Op 14 september 2021 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, een beslissing genomen op het wrakingsverzoek van een verzoeker uit Amsterdam. Het verzoek was gericht tegen mr. L.C.P. Goossens, de rechter in een lopende strafzaak met parketnummer 05/740417-18. De procedure omvatte een mondelinge behandeling op 14 september 2021, waarbij de verzoeker niet aanwezig was en zich niet had laten vertegenwoordigen. De rechter had voorafgaand aan de zitting laten weten niet te zullen verschijnen.
De wrakingskamer beoordeelde het verzoek en concludeerde dat de aangevoerde gronden door de verzoeker onvoldoende duidelijk en niet concreet waren toegelicht. De verzoeker had in totaal 18 e-mails gestuurd ter toelichting, maar deze bevatten geen concrete feiten die de vrees voor partijdigheid van de rechter objectief gerechtvaardigd zouden maken. De wrakingskamer benadrukte dat een rechter wordt vermoed onpartijdig te zijn en dat er bijzondere omstandigheden moeten zijn om aan te nemen dat deze onpartijdigheid in het geding is.
Uiteindelijk werd het wrakingsverzoek afgewezen, en de wrakingskamer oordeelde dat de verzoeker het middel van wraking misbruikte, mogelijk om de voortgang van de procedure te frustreren. De wrakingskamer besloot dat een volgend verzoek tot wraking in deze zaak niet meer in behandeling zal worden genomen. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.