ECLI:NL:RBGEL:2021:5227

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
4 oktober 2021
Publicatiedatum
4 oktober 2021
Zaaknummer
05/061604-20 en 05/041487-20 (ttz. gev.)
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling wegens ontucht met minderjarige en diefstal met valse sleutel

Op 4 oktober 2021 heeft de Rechtbank Gelderland in Arnhem uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan ontuchtige handelingen met een minderjarige en diefstal met een valse sleutel. De verdachte, geboren in 2000, werd beschuldigd van het plegen van ontucht met een slachtoffer, geboren in 2004, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt. De tenlastelegging omvatte onder andere het seksueel binnendringen van het lichaam van het slachtoffer en het laten maken van naaktfoto's door het slachtoffer, waarvoor hij geld zou ontvangen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op verschillende momenten ontuchtige handelingen heeft gepleegd en dat hij misbruik heeft gemaakt van het vertrouwen van het slachtoffer. Daarnaast werd de verdachte ook beschuldigd van diefstal van geld uit een kast, waarbij hij gebruik maakte van een valse sleutel.

De rechtbank heeft de verklaringen van het slachtoffer als betrouwbaar beoordeeld, ondanks dat deze aanvankelijk inconsistent leken. De rechtbank heeft ook de WhatsApp-berichten tussen de verdachte en het slachtoffer als bewijs gebruikt. De verdachte ontkende de beschuldigingen, maar de rechtbank oordeelde dat zijn verklaringen ongeloofwaardig waren. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zestien maanden, waarvan acht maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar en bijzondere voorwaarden, waaronder een meldplicht en een contactverbod met het slachtoffer. De rechtbank heeft ook de in beslag genomen telefoon van de verdachte verbeurd verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummers: 05/061604-20 en 05/041487-20 (ttz. gev.)
Datum uitspraak : 4 oktober 2021
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag 1] 2000 te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres 1] .
Raadsvrouw: mr. R.J.T. Leijzer, advocaat te Zutphen.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 8 januari 2021 en 20 september 2021.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Parketnummer 05/061604-20
1.
hij op of omstreeks 22 december 2019 te Dieren,
met [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedag 2] 2004, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt,
buiten echt,
een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , te weten
- het brengen van zijn, verdachtes, penis en/of vinger(s) in de anus van die [slachtoffer 1] en/of
- het brengen van zijn, verdachtes, penis en/of tong in de mond van die [slachtoffer 1] en/of
- het door die [slachtoffer 1] laten vasthouden en/of aftrekken van zijn, verdachtes, penis en/of
- het leggen van zijn, verdachtes, hand op de penis van die [slachtoffer 1] ;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 6 december 2019 tot en met 22 december 2019 te Dieren,
(telkens) door giften en/of beloften van geld en/of goed, misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of misleiding, te weten
door het, zich voordoende als een persoon, genaamd ‘ [nepnaam verdachte] ’, opdrachten te versturen en/of geld in het vooruitzicht stellen,
[slachtoffer 1] , geboren op [geboortedag 2] 2004, die de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen en/of van hem, verdachte, te dulden,
hebbende hij, verdachte, (als/uit naam van ‘ [nepnaam verdachte] ’) die [slachtoffer 1] , opdrachten (met geldelijke vergoeding in het vooruitzicht), inhoudende het verrichten van seksuele/ontuchtige handelingen bij/met hem, verdachte, laten uitvoeren/verrichten,
bestaande die ontuchtige handelingen uit het
-in de anus en mond van die [slachtoffer 1] brengen van zijn, verdachtes, penis en/of vinger en/of
-in de mond van die [slachtoffer 1] brengen van zijn, verdachtes, penis en/of tong en/of -het door die [slachtoffer 1] laten vasthouden en/of aftrekken van zijn, verdachtes, penis en/of
- het leggen van zijn, verdachtes, hand op de penis van die [slachtoffer 1] ;
2.
hij op of omstreeks 6 december 2019 te Dieren,
met [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedag 2] 2004, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt,
buiten echt,
een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten
- het door die [slachtoffer 1] laten maken van één of meerdere naaktfoto(’s) van diens eigen lichaam en deze naar hem, verdachte, te laten sturen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 6 december 2019 te Dieren,
door giften en/of beloften van geld en/of goed, misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of misleiding, te weten door het, zich voordoende als een persoon, genaamd ‘ [nepnaam verdachte] ’, opdrachten te versturen en/of geld in het vooruitzicht te stellen,
[slachtoffer 1] , geboren op [geboortedag 2] 2004, die de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen en/of van hem, verdachte, te dulden, hebbende hij, verdachte,
- ( als ‘ [nepnaam verdachte] ’) die [slachtoffer 1] , tegen een geldelijke beloning, één of meerdere naaktfoto(’s) van diens eigen lichaam laten maken en deze (vervolgens) naar hem, verdachte, en/of ‘ [nepnaam verdachte] ’ laten sturen.
Parketnummer 05/041487-20
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 19 september 2019 tot en met 23 september 2019
te Eerbeek, althans in de gemeente Brummen
een hoeveelheid geld, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 2] , (telkens) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat weg te nemen geld onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of een valse sleutel (door onbevoegd gebruik te maken van een kluissleutel).

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het in de zaak met parketnummer 05/061604-20 onder 1 primair en 2 primair en het in de zaak met parketnummer 05/041487-20 tenlastegelegde.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft integrale vrijspraak bepleit. Ten aanzien van de ten laste gelegde zedendelicten valt niet uit te sluiten dat [nepnaam verdachte] echt bestaat en dat hij verantwoordelijk is voor deze feiten. Daarnaast is de verklaring van het slachtoffer niet consistent en vindt deze geen steun in de rest van het procesdossier. Ten aanzien van de diefstal heeft verdachte bekend dat hij op 23 september 2019 de kast heeft open gemaakt, maar dat wil nog niet zeggen dat hij ook degene is geweest die op 19 september 2019 het geld heeft weggenomen. De aangifte ziet alleen op 19 september 2019.
Beoordeling door de rechtbank
1. Parketnummer 05/061604-20 [1]
De betrouwbaarheid van de verklaring van [slachtoffer 1]
(hierna: [slachtoffer 1] ) heeft in eerste instantie tegen zijn moeder verteld dat hij [verdachte] had gezoend en gepijpt. Ongeveer een week later vertelde hij haar ook dat [verdachte] met zijn penis een klein stukje in de anus van [slachtoffer 1] was gegaan. [slachtoffer 1] zou hier € 100.000,- voor krijgen. Hij vertelde haar ook dat hij een naaktfoto van zichzelf heeft verstuurd. Hiervoor zou € 50,- hebben gekregen van [verdachte] . Tijdens zijn getuigenverhoor heeft [slachtoffer 1] bevestigd wat hij eerder tegen zijn moeder had verteld en is hij uitgebreider ingegaan op wat er volgens hem is gebeurd.
De rechtbank is van oordeel dat het enkele feit dat [slachtoffer 1] pas later tegen zijn moeder heeft gezegd dat er ook anale penetratie heeft plaatsgevonden nog niet maakt dat zijn verklaring inconsistent is. [slachtoffer 1] is niet teruggekomen op wat hij eerder heeft verteld, maar heeft zijn verklaring aangevuld. De rechtbank merkt daarbij op dat slachtoffers van seksueel misbruik vaak kampen met gevoelens van schaamte. Daardoor kunnen zij het moeilijk vinden om te praten over wat er is gebeurd. Vanuit deze context bezien is het niet verwonderlijk dat [slachtoffer 1] niet meteen zijn volledige verhaal heeft verteld en de rechtbank zal hem dit ook niet tegenwerpen.
Dat verhaal wordt bovendien op belangrijke onderdelen ondersteund door de verschillende WhatApp-gesprekken zoals deze tussen [slachtoffer 1] en verdachte in de periode van 6 december 2019 tot en met 11 januari 2020 zijn gevoerd.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat de verklaring van [slachtoffer 1] betrouwbaar is en als bewijsmiddel kan worden gebruikt.
De bewijsmiddelen
De moeder van [slachtoffer 1] heeft verklaard dat [slachtoffer 1] , destijds vijftien jaar oud, seks heeft gehad met [verdachte] voor geld. Op 6 december 2019 heeft [slachtoffer 1] vijftig euro gekregen van [verdachte] voor het sturen van een naaktfoto. Op 22 december 2019 vertelde [slachtoffer 1] dat hij [verdachte] had gezoend en gepijpt. Later vertelde hij ook dat [verdachte] hem in zijn kontje wilde pakken. [2] Hij heeft geprobeerd de penis in zijn kont te doen, maar alleen de eikel was een klein stukje in de kont gegaan. [3]
[slachtoffer 1] is geboren op [geboortedag 2] 2004. [4] Op 22 december 2019 heeft [slachtoffer 1] in de slaapkamer van [verdachte] zijn hand op de piemel van [verdachte] gelegd en gewreven. Daarna hebben ze gezoend. [verdachte] deed ook mee met zoenen. [verdachte] stopte eerst een vinger en daarna zijn piemel in de kont van [slachtoffer 1] , maar het paste niet. Daarna moest [slachtoffer 1] [verdachte] pijpen. [5] [verdachte] is met zijn hand over de onderbroek van [slachtoffer 1] gegaan. [6] Ook moest [slachtoffer 1] in opdracht van een zekere [nepnaam verdachte] naaktfoto’s van zichzelf maken en aan [verdachte] sturen. [slachtoffer 1] heeft hem foto’s van zijn lichaam gestuurd, van de voorkant en de achterkant. [verdachte] zou hem daar vijftig euro voor geven. [7] [verdachte] wist dat [slachtoffer 1] veertien jaar oud was toen hij de foto’s stuurde en vijftien jaar oud was toen hij het echte deed. [8]
Uit de systemen van de politie blijkt dat het telefoonnummer [telefoonnummer] sinds 18 oktober 2019 is gekoppeld aan verdachte. Dit nummer staat in de telefoon van [slachtoffer 1] opgeslagen als ‘ [verdachte] ’. [9] De WhatsApp-gesprekken tussen verdachte en [slachtoffer 1] bevatten o.a. de volgende berichten:
- Op 6 december 2019 om 15:44 uur - [slachtoffer 1] :
Kom Jumbo geld brengen [10]
  • Op 6 december 2019 om 17:44 uur - [verdachte] :
  • Op 6 december 2019 om 17:44 uur - [slachtoffer 1] :
  • Op 6 december 2019 om 17:44 uur - [verdachte] :
- Op 6 december 2019 om 22:56 - [slachtoffer 1] :
Ik kan 150 euro verdienen als jij mij aftrekt en mij laat klaar komen op video
Op 6 december 2019 om 22:57 - [verdachte]
: Doe ff via snap en verwijder dit ff
  • Op 11 december 2019 om 17:39 - [verdachte] :
  • Op 11 december 2019 om 17:39 – [slachtoffer 1] :
- Op 22 december om 00:21 - [slachtoffer 1] :
Heb je geld op je bank gekregenOp 22 december om 00:21 - [verdachte] :
? Ja hoe weet je dat?Op 22 december om 00:22 - [slachtoffer 1] :
Hij snappte mijOp 22 december om 00:22 - [verdachte] :
Oh van hem bedoel jeOp 22 december om 00:22 - [verdachte] :
Jaa heb ikOp 22 december om 01:01 - [slachtoffer 1] :
100.000 euroOp 22 december om 01:01 - [verdachte] : ?
Op 22 december om 01:01 - [slachtoffer 1] :
Heb je gekregenOp 22 december om 01:02 - [verdachte] :
JahOp 22 december om 01:02 - [verdachte] :
Ja ? □ jij wilde stoppenOp 22 december om 01:03 - [slachtoffer 1] :
Ik verdien dat nóóitOp 22 december om 01:03 - [verdachte] :
Hij was van plan zo ver te gaan maar je wilde nietOp 22 december om 01:03 - [slachtoffer 1] :
Ik wil alleen met meisjes heb ik gezegdOp 22 december om 01:04 - [verdachte] :
Ja dat doet die ni kijk oik tis alles of nietsmoest ik ook accepteren heb heb er wel wat voor gekregen [13] Op 22 december 2019 om 01:30 - [slachtoffer 1] :
Kan je morgenOp 22 december 2019 om 01:31 - [verdachte] :
? Wat doen ik volg het niet
  • Op 22 december 2019 om 1:32 uur - [slachtoffer 1] :
  • Op 22 december 2019 om 1:33 uur - [verdachte] :
  • Op 22 december 2019 om 1:33 uur - [verdachte] :
  • Op 22 december 2019 om 1:33 uur - [slachtoffer 1] :
- Op 22 december 2019 om 13:51 - [slachtoffer 1] :
8 uur v'vOp 22 december 2019 om 14:00 - [verdachte] :
K wil ni haasten ehOp 22 december 2019 om 14:02 - [verdachte] :
K hou ni van haasten snapje niet binnen uurtje klaar zijnOp 22 december 2019 om 14:02 - [verdachte] :
En je moet van te voren doucheOp 22 december 2019 om 14:19 - [verdachte] :
Pff jezus jullie veranderen iedere x van plan kom doesburg dan nu kunnen we wel geheim plekje doenOp 22 december 2019 om 14:19 [slachtoffer 1] :
Kan nu niet heb verjaardagOp 22 december 2019 om 14:20 - [slachtoffer 1] :
MorgenOp 22 december 2019 om 14:20 - [verdachte] :
Jaa oke maar kan je wel met bus doesburg komen?Op 22 december 2019 om 14:20 - [slachtoffer 1] :
Bij jou thuisOp 22 december 2019 om 14:20 - [verdachte] :
Jaa jonge kijk ik moef me iedere keeraanpassen snapje ik heb ook gewoon een privé leven [15] Op 22 december 2019 om 18:44 uur - [verdachte] :
Maar kom ma na mij
- Op 22 december 2019 om 18:46 uur - [verdachte] :
Je moet 2 en half uuur blijven he [16]
  • Op 22 december 2019 om 18:47 - [slachtoffer 1] :
  • Op 22 december 2019 om 18:56 - [verdachte] :
  • Op 22 december 2019 om 19:00 - [verdachte]
  • Op 22 december 2019 om 19:09 - [slachtoffer 1] :
  • Op 22 december 2019 om 19:09 - [verdachte] :
  • Op 22 december 2019 om 21:16 - [verdachte] :
  • Op 25 december 2019 om 13:45 - [verdachte] :
  • Op 25 december 2019 om 13:46 - [slachtoffer 1] :
  • Op 25 december 2019 om 15:10 - [verdachte] :
  • Op 25 december 2019 om 15:46 - [slachtoffer 1] :
  • Op 11 januari 2020 om 20:51 - [verdachte] :
  • Op 11 januari 2020 om 20:51 - [verdachte] :
Verdachte is woonachtig in Dieren. [20] Hij heeft verklaard dat hij [slachtoffer 1] vijftig euro heeft gegeven. Verdachte en [slachtoffer 1] zijn met zijn tweeën op de kamer van verdachte geweest. [21]
Het oordeel van de rechtbank
Verdachte is volhardend in zijn ontkenning. Hij stelt dat hij geen ontuchtige handelingen heeft gepleegd. Als hem wordt gevraagd naar de WhatsApp-berichten, verklaart hij ten aanzien van de berichten op 6 december 2019 dat [slachtoffer 1] nog geld kreeg van het broertje van verdachte en dat verdachte hem dit geld heeft gegeven. Over de berichten op 22 december 2019 verklaart hij dat hij met de ouders van [slachtoffer 1] had afgesproken dat hij [slachtoffer 1] zou masseren wegens een voetbalblessure. [nepnaam verdachte] zou degene zijn die [slachtoffer 1] opdrachten gaf en hem daarvoor betaalde.
De rechtbank volgt verdachte niet in zijn verklaring, omdat de rechtbank deze verklaring ongeloofwaardig, inconsistent en tegenstrijdig acht. Uit de Whatsapp-berichten volgt dat verdachte gedurende de periode van 6 december 2019 tot en met 11 januari 2020 veelvuldig contact heeft gehad met [slachtoffer 1] . Er wordt in deze gesprekken onder meer gesproken over het uitvoeren van verschillende ontuchtige handelingen, met een voor [slachtoffer 1] geldelijke beloning in het vooruitzicht. Vooral de berichten op 22 december 2019 zijn op geen enkele andere manier uit te leggen dan dat verdachte en [slachtoffer 1] plannen maken om seks te hebben bij verdachte thuis en dat deze plannen ook daadwerkelijk zijn uitgevoerd. De verklaring van verdachte dat hij een massage zou geven aan [slachtoffer 1] blijkt op geen enkele wijze uit deze berichten en vindt daarnaast geen steun in de rest van het procesdossier.
Verder blijkt ook niet uit deze berichten, nog uit andere verklaringen in het dossier, dat [slachtoffer 1] geld kreeg van het broertje van verdachte en dat verdachte dit daarom aan [slachtoffer 1] moest geven.
De rechtbank is op basis van de hiervoor genoemde bewijsmiddelen dan ook van oordeel dat [slachtoffer 1] op 6 december 2019 – in opdracht van een zekere [nepnaam verdachte] – voor [verdachte] naaktfoto’s heeft gemaakt en hem opgestuurd. Verdachte heeft hem hier vijftig euro voor betaald, die [slachtoffer 1] van die [nepnaam verdachte] zou krijgen. Daarna heeft verdachte op 22 december 2019 zijn vinger en penis in de anus van [slachtoffer 1] heeft gebracht, zijn penis en tong in de mond van [slachtoffer 1] heeft gebracht, zijn hand op de penis van [slachtoffer 1] heeft gelegd en [slachtoffer 1] de penis van verdachte heeft laten vasthouden en/of aftrekken.
Verdachte heeft steeds verklaard dat de opdrachten moesten worden uitgevoerd door een persoon genaamd [nepnaam verdachte] . Zo deze persoon al bestaat, wat de rechtbank sterk betwijfelt op grond van onder andere een fake chat app en een fake chat die op de telefoon van verdachte zijn gevonden [22] , heeft dit naar het oordeel van de rechtbank geen invloed op de onder 1 en 2 primair ten laste gelegde feiten. Voornoemde ontuchtige handelingen hebben immers plaatsgevonden tussen [slachtoffer 1] en verdachte. De reden of de aanleiding daarvan doet niet ter zake, ook niet wanneer er van uit wordt gegaan dat verdachte en [nepnaam verdachte] een en dezelfde persoon zouden zijn. In dat verband wordt opgemerkt dat overigens op geen enkele wijze valt in te zien welk belang die onbekend gebleven [nepnaam verdachte] zou hebben om [slachtoffer 1] aan te zetten tot het maken van de naaktfoto’s en het verrichten van ontuchtige handelingen met of dulden van dergelijke handelingen door verdachte.
De rechtbank komt hiermee tot een bewezenverklaring van het in de zaak met parketnummer 05/061604-20 onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde.
2. Parketnummer 05/041487-20 [23]
De bewijsmiddelen
[aangever 1] heeft aangifte gedaan namens het bedrijf [slachtoffer 2] , gevestigd te Eerbeek. Op 19 september 2019 is er een biljet van vijftig euro weggenomen uit een inleglade die in een rode ladekast zat. Achter de inleglade lag een envelop, waarvan de inhoud, ongeveer 120 euro, ook is weggenomen. De lade was niet opengebroken. [24]
Verdachte heeft verklaard dat hij daar geld heeft gepakt. Het waren briefjes. Het kan kloppen dat er een biljet van vijftig euro en ongeveer 120 euro is weggenomen. Toen hij het geld pakte, zat de sleutel in de rode kast. Zo kon hij deze openmaken. [25] Hij heeft de rode kast op drie of vier verschillende momenten opengemaakt. [26]
De beoordeling door de rechtbank
Gelet op voornoemde bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat het verdachte moet zijn geweest die twee kasten heeft geopend met de bijbehorende sleutels en daaruit verschillende geldbedragen heeft gestolen. Dat uit de aangifte blijkt dat alleen op 19 september 2019 geld is gestolen, terwijl het dossier ook camerabeelden d.d. 23 september 2019 bevat waarop verdachte is te zien en hij op basis van die beelden verklaard geld te hebben weggenomen, doet daar niet aan af. Verdachte heeft bekend dat hij de rode kast op verschillende momenten heeft opengemaakt, hieruit geld heeft weggenomen en dat het kan kloppen dat dit 120 euro is geweest. De rechtbank komt daarmee tot een bewezenverklaring van onderhavig feit.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het in de zaak met parketnummer 05/061604-20 1 primair en 2 primair en het in de zaak met parketnummer 05/041487-20 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
Parketnummer 05/061604-20
1. primair
hij op
of omstreeks22 december 2019 te Dieren,
met [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedag 2] 2004, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt,
buiten echt,
een of meerontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , te weten
- het brengen van zijn, verdachtes, penis en
/ofvinger
(s)in de anus van die [slachtoffer 1] en
/of
- het brengen van zijn, verdachtes, penis en
/oftong in de mond van die [slachtoffer 1] en
/of
- het door die [slachtoffer 1] laten vasthouden en/of aftrekken van zijn, verdachtes, penis en
/of
- het leggen van zijn, verdachtes, hand op de penis van die [slachtoffer 1] ;
2. primair
hij op
of omstreeks6 december 2019 te Dieren,
met [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedag 2] 2004, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt,
buiten echt,
een of meerontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten
- het door die [slachtoffer 1] laten maken van
één ofmeerdere naaktfoto(’s) van diens eigen lichaam en deze naar hem, verdachte, te laten sturen.
Parketnummer 05/041487-20
hij op een of meer tijdstippen in
of omstreeksde periode van 19 september 2019 tot en met 23 september 2019
te Eerbeek,
althans in de gemeente Brummen
een hoeveelheid geld,
in elk geval enig goed,
diegeheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 2] , (telkens) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl verdachte
zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/ofdat weg te nemen geld onder zijn bereik heeft gebracht door middel van
braak en/of verbreking en/ofeen valse sleutel (door onbevoegd gebruik te maken van een kluissleutel).
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Parketnummer 05/061604-20, feit 1 primair:
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam.
Parketnummer 05/061604-20, feit 2 primair:
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen.
Parketnummer 05/041487-20:
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels.
5. De strafbaarheid van de feiten
De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zestien maanden met aftrek van voorarrest, waarvan acht maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren en de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering, te weten:
  • de meldplicht;
  • een ambulante behandelverplichting;
  • een contactverbod ten aanzien van [slachtoffer 1] ;
  • een verplichting om zich te onthouden van seksueel getinte communicatie met minderjarigen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf geen doel meer dient, gelet op het tijdsverloop en de positieve stappen die verdachte ondertussen heeft gemaakt. Verdachte heeft zich bereid verklaard tot het verrichten van een taakstraf, eventueel in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
De ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan ontuchtige handelingen, bestaande uit het seksueel binnendringen van het lichaam van [slachtoffer 1] , die destijds vijftien jaar oud was. Ook heeft [slachtoffer 1] – in opdracht van een zogenaamde [nepnaam verdachte] – naaktfoto’s van zichzelf gemaakt en aan verdachte gestuurd. Verdachte heeft misbruik gemaakt van het vertrouwen van [slachtoffer 1] , die dacht dat hij geld zou krijgen als hij mee zou werken. Verdachte heeft enkel gedacht aan het bevredigen van zijn eigen lust en lijkt totaal niet te hebben stilgestaan bij de gevolgen van zijn handelen voor [slachtoffer 1] . Dit neemt de rechtbank hem bijzonder kwalijk.
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan diefstal met een valse sleutel. Dit soort feiten zijn ergerlijk en zorgen voor overlast voor de slachtoffers. Ook hier heeft verdachte laten merken dat hij enkel geïnteresseerd is in zijn eigen gewin.
De persoon van de verdachte
Uit het strafblad van verdachte van 10 augustus 2021 blijkt dat hij niet eerder in aanraking is gekomen met politie of justitie voor soortgelijke feiten. In het voordeel van verdachte houdt de rechtbank rekening met artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr), nu aan verdachte na het plegen van onderhavige feiten meerdere strafbeschikkingen zijn opgelegd.
Uit het reclasseringsadvies dat Reclassering Nederland op 15 december 2020 heeft opgesteld, blijkt dat er niet kan worden gesproken van een delictpatroon ten aanzien van ontucht met minderjarigen. Uit onderzoek en contact met referenten blijkt volgens de reclassering wel dat er voldoende signalen zijn dat verdachte zich ophoudt met minderjarigen, waarin zich een patroon lijkt te ontwikkelen. Vrijwel alle referenten geven aan dat verdachte een patroon laat zien waarin hij liegt, bedriegt en daarbij alle schepen achter hem verbrandt. Er is problematiek op alle leefgebieden, met uitzondering van middelengebruik. Er zijn veel hulpverleners in beeld, maar verdachte komt regelmatig afspraken niet na, waardoor trajecten stil komen te liggen of worden afgebroken. Ondanks het feit dat de reclassering veel referenten heeft gesproken, zijn de zorgen van de reclassering omtrent de problematiek niet verminderd.
Op 21 mei 2021 is dit reclasseringsadvies aangevuld. De eerder beschreven zorgen zijn nog steeds aanwezig, maar de reclassering heeft vernomen dat verdachte goede stappen heeft gezet binnen de leefgebieden die destijds zorgwekkend waren: de relatie met zijn moeder, huisvesting, zijn relatie en zijn financiën. De reclassering merkt hierbij echter op dat deze positieve stappen prematuur van aard zijn. Zijn relatie met zijn partner wordt gezien als een beschermende factor. Bij een veroordeling acht de reclassering een onderzoek naar het psychosociaal functioneren van verdachte van belang. Hieraan heeft hij in een vrijwillig kader niet tot nauwelijks meegewerkt. De reclassering vindt het meewerken aan verplichte diagnostiek en eventueel aanvullende behandeling door een forensische polikliniek noodzakelijk. De risico’s op recidive en letselschade kunnen niet worden ingeschat. Het risico op onttrekking aan voorwaarden wordt ingeschat als laag-gemiddeld. De reclassering adviseert een (deels) voorwaardelijke straf met de volgende bijzondere voorwaarden:
  • de meldplicht;
  • een ambulante behandelverplichting;
  • een contactverbod ten aanzien van [slachtoffer 1] ;
  • een verplichting om zich te onthouden van seksueel getinte communicatie met minderjarigen.
GZ-psycholoog drs. M.A. Aalbers-Passier heeft op 22 april 2021 een Pro Justitia-rapportage opgemaakt betreffende verdachte. Verdachte wilde hier niet aan meewerken. Er is slechts in beperkte mate collaterale informatie over hem beschikbaar. Op basis van dit onderzoek is duidelijk geworden dat verdachte zonder een dwingend kader niet zal meewerken aan psychologisch onderzoek. In het verleden zijn hulpverleningstrajecten vroegtijdig beëindigd omdat verdachte afspraken niet of onvoldoende nakwam. Als onderhavige feiten bewezen worden geacht, maakt dit dat de zorgelijke signalen over verdachte in relatie tot contacten met minderjarigen serieus moeten worden genomen en is het van belang dat er meer zicht komt op zijn functioneren. De rapporteur zou de rechtbank ter overweging mee willen geven om bij een veroordeling een behandeltraject bij een forensische polikliniek op te leggen. Op deze manier kunnen eventuele risico’s in kaart worden gebracht en kan eventuele hulp, behandeling en/of ondersteuning hierop worden afgestemd.
Conclusie
Gelet op de ernst van met name de zedendelicten en gelet op wat in vergelijkbare gevallen wordt opgelegd, kan volgens de rechtbank niet worden volstaan met een andere straf dan een gevangenisstraf. De rechtbank vindt het daarnaast belangrijk dat verdachte in een verplicht kader hulpverlening krijgt en zich de komende tijd onthoudt van contact met [slachtoffer 1] en van seksueel getinte communicatie met minderjarigen. De rechtbank zal daarom een gevangenisstraf opleggen voor de duur van zestien maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 Sr, waarvan acht maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar en de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8.De beoordeling van het beslag

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de in beslag genomen telefoon van verdachte verbeurd moet worden verklaard.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft teruggave van de telefoon bepleit. Nu het onderzoek is gesloten, is er geen belemmering meer om teruggave te gelasten.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank zal de telefoon van verdachte, die aan verdachte toebehoort en met behulp waarvan feiten 1 primair en 2 primair van parketnummer 05/061604-20 zijn begaan of voorbereid, verbeurd verklaren.
De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 57, 63, 245, 247 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een gevangenisstraf voor de duur van zestien maanden;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten acht maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van drie jaren niet heeft gehouden aan de volgende voorwaarden:
  • stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
  • stelt als bijzondere voorwaarden dat:
- verdachte zich binnen vijf dagen na het onherroepelijk worden van dit vonnis zal melden bij Reclassering Nederland op het adres [adres 2] en zich gedurende de proeftijd zal blijven melden bij deze instelling, zo vaak en zolang de instelling dat noodzakelijk acht;
- verdachte zal meewerken aan het uitvoeren van diagnostiek en zal zich – indien behandeling geïndiceerd is – gedurende de proeftijd, of zoveel korter als de reclassering noodzakelijk acht, onder behandeling zal stellen van Kairos of een soortgelijke zorgverlener, zulks te bepalen door de reclassering, om zich te laten behandelen voor de gediagnosticeerde stoornis, waarbij verdachte zich zal houden aan huisregels en de aanwijzingen die in dat kader worden gegeven, ook als dit inhoudt het innemen van medicijnen;
- verdachte gedurende de proeftijd op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedag 2] 2004, zolang het Openbaar Ministerie dit nodig vindt.
- verdachte zich gedurende de proeftijd zal onthouden van seksueel getinte communicatie met minderjarigen op welke wijze dan ook – digitaal of fysiek –, waarbij verdachte tijdens gesprekken met de reclassering open zal zijn over hoe hij dit gedrag denkt te voorkomen. Het hierop uitgeoefende toezicht kan mede bestaan uit controles van zijn computer(s), digitale gegevensdragers en andere apparatuur, te maximeren tot hooguit een keer per week;
 stelt als overige voorwaarden dat:
  • verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
  • verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen;
 geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van deze bijzondere voorwaarden en tot begeleiding van verdachte ten behoeve daarvan;
 verklaart verbeurd de mobiele telefoon, merk Samsung, type S8, die onder verdachte in beslag is genomen.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.E. Venema (voorzitter), mr. Y.H.M. Marijs en
mr. Y. van Wezel, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.M. Aalbers, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 4 oktober 2021.
De voorzitter en griffier zijn buiten staat het vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 1] van de politie Oost-Nederland, dienst regionale recherche, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2019580655, gesloten op 9 maart 2020 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] , p. 24-25.
3.Proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] , p. 26.
4.Proces-verbaal van bevindingen, p. 36.
5.Proces-verbaal van bevindingen, p. 37.
6.Proces-verbaal van bevindingen, p. 38.
7.Proces-verbaal van bevindingen, p. 38.
8.Proces-verbaal van bevindingen, p. 39.
9.Proces-verbaal van bevindingen, p. 35.
10.Een schriftelijk stuk, te weten een uitdraai van een WhatsApp-chat, p. 40.
11.Een schriftelijk stuk, te weten een uitdraai van een WhatsApp-chat, p. 41.
12.Een schriftelijk stuk, te weten een uitdraai van een WhatsApp-chat, p. 42.
13.Een schriftelijk stuk, te weten een uitdraai van een WhatsApp-chat, p. 43.
14.Een schriftelijk stuk, te weten een uitdraai van een WhatsApp-chat, p. 44.
15.Een schriftelijk stuk, te weten een uitdraai van een WhatsApp-chat, p. 45.
16.Een schriftelijk stuk, te weten een uitdraai van een WhatsApp-chat, p. 46.
17.Een schriftelijk stuk, te weten een uitdraai van een WhatsApp-chat, p. 46.
18.Een schriftelijk stuk, te weten een uitdraai van een WhatsApp-chat, p. 50.
19.Een schriftelijk stuk, te weten een uitdraai van een WhatsApp-chat, p. 51.
20.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 76.
21.Verklaring van verdachte op de terechtzitting van 20 september 2021.
22.Proces-verbaal van bevindingen p. 198.
23.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 2] van de politie Oost-Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2019429143, gesloten op 17 februari 2020 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
24.Proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] namens [slachtoffer 2] , p. 3.
25.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 25.
26.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 26.