft weggegooid. Bij dagvaarding (13 oktober 2020) wordt ineens de stelling ingenomen dat de tweede iPad niet contant bij de Media Markt is gekocht, maar bij GSM Tent in Den Haag en wordt ter onderbouwing een aankoopbewijs van GSM Tent overgelegd, later aangevuld met een ondertekende verklaring.
4.7.
Op [eis.conv./ged.reconv.2] . rust als verzekerde de verplichting om de verzekeraar van de juiste informatie te voorzien ter beoordeling van de verplichting om te komen tot een schade-uitkering. Dit betekent dat [eis.conv./ged.reconv.2] . ervoor had moeten zorgen dat zij Interpolis van het juiste aankoopbewijs van de als gestolen opgegeven iPad had voorzien. Vast staat dat dit niet is gebeurd. [eis.conv./ged.reconv.2] . heeft verklaard dat zij in eerste instantie de bon van de middels pinbetaling aangeschafte iPad heeft ingediend, terwijl de gestolen iPad de iPad zou betreffen die contant was betaald bij de Media Markt. Vervolgens heeft [eis.conv./ged.reconv.2] . een jaar lang in diverse verklaringen stellig volgehouden dat de contant betaalde iPad bij de Media Markt is gekocht. In het verslag van het interview is zelfs opgenomen dat [eis.conv./ged.reconv.1] ook bevestigt dat de tweede iPad contant is gekocht bij de Media Markt. Tevens wordt een aantal keer herhaald dat het twee identieke bonnen betreffen. Pas nadat vanuit Media Markt duidelijk is geworden dat op die dag rond dat tijdstip geen twee iPads kunnen zijn verkocht, vindt [eis.conv./ged.reconv.2] . ineens de bon van GSM Tent en wordt de verklaring pas bij dagvaarding gewijzigd. De rechtbank plaatst hier vraagtekens bij, te meer nu het voor [eis.conv./ged.reconv.2] . vrij snel duidelijk was dat de ingediende bon de bon van de pinbetaling betrof, zodat niet valt in te zien waarom zich niet eerder heeft ingespannen om zich ervan te vergewissen dat zij van het juiste uitgangspunt uitging, namelijk de aanschaf van twee iPads bij de Media Markt. De omstandigheid dat direct de verkeerde bon wordt ingediend, vervolgens gedurende het onderzoek vast wordt gehouden aan een bepaalde verklaring ten aanzien van de aanschaf van de als gestolen gemelde iPad en het, na te zijn geconfronteerd met de onmogelijkheid van die verklaring, volstrekt wijzigen van de verklaring door te komen met een aankoopbewijs van een andere winkel, terwijl daarvoor ook werd vastgehouden aan de stelling dat de bonnen zijn weggegooid, zorgt er bij elkaar genomen voor dat de rechtbank geen waarde hecht aan deze laatste bon. De rechtbank komt dan ook tot de conclusie dat [eis.conv./ged.reconv.2] . opzettelijk heeft getracht Interpolis te misleiden tot het doen van een (hogere) uitkering. Reeds deze vaststelling van opzettelijke misleiding leidt tot verval van uitkering, zodat de overige geconstateerde twijfels betreffende het als gestolen melden van de tas van Balenciaga, waarna deze, nadat een zelfde soort tas ook door de (schoon-) zus van [eis.conv./ged.reconv.2] . als gestolen is opgegeven en Achmea Speciale Zaken daarover vragen heeft gesteld, ineens is teruggevonden en de verwarring omtrent de verwijdering van de simkaarten uit de als gestolen opgegeven telefoons, geen verdere bespreking meer behoeven.
4.8.
Het voorgaande leidt tot de vaststelling van opzettelijke misleiding van de zijde van [eis.conv./ged.reconv.2] . , zodat Interpolis op deze grond is bevrijd van haar verplichting tot uitkering.
4.9.
Ten aanzien van de registraties in zowel de interne als de externe registers heeft te gelden dat deze registraties aan regels zijn gebonden. Niet in geschil is dat bij opzettelijke misleiding de opnames in zowel de interne als de externe registers rechtmatig wordt geacht. De rechtbank ziet ook geen aanleiding om, zoals in de subsidiaire vordering wordt gevraagd, deze registratie te beperken in looptijd. De opzettelijke misleiding heeft Interpolis voorts grond gegeven om te komen tot een beëindiging van de Woonverzekering en de rechtsbijstandverzekering. De rechtbank wijst de vorderingen in conventie dan ook af.
4.10.
[eis.conv./ged.reconv.2] . zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Interpolis worden begroot op:
- griffierecht 2.042,00
- salaris advocaat
1.126,00(2,0 punt × tarief € 563,00)
Totaal € 3.168,00
in reconventie
4.11.
Interpolis baseert haar vordering tot schadevergoeding op artikel 6:74 BW en stelt dat [eis.conv./ged.reconv.2] . door het geven van een onjuiste voorstelling van zaken toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de verzekeringsovereenkomst waardoor Interpolis schade heeft geleden. De schade ziet op de kosten die Interpolis stelt te hebben gemaakt voor de inschakeling van het extern onderzoeksbureau I-Tek. Bij een gewone, gebruikelijke beoordeling van een claim zouden deze kosten niet zijn gemaakt, aldus Interpolis.
4.12.
De rechtbank heeft vastgesteld dat sprake is van opzettelijke misleiding, zodat reeds daarmee vast is komen te staan dat aanleiding bestond voor Interpolis om opdracht te geven tot het verrichten van onderzoek naar de juistheid van de diefstalmelding van [eis.conv./ged.reconv.2] . [eis.conv./ged.reconv.2] . heeft een onjuiste voorstelling van zaken gegeven en is daarmee tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de verzekeringsovereenkomst. Gelet op de vaststelling van de opzettelijke misleiding kan dit aan [eis.conv./ged.reconv.2] . worden toegerekend. Het betreffen kosten van een in opdracht van Interpolis uitgevoerd extern onderzoek, zodat in de schade geen interne kosten zijn opgenomen. Voorts heeft Interpolis deze kosten onderbouwd door overlegging van de factuur met daarin een specificatie van de urenbesteding. De rechtbank komt dan ook tot de conclusie dat [eis.conv./ged.reconv.2] . deze kosten op grond van artikel 6:74 BW moet vergoeden.
4.13.
[eis.conv./ged.reconv.2] . heeft op zichzelf geen verweer gevoerd tegen de gevorderde verhaalskosten voor SODA (de tussen verzekeraars afgesproken forfaitaire vergoeding) van € 600,00 exclusief btw, zijnde € 726,00 inclusief btw, zodat de rechtbank deze vergoeding zal toewijzen.
4.14.
De rechtbank wijst dan ook het in reconventie gevorderde bedrag van € 6.110,50 toe.
4.15.
[eis.conv./ged.reconv.2] . zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Interpolis worden begroot op:
- salaris advocaat
478,00(2,0 punt × factor 0,5 × tarief € 478,00)
Totaal € 478,00

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt [eis.conv./ged.reconv.2] . in de proceskosten, aan de zijde van Interpolis tot op heden begroot op € 3.168,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 14 dagen na de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
in reconventie
5.3.
veroordeelt [eis.conv./ged.reconv.2] . om aan Interpolis te betalen een bedrag van € 6.110,50, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 14 dagen na de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.4.
veroordeelt [eis.conv./ged.reconv.2] . in de proceskosten, aan de zijde van Interpolis tot op heden begroot op € 478,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 14 dagen na de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
in conventie en in reconventie
5.5.
veroordeelt [eis.conv./ged.reconv.2] . in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 246,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [eis.conv./ged.reconv.2] . niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 82,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
5.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S. Kropman en in het openbaar uitgesproken op 6 oktober 2021.