ECLI:NL:RBGEL:2021:5174

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
21 september 2021
Publicatiedatum
29 september 2021
Zaaknummer
C/05/393305 KG RK 21-686
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Verschoning
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verschoningsverzoek van rechter in strafzaak met medeverdachten

Op 21 september 2021 heeft de meervoudige verschoningskamer van de Rechtbank Gelderland in Arnhem een beslissing genomen op het verschoningsverzoek van mr. A. Tegelaar, rechter in een strafzaak met parketnummer 05/121076-21. De rechter diende op 14 september 2021 een verzoek tot verschoning in, omdat hij op 28 juli 2021 twee medeverdachten had veroordeeld in een zaak die verband hield met dezelfde aangevers, pleegplaats en datum als in het huidige dossier. De rechter was van mening dat hij de zaak niet onpartijdig kon afdoen zonder de schijn van vooringenomenheid te wekken, wat de reden was voor zijn verzoek tot verschoning.

De verschoningskamer heeft in haar beoordeling vastgesteld dat rechters zich kunnen verschonen op basis van feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid in gevaar kunnen brengen. Het uitgangspunt is dat rechters vermoed worden onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die wijzen op vooringenomenheid. In dit geval heeft de verschoningskamer geen aanwijzingen gevonden dat de rechter zelf meende dat hij niet onpartijdig kon zijn, maar erkende wel dat de eerdere veroordelingen van medeverdachten de schijn van partijdigheid konden oproepen.

Daarom heeft de verschoningskamer het verzoek tot verschoning van mr. A. Tegelaar toegewezen en besloten dat er een andere rechter zal worden aangewezen voor de verdere behandeling van de zaak. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open. De beslissing is openbaar uitgesproken op 21 september 2021 door de voorzitter en de leden van de verschoningskamer.

Uitspraak

beslissing
RECHTBANK GELDERLAND, locatie Arnhem
Verschoningskamer
zaaknummer: C/05/393305 / KG RK 21-686
Beslissing van 21 september 2021
van de meervoudige verschoningskamer van de rechtbank op het verzoek van
mr. A. Tegelaar,
rechter in deze rechtbank
hierna te noemen: de rechter.
in zijn hoedanigheid van rechter in de zaak met parketnummer 05/121076-21.

1.De procedure

De rechter heeft op 14 september 2021 een verschoningsverzoek ingediend. Een afschrift van het verzoek zal tegelijk met het afschrift van deze beslissing aan de belanghebbenden worden verzonden.

2.Het verschoningsverzoek

De rechter heeft aan zijn verschoningsverzoek – kort gezegd – het volgende ten grondslag gelegd. De rechter heeft op 28 juli 2021 twee medeverdachten veroordeeld ter zake van onder meer geweld tegen dezelfde aangevers, zelfde pleegplaats en -datum als in onderhavig strafdossier. Op grond van deze omstandigheden en het dossier is de rechter van oordeel dat hij deze zaak niet kan afdoen zonder op zijn minst de schijn van vooringenomenheid te wekken. Dat vormt de reden voor dit verzoek tot verschoning, aldus de rechter.

3.De beoordeling

3.1.
Op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden, kan elk van de rechters die een zaak behandelen verzoeken zich te mogen verschonen.
3.2.
Bij de beoordeling van een verschoningsverzoek dient uitgangspunt te zijn dat de rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich een uitzonderlijke omstandigheid voordoet, die een zwaarwegende aanwijzing oplevert voor het oordeel dat een rechter jegens een partij bij een geding een vooringenomenheid koestert (de subjectieve toets). Daarnaast kan er onder omstandigheden reden zijn voor verschoning, als geheel afgezien van de persoonlijke opstelling van de rechter in de zaak de bij een partij bestaande vrees voor onpartijdigheid van die rechter objectief gerechtvaardigd is, waarbij rekening moet worden gehouden met uiterlijke schijn (de objectieve toets). Het subjectieve oordeel van een partij is niet doorslaggevend.
3.3.
De verschoningskamer stelt voorop dat de rechter niet heeft aangevoerd dat hij van oordeel is dat hij door de voor verschoning aangevoerde grond de zaak niet meer onpartijdig zou kunnen behandelen. De verschoningskamer ziet daar ook geen aanwijzingen voor.
3.4.
Het door de rechter aangevoerde feit dat hij in deze zaak reeds twee medeverdachten heeft veroordeeld, kan de schijn van partijdigheid van de rechter in het leven roepen. De verschoningskamer ziet hierin, rekening houdend met de eerder genoemde uiterlijke schijn, een grond voor verschoning. Het verschoningsverzoek zal daarom worden toegewezen.

4.De beslissing

De verschoningskamer van de rechtbank wijst het verzoek tot verschoning van mr. A. Tegelaar toe, en verstaat dat in de zaak een andere rechter zal worden aangewezen.
Deze beslissing is gegeven door mr. J.R. Veerman, voorzitter,
mr. K. van Vlimmeren-van Ommen en mr. E.J. Davids, leden, in tegenwoordigheid van de griffier […] en in het openbaar uitgesproken op 21 september 2021.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.