Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
3.De bewezenverklaring
een ofmeer tijdstippen in
of omstreeksde periode van 1 juli 2020 tot en met 1 oktober 2020 te Duiven en/of Heino en/of Zwolle,
althans (telkens) in Nederland,met [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2004, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, telkens een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten
/of
/of
/of
of
/of
een ofmeer tijdstippen in de periode van
of omstreeks1 januari 2020 tot en met 2 oktober 2020 te Westervoort en/of Duiven,
althans Nederland, meermalen, althans eenmaal, meerdere afbeeldingen, te weten foto’s, en/ofgegevensdragers, bevattende afbeeldingen – te weten een Notebook Asus en
/ofeen Samsung telefoon van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verworven, in bezit gehad en
/ofzich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en
/ofmet gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven - bestonden uit:
en/of voorwerp oraal
en/of vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
/of
/ofstrekt tot seksuele prikkeling
of omstreeksde periode van 30 september 2020 tot en met 1 oktober 2020 te Duiven,
althans in Nederland,opzettelijk, een minderjarige, [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2004, heeft onttrokken aan het wettig over haar gesteld gezag
en/of aan het opzicht van degene die dit desbevoegd over haar uitoefende.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van de straf
8.De beoordeling van de civiele vordering
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
- stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat:
- verdachte zich binnen drie dagen na zijn invrijheidsstelling zal melden bij Reclassering Nederland op het adres [adres 2] in Arnhem. Verdachte zal zich blijven melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat noodzakelijk vindt;
- verdacht zich ambulant laat behandelen bij forensische polikliniek Kairos of een soortgelijke zorgverlener, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij verdachte zich zal houden aan huisregels en aanwijzingen die hem in het kader van de behandeling door of namens de zorgverlener zullen worden gegeven, indien en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
- verdachte op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal hebben met [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2004 (het verblijfadres is bekend bij het Openbaar Ministerie);
- verdachte zal zich niet bevinden in de gemeente Laag Zuthem;
- verdachte zich op welke wijze dan ook zal onthouden van:
- verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen;
- veroordeelt verdachte in verband met het onder feit 1 bewezen verklaarde feit tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer] van € 205,53 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 september 2021 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald en € 5.000,- aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 september 2020 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer] , een bedrag te betalen van € 205,53 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 september 2021 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald en € 5.000,- smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 september 2020 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 61 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd.