ECLI:NL:RBGEL:2021:5228

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
4 oktober 2021
Publicatiedatum
4 oktober 2021
Zaaknummer
05/228197-19
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling wegens seksueel binnendringen van een persoon met gebrekkige geestvermogens

Op 4 oktober 2021 heeft de Rechtbank Gelderland in Arnhem uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van het seksueel binnendringen van een persoon met een gebrekkige geestelijke ontwikkeling. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, die op 13 maart 2019 in Arnhem handelingen heeft gepleegd met het slachtoffer, wist dat deze niet in staat was haar wil kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden. Het slachtoffer, dat een verstandelijke beperking heeft, heeft herhaaldelijk aangegeven dat zij de handelingen niet wilde, maar de verdachte negeerde deze signalen. De rechtbank achtte de verklaring van het slachtoffer betrouwbaar, ondersteund door verklaringen van getuigen en bewijs uit het procesdossier. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals een meldplicht en een ambulante behandelverplichting. De rechtbank benadrukte de kwetsbare positie van het slachtoffer en het ernstige karakter van de gepleegde feiten, waarbij de verdachte misbruik heeft gemaakt van zijn positie.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/228197-19
Datum uitspraak : 4 oktober 20219
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1985 te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres 1] .
Raadsman: mr. J.G. Roethof, advocaat te Arnhem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 22 juni 2020 en 20 september 2021.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 13 maart 2019 te Arnhem, althans in Nederland,
met [slachtoffer] , van wie hij, verdachte, wist dat deze in staat van bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde,
dan wel aan een zodanige gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn/haar geestvermogens leed dat deze niet of onvolkomen in staat was zijn/haar wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden,
een of meer handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten
- het betasten en/of vastpakken en/of kneden van en/of bijten in de borst(en) en/of het betasten en/of strelen van de vagina en/of de billen van die [slachtoffer] en/of
- het brengen van zijn, verdachtes hoofd, tussen de borsten van die [slachtoffer] en/of
- het brengen/duwen van zijn, verdachtes penis en/of vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer] en/of
- het brengen/duwen van zijn, verdachtes penis tussen de billen en/of tegen de anus van die [slachtoffer] en/of
- het brengen/duwen van zijn, verdachtes penis in de mond van die [slachtoffer] en/of
- het brengen/duwen van zijn, verdachtes billen en/of anus op het hoofd/gezicht van die [slachtoffer] en/of
- het laten betasten/vastpakken van zijn, verdachtes penis door die [slachtoffer] en/of
- het laten brengen/duwen van sekspeeltjes en/of een pompje met glijmiddel en/of de vinger(s) en/of een hand/vuist in zijn, verdachtes anus door die [slachtoffer] ;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 13 maart 2019 te Arnhem, althans in Nederland,
door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid,
[slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] ,
te weten
- het betasten en/of vastpakken en/of kneden van en/of bijten in de borst(en) en/of het betasten en/of strelen van de vagina en/of de billen van die [slachtoffer] en/of
- het brengen van zijn, verdachtes hoofd, tussen de borsten van die [slachtoffer] en/of
- het brengen/duwen van zijn, verdachtes penis en/of vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer] en/of
- het brengen/duwen van zijn, verdachtes penis tussen de billen en/of tegen de anus van die [slachtoffer] en/of
- het brengen/duwen van zijn, verdachtes penis in de mond van die [slachtoffer] en/of
- het brengen/duwen van zijn, verdachtes billen en/of anus op het hoofd/gezicht van die [slachtoffer] en/of
- het laten betasten/vastpakken van zijn, verdachtes penis door die [slachtoffer] en/of
- het laten brengen/duwen van sekspeeltjes en/of een pompje met glijmiddel en/of de vinger(s) en/of een hand/vuist in zijn, verdachtes anus door die [slachtoffer] ,
welk geweld en/of een andere feitelijkheid en/of welke bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, hierin heeft/hebben bestaan dat verdachte opzettelijk,
- de hand van die [slachtoffer] heeft vastgepakt en/of (vervolgens) op zijn, verdachtes penis heeft gelegd en/of
- de benen van die [slachtoffer] omhoog heeft getrokken en/of tegen zijn, verdachtes schouders heeft gelegd en/of
- die [slachtoffer] in/op de bank heeft geduwd en/of
- op die [slachtoffer] is gaan liggen en/of op haar gezicht/hoofd is gaan zitten en/of
- die [slachtoffer] heeft medegedeeld dat hij veel (gevaarlijke) vrienden heeft en/of dat zij hem niets moest flikken, anders zou hij wel een paar mensen bellen die haar zouden pakken en/of dat hij pepperspray heeft en/of dat hij wel eens de hand van zijn vriendin heeft gebroken en/of
- misbruik/gebruik heeft gemaakt van zijn geestelijke overwicht over die [slachtoffer] en/of
- misbruik/gebruik heeft gemaakt van zijn fysieke overwicht over die [slachtoffer] en/of
- meerdere malen voorbij is gegaan aan het/de verbale en/of non-verbale verzet/weerstand van die [slachtoffer] .
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair ten laste gelegde.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft integrale vrijspraak bepleit. Ten aanzien van het primair ten laste gelegde heeft de raadsman aangevoerd dat zijn cliënt niet wist en ook niet kon weten dat aangeefster aan een zodanige gebrekkige ontwikkeling van de geestesvermogens leed dat zij haar wil niet kon bepalen. Ten aanzien van het subsidiair ten laste gelegde heeft de raadsman aangevoerd dat de verklaring van aangeefster hieromtrent onbetrouwbaar is en niet wordt ondersteund door hetgeen uit het procesdossier blijkt.
Beoordeling door de rechtbank
De betrouwbaarheid van de verklaring van het slachtoffer
[slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] ) heeft tegen haar broer, haar begeleiders en de politie verteld wat er volgens haar is gebeurd. Daarbij heeft zij steeds consistent en gedetailleerd verklaard. Daarnaast wordt haar verklaring op belangrijke onderdelen ondersteund door overige stukken uit het procesdossier, waaronder de verklaring van verdachte zelf, de berichten die zij hebben uitgewisseld en de verklaring van de ex-vriendin van verdachte. De rechtbank acht de verklaring van [slachtoffer] dan ook betrouwbaar en zal deze bezigen voor het bewijs.
De bewijsmiddelen
1. De nacht van 12 op 13 maart 2019
[slachtoffer] heeft verklaard dat ze in de nacht van 12 op 13 maart 2019 seks heeft gehad met [verdachte] in zijn woning in Arnhem. Hij zat met zijn handen aan haar borsten en beet haar daar. [2] Hij zei: ‘Pak eens even mijn plasser’. Ze zei dat ze dat niet wilde. Toen pakte hij haar hand en wilde hij seks met haar hebben. Dat vond ze niet zo fijn. Hij kwam met speeltjes aanzetten, glijmiddel en zo. [3] Hij ging bovenaan bij haar plasser en toen ging hij met de piemel erin. Ze zei: ‘Ik wil niet’, maar het moest. [4] Zijn piemel was in haar vagina. Ondertussen zat hij met zijn hoofd tussen haar borsten. [5] Hij raakte haar borsten en haar plasser aan. [6] Hij ging aan haar zitten, aan de voor- en achterkant, inclusief haar borsten. Toen ging hij een beetje kneden. Ze zei dat het niet hoefde, maar hij deed het toch. [7] Ze moest met een pompje in zijn poepgat spuiten, een soort glijmiddel. Ze zei dat ze het niet leuk vond, omdat ze het niet wilde. Ze moest eerst met haar vingers en daarna haar hand in zijn poepgaatje. Dat heeft ze gedaan. [8] Ze vond het niet lekker, maar hij zei: ‘We gaan gewoon door’. [9] Hij ging met zijn piemel in haar poepgaatje, maar hij zei dat hij slap werd. [10] Hij ging op haar zitten. Hij duwde eerst zijn kont in haar gezicht. Hij zei: ‘Ga maar likken’, maar ze hield haar mond dicht. Toen draaide hij zich om en zijn plasser ging in haar mond. Hij zei dat ze niet moest zeuren. Toen ging hij eruit. [11]
De broer van [slachtoffer] heeft verklaard dat [slachtoffer] in de ochtend van 13 maart 2019 tegen hem vertelde dat ze met een man in de auto was meegegaan naar Arnhem en dat ze daar dingen met hem moest doen die ze niet durfde. Ze vertelde dat ze dat ding van die man in haar mond moest doen. [12]
[getuige] heeft verklaard dat [slachtoffer] haar vertelde dat ze met haar hand aan de plasser van [verdachte] moest zitten en dat hij vervolgens ook met dat ding in haar mond moest. [13]
Uit onderzoek aan de telefoon van [slachtoffer] bleek dat verdachte na de nacht van 12 op 13 maart 2019 meerdere malen contact met haar heeft gezocht. Daarbij gebruikte hij het telefoonnummer [telefoonnummer] . [14] Verdachte heeft met dit nummer het volgende spraakbericht naar [slachtoffer] gestuurd: [15]
-
Het is eigenlijk iets wat ik met jou wil doen aangezien je zo’n rete geil wijf bent en jij doet mij ook fiste en vingeren. [16]
Daarnaast heeft verdachte op 15 maart 2019 om 17:34:34 uur het volgende WhatsApp-bericht aan haar verstuurd:
Je hebt mijn kont heerlijk, gevingerd en geneukt met je vuist! Met die dildo heb je ook heerlijk mijn kont geneukt! [17]
Verdachte heeft verklaard dat [slachtoffer] hem heeft afgetrokken en gepijpt. [18] Hij is heel iets in haar geweest. [19] Het kan zijn dat ze met haar vingers in zijn achterste is gegaan. [20] Ook haar hand is in zijn anus geweest. Het kan misschien zijn dat zijn piemel tegen haar poepgaatje is geweest. [21] Het grootste gedeelte van de tenlastegelegde handelingen klopt. Hij heeft de in het procesdossier opgenomen spraak- en WhatsApp-berichten naar [slachtoffer] gestuurd. [22]
2. De (gebrekkige) ontwikkeling van [slachtoffer]
Uit het onderzoeksverslag van Careander blijkt dat [slachtoffer] een verstandelijke beperking heeft die is ontstaan door een hersenbloeding. Ze heeft een totaal IQ van 49, met een verbaal IQ van 48 en een performaal IQ van 52. Ze kan zich maar net zelfstandig redden en heeft veel aansturing en controle van begeleiding nodig. Ze heeft een ontwikkelingsleeftijd van 3,5 tot 8,2 jaar oud. In de communicatie is ze zeer zwak, zowel bij het uiten als begrijpen. Dit heeft direct zijn weerslag op de interpersoonlijke relaties. Emotioneel functioneert ze op het niveau van een peuter/kleuter. Haar weerbaarheid is gering. [23] Ze overziet de gevolgen van haar daden niet. Haar geweten is nog niet verinnerlijkt, dus ze heeft grenzen van buitenaf nodig. [24]
De broer van [slachtoffer] heeft verklaard dat ze woont bij Careander, een woonvoorziening voor verstandelijk beperkte personen. [25] Als ze iemand niet kent, vindt ze het lastig om nee te zeggen. Als je haar meemaakt, merk je meteen dat ze een beperking heeft. Haar motoriek en haar manier van doen zijn anders. Je ziet het eigenlijk in alles aan haar. Als je haar vragen stelt, merk je aan haar manier van praten en reageren meteen dat ze verstandelijk beperkt is. Ook aan haar WhatsApp-berichten merk je dat ze duidelijk een achterstand heeft. Ze schrijft op een kinderlijke manier en maakt erg veel fouten. [26]
[getuige] is als orthopedagoog verbonden aan de locatie waar [slachtoffer] woont. Volgens haar komt bij [slachtoffer] heel duidelijk naar voren dat ze een hechtingsstoornis heeft. Ze kan moeilijk haar grenzen aangeven. Als [slachtoffer] iets niet prettig vindt, zal ze dit zeggen, maar als het geen effect heeft, dan laat ze het wel gebeuren. [27] [getuige] vindt dat je aan [slachtoffer] kunt zien dat ze beperkt is. Dat komt door haar gezicht en haar manier van kijken. Je hoort het absoluut aan haar manier van praten. Ze kent weinig woorden en begrijpt je niet snel. [28]
[slachtoffer] heeft zelf verklaard dat ze tegen [verdachte] heeft verteld dat ze een hersenbeschadiging had. Hij zei dat dit niet uitmaakte. Dat was vóór ze met hem is meegegaan. [29]
Verdachte heeft de volgende spraakberichten naar [slachtoffer] gestuurd: [30]
-
Weet je met die domme trekjes allemaal wegkijken met die kop, jankwijf! Het was niet voor niks dat ik niet wou zoenen! Ik ga niet een wijf zoenen met speeksel half tussen de lippen hangt joh! Vies wijf! Die niet voor niks in zo?n vies verzorgingstehuis woont! [31]
-
Ik hoef niks van een mokkel dat zo zielig is als jij te maken te hebben meisje, ik hoef jou niet in mijn leven, je bent geen toegevoegde waarde, je bent een of ander low live wife, met allerlei beperkingen, waar ik geen flikker aan heb. [32]
Verdachte heeft verklaard dat hij via Badoo met [slachtoffer] heeft gesproken. In het begin had hij zoiets van ‘Ze is niet honderd’, dat merk je als je met haar praat, maar hij wilde gewoon neuken. Hij kon haar niet zoenen, daarvoor vond hij haar te vies. [33] Hij heeft wel gemerkt dat ze beperkt is. [34]
Het oordeel van de rechtbank
Op basis van de hiervoor genoemde bewijsmiddelen kan worden vastgesteld dat de in de tenlastelegging genoemde seksuele handelingen tussen verdachte en [slachtoffer] hebben plaatsgevonden.
Uit het onderzoeksverslag van Careander, de verklaringen van [getuige] en de broer van [slachtoffer] blijkt duidelijk de gebrekkige ontwikkeling van [slachtoffer] . Ze heeft niet alleen een verstandelijke beperking, maar ook een hechtingsstoornis. Ze kan sommige dingen zelf, maar heeft intensieve begeleiding nodig in het dagelijks leven. Op emotioneel gebied functioneert ze op het niveau van een peuter/kleuter. Ze overziet de gevolgen van haar handelen niet en is niet in staat zichzelf te begrenzen. Ze vindt het moeilijk om haar grenzen aan te geven.
Uit haar verklaring blijkt dat [slachtoffer] meerdere keren heeft aangegeven dat ze het niet fijn vond wat er gebeurde en verschillende handelingen niet wilde uitvoeren, maar als verdachte aanhoudt, geeft ze zich toch gewonnen en doet ze wat haar wordt gevraagd. Uit bovenstaande blijkt naar het oordeel van de rechtbank dat [slachtoffer] niet of onvolkomen in staat is haar seksuele wil te bepalen en/of weerstand te bieden tegen verdachte.
Uit de verklaringen van [getuige] en de broer van [slachtoffer] blijkt dat meteen aan [slachtoffer] te merken is dat ze beperkt is. Dit is merkbaar aan alles: haar uiterlijk, haar manier van doen en de manier waarop ze communiceert. Ook heeft [slachtoffer] van tevoren tegen verdachte gezegd dat ze een hersenbeschadiging heeft. Verdachte heeft bevestigd dat hij aan haar merkte dat ze beperkt is. De rechtbank is dan ook van oordeel dat verdachte wist van de gebrekkige ontwikkeling van [slachtoffer] .
Uit het feit dat [slachtoffer] meerdere malen heeft gezegd dat ze bepaalde dingen niet wilde en/of niet fijn vond, maar telkens toch doorging, blijkt dat voor verdachte duidelijk moet zijn geweest dat ze geen weerstand kon bieden. De verklaring van verdachte bevestigt dit: het was voor hem duidelijk dat ze – in zijn woorden – ‘niet helemaal 100’ was, maar hij wilde gewoon neuken. Voor de rechtbank staat daarmee vast dat verdachte niet alleen wist van haar gebrekkige ontwikkeling, maar ook dat zij niet in staat was haar seksuele wil te bepalen en/of weerstand te bieden.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair ten laste gelegde, zoals hieronder bewezenverklaard.
Het verweer van de verdediging dat verdachte zelf ook verstandelijk beperkt is, waardoor hij niet kon weten dat zij beperkt was, dan wel dat zij zodanig beperkt was dat ze daardoor niet in staat was haar seksuele wil te bepalen, volgt de rechtbank niet. Uit de PJ-rapportage van psychiater Kemperman blijkt dat verdachte een IQ van rond de 66 heeft. Verdachte heeft echter regulier onderwijs gevolgd. Hij woont zelfstandig en heeft geen begeleiding. Hij heeft een baan en is in het bezit van een rijbewijs. [slachtoffer] daarentegen is op alle vlakken hulpbehoevend en kwetsbaar. Daarnaast blijkt uit de over verdachte opgemaakte rapporten en adviezen niet dat eventuele stoornissen of andere kenmerken van verdachte invloed hebben gehad op het handelen en inzicht van verdachte. Gelet op het voorgaande is de rechtbank dan ook voor oordeel dat verdachte in staat is zelfstandig beslissingen te nemen en zich dus ook in voldoende mate een oordeel heeft kunnen vormen over de geestesgesteldheid van [slachtoffer] . Gelet hierop zal de rechtbank dit verweer daarom verwerpen.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op of omstreeks 13 maart 2019 te Arnhem,
althans in Nederland,
met [slachtoffer] , van wie hij, verdachte, wist dat deze
in staat van bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde,
dan welaan een zodanige gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van
zijn/haar geestvermogens leed dat deze niet of onvolkomen in staat was
zijn/haar wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden,
een of meerhandelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten
- het betasten en/of vastpakken en/of kneden van en/of bijten in de borst(en) en
/ofhet betasten en/of strelen van de vagina en
/ofde billen van die [slachtoffer] en
/of
- het brengen van zijn, verdachtes hoofd, tussen de borsten van die [slachtoffer] en
/of
- het brengen/duwen van zijn, verdachtes penis en/of vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer] en
/of
- het brengen/duwen van zijn, verdachtes penis tussen de billen en
/oftegen de anus van die [slachtoffer] en
/of
- het brengen/duwen van zijn, verdachtes penis in de mond van die [slachtoffer] en
/of
- het brengen/duwen van zijn, verdachtes billen en/of anus op het hoofd/gezicht van die [slachtoffer] en
/of
- het laten betasten/vastpakken van zijn, verdachtes penis door die [slachtoffer] en
/of
- het laten brengen/duwen van sekspeeltjes en/of een pompje met glijmiddel en
/ofde vinger(s) en
/ofeen hand/vuist in zijn, verdachtes anus door die [slachtoffer] .
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1 primair:
met iemand van wie hij weet dat zij aan een zodanige gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van haar geestvermogens lijdt dat zij niet of onvolkomen in staat is haar wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden, handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van achttien maanden, met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr), waarvan tien maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren en als bijzondere voorwaarden de meldplicht en een ambulante behandelverplichting. De officier van justitie heeft daarbij aangegeven dat ambulante behandeling de voorkeur geniet boven oplegging van een tbs-maatregel.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft niets aangevoerd omtrent de oplegging van straf en/of maatregel.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
De ernst van het feit
Verdachte heeft misbruik gemaakt van [slachtoffer] , een ernstig beperkte en kwetsbare vrouw, van wie hij wist dat zij haar seksuele wil niet kon bepalen en geen weerstand kon bieden aan verdachte. Er hebben gedurende de bewuste avond verschillende vergaande seksuele handelingen plaatsgevonden, zonder dat [slachtoffer] dit wilde. [slachtoffer] heeft dit ook meerdere keren aan verdachte kenbaar gemaakt, maar zoals hij zelf heeft verklaard, wilde hij gewoon neuken. Toen verdachte [slachtoffer] zat was, heeft hij haar zonder blikken of blozen midden in de nacht zijn huis uit gezet en haar aan haar lot overgelaten. Vervolgens heeft hij toch weer contact met haar gezocht om uiteindelijk op een uitermate respectloze en kwetsende wijze een punt achter het contact te zetten. Uit de verklaring van [slachtoffer] en haar begeleiders blijkt dat dit alles een grote impact op haar heeft gehad. Ze had niet alleen pijn en verdriet door wat verdachte allemaal met haar heeft gedaan en tegen haar heeft gezegd, maar ze is ook ontzettend bang dat ze verdachte tegenkomt en dat ze dan weer met hem mee moet. De rechtbank neemt het verdachte zeer kwalijk dat hij op geen enkele wijze rekening heeft gehouden met de kwetsbare positie waarin [slachtoffer] zich bevond en zich ook na de seksuele handelingen op de bewuste avond in het geheel niet om haar heeft bekommerd., maar enkel bezig was met het botvieren van zijn eigen seksuele lusten.
De persoonlijke omstandigheden van verdachte
De rechtbank constateert op basis van het strafblad van verdachte dat hij in de afgelopen vijf jaar niet is veroordeeld wegens het plegen van soortgelijke feiten. In het voordeel van verdachte houdt de rechtbank rekening met artikel 63 Sr, gelet op de strafbeschikking die hem op 8 december 2020 is opgelegd.
Reclassering Nederland heeft op 1 mei 2020 een advies uitgebracht over verdachte. De reclassering rapporteert dat er bij bewezenverklaring van onderhavig feit sprake is van een delictpatroon ten aanzien van zedendelicten, hoewel er niet kan worden gesproken van een patroon in tijd. Bij schuldigverklaring is er een hoog risico op seksuele en/of gewelddadige recidive. Er zijn geen factoren naar voren gekomen die reclasseringsinterventie behoeven. Ook waren er geen aanwijzingen voor disfunctioneren op psychosociaal gebied. Mocht verdachte schuldig worden bevonden, dan is sprake van een procriminele houding, aangezien verdachte bewust niet de waarheid heeft verteld en geen verantwoordelijkheid neemt voor het gepleegde delict en de gevolgen daarvan voor [slachtoffer] . De reclassering adviseert een straf zonder bijzondere voorwaarden. Een aantal van de factoren die het recidiverisico beïnvloeden, zoals het feit dat verdachte bewust vrijgezel is, zijn onveranderbaar en kunnen niet door interventie of toezicht worden beïnvloed. Daarnaast ziet de reclassering door de ontkenning van verdachte, de zeer beperkte informatieverschaffing over zijn omstandigheden en het ontbreken van responsiviteit geen mogelijkheden om met interventies of toezicht de risico’s te beperken of zijn gedrag te veranderen.
In haar advies van 1 september 2021 heeft Reclassering Nederland bovenstaande aangevuld. De responsiviteit van verdachte voor reclasseringstoezicht of een (zeden)behandeling is onveranderd gebleven. Verdachte zal hier pas aan meewerken wanneer dit onoverkomelijk is. Dit is een zorgelijke combinatie met het geconstateerde hoge risico op seksuele en/of gewelddadige recidive. Een (zeden)behandeling zou bij bewezenverklaring namelijk zeker geïndiceerd zijn, maar is door bovenstaand in een ambulant kader, als bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijke veroordeling niet uitvoerbaar. Een stringenter kader, zoals de door de psychiater geadviseerde terbeschikkingstelling (hierna: tbs) met voorwaarden, is noodzakelijk. Indien de rechtbank hier niet toe overgaat, blijft de reclassering bij haar advies van een straf zonder bijzondere voorwaarden.
GZ-psycholoog Van der Velden heeft op 16 oktober 2020 een rapportage opgemaakt over verdachte. Zij concludeert dat verdachte een licht verstandelijk beperkte man is met persoonlijkheidsproblematiek met narcistische en antisociale trekken. Hiervan was ook sprake ten tijde van het plegen van het ten laste gelegde. Een verband tussen diagnose en delict is nauwelijks te achterhalen, nu verdachte ontkent en beperkt open en meewerkend is geweest. Er is sprake van een hoog recidiverisico op seksueel delictgedrag. De structurele problematiek weegt hierbij mee: verdachte is een cognitief verstandelijk beperkte man met persoonlijkheidsproblematiek die drugs gebruikt, zonder zicht op zijn eigen problematiek of ondersteuningsnoodzaak. Zijn zelfbepalende gedrag is hardnekkig en zijn beïnvloedingsmogelijkheden zijn beperkt. Er zijn een aantal beschermende factoren. Verdachte heeft een woning, zegt te zijn gestopt met het gebruik van verdovende middelen, heeft vrijwillig schuldhulpverlening en een jobcoach van het UWV aangevraagd en hij heeft levensdoelen.
Indien het ten laste gelegde bewezen wordt, is sprake van een zorgelijk beeld: seksueel recidive bij een ontwikkeling in ernst van seksueel delictgedrag van hands-off naar hands-on. Om het seksueel recidiverisico te verminderen bij deze ontwikkeling in ernst van delictgedrag is er een diagnostiek, ondersteunings- en behandelnoodzaak. Meest wenselijk en passend zou een klinische opname in een setting voor mensen met een cognitief verstandelijk beperkt niveau (bijvoorbeeld Hoeve Boschoord Trajectum) zijn ten behoeve van nadere (seksuele, verslavings- en persoonlijkheidsstoornis) diagnostiek en meer zicht op problematiek, ondersteunings- en/of behandelmogelijkheden en het optuigen van risicomanagement.
Indien het ten laste gelegde wordt bewezen, lijkt vanuit gedragskundig oogpunt tbs met dwangverpleging het meest aangewezen. Dit gedwongen kader geeft de mogelijkheid om nadere (seksuele, verslavings- en persoonlijkheidsstoornis) diagnostiek uit te voeren, zodat er meer zicht komt op problematiek, ondersteunings- en/of behandelmogelijkheden en het optuigen van risicomanagement. En wordt dan de mogelijkheid gecreëerd om in praktijk (van een klinische opname) te kijken wat nodig is om het hoge recidiverisico daadwerkelijk te verminderen. De verwachting is dat langdurig toezicht is aangewezen om een wenselijke gedragsverandering in te laten slijten. Hoewel een tbs met voorwaarden denkbaar zou kunnen zijn gezien het feit dat een beveiligingsniveau (wel enige controle; zestien jaar geen zedendelict) van een FPC wellicht niet noodzakelijk is, bestaat hierbij een kans dat hij zich door zijn ontkenning, problematiek en motivatietekort niet aan voorwaarden houdt en alsnog een omzetting naar tbs met dwangverpleging moet plaatsvinden.
Psychiater C.J.F. Kemperman heeft op 27 mei 2021 eveneens een rapportage over verdachte uitgebracht. Hij constateert dat bij verdachte vermoedelijk een licht verstandelijke handicap bestaat, getuige een IQ van 66 en diverse sociaalmaatschappelijke disfuncties met nu bewindvoering. Daarnaast bestaan er in de persoonlijkheidsstructuur narcistische en antisociale trekken. Hij is van jongs af aan bekend met een lichte autismespectrumstoornis en ADHD. Deze problematiek bestond ook ten tijde van het ten laste gelegde, maar er kan niet worden vastgesteld of deze problematiek zijn handelen op dat moment beïnvloedde, aangezien verdachte ontkent en er niet over eventuele grensoverschrijding ten aanzien van het ten laste gelegde kan worden gepraat. De risicotaxatie laat een hoog recidiverisico zien, maar anderzijds dient ook opgemerkt te worden dat betrokkene meer dan tien jaar niet in aanraking is gekomen met justitie, zijn drugsgebruik en swingcontacten heeft gestaakt, door bewindvoering financieel in rustiger vaarwater is gekomen. Met name uitgaand van het verleden kan het recidiverisico vermoedelijk beter als ‘matig’ worden ingeschat. Beschermende factoren zijn het feit dat verdachte enig inzicht heeft in zijn functioneren en goede voornemens en plannen heeft, waarbij het natuurlijk de vraag is in hoeverre deze waar kunnen worden gemaakt. Verdachte heeft huisvesting in een goede buurt en is gericht op een toekomst met werk.
Bij een bewezenverklaring acht de rapporteur het van belang dat er een ambulante behandeling plaatsvindt, gelet op het als matig ingeschatte recidiverisico. Een forensische polikliniek zou een dergelijke behandeling voor zedendelinquenten kunnen aanbieden. Het kader van een bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijk strafdeel is een gepasseerd station, aangezien de reclassering rapporteert dat zij hiervoor geen mogelijkheden ziet. Geadviseerd wordt dan ook
om onderzoek te doen naar het opleggen van een maatregel, waarbij het de voorkeur heeft om tbs met voorwaarden te koppelen aan een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel.
Conclusie
De rechtbank is van oordeel dat, gelet op de ernst van het feit en hetgeen in vergelijkbare gevallen pleegt te worden opgelegd, een gevangenisstraf passend en geboden is.
Evenals de officier van justitie, en in het licht van het advies van de psychiater, overweegt de rechtbank dat een tbs-maatregel niet aan de orde is. De psychiater adviseert bij een bewezenverklaring een ambulante behandeling voor zedendelinquenten, gelet op het als matig ingeschatte recidiverisico. Een forensische polikliniek zou een dergelijke behandeling kunnen aanbieden, aldus de psychiater. De rechtbank volgt dit advies en acht het van belang dat verdachte wordt behandeld voor zijn persoonlijkheidsproblematiek. Daarbij is van belang dat verdachte sinds de bewezenverklaarde feiten geen relevante strafbare feiten heeft begaan, verdachte accepteert wat hem door de rechtbank zal worden opgelegd en hij desgevraagd heeft aangegeven alsnog aan een ambulante behandeling te willen meewerken, zoals de officier van justitie ook ter zitting memoreert. Daarom zal alsnog een deel van de gevangenisstraf in voorwaardelijke zin worden opgelegd en zal de rechtbank hierbij bijzondere voorwaarden opleggen, te weten een meldplicht en een ambulante behandelverplichting.
De rechtbank zal verdachte veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 Sr, waarvan tien maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren en als bijzondere voorwaarden een meldplicht en een ambulante behandelverplichting.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 63 en 243 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een gevangenisstraf voor de duur van achttien maanden;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten tien maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van drie jaren niet heeft gehouden aan de volgende voorwaarden:
  • stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
  • stelt als bijzondere voorwaarden dat:
- verdachte zich uiterlijk binnen vijf dagen na het onherroepelijk worden van dit vonnis zal melden bij Reclassering Nederland, [adres 2] , en zich gedurende de proeftijd zal blijven melden bij deze instelling, zo vaak en zolang de instelling dat noodzakelijk acht;
- verdachte zich gedurende de proeftijd, of zoveel korter als de reclassering noodzakelijk acht, onder behandeling zal stellen van een forensische zorginstelling, zulks te bepalen door de reclassering, om zich te laten behandelen voor zijn persoonlijkheidsproblematiek en/of een behandeling voor zedendelinquenten zal ondergaan en zich daarbij zal houden aan de aanwijzingen die in dat kader worden gegeven;
 stelt als overige voorwaarden dat:
  • verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
  • verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen;
 geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van deze bijzondere voorwaarden en tot begeleiding van verdachte ten behoeve daarvan.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y. van Wezel (voorzitter), mr. Y.H.M. Marijs en mr. F.E. Venema, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.M. Aalbers, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 4 oktober 2021.
De jongste rechter en de griffier zijn buiten staat het vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant] van de politie Oost-Nederland, dienst regionale recherche, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2019112531, gesloten op 8 augustus 2019 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van bevindingen informatief gesprek zeden, p. 29 en proces-verbaal van uitwerking studioverhoor, p. 70.
3.Proces-verbaal van uitwerking studioverhoor, p. 58.
4.Proces-verbaal van uitwerking studioverhoor, p. 58.
5.Proces-verbaal van uitwerking studioverhoor, p. 64.
6.Proces-verbaal van uitwerking studioverhoor, p. 60.
7.Proces-verbaal van uitwerking studioverhoor, p. 61.
8.Proces-verbaal van uitwerking studioverhoor, p. 65.
9.Proces-verbaal van uitwerking studioverhoor, p. 66.
10.Proces-verbaal van uitwerking studioverhoor, p. 65.
11.Proces-verbaal van uitwerking studioverhoor, p. 66.
12.Proces-verbaal van bevindingen, p. 26.
13.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] , p. 73.
14.Proces-verbaal van bevindingen, p. 209.
15.Proces-verbaal van bevindingen, p. 97.
16.Proces-verbaal van bevindingen, p. 100.
17.Een schriftelijk stuk, te weten een overzicht van de WhatsApp-gesprekken die op de telefoon van [slachtoffer] zijn aangetroffen, p. 108.
18.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 222-223.
19.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 224.
20.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 229.
21.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 233.
22.Verklaring van de verdachte op de terechtzitting van 20 september 2021.
23.Een schriftelijk stuk, te weten een onderzoeksverslag van Careander, p. 44-45.
24.Een schriftelijk stuk, te weten een onderzoeksverslag van Careander, p. 42.
25.Proces-verbaal van aangifte van [aangever] namens [slachtoffer] , p. 33.
26.Proces-verbaal van aangifte van [aangever] namens [slachtoffer] , p. 35.
27.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] , p. 71-72.
28.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] , p. 74.
29.Proces-verbaal van uitwerking studioverhoor, p. 68.
30.Proces-verbaal van bevindingen, p. 97.
31.Proces-verbaal van bevindingen, p. 99.
32.Proces-verbaal van bevindingen, p. 100.
33.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 220-221.
34.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 233.