Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
- zijn zoon [naam zoon] ;
- zijn zoon [naam zoon] ;
- zijn kleinzoon [naam minderjarige] (hierna: de rechthebbende).
4:193 lid 2 BW van rechtswege beneficiair aanvaard.
3.Het verzoek
[naam opvolgend bewindvoerder] tot opvolgend bewindvoerder te benoemen.
, omdat zij aanspraak maakt op een groter deel van de nalatenschap dan waar zij krachtens het testament recht op heeft. Verweerder behartigt de belangen van
in die procedure. Verweerder heeft een dubbele pet op door zowel
bij te staan tegen de erven als in zijn hoedanigheid van testamentair bewindvoerder op te treden. Daarbij heeft verweerder [naam vriendin] geholpen bij het leeghalen van de zakelijke rekening van erflater, het wegsluizen van inboedel en het weggeven en weggooien van alle persoonlijke bezittingen van erflater. Verweerder beschikt bovendien niet over de benodigde kennis en kunde om op te treden als testamentair bewindvoerder. Verweerder heeft aangegeven dat de rechthebbende niets krijgt, omdat de rechthebbende geen geld nodig heeft.
4.De beoordeling
heeft geholpen bij het opstellen van brieven met betrekking tot het geschil met de erfgenamen. De kantonrechter is van oordeel dat verweerder door [naam vriendin] bij te staan in ieder geval de schijn heeft gewekt het onder het testamentair bewind vallende erfdeel niet onafhankelijk en uitsluitend in het belang van de rechthebbende te beheren.
1:370 lid 9 BW bepaalt dat de kantonrechter te allen tijde ambtshalve de bewindvoerder kan ontslaan en door een ander kan vervangen.
5.De beslissing
13 september 1965 tot testamentair bewindvoerder over het minderjarigenbewind in de zin van artikel 1:253i BW, alsmede tot testamentair bewindvoerder over het testamentair bewind in de zin van Boek 4 BW, over het erfdeel dat de rechthebbende verkrijgt uit de nalatenschap van [naam erflater] ;