Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
uitspraak van de voorzieningenrechter van
in de zaak tussen
[verzoeker], te [woonplaats], verzoeker
(gemachtigde: mr. G. Bussink-Klein Wolterink).
Procesverloop
21 september 2021 verzocht om uitspraak te doen.
Overwegingen
9 september 2021 blijkt ook dat het aan verzoeker uitgekeerde bedrag aan AOW pensioen in ieder geval tot 23 september 2021 ongewijzigd is. Dit, bezien in samenhang met de onbetwiste stelling van verzoeker dat zijn resterende schuld tussen de € 30.000,- en
€ 50.000,- bedraagt, maakt dat verzoeker naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij ook over de periode van mei 2021 tot en met januari 2022 vanwege dit beslag geen vakantietoeslag zal ontvangen.
€ 1.478,21 per maand.
€ 560,70.
Beslissing
- schorst het bestreden besluit;
- bepaalt dat verweerder bij wijze van voorschot bijzondere bijstand aan verzoeker moet betalen tot een bedrag van € 258,30 voor de kosten van een eigen bijdrage rechtsbijstand;