Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
3.De bewezenverklaring
of omstreeksde periode van 12 november 2019 tot en met 21 januari 2020 te Heerewaarden, gemeente Maasdriel, in de uitoefening van een beroep en/of bedrijf, opzettelijk heeft geteeld en
/ofbereid en
/ofbewerkt en
/ofverwerkt,
in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand op/aan de Heerewaardensestraat 2)een hoeveelheid van
(in totaal
) ongeveer540 hennepplanten,
althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep,zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II,
dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,terwijl dit gepleegde feit (mede) betrekking heeft op een grote hoeveelheid van een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II,
dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet,welke hoeveelheid meer bedraagt dan
, althans meer dan 200 hennepplanten en/of delen daarvan;
of omstreeksde periode van 23 juli 2019 tot en met 21 januari 2020 te Heerewaarden, gemeente Maasdriel, in
/uiteen pand aan de Heerewaardensestraat 2,
(een
)hoeveelheid
/hoeveelhedenelektriciteit,
in elk geval enig goed,dat geheel
of ten deleaan een ander toebehoorde, te weten aan [naam 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en
/ofdie weg te nemen elektriciteit onder zijn bereik heeft gebracht door middel van
braak en/ofverbreking.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De beoordeling van de civiele vordering
10.De toegepaste wettelijke bepalingen
11.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) maanden;
taakstrafvan
200 (tweehonderd) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 100 (honderd) dagen;
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [naam 2], ten bedrage van
€ 8.417,60 (achtduizendvierhonderdzeventien euro en zestig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 juli 2019 tot aan de dag der algehele voldoening, en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
mr. E.J. Swiers, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S. Blankenspoor, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 4 februari 2021.