ECLI:NL:RBGEL:2021:5174
Rechtbank Gelderland
- Verschoning
- Rechtspraak.nl
Verschoningsverzoek van rechter in strafzaak met medeverdachten
Op 21 september 2021 heeft de meervoudige verschoningskamer van de Rechtbank Gelderland in Arnhem een beslissing genomen op het verschoningsverzoek van mr. A. Tegelaar, rechter in een strafzaak met parketnummer 05/121076-21. De rechter diende op 14 september 2021 een verzoek tot verschoning in, omdat hij op 28 juli 2021 twee medeverdachten had veroordeeld in een zaak die verband hield met dezelfde aangevers, pleegplaats en datum als in het huidige dossier. De rechter was van mening dat hij de zaak niet onpartijdig kon afdoen zonder de schijn van vooringenomenheid te wekken, wat de reden was voor zijn verzoek tot verschoning.
De verschoningskamer heeft in haar beoordeling vastgesteld dat rechters zich kunnen verschonen op basis van feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid in gevaar kunnen brengen. Het uitgangspunt is dat rechters vermoed worden onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die wijzen op vooringenomenheid. In dit geval heeft de verschoningskamer geen aanwijzingen gevonden dat de rechter zelf meende dat hij niet onpartijdig kon zijn, maar erkende wel dat de eerdere veroordelingen van medeverdachten de schijn van partijdigheid konden oproepen.
Daarom heeft de verschoningskamer het verzoek tot verschoning van mr. A. Tegelaar toegewezen en besloten dat er een andere rechter zal worden aangewezen voor de verdere behandeling van de zaak. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open. De beslissing is openbaar uitgesproken op 21 september 2021 door de voorzitter en de leden van de verschoningskamer.