ECLI:NL:RBGEL:2021:5278

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
5 oktober 2021
Publicatiedatum
5 oktober 2021
Zaaknummer
05/001043-21
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor digitaal kinderlokken (grooming) met voorwaardelijke celstraf en geldboete

Op 5 oktober 2021 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in de zaak tegen een 40-jarige man, die werd beschuldigd van digitaal kinderlokken, ook wel bekend als grooming. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 24 oktober 2020 tot en met 7 november 2020 via een chatsite en Whatsapp contact heeft gehad met een persoon die zich voordeed als een 15-jarig meisje. Tijdens dit contact heeft de verdachte seksuele toespelingen gemaakt en een ontmoeting voorgesteld met het oogmerk ontuchtige handelingen te verrichten. De verdachte heeft daadwerkelijk een afspraak gemaakt en is naar de afgesproken locatie in Nijmegen gereden, waar hij werd aangehouden.

De rechtbank oordeelde dat de verdachte onmiskenbaar het oogmerk had om ontuchtige handelingen te plegen met het minderjarige meisje. Ondanks de verdediging van de verdachte, die stelde dat hij dacht met een volwassene te chatten, achtte de rechtbank deze verklaring ongeloofwaardig. De verdachte heeft geen enkele actie ondernomen om zijn twijfels over de leeftijd van het meisje te uiten, terwijl zij herhaaldelijk had aangegeven dat zij 15 jaar oud was.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden met een proeftijd van 3 jaar, alsook een geldboete van € 2000,00, te vervangen door 30 dagen hechtenis bij niet-betaling. De rechtbank heeft benadrukt dat de handelingen van de verdachte ernstige gevolgen kunnen hebben voor de psychische ontwikkeling van minderjarigen en dat zijn gedrag niet getolereerd kan worden.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer: 05/001043-21
Datum uitspraak : 5 oktober 2021
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1981 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] (België).
Raadsvrouw: mr. A. Sahin, advocaat in Lent.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting van 21 september 2021.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 24 oktober 2020 tot en met 7
november 2020 te Sint Niklaas (België) en/of te Nijmegen, door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst, te weten via een chatsite (Chatplaza en/of KIK) en/of via Whatsapp,
aan iemand die zich voordeed als een persoon die de leeftijd van zestien jaren nog niet had
bereikt, te weten als een 15 jarig meisje, genaamd [slachtoffer] , een ontmoeting heeft voorgesteld met het oogmerk ontuchtige handelingen met een persoon die de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt te plegen en/of een afbeelding van een seksuele gedraging te vervaardigen,
waarbij een persoon die de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt was betrokken,
terwijl hij, verdachte, enige handeling heeft ondernomen tot het verwezenlijken van die
ontmoeting, door met dat 15 jarige meisje, genaamd [slachtoffer] een tijdstip (7 november 2020 omstreeks 12:00 uur) en een locatie ( [plaats] te Nijmegen) voor hun ontmoeting af te spreken en/of (vervolgens) ook naar voornoemde locatie af te reizen en/of zich aldaar te bevinden;
(Artikel art 248e Wetboek van Strafrecht)
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
In de periode van 24 oktober 2020 tot en met 7 november 2020 te Sint Niklaas (België) en te Nijmegen heeft verdachte door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst te weten via een chatsite (Chatplaza en KIK) en via Whatsapp contact gehad met [slachtoffer] . Het contact tussen verdachte en [slachtoffer] was seksueel getint. Verdachte heeft handelingen ondernomen tot het verwezenlijken van een ontmoeting. Hij heeft voorgesteld om met [slachtoffer] af te spreken. Op 7 november 2020 om 12:00 hebben verdachte en [slachtoffer] daadwerkelijk afgesproken op de locatie, [plaats] te Nijmegen. Verdachte is naar de plek toegereden met de auto en aldaar aangehouden. [2]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het tenlastegelegde feit.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw van verdachte heeft bepleit dat de rechtbank tot het oordeel dient te komen dat, het onderdeel van de leeftijd in de tenlastelegging niet wettig en overtuigend kan worden bewezen en verzoekt om verdachte vrij te spreken.
Beoordeling door de rechtbank
[slachtoffer] heeft verklaard dat zij zich onder de naam ‘ [slachtoffer] ’ voor heeft gedaan als een meisje van 15 jaar. Haar gebruikersnaam op Kik was [gebruikersnaam] .
Met verdachte heeft zij ruim twee weken veelvuldig chatcontact gehad. In het gesprek heeft zij meerdere keren aangegeven dat zij 15 jaar is en dat ze streng zijn in Nederland met dit soort dingen, in vergelijking met België. In het begin begon het met subtiele vragen of zij weleens een vriendje heeft gehad en of ze dan wat ervaring had. Vervolgens heeft verdachte foto’s van zichzelf gestuurd waarop zijn penis te zien was. Verdachte stelde voor om naar Nijmegen te komen en zou dan kleding meenemen. In het chatcontact heeft verdachte ook laten weten dat hij condooms zou meenemen. Tijdens het chatcontact heeft verdachte tegen ‘ [slachtoffer] ’ gezegd dat hij tegen haar aan zou gaan staan, een kusje zou geven, haar zou helpen met omkleden en dat hij hier een stijve van zou krijgen. [slachtoffer] gaf in reactie daarop dat ze niets zou beloven, omdat ze 15 jaar was en misschien niet zou durven. Ze hadden om
12:00 uur afgesproken en hadden dan de tijd en zouden het rustig opbouwen. [3]
Naar het oordeel van de rechtbank heeft verdachte onmiskenbaar het oogmerk gehad op het plegen van ontuchtige handelingen met ‘ [slachtoffer] ’. Hij heeft immers doelbewust aangestuurd op een ontmoeting met ‘ [slachtoffer] ’ met de bedoeling ontuchtige handelingen met haar te plegen. De verklaring van verdachte dat het hem ging om het verkleden, wordt als ongeloofwaardig ter zijde geschoven. [4]
Voor wat betreft de leeftijd van ‘ [slachtoffer] ’ overweegt de rechtbank als volgt.
Chatgesprek:
[slachtoffer] :
“(…) Alleen jammer dat ik 15 ben en jij 28 (…) Das wel een klein probleempje. Hihi”
Verdachte
“Hoezen? Wat is het probleem dan?
Hoezo*
We mogen elkaar toch geweldig vinden, niet?”
[slachtoffer] :
“Nu nog niks. Maar als we afspreken moeten we wel uitkijken he schatje. Ik wil geen gezeik maar ik wil jou ook nii in problemen hebben”
Verdachte:
“Hoe zou je me dan in de problemen brengen?
Dat vind ik van jou ook. dan is er toch geen probleem toch lieverd”
[slachtoffer] :
“Oke”
Verdachte:
“Enige probleem is eerder de afstand. Dat we niet elke week of zo kunnen afspreken.” [5]
Door de rechtbank is vastgesteld dat in de periode van 24 oktober 2020 tot en met 7
november 2020 tussen verdachte en ‘ [slachtoffer] ’ veelvuldig chatcontact is geweest. Tijdens het contact heeft het gesprek ook een seksuele lading gekregen en heeft verdachte ook foto’s van zichzelf gestuurd. Daarbij heeft verdachte ook vragen gesteld aan ‘ [slachtoffer] ’ over haar eerdere seksuele relaties. Verdachte stelde voor om op 7 oktober 2020 in Nijmegen af te spreken en heeft daarbij toespelingen gedaan wat er tijdens die ontmoeting zou gaan gebeuren. Verdachte is ook daadwerkelijk vanuit België naar Nijmegen gereden om de ontmoeting met ‘ [slachtoffer] ’ te laten plaatsvinden.
Ter terechtzitting heeft verdachte erkend dat ‘ [slachtoffer] ’ tijdens de chatgesprekken onder andere heeft gezegd dat ze 15 jaar was, naar school moest, in haar toetsweek zat en haar moeder moest helpen. [6] Echter, hij was ervan overtuigd dat zij een rol speelde en dat hij niet te maken had met een minderjarige.
De rechtbank acht deze verklaring ongeloofwaardig nu verdachte tijdens de chatgesprekken hiertoe geen enkele actie heeft ondernomen om zijn twijfel aan de leeftijd te laten blijken. Daarnaast heeft ‘ [slachtoffer] ’ op meerdere momenten op verschillende wijze benadrukt dat zij 15 jaar was en dit was voor verdachte reden om niet zomaar van het tegendeel uit te gaan. Sterker nog, uit bovenvermeld chatgesprek blijkt duidelijk dat de leeftijd van ‘ [slachtoffer] ’ voor verdachte geen enkel probleem was. Verdachte heeft zich op laten gaan in de chatgesprekken en zich aldus niet bekommerd om de leeftijd van ‘ [slachtoffer] ’.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat verdachte een voorstel tot ontmoeting heeft gedaan aan ‘ [slachtoffer] ’ die op dat moment 15 jaar was, met het doel ontuchtige handelingen bij haar te verrichten, aan welk voorstel daadwerkelijk uitvoering is gegeven door naar Nijmegen te gaan.
Gelet op de bewijsmiddelen en gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, acht de rechtbank het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op
één ofmeer tijdstippen in
of omstreeksde periode van 24 oktober 2020 tot en met 7
november 2020
te Sint Niklaas (België) en
/ofte Nijmegen,
door middel van een geautomatiseerd werk en/
ofmet gebruikmaking van
een communicatiedienst, te weten via een chatsite (Chatplaza en
/ofKIK) en
/ofvia Whatsapp,
aan iemand die zich voordeed als een persoon die de leeftijd van zestien jaren nog niet had
bereikt, te weten als een 15 jarig meisje, genaamd [slachtoffer] ,
een ontmoeting heeft voorgesteld met het oogmerk ontuchtige handelingen met een persoon die
de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt te plegen
en/of een afbeelding van een seksuele
gedraging te vervaardigen,
waarbij een persoon die de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt was betrokken,
terwijl hij, verdachte, enige handeling heeft ondernomen tot het verwezenlijken van die
ontmoeting, door met dat 15 jarige meisje, genaamd [slachtoffer] een tijdstip (7 november 2020 omstreeks
12:00 uur) en een locatie ( [plaats] te Nijmegen) voor hun ontmoeting af te spreken
en
/of(vervolgens) ook naar voornoemde locatie af te reizen en
/ofzich aldaar te bevinden;
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst een ontmoeting voorstellen aan iemand van wie hij weet, dan wel redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt met het oogmerk ontuchtige handelingen te plegen met die persoon, welk voorstel tot ontmoeting is gevolgd door enige handeling gericht op het verwezenlijken van die ontmoeting

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden geheel voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren en betaling van een geldboete van € 2000,00, te vervangen door 30 dagen hechtenis met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw van verdachte heeft bepleit dat wanneer verdachte tot een gevangenisstraf zou worden veroordeeld dit verregaande consequenties voor verdachte zou hebben. Zij verzoekt de rechtbank om daar rekening mee te houden. Ondanks dat verdachte in België woonachtig is, is het voor verdachte wel mogelijk om een werkstraf uit te voeren en staat hij daar ook voor open. Mocht er een geldboete worden opgelegd dan wordt verzocht om deze in termijnen van € 200,00 te betalen.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan grooming. Door zo te handelen heeft verdachte niet gedacht aan de psychische schade die dergelijke berichten bij een minderjarige kunnen veroorzaken. Door vervolgens een afspraak te maken met het oogmerk seksuele handelingen te verrichten met de minderjarige, heeft hij verder laten blijken niet te hebben stilgestaan bij de schadelijke gevolgen die seksueel contact met een volwassene aan de ontwikkeling van een minderjarige kunnen toebrengen. Met zijn handelwijze heeft verdachte bijgedragen aan de instandhouding van het plegen van ontuchtige handelingen met minderjarigen. De rechtbank rekent dit verdachte ernstig aan. Dat de persoon met wie hij chatte en afsprak in werkelijkheid geen meisje van vijftien, maar een volwassene was, doet niet af aan de kwalijkheid van het handelen van verdachte.
De rechtbank is – met de officier van justitie – van oordeel dat een voorwaardelijke straf in dit geval passend en geboden is om verdachte ervan te weerhouden opnieuw een dergelijk feit te plegen. Zij zal daarom zoals door de officier van justitie geëist een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden opleggen met een proeftijd van 3 jaar.
Daarnaast zal de rechtbank net als door de officier van justitie geëist een geldboete van
€ 2000,00 te vervangen door 30 dagen hechtenis opleggen nu verdachte in België woonachtig is en het opleggen van een werkstraf praktisch niet uitvoerbaar is. Verdachte krijgt de mogelijkheid om de geldboete in tien maandelijkse termijnen van € 200,00 te betalen.
Ten aanzien van het beslag
De rechtbank zal de teruggave van de mobiele telefoon, Motorola, die aan verdachte toebehoort, gelasten omdat geen strafvorderlijk belang zich daartegen verzet.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 23, 24a, 24c, en 248e van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
 een gevangenisstraf voor de duur van
3 (drie) maanden;
 bepaalt dat deze gevangenisstraf,
niet ten uitvoerzal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van
drie jarenschuldig heeft maakt aan een strafbaar feit;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
en voorts
 legt op een geldboete van
€ 2000,00 (tweeduizend euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
30 (dertig) dagenhechtenis;
 bepaalt dat de geldboete mag worden voldaan in
10 (tien)maandelijkse termijnen van steeds
€ 200,00 (tweehonderd euro);
Ten aanzien van het beslag
 gelast de teruggave van de mobiele telefoon, Motorola aan verdachte;
Dit vonnis is gewezen door mr. C.J.M. van Apeldoorn (voorzitter), mr. W.L.F. Prisse en
mr. M.R. Backer, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.S. Verhagen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 5 oktober 2021.
mr. C.J.M. van Apeldoorn en mr. M.R. Backer zijn buiten staat dit vonnis te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant(en) van de politie Oost-Nederland, dienst Regionale Recherche, Afdeling Thematische Opsporing, Team Zeden, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600 2020528676 / 2020528660, gesloten op 30 december 2020 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 21 september 2021 en het proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer] , p. 46 e.v.
3.Het proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer] , p. 46 e.v.
4.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 21 september 2021.
5.Een schriftelijk bescheid, te weten het chatgesprek tussen verdachte en [slachtoffer] , p. 62 en 63.
6.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 21 september 2021.